• No results found

Vraag nr. 326 van 5 juni 1998 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 326 van 5 juni 1998 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 326 van 5 juni 1998

van de heer JOHAN MALCORPS Maaswaterkwaliteit – Diuron

Nederland protesteerde recentelijk omdat de Maas in toenemende mate wordt vervuild met het onkruidbestrijdingsmiddel diuron. De drinkwater-voorziening in Nederland wordt bedreigd.

Het gebruik van diuron in België en Frankrijk zou de laatste jaren verdubbeld zijn. Nederlandse gemeenten gebruiken steeds minder diuron en schakelden de laatste jaren over op het alternatief Round Up (glyfosaat) of op alternatieve bestrij-dingsmethodes zoals branden en borstelen. De bij-drage aan de Maasverontreiniging van Nederland-se afkomst zakte daardoor met 50 %. Vanuit Duits-land is de toevoer zelfs afgenomen met 70 %. Kan de minister meedelen in welke mate Vlaande-ren en meer bepaald Vlaamse gemeenten mee ver-antwoordelijk zijn voor deze vervuiling ?

Hoeveel van de vervuiling is afkomstig van Wallo-nië en Frankrijk ?

Worden alternatieve middelen of methoden voor onkruidbestrijding gestimuleerd door de minister ? Welke reductiedoelstellingen worden terzake gehanteerd ?

Hoe staat het met het diurongebruik in de rest van Vlaanderen ?

Antwoord

Het gebruik van producten zoals diuron behoort tot de bevoegdheid van de federale overheid. Uit informatie vanwege het federale ministerie van Landbouw blijkt dat het gebruik van diuron de laatste jaren gradueel afneemt. Tussen 1993 en 1997 is het gebruik in België met ongeveer 30 % afgenomen.

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) beschikt wel over gemeten concentraties van diuron in oppervlaktewater voor een 30-tal meetplaatsen in het Vlaamse gewest. In 1997 kon diuron in 88 % van de metingen worden aangetoond in concentra-ties boven de detectielimiet (0.05 µg/l). In meer dan 80 % van de metingen zijn de concentraties < 1 µg/l.

1. Voortgaande op een steekproef, gebaseerd op de informatie over het onkruidbestrijdingsmid-delengebruik die door gemeenten aan mijn administratie werden verstrekt in het kader van het gemeentelijke milieuconvenant (reductie-plan inzake gebruik van bestrijdingsmiddelen), blijkt dat het gebruik van diuron door de gemeentelijke diensten zeer variabel is

In sommige gemeenten maakt diuron meer dan 50 % uit van het totaal onkruidbestrijdingsmid-delengebruik, in weer andere gemeenten wordt weinig of soms zelfs geen diuron gebruikt. In totaal is het aandeel van het diurongebruik door de gemeenten vrij belangrijk (zie punt 6). 2. De bijdrage van Wallonië en Frankrijk in de

vervuiling door diuron is mij niet bekend. Uit een studie van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (1997) blijkt evenwel dat de potentiële verliezen van diuron naar het oppervlaktewater in Vlaanderen gemiddeld beduidend hoger zijn dan in Wallo-nië.

3. In het kader van de gemeentelijke en provincia-le milieuconvenanten, optie 7, punt 4 "reductie-plan inzake gebruik van bestrijdingsmiddelen", worden alternatieve bestrijdingsmiddelen zoals borstelen, branden, mechanische onkruidbestrij-ding en andere aangeraden. Voorts worden alle probleembestrijdingsmiddelen, waarbij diuron duidelijk thuishoort, formeel afgeraden. Zij worden aangeduid als sterk milieuschadelijk. Als vervangproduct wordt voornamelijk het milieuvriendelijkere glyfosaat in alle vormen voorgesteld. In het kader van de milieuconve-nanten wordt gestreefd naar een geleidelijke (volledige) afbouw van het diurongebruik door de administratieve overheden.

4. Actie 32 van het Minaplan-2 omvat het opma-ken en uitvoeren van een kwantitatief en kwali-tatief reductieprogramma voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen, met als doel tegen het jaar 2005 de totale hoeveelheid bestrijdingsmidde-len, uitgedrukt als de som van de jaarlijkse ver-spreidingsequivalenten Seq per bestrijdingsmid-del, in het Vlaamse gewest te verminderen met 50 % ten opzichte van het niveau in 1990. 5. Volgens de reeds aangehaalde studie van het

(2)

inwoner :

– gemeenten : 0,41 tot 7,71 gram ; – NMBS : 0,57 tot 5,09 gram ;

– particulieren en professionelen : 8,24 tot 16,32 gram.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vliegveldeiland voor Zeebrugge – Projectonderzoek Enkele maanden geleden werd aan het Wa t e r- bouwkundig Laboratorium in Borgerhout de opdracht gegeven tot het maken van

Het is wel duidelijk dat de instandhou- ding van de stranden een exclusief V l a a m s e bevoegdheid is maar dat dit argument ten onrechte wordt gebruikt om deze problematiek

De kostprijs voor een degelijke herstelling van de schade is zo groot, dat de brug beter wordt afgebroken en door een totaal nieuwe wordt vervangen.. De brug werd einde de

Deze fietspa- den staan in opstand ten opzichte van de rijweg, zodat zij op die manier enigszins worden beveiligd tegen het

Volgens het indicatief driejarenprogramma 1997- 1999 zijn voor de N121 investeringen gepland voor 1998 (vak 's Gravenwezel – Brasschaat) en pas voor 2000 voor het vak Schilde –

Bovendien circuleren er plannen van de Geweste- lijke Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) en van de bevoegde schepenen van Wommelgem en Ranst om op die plaats op termijn wel

Op eerdere vragen in verband met de militaire pijplijn Melsbroek-Bevekom antwoordde de minis- ter bevoegd voor Leefmilieu dat voor dit soort pijpleidingen

De algemene offerte voor &#34;een globale samenwer- kingsovereenkomst voor communicatie en marke- t i n g, met als doel eenvormigheid te creëren in de communicatie van de V DA B,