• No results found

BESLUIT inzake geschil Yarosa – KPN Mobile(G.12.02)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT inzake geschil Yarosa – KPN Mobile(G.12.02)"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT inzake geschil Yarosa – KPN Mobile(G.12.02)

OPTA/IBT/2002/203292

16 oktober 2002

Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 6.9 jo artikel 6.3 van de Telecommunicatiewet in het geschil tussen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Yarosa B.V. (hierna: Yarosa), gevestigd te Rotterdam, gemachtigde: mr. J. van den Brande, advocaat te Rotterdam;

en

KPN Mobile The Netherlands B.V. (hierna: KPN Mobile), gevestigd te Den Haag, gemachtigde: mr. J.J.N. Bleeker, advocaat te Amsterdam.

A. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1 Hieronder volgt een samenvatting van het verloop van de procedure.

• Bij brief van 20 maart 2002 ontvangt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) een verzoek tot het stellen van regels inzake het geschil tussen Yarosa en KPN Mobile omtrent bijzondere toegang tot het mobiele openbare telefoonnetwerk van KPN Mobile. Het verzoek houdt tevens een aanvraag in om een voorlopig besluit.

• Bij brief van 9 april 2002 (kenmerk: OPTA/IBT/2002/200903) bevestigt het college aan Yarosa de ontvangst van het verzoekschrift.

• Bij brief van 26 april 2002 (kenmerk: OPTA/IBT/2002/201082) bericht het college aan Yarosa het geschil in behandeling te hebben genomen.

• Bij brief van 26 april 2002 (kenmerk: OPTA/IBT/2002/201085) verzoekt het college KPN Mobile om een verweerschrift.

• Bij fax van 13 mei 2002 reageert KPN Mobile op de brief van 26 april 2002 van het college. • Bij brief van 14 mei 2002 (kenmerk: OPTA/IBT/2002/201221) stelt het college aan Yarosa vragen

naar aanleiding van het verzoek.

• Bij brief van 16 mei 2002 (kenmerk: OPTA/IBT/2002/201241) nodigt het college Yarosa uit voor de hoorzitting op 18 juni 2002.

• Bij brief van 17 mei 2002 (kenmerk: OPTA/IBT/2002/201242) stuurt het college aan KPN Mobile de agenda van de hoorzitting.

• Bij brief van 22 mei 2002 reageert Yarosa op de vragen uit de brief van 14 mei 2002 van het college. • Bij brief en fax van 24 mei 2002 ontvangt het college het verweerschrift van KPN Mobile.

• Bij brief van 3 juni 2002 (kenmerk: OPTA/IBT/2002/201412) stuurt het college aan KPN Mobile afschriften van correspondentie tussen het college en Yarosa.

• Bij brief van 13 juni 2002 (kenmerk: OPTA/IBT/2002/201549) verzoekt het college aan KPN Mobile tijdens haar pleidooi in het kader van de hoorzitting in ieder geval in te gaan op een aantal specifieke onderwerpen.

(2)

soortgelijk verzoek.

• Bij fax van 13 juni 2002 ontvangt het college van Yarosa een reactie op het verweerschrift van KPN Mobile.

• Op 18 juni 2002 vindt de hoorzitting plaats.

• Bij fax van 26 juni 2002 ontvangt het college van KPN Mobile een reactie op de schriftelijke opmerkingen van Yarosa op het verweerschrift van KPN Mobile.

• Bij brief van 28 juni 2002 ontvangt het college van Yarosa een reactie op de brief van 26 juni 2002 van KPN Mobile.

• Bij brief van 4 oktober 2002 verzoekt Yarosa het college om informatie over de behandeling van het geschil en deelt zij mede er prijs op te stellen de beslissing van het college op korte termijn te vernemen.

B. DE FEITELIJKE GRONDSLAG VAN HET GESCHIL

2 Aan het geschil liggen de volgende feiten ten grondslag:

− Yarosa is geregistreerd als aanbieder van openbare telecommunicatiediensten als bedoeld in artikel 1.1, onder f, jo. art. 2.1, eerste lid, Telecommunicatiewet (hierna: Tw). Yarosa biedt openbare telecommunicatiediensten die zich met name richten op het zenden en ontvangen van

SMS-berichten1. In dit kader heeft Yarosa [ ] ontwikkeld. Op dit moment biedt Yarosa in Nederland geen [ ] aan.

− Bij besluit van 20 oktober 1999 heeft het college Koninlijke KPN N.V. en haar groepsmaatschappijen als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voorzover zij aanbieder zijn van een mobiel openbaar telefoonnetwerk en een mobiele openbare telefoondienst, aangewezen als partij met aanmerkelijke macht op de nationale markt voor mobiele openbare telefonie op grond van (hierna: AMM-partij) artikel 6.4, eerste lid, Tw.

− Op 21 december 2001 vindt tussen Yarosa en KPN Mobile een oriënterend gesprek plaats over de mogelijkheden van het koppelen van de SMS-centrale van Yarosa aan de netwerkinfrastructuur van KPN Mobile.

− Naar aanleiding van deze bespreking heeft KPN Mobile aan Yarosa de dienstbeschrijvingen en bijbehorende tarieven van de door haar aangeboden SMS Wholesalediensten doen toekomen. Het betreft hier de ‘SMS Basis Connectiedienst’, de ‘FlexTar Mobile Originated SMS Dienst’ en de ‘Premium SMS Dienst’.

− Bij brief van 1 februari 2002 verzoekt Yarosa KPN Mobile schriftelijk om bijzondere toegang tot diens signaleringssysteem.

− KPN Mobile weigert bij brief van 1 maart 2001 de gevraagde bijzondere toegang. Hierbij verklaart KPN Mobile echter wel bereid te zijn om met Yarosa de mogelijkheden van de bestaande Wholesale SMS-diensten te bespreken.

− Vervolgens dient Yarosa bij brief van 20 maart 2002 onderhavig geschil in bij het college.

− Bij brief van 21 maart 2002 bericht Yarosa aan KPN Mobile dat zij met haar in overleg wil treden “om tot een bilaterale interconnectie overeenkomst met betrekking tot het origineren en termineren van

(3)

SMS-verkeer te komen”. Yarosa kondigt aan spoedig contact op te nemen met KPN Mobile om een en ander te bespreken.

− Bij brief van 25 maart 2002 vraagt KPN Mobile aan Yarosa hoe zij het verzoek van 21 maart 2002 moet zien in relatie tot de brief van 1 februari 2002. KPN Mobile nodigt Yarosa uit hierop schriftelijk te reageren.

− Vervolgens stuurt KPN Mobile op 12 april 2002, in het kader van het verzoek van Yarosa van 1 februari 2002, de (gewijzigde) dienstomschrijvingen en tarievenoverzichten van haar wholesale SMS-diensten. KPN Mobile nodigt Yarosa nogmaals uit om alternatieven ten aanzien van de verzoeken, zoals Yarosa deze bij brief van 1 februari 2002 heeft gedaan, te bespreken.

− In een andere brief door KPN Mobile eveneens op 12 april 2002 verstuurd, nodigt zij Yarosa uit om nader in te gaan op het verzoek, zoals dit is gedaan bij brief van 21 maart 2002, in het licht van SMS Interworking.

− Bij brief van 15 april 2002 bericht Yarosa aan KPN Mobile dat er geen relatie bestaat tussen de verzoeken van 1 februari 2002 en 21 maart 2002.

− Op 24 april 2002 vindt er een bespreking plaats tussen Yarosa en KPN Mobile over het verzoek van 21 maart 2002. Hierin heeft KPN Mobile aangegeven dat zij de mogelijkheden zal onderzoeken om een dienst te ontwikkelen die tegemoet komt aan de verzoeken van Yarosa, aangezien een

dergelijke dienst volgens KPN Mobile niet tot haar standaardaanbod behoort.

− Vervolgens vindt op 14 juni 2002 wederom een bespreking plaats tussen Yarosa en KPN Mobile. Hierin hebben beide partijen gesproken over de mogelijkheden op welke wijze een koppeling van de SMS-centrale van Yarosa met de netwerkinfrastructuur van KPN Mobile tot stand kan worden

gebracht.

C. HET STANDPUNT VAN YAROSA

3 Voor de standpunten van Yarosa verwijst het college naar de door Yarosa ingebrachte stukken en hetgeen tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht. Het standpunt van Yarosa laat zich als volgt samenvatten.

1. Bevoegdheid

Het onderhandelingstraject

4 Yarosa heeft in de pleitnotitie voor de hoorzitting aangegeven dat volgens haar er geen sprake is geweest van onderhandelingen, omdat KPN Mobile zich op het standpunt stelt dat zij niet verplicht is tot het voldoen aan het verzoek om bijzondere toegang. KPN Mobile heeft enkel de

(4)

Yarosa tekent daarbij aan dat zij tijdens de bijeenkomst op 14 juni 2002 evenwel heeft aangegeven contractueel gezien een vorm van bijzondere toegang tot het mobiele openbare telefoonnetwerk van KPN Mobile te wensen.

Bevoegdheid bij datadiensten

5 In het onderhavige geschil is er sprake van een verzoek om bijzondere toegang tot signalering, wat een onderdeel is van het mobiele spraaknetwerk van KPN Mobile, aldus Yarosa. De verplichting om te voldoen aan redelijke verzoeken tot bijzondere toegang is volgens Yarosa niet beperkt tot spraakdiensten. Yarosa stelt dat de transmissie van data, zoals SMS, daarvan niet is uitgezonderd. 2. Spoedeisend belang

6 Yarosa verzoekt het college om het nemen van een voorlopig besluit op grond waarvan KPN Mobile de gevraagde bijzondere toegang moet verlenen. Zolang KPN Mobile de gevraagde toegang blijft weigeren, mist Yarosa volgens haar de inkomsten uit de door haar aan te bieden diensten, terwijl de kosten van de gedane investeringen en personeelskosten doorlopen. De continuïteit van haar onderneming wordt door het uitblijven van inkomsten in gevaar gebracht, aldus Yarosa. 3 Redelijkheid

7 Volgens Yarosa is haar verzoek in alle opzichten redelijk. Indien een verzoek om bijzondere toegang wordt gedaan, is het volgens Yarosa in beginsel aan de partij aan wie om toegang is verzocht - in dit geval KPN Mobile - om de onredelijkheid van dit verzoek aan te tonen, waarbij zij ook reële

alternatieven mag betrekken. Het ligt volgens Yarosa niet op haar weg om aan te tonen dat de andere mobiele aanbieders niet bereid zijn haar toegang tot hun netwerk te verlenen. Bovendien stelt Yarosa dat zij deze aanbieders een verzoek tot toegang tot hun netwerken heeft gedaan, welke verzoeken zijn afgewezen.

8 Het feit dat er, zoals KPN Mobile stelt, momenteel door aanbieders [ ] in Nederland worden aangeboden, betekent volgens Yarosa nog niet dat er voor Yarosa commerciële en technische haalbare alternatieven bestaan.

9 Technisch gezien leveren de door KPN Mobile geboden alternatieven – de SMS Wholesalediensten - geen grote belemmeringen op voor de eindgebruikers of Yarosa. Echter, deze diensten bieden geen mogelijkheden tot het versturen en ontvangen van grote aantallen SMS-berichten, waardoor deze wel onoverkomelijke economische drempels opwerpen, aldus Yarosa. Hierdoor kan Yarosa haar diensten niet op een economisch rendabele wijze aanbieden.

(5)

11 Om[ ] is het volgens Yarosa ook essentieel dat zij berichten van de [ ] terug kan ontvangen. Bij de door KPN Mobile geboden alternatieven kan Yarosa volgens haar alleen maar berichten ontvangen van eindgebruikers die abonnee van KPN Mobile zijn. Daarmee is communicatie met een andere eindgebruiker niet mogelijk en kan derhalve [ ], aldus Yarosa.

12 Er zijn volgens Yarosa geen technische redenen die met zich brengen dat het verzoek onredelijk zou zijn. KPN Mobile toont naar de mening van Yarosa niet aan dat het haar zou ontbreken aan

voldoende middelen om aan het verzoek te voldoen.

13 Volgens Yarosa spitst het verweer van KPN Mobile zich toe op een beweerdelijke aantasting van haar netwerkintegriteit. Technisch wil Yarosa een koppeling realiseren met een (Gateway) Mobile

Switching Center (hierna: (G)MSC). Conform de bijbehorende specificaties2 verzorgt de (G)MSC volgens Yarosa voor HLR bevraging, inclusief porteringsregister. Yarosa stelt dat deze manier van aansluiten op (G)MSC-niveau geen negatieve implicaties heeft met betrekking tot de integriteit van het netwerk van KPN Mobile. Volgens Yarosa is de invloed op de capaciteit van het netwerk van KPN Mobile vergelijkbaar met de invloed op de capaciteit door interconnectie of roaming partners. 4 Aankiesbaarheid

14 Bijzondere toegang tot het mobiele netwerk van KPN Mobile (koppeling van de SMS-centrale van Yarosa op de (G)MSC van KPN Mobile) betekent volgens Yarosa nog niet dat mobiele eindgebruikers hun berichten kunnen verzenden via de SMS-centrale van Yarosa. De Nederlandse mobiele

aanbieders hebben een technische blokkade opgeworpen waardoor hun abonnees alleen de SMS-centrale van de betreffende aanbieder kunnen bereiken, aldus Yarosa.

15 In het kader van het verzoek om bijzondere toegang verlangt Yarosa dat KPN Mobile deze blokkade ten aanzien van haar eigen abonnees ongedaan maakt. Volgens Yarosa is de verplichting daartoe terug te vinden in artikel 6.1 Tw.

16 Als exploitant van een mobiel netwerk heeft KPN Mobile volgens Yarosa een algemene verplichting om voor interconnectie zorg te dragen die verder strekt dan het verzorgen van de aankiesbaarheid voor abonnees van KPN Mobile, aldus Yarosa. Naar de mening van Yarosa strekt deze verplichting tot interconnectie zich ook uit tot eindgebruikers die via bijzondere toegang, toegang hebben tot het netwerk van KPN Mobile.

17 Yarosa vervult naar eigen zeggen een dubbelrol. Enerzijds is zij operator van haar eigen SMS-centrale, anderzijds verleent zij zelf ook diensten aan eindgebruikers zoals de derden dienstenaanbieders - dat wil zeggen: aanbieders die hun SMS-berichten via de SMS-centrale van Yarosa aan grote aantallen eindgebruikers zenden - dit doen. De derden dienstaanbieders zijn volgens Yarosa eindgebruikers van haar. Yarosa is echter volgens haar zelf ook eindgebruiker op het gebied van het aanbieden van SMS-diensten aan eindgebruikers.

(6)

18 Yarosa stelt dat zij zich mogelijk kwalificeert als aanbieder van openbare telecommunicatiediensten in Nederland die daarbij de toegang tot netwerkaansluitpunten van eindgebruikers controleert. Het gaat hier volgens Yarosa dan om de netwerkaansluitpunten van de hiervoor genoemde derden dienstenaanbieders en het netwerkaansluitpunt dat Yarosa zelf gebruikt ten behoeve van [ ]. 19 Indien geoordeeld wordt dat Yarosa geen aanbieder van openbare telecommunicatiediensten is die

daarbij de toegang tot netwerkaansluitpunten controleert, kwalificeert zij zichzelf alleen als eindgebruiker van het netwerk van KPN Mobile via bijzondere toegang, aldus Yarosa. In dit geval dient KPN Mobile op grond van artikel 6.1 Tw de interconnectie en daarmee de aankiesbaarheid van de SMS-centrale van Yarosa te verzekeren door middel van interconnectieovereenkomsten met de andere mobiele aanbieders. Immers, KPN Mobile is dan één van de aanbieders van de openbare telecommunicatienetwerken die met de andere aanbieders dient te verzekeren dat “de daarop aangesloten eindgebruikers over en weer met elkaar kunnen communiceren” (artikel 6.1 Tw), aldus Yarosa.

20 Yarosa is van mening dat ongeacht haar rol - al dan niet de controle over netwerkaansluitpunten - KPN Mobile de verplichting heeft om te verzekeren dat de op haar netwerk aangesloten gebruikers (eindgebruikers van KPN Mobile) kunnen communiceren met de SMS-centrale van Yarosa.

21 De interconnectieverplichting van artikel 6.1 Tw wordt opgelegd aan aanbieders van

telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatiediensten gezamenlijk. Volgens Yarosa dient - gezien de tekst van artikel 6.1 Tw - bij het tot stand brengen van de interconnectie de prioriteit te liggen bij de aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken.

22 In ieder geval rust volgens Yarosa op KPN Mobile als aanbieder van een netwerk de verplichting om de gevraagde interconnectie (meer bijzonder: ook de aankiesbaarheid) met de eindgebruikers van andere netwerken tot stand te brengen. Gelet daarop verdient het naar de mening van Yarosa de voorkeur dat KPN Mobile - die daartoe volgens Yarosa beter is geëquipeerd en over meer middelen beschikt - de verplichting krijgt opgelegd om de interconnectie (aankiesbaarheid) tot stand te brengen.

5. Aanbod

Duur van het aanbod

23 Yarosa verwacht dat de terugverdientijd van de investeringen vijf jaar bedraagt. Op grond hiervan acht zij het redelijk dat afspraken met KPN Mobile zeker deze termijn geldig zullen zijn.

Tarieven

(7)

hoogste [ ] resp. [ ] per SMS-bericht. De onderbouwing hiervan heeft Yarosa aangegeven in haar verzoekschrift.

25 De huidige tariefstelling van de in Nederland actieve mobiele operators maakt de business case van Yarosa niet succesvol, omdat de kosten voor de eindgebruikers te hoog zijn. Daarnaast biedt de huidige tariefstelling onvoldoende opbrengstmogelijkheden voor Yarosa omdat KPN Mobile geen mogelijkheid biedt tot revenu sharing, aldus Yarosa. In het alternatief dat KPN Mobile biedt, is volgens Yarosa geen mogelijkheid waarin de consument een laag tarief betaalt en Yarosa inkomsten genereert.

Tijdslijnen voor operationalisering

26 Yarosa is van mening dat, indien de tijdslijnen voor operationalisering te ruim worden gesteld, er feitelijk niet wordt voldaan aan een redelijk verzoek om bijzondere toegang.

6. Last onder dwangsom

27 Yarosa is van mening dat gevreesd moet worden dat KPN Mobile - gelet op haar opstelling - de gevraagde bijzondere toegang wil voorkomen en ziet daarom graag dat bij een toewijzing van haar verzoek de opstelling van KPN Mobile jegens haar fundamenteel wijzigt. Om deze reden acht Yarosa een dwangsom een noodzakelijk middel om de belangen van Yarosa veilig te stellen.

D. HET VERZOEK VAN YAROSA

28 Yarosa verzoekt het college het volgende:

29 Een voorlopig besluit te nemen op basis waarvan KPN Mobile voorlopig de gevraagde bijzondere toegang moet verlenen, daar sprake is van een spoedeisend geval als bedoeld in artikel, derde lid, Tw.

30 De volgende regels te stellen inzake haar geschil met KPN Mobile:

30.a KPN Mobile te verplichten bijzondere toegang tot het mobiele netwerk van KPN Mobile aan Yarosa aan te bieden voor een minimale termijn van 5 jaar overeenkomstig het reeds aan KPN Mobile gedane verzoek;

30.b KPN Mobile te verplichten deze bijzondere toegang aan Yarosa aan te bieden tegen ten hoogste de bovengenoemde tarieven, waaronder de door Yarosa te betalen tarieven voor originating access van KPN Mobile en andere mobiele netwerken en terminating access naar KPN Mobile en andere mobiele netwerken ([ ] voor het termineren van berichten en [ ] voor het origineren van berichten);

30.c KPN Mobile te verplichten jaarlijks bovengenoemde tarieven te verlagen, gelijklopend met de ontwikkelingen in de telecommunicatiesector;

(8)

30.e KPN Mobile te verplichten zich te conformeren aan de tijdslijnen voor de realisatie van de bijzondere toegang en het operationeel brengen van de diensten;

30.f KPN Mobile te veroordelen tot betaling van een door het college te bepalen dwangsom indien zij zich niet conformeert aan de gestelde tijdslijnen of andere van de door het college gestelde regels niet naleeft;

30.g Althans die regels te stellen die het college met het oog op het geschil geraden acht.

E. HET STANDPUNT VAN KPN MOBILE

31 Het standpunt van KPN Mobile laat zich als volgt samenvatten. 1. Bevoegdheid

32 KPN Mobile is van mening dat er sprake is van twee verzoeken:

• een verzoek om bijzondere toegang tot het signaleringsnetwerk van KPN Mobile, door haar aangeduid als Eerste Verzoek;

• een verzoek om interconnectie, door haar aangeduid als Tweede Verzoek.

Het onderhandelingstraject

33 KPN Mobile stelt de vraag of Yarosa een gerechtvaardigd belang heeft bij de door Yarosa ingediende verzoeken, aangezien KPN Mobile en Yarosa nog steeds in onderhandeling zijn over een alternatieve wholesaledienst voor Yarosa. KPN Mobile is daarom van mening dat het indienen van de verzoeken prematuur is geweest en dat derhalve de verzoeken van Yarosa dienen te worden afgewezen. 34 Zoals KPN Mobile tijdens de hoorzitting heeft aangegeven zijn Yarosa en KPN Mobile het tijdens de

bijeenkomst op 14 juni 2002 op hoofdlijnen eens geworden over de functionele inrichting van de koppeling tussen de SMS-centrale van Yarosa en het signaleringsnetwerk van KPN Mobile via het internationale signaleringsnetwerk.

Bevoegdheid bij datadiensten

35 KPN Mobile is van mening dat uit de toelichting op het verzoek van Yarosa blijkt, dat het verzoek van Yarosa niet de toegang tot signalering betreft, maar de toegang tot het signaleringsnetwerk van KPN Mobile. Dit - pakketgeschakelde - signaleringsnetwerk is een geheel ander netwerk dan haar - circuitgeschakelde - ‘mobiele spraaknetwerk’. Het signaleringsnetwerk betreft een separaat datanetwerk, waarop de verplichting tot bijzondere toegang niet van toepassing is, aldus KPN Mobile.

(9)

2. Spoedeisend belang

37 KPN Mobile meent dat het onderhavige verzoek van Yarosa zich niet leent voor het nemen van een voorlopig besluit, gezien het daaraan verbonden benodigde onderzoek, testen en implementatie. Het verzoek dient volgens KPN Mobile te worden afgewezen.

3. Redelijkheid

38 Indien het college zich bevoegd acht, zijn de verzoeken van Yarosa naar de mening van KPN Mobile niet redelijk. KPN Mobile gaat uit van de Explanatory Note van het Europese Directoraat Generaal Informatiemaatschappij, getiteld ‘Access to fixed and mobile network infrastructures owned by operators designated as having significant market power’ van 17 september 1999 (hierna: ‘Explanatory Note’).

39 KPN Mobile is van mening dat Yarosa volgens deze Explanatory Note dient aan te tonen dat er voor haar geen alternatieven zijn om haar diensten aan te bieden. Yarosa dient derhalve aan te tonen dat geen van de (mobiele) operators bereid is haar bijzondere toegang tot hun netwerk te verlenen. Tevens blijkt uit het feit dat er reeds [ ] worden aangeboden dat er alternatieven bestaan voor het Eerste Verzoek, aldus KPN Mobile. Daarnaast is Yarosa momenteel niet eens in staat om te

beoordelen of KPN Mobile een technisch en commercieel haalbaar alternatief voorhanden heeft, omdat zij volgens KPN Mobile niet op de uitnodiging is ingegaan om dit gezamenlijk te

onderzoeken. Ten aanzien van het Tweede Verzoek heeft Yarosa volgens KPN Mobile alternatieven niet onderzocht omdat zij daarover op 24 april opmerkt dat zich dit nog in een oriënterend stadium bevindt. Tenslotte kan Yarosa volgens KPN Mobile ook haar SMS-centrale op het netwerk van een andere vaste of mobiele aanbieder aansluiten. Bovendien is het volgens KPN Mobile te realiseren dat, zonder dat Yarosa beschikt over een eigen SMS-centrale, de eindgebruikers van KPN Mobile gebruik kunnen maken van de diensten van Yarosa.

40 KPN Mobile is van mening dat het behoud van de netwerkintegriteit relevant is, zoals dat in het eerder genoemd consultatiedocument ook door het college is aangegeven. [ ]

41 Normaliter worden volgens KPN Mobile SMS-centrales van andere aanbieders aan het signaleringsnetwerk gekoppeld door middel van een koppeling op het internationale

(10)

42 KPN Mobile heeft volgens haar geen ervaring met de koppeling zoals die waar Yarosa om verzoekt. De koppeling die Yarosa verzoekt heeft tot gevolg dat er geen single point of entry meer is, waardoor KPN Mobile niet langer de integriteit van haar netwerk, door bijvoorbeeld overbelasting, kan waarborgen. Om deze reden dienen de verzoeken van Yarosa te worden afgewezen.

43 Het signaleringsnetwerk dient daarnaast voor de afwikkeling van al het verkeer over het mobiele telefoonnetwerk en ontregeling hiervan heeft desastreuze gevolgen voor de kwaliteit en

beschikbaarheid van de spraaktelefoniedienst, aldus KPN Mobile.

44 Tenslotte dient naar de mening van KPN Mobile ook meegewogen te worden wat de effecten zijn van de verplichting voor bijzondere toegang op de belangen van KPN Mobile, de

concurrentieverhoudingen op de markt en voor de eindgebruikers. De stelplicht en bewijslast of een verzoek tot bijzondere toegang redelijk is, rust op de partij, die hiertoe verzoekt, in dit geval Yarosa.

4. Aankiesbaarheid

45 KPN Mobile is van mening dat de Tw weliswaar niet voorziet in een zelfstandige

‘nummeraankiesbaarmakingsverplichting’, maar dat de verplichting tot het aankiesbaar maken van nummers impliciet is gelegen in ofwel een overeenkomst tussen partijen, ofwel in een meer algemene wettelijke verplichting van partijen. KPN Mobile verwijst hierbij naar art. 6.1, eerste lid, Tw. Ook is volgens haar voorstelbaar dat een soortgelijke verplichting zou gelden in het kader van de verplichting die rust op aangewezen aanbieders om te voldoen aan redelijke verzoeken om bijzondere toegang. Indien het college tot de conclusie zou kunnen komen dat KPN Mobile op basis van haar bijzondere toegangsverplichting gehouden is de door Yarosa gevraagde toegang te verlenen, dan impliceert dat volgens KPN Mobile ook de verplichting voor KPN Mobile om het nummer van de SMS-centrale van Yarosa aankiesbaar te maken.

46 Toewijzing van het verzoek zou volgens KPN Mobile ertoe leiden dat Yarosa feitelijk gezien een vorm van bijzondere toegang zou verkrijgen tot (signalerings)netwerken van niet-aangewezen

aanbieders, met alle gevolgen van dien, terwijl die aanbieders geen enkele verplichting hebben tot het bieden van bijzondere toegang tot hun respectievelijke netwerken, aldus KPN Mobile.

47 KPN Mobile kan naar haar mening niet verplicht worden zorg te dragen voor de aankiesbaarheid van de SMS-centrale van Yarosa voor andere dan de eigen eindgebruikers van KPN Mobile. Zij is van mening dat ze daarvoor immers niet de vereiste instrumenten heeft.

48 KPN Mobile heeft op dit moment enkel haar eigen SMS-centrales op haar signaleringsnetwerk aangesloten. Indien Yarosa ook haar SMS-centrale hieraan zou willen koppelen, dient de eindgebruiker in tegenstelling tot zoals nu het geval is, zelf de keuze te maken voor de

SMS-centrale die hij wil aankiezen. Indien de SMS-centrale van Yarosa dan ook aankiesbaar zou zijn vanuit andere mobiele openbare telefoonnetwerken, zouden volgens KPN Mobile ook die

(11)

gekozen voor een bepaalde SMS-centrale kan hij niet meer die diensten gebruiken die door middel van de andere SMS-centrales worden aangeboden, aldus KPN Mobile. Yarosa zal hiertoe volgens KPN Mobile zelfstandig afspraken moeten maken met die andere aanbieders. Er bestaat volgens KPN Mobile echter ook de mogelijkheid om gebruik te maken van diensten om met één shortcode bereikbaar te zijn voor alle eindgebruikers, ongeacht het netwerk waarop deze zijn aangesloten. Yarosa heeft dan geen eigen SMS-centrale nodig, aldus KPN Mobile.

5. Aanbod

Duur van het aanbod

49 Volgens KPN Mobile is het college niet bevoegd de duur van een mogelijke overeenkomst op minimaal vijf jaar te stellen. Immers, Yarosa en KPN Mobile zullen hierover eerst in onderhandeling moeten treden, wat uiteindelijk zou resulteren in een overeenkomst. In deze overeenkomst moeten volgens KPN Mobile afspraken zijn opgenomen waarin ook de duur van de overeenkomst is

vastgelegd. Daarnaast stelt KPN Mobile of het de vraag is of in het kader van de nieuwe ONP-regelgeving deze vorm van bijzondere toegang een gereguleerde dienst zal zijn en of KPN Mobile dan nog steeds de verplichting heeft deze vorm van bijzondere toegang te bieden. Het is volgens KPN Mobile dan nog maar de vraag of het college voor de laatste vier van de vijf jaar de bevoegdheid zou hebben een dergelijke verplichting op te leggen.

Tarieven

50 Naar de mening van KPN Mobile is het college expliciet niet bevoegd tot het hanteren van kostengeoriënteerde tarieven voor bijzondere toegangsdiensten. Hierover dienen partijen in onderhandelingen tot overeenstemming te komen. Aangezien er nog niet is onderhandeld, dient het college dit verzoek af te wijzen, aldus KPN Mobile.

51 KPN Mobile stelt dat Yarosa er ten onrechte van uit gaat dat de ontwikkelingen in de

telecommunicatiesector de verwachting rechtvaardigen dat deze zonder meer resulteren in een jaarlijkse daling van de tarieven. Daarenboven zijn de tarieven niet gereguleerd. Dit verzoek dient daarom te worden afgewezen.

Tijdslijnen voor operationalisering

52 Vanwege de complexiteit van het verzoek van Yarosa en het feit dat dit verzoek zeer verstrekkende gevolgen heeft voor de netwerkarchitectuur van KPN Mobile, acht zij de geschetste tijdslijnen onredelijk kort. Het college dient naar de mening van KPN Mobile partijen een redelijke termijn te gunnen om hun onderlinge relatie vast te leggen in een overeenkomst.

6. Last onder dwangsom

53 Volgens KPN Mobile bestaat er geen enkele aanleiding tot het opleggen van een last onder

(12)

dwangsom slechts mag worden opgelegd indien het gevaar van het plegen van een overtreding klaarblijkelijk is. Daarvan is volgens KPN Mobile geen sprake. Het verzoek is dan ook prematuur en dient te worden afgewezen, aldus KPN Mobile.

F. HET JURIDISCH KADER

54 In artikel 1.1, onder j, Tw wordt bepaald dat onder bijzondere toegang dient te worden verstaan: “toegang tot een telecommunicatienetwerk op andere punten dan de netwerkaansluitpunten die aan de meeste gebruikers worden aangeboden”.

55 Artikel 6.1, eerste lid, Tw bepaalt het volgende: “Aanbieders van openbare

telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten in Nederland, die daarbij de toegang tot netwerkaansluitpunten van eindgebruikers controleren, dragen zorg voor de

interconnectie van de betrokken telecommunicatienetwerken teneinde te verzekeren dat de daarop aangesloten gebruikers over en weer met elkaar kunnen communiceren”.

56 Uit artikel 6.4, eerste lid, Tw volgt dat: “De aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken en vaste openbare telefoondiensten, de aanbieders van mobiele openbare telefoonnetwerken en mobiele openbare telefoondiensten, en de aanbieders van huurlijnen, die in het gebied waarin zij binnen Nederland actief zijn op de markt met betrekking tot de vaste openbare telefoonnetwerken of de vaste openbare telefoondienst, onderscheidenlijk op de markt met betrekking tot de mobiele openbare telefoonnetwerken of de mobiele openbare telefoondienst, onderscheidenlijk op de markt voor huurlijnen, beschikken over een aanmerkelijke macht worden als zodanig aangewezen door het college.”

57 Artikel 6.9, eerste lid, Tw luidt als volgt: “Aanbieders, aangewezen door het college krachtens artikel 6.4, eerste lid, voldoen aan alle redelijke verzoeken tot bijzondere toegang.”

58 De Memorie van Toelichting bij Tw stelt dat artikel 6.9 Tw betekent dat, gegeven de redelijkheid van het verzoek van degene die om bijzondere toegang vraagt, deze aanbieders de bijzondere toegang niet kunnen weigeren.3 Uitsluitend in het geval dat er sprake is van een onredelijk verzoek zal een vraag om bijzondere toegang niet gehonoreerd hoeven te worden. De vraag of een verzoek redelijk is, dient in eerste instantie door degene die het verzoek doet en degene die het zal moeten honoreren, in onderling overleg moet worden beantwoord.

59 Uit artikel 6.9, tweede lid, jo. artikel 6.5, onder a en b, Tw volgt dat aanbieders aangewezen door het college krachtens het artikel 6.4, eerste lid, Tw aan andere aanbieders bijzondere toegang dienen te verlenen onder gelijke voorwaarden onder gelijke omstandigheden alsmede onder gelijke voorwaarden als die welke gelden onder gelijke omstandigheden voor henzelf of hun

(13)

dochterondernemingen, welke bepalingen in artikel 6.9, tweede lid, Tw van overeenkomstige toepassing worden verklaard.

60 In artikel 6.9, tweede lid, jo. artikel 6.3 Tw is aan het college de bevoegdheid toegekend om als geschilbeslechter op te treden als het gaat om geschillen over bijzondere toegang. Het college kan op grond van deze artikelen op verzoek van één of beide partijen, tot beslechting komen van een geschil door de regels vast te stellen die zullen gelden tussen degene die bijzondere toegang moet bieden en degene die er om vraagt.

61 In artikel 6.3, derde lid, onder b, Tw is bepaald dat het college in spoedeisende gevallen een voorlopig besluit neemt, dat tussen de betrokken aanbieders geldt tot het definitieve besluit.

G. DE BEOORDELING VAN HET GESCHIL

1. Bevoegdheid

Het onderhandelingstraject

62 Het college constateert dat partijen niet bestrijden dat het onderhandelingstraject met betrekking tot het verzoek van Yarosa tot bijzondere toegang tot het mobiele openbare telefoonnetwerk van KPN Mobile in december 2001 is begonnen. Yarosa heeft KPN Mobile bij brief van 1 februari 2002 verzocht om bijzondere toegang tot het signaleringsnetwerk van KPN Mobile. KPN Mobile heeft in haar brief van 1 maart 2002 aan Yarosa (kenmerk: WS-TW/50/2002) aangegeven dat zij de door Yarosa gevraagde koppeling met de SMS-centrale van Yarosa aan de (G)MSC en de collocatie niet bereid is te bieden. Tevens geeft KPN Mobile aan dat zij als AMM-partij geen verplichting heeft tot bijzondere toegang naar aanleiding van een redelijk verzoek indien dit verzoek betrekking heeft op datadiensten en datanetwerken.

63 Naar het oordeel van het college is het antwoord van KPN Mobile van 1 maart 2002 op het verzoek van Yarosa op te vatten als een weigering te voldoen aan het verzoek om bijzondere toegang. Yarosa heeft derhalve naar het oordeel van het college terecht gesteld dat er geen sprake (meer) was van onderhandelingen die zouden kunnen leiden tot de verzochte bijzondere toegang tot het mobiele openbare telefoonnetwerk van KPN Mobile. Het college kan aldus de stelling van

KPN Mobile, dat het verzoek van Yarosa prematuur is, gezien het voorgaande niet volgen.

64 Dat KPN Mobile in de hiervoor genoemde brief van 1 maart 2002 aan Yarosa een voorstel doet om de mogelijkheden bij de SMS-wholesalediensten van KPN Mobile te bespreken en dat nog verdere besprekingen en informatieuitwisseling heeft plaatsgevonden, doet naar het oordeel van het college aan het voorgaande niet af.

(14)

Bevoegheid bij datadiensten

66 Yarosa wil zowel originating als terminating diensten aanbieden aan alle eindgebruikers die zijn aangesloten op mobiele openbare telefoonnetwerken op basis van het versturen en ontvangen van SMS-berichten. Een SMS-bericht bevat informatie die wordt omgezet in elektrische signalen die vervolgens door middel van een telecommunicatienetwerk worden getransporteerd naar de ontvanger. De elektrische signalen worden bij de ontvanger weer omgezet in informatie, waardoor deze voor hem bruikbaar is. Volgens artikel 1.1, onder e, jo. artikel 1.1, onder f, Tw is een openbare telecommunicatiedienst een “voor het publiek beschikbare dienst die geheel of gedeeltelijk bestaat in de overdracht of routering van signalen over een telecommunicatienetwerk”. Het college is van oordeel dat de diensten van Yarosa hieraan voldoen en als zodanig zijn aan te merken als openbare telecommunicatiediensten zoals gedefinieerd in genoemd artikel.

67 Naar het oordeel van het college is er in casu sprake van bijzondere toegang als bedoeld in artikel 6.9, eerste lid, Tw. Hiertoe overweegt het college het volgende. Het mobiele openbare GSM-telefoonnetwerk van KPN Mobile maakt gebruikt van tijdsloten voor het transporteren van informatie. Een of meer van deze tijdsloten zijn internationaal gestandaardiseerd voor transport van informatie ten behoeve van de signalering van het telefoonnetwerk. In deze tijdsloten vindt

bovendien ook het transport van SMS-berichten plaats, al of niet afkomstig van eindgebruikers van KPN Mobile.

68 Voor de signalering binnen het mobiele openbare GSM-telefoonnetwerk van KPN Mobile is een aantal systemen voor de signalering verantwoordelijk. Omdat de signaleringsinformatie

onontbeerlijk is voor het functioneren van dit netwerk, zijn ook deze systemen onontbeerlijk. Deze systemen maken derhalve onlosmakelijk deel uit van het mobiele openbare telefoonnetwerk en behoren integraal tot dit telefoonnetwerk. Naar het oordeel van het college kan om die reden niet gesproken worden van een (separaat) netwerk ten behoeve van signalering binnen het mobiele openbare telefoonnetwerk van KPN Mobile.

69 Zoals reeds in het consultatiedocument “Vormen van bijzondere toegang tot mobiele netwerken en redelijkheid van verzoeken hiertoe.” van 30 november 2001 uiteen werd gezet, interpreteert het college zijn bevoegdheden op het gebied van bijzondere toegang zodanig dat deze in elk geval van toepassing zijn op alle netwerken waarbij sprake is van aanmerkelijke marktmacht én waarover onder andere spraaktelefonie wordt geboden. Het college baseert deze interpretatie van zijn bevoegdheden op enerzijds de bepalingen rond het aanwijzen van partijen met een aanmerkelijke marktmacht (artikel 6.4, eerste lid, Tw) en anderzijds de definitie van het begrip bijzondere toegang (artikel 1.1, onder j, Tw). Geen van beide artikelen sluit naar het oordeel van het college

bevoegdheden op het gebied van datadiensten uit.

70 De definitie van het begrip "bijzondere toegang” spreekt van toegang tot

telecommunicatienetwerken. Dit is een ruimer begrip dan het begrip telefoonnetwerk, zoals gebruikt in het kader van de beoordeling van aanmerkelijke marktmacht. Een openbaar

(15)

verrichting van openbare telecommunicatiediensten of waarmee aan het publiek de mogelijkheid tot overdracht van signalen tussen netwerkaansluitpunten ter beschikking wordt gesteld. Gezien de definitie van het begrip "bijzondere toegang" is er naar het oordeel van het college geen sprake van een beperking met betrekking tot het type dienst waarvoor bijzondere toegang kan worden

gevraagd. Aan de andere kant betreft een aanwijzing als aanmerkelijke marktmacht wel aanbieders van mobiele openbare telefoonnetwerken en -diensten. Een dergelijke aanwijzing brengt naar het oordeel van het college echter geenszins mee dat daarmee de soorten van diensten waarvoor op mobiele telefoonnetwerken om bijzondere toegang kan worden gevraagd, zouden worden ingeperkt. 71 Het college kan de stelling van KPN Mobile, dat de verplichting van KPN Mobile op grond van

artikel 6.9, eerste lid, Tw niet verder strekt dan het voldoen aan redelijke verzoeken om toegang tot het mobiele openbare telefoonnetwerk, ten behoeve van spraakdiensten, gezien het voorgaande dan ook niet volgen.

72 Artikel 6.9, eerste lid Tw implementeert artikel 16 van de ONP Spraakrichtlijn II: “De nationale regelgevende instanties zorgen ervoor dat de organisatie met een aanmerkelijke macht op de markt voor het aanbieden van telefoondiensten over vaste openbare telefoonnetwerken redelijke

verzoeken van organisaties die telecommunicatiediensten aanbieden, om toegang tot het vaste openbare telefoonnet op andere netwerkaansluitpunten dan de in bijlage II, deel 1, genoemde aansluitpunten in behandeling nemen.”

73 Ook in deze bepaling heeft het redelijk verzoek om toegang betrekking op organisaties die

“telecommunicatiediensten” aanbieden en geldt geen beperking tot spraakdiensten. Het college is van oordeel dat hieruit volgt dat er geen beperking is tot spraakdiensten voor redelijke verzoeken om toegang tot het mobiele openbare telefoonnetwerk.

74 Een verzoek om toegang tot het mobiele openbare telefoonnetwerk van KPN Mobile ten behoeve van het leveren van diensten gebaseerd op SMS-berichten, dient gezien het voorgaande naar het oordeel van het college te worden aangemerkt als een verzoek om bijzondere toegang als bedoeld in artikel 6.9, eerste lid, Tw.

75 Het college realiseert zich overigens dat deze zienswijze afwijkt van hetgeen is voorgesteld in Appendix A van het consultatiedocument “Vormen van bijzondere toegang tot mobiele netwerken en redelijkheid van verzoeken hiertoe.” van 30 november 2001. In dit document werd verondersteld dat er een (separaat) signaleringsnetwerk zou bestaan dat de signalering in het netwerk verzorgt en dat er sprake zou zijn van de toegang tot een dergelijk signaleringsnetwerk. Zoals uit het

voorgaande blijkt is het college evenwel bij een nauwkeurige analyse van deze materie tot een andere slotsom gekomen.

(16)

college is ingevolge artikel 6.9, tweede lid, jo. artikel 6.3, tweede lid, Tw bevoegd de regels vast te stellen die tussen Yarosa en KPN Mobile zullen gelden.

2. Spoedeisend belang

77 De spoedeisendheid komt volgens Yarosa voort uit het feit dat zij inkomsten misloopt uit haar te leveren diensten, terwijl de kosten van de gedane investeringen en personeelskosten zouden doorlopen. Een en ander zou volgens Yarosa de continuïteit in gevaar brengen.

78 In spoedeisende gevallen kan het college op grond van artikel 6.3, derde lid, onder a, Tw een voorlopig besluit nemen dat tussen de betrokken aanbieders geldt tot het definitieve besluit. Het college is echter van oordeel dat hij voldoende inzicht heeft verkregen in de onderhavige

problematiek en dat er geen gronden zijn om niet thans een definitief besluit te nemen op het verzoek van Yarosa.

79 Bovendien constateert het college dat er in het onderhavige geschil geen voor de hand liggende maatregel is om voorlopig op te leggen. Daarnaast is het college van oordeel dat een voorlopig besluit wellicht onvoldoende soelaas biedt voor partijen.

80 Op grond van het voorgaande wijst het college de vordering van Yarosa af, voor zover deze ziet op het verkrijgen van een voorlopig besluit, en neemt hij hierbij een definitief besluit.

3. Redelijkheid

81 Zoals ook is aangegeven in het voornoemd consultatiedocument, zoekt het college voor het beoordelen van de redelijkheid van een verzoek om bijzondere toegang deels aansluiting bij de beoordeling van een verzoek om ontbundelde toegang tot de aansluitlijn, aangezien de daarbij gehanteerde principes in grote lijnen voor alle vormen van bijzondere toegang toepasselijk zijn. Bij de redelijkheidscriteria op grond waarvan een verzoek om netwerktoegang zou kunnen worden geweigerd, geeft de Europese Commissie in een zogenaamde “Explanatory Note”4 nadere uitleg over wat bedoeld is in de bestaande richtlijnen.

82 Naar het oordeel van het college is het aan de partij aan wie om toegang is verzocht – in casu KPN Mobile – om de onredelijkheid van het verzoek aan te tonen.

83 Een verzoek is in beginsel redelijk als:

• er voor de gevraagde toegang geen technische en commerciële alternatieven zijn. De gevraagde toegang is dientengevolge voor de verzoekende partij noodzakelijk om te concurreren op de markt;

• er voldoende middelen, waaronder toegangscapaciteit, voorhanden zijn om te voldoen aan het verzoek om de gevraagde toegang.

4 “Access to fixed and mobile network infrastructures owned by operators designated as having significant market power”,

(17)

84 Het college constateert dat de door KPN Mobile geboden SMS-wholesalediensten geen

mogelijkheden bieden die voor Yarosa nodig zijn om haar diensten aan te bieden. [ ] het door Yarosa zelf beheren van haar eigen SMS-centrale en dat Yarosa zelf de facturering kan verzorgen aan haar eindgebruikers.

85 Zoals het college uit de reacties van KPN Mobile begrijpt ten aanzien van het beheren van de eigen SMS-centrale door Yarosa en het door Yarosa versturen van rekeningen aan eindgebruikers van Yarosa, weerspreekt KPN Mobile deze argumenten van Yarosa niet. Het college is derhalve van oordeel dat de door KPN Mobile aangeboden wholesalediensten geen alternatief vormen voor de door Yarosa verzochte vorm van bijzondere toegang.

86 Bovendien is het college van oordeel dat het argument van KPN Mobile, dat er alternatieven beschikbaar zijn voor Yarosa, omdat er reeds in Nederland [ ] worden aangeboden, geen doel treft. Niet duidelijk is welk alternatief het hier betreft en zulks wordt door KPN Mobile bovendien niet nader onderbouwd.

87 Daarnaast stelt het college vast dat bovengenoemde beperkingen niet voor KPN Mobile gelden, omdat zij onder andere haar eigen SMS-centrales kan beheren en eindgebruikers kan factureren. Als AMM-partij dient KPN Mobile andere partijen dezelfde toegang te bieden onder dezelfde

voorwaarden onder dezelfde omstandigheden als zij zichzelf biedt op basis van non-discriminatie. Het college constateert derhalve dat Yarosa ingeval zij gebruik zou maken van de wholesalediensten die KPN Mobile haar aanbiedt, niet in staat is een volledige gelijkwaardige dienstverlening aan eindgebruikers aan te bieden. Het college is van oordeel dat dit in strijd is met het beginsel van non-discriminatie.

88 Zoals Yarosa heeft aangegeven, wenst ze zelf de facturering naar eindgebruikers te verzorgen. Op deze wijze wil ze zelf de gelden ontvangen van eindgebruikers die van haar diensten gebruik maken en inkomsten genereren. Het college constateert dat dit niet mogelijk is bij de door KPN Mobile genoemde alternatieven. Dit heeft naar het oordeel van het college tot gevolg dat er geen sprake is van zodanige alternatieven, dat Yarosa de door haar gewenste dienstverlening aan eindgebruikers zou kunnen bieden.

89 Volgens KPN Mobile speelt het behoud van de integriteit van haar netwerk een rol bij een mogelijke directe koppeling van de SMS-centrale van Yarosa aan de (G)MSC van KPN Mobile. [ ]

90 Volgens het college valt in dit licht niet in te zien waarom een directe koppeling van een

(18)

geen problemen zijn te verwachten met betrekking tot de integriteit van het telefoonnetwerk van KPN Mobile. Indien een dergelijke koppeling zou leiden tot extra voorzieningen en kosten voor KPN Mobile ten behoeve van deze integriteit, kan KPN Mobile deze kosten, mits redelijk, aan de

aanbieder in rekening brengen.

91 Door KPN Mobile is niet gesteld noch anderszins is gebleken dat er onvoldoende middelen, waaronder toegangscapaciteit, voorhanden zijn om te voldoen aan het verzoek om de gevraagde toegang.

92 Het college stelt derhalve op grond van het vorenstaande vast dat het verzoek van Yarosa om bijzondere toegang tot het mobiele openbare telefoonnetwerk van KPN Mobile redelijk is. 4. Aankiesbaarheid

93 Yarosa heeft het college verzocht KPN Mobile te verplichten zorg te dragen voor de aankiesbaarheid van de SMS-centrale van Yarosa en haar mogelijke eindgebruikers door eindgebruikers van andere mobiele openbare telefoonnetwerken. [ ]

94 Indien andere aanbieders van telefoonnetwerken of aanbieders van telecommunicatiediensten die de toegang tot eindgebruikers controleren, oproepen door hun eindgebruikers naar de SMS-centrale van Yarosa of een eindgebruiker van Yarosa blokkeren, heeft KPN Mobile geen rechtstreekse

mogelijkheden om zulks eenzijdig teniet te doen. Aan de door Yarosa gevraagde verplichting zal KPN Mobile dan ook niet kunnen voldoen. Het college wijst dit verzoek van Yarosa derhalve af. 95 Ten overvloede wijst het college in dit verband op art. 6.1, eerste lid, Tw op grond waarvan zowel

aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken - waartoe ook mobiele openbare

telefoonnetwerken behoren - of aanbieders van openbare telecommunicatiediensten - waartoe ook Yarosa behoort - en die daarbij de toegang tot netwerkaansluitpunten controleren, zorg dragen voor de interconnectie van de betrokken telecommunicatienetwerken teneinde te verzekeren dat de daarop aangesloten gebruikers over en weer met elkaar kunnen communiceren. Yarosa heeft voor het leveren van haar diensten nummers toegekend gekregen. Hierdoor kunnen eindgebruikers de SMS-centrale van Yarosa aankiezen. Naar het oordeel van het college brengt de plicht tot

interconnectie op grond van artikel 6.1, eerste lid, Tw als hiervoor omschreven, met zich mee dat aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken oproepen van of naar de SMS-centrale van Yarosa niet mogen blokkeren.

5. Aanbod

(19)

Duur van het aanbod

97 Yarosa heeft verzocht KPN Mobile te verplichten bijzondere toegang te bieden voor een minimale duur van vijf jaar. Yarosa geeft hierbij aan dat deze duur noodzakelijk is om succesvol te kunnen concurreren op de betreffende markt(en). Het college is van oordeel dat de duur van het aanbod van wezenlijk belang is voor de toetsing van de redelijkheid van het verzoek voor bijzondere toegang als geheel.

98 Het college constateert dat op dit moment geen aanbod voorhanden is, waardoor toetsing van de duur naar het oordeel van het college niet mogelijk is. Het verzoek van Yarosa om een minimale duur van vijf jaar vast te stellen voor de bijzondere toegang, is derhalve naar zijn oordeel vooralsnog niet aan de orde omdat geen aanbod van KPN Mobile voorhanden is.

99 Het college overweegt hiertoe wel het volgende. De missie van OPTA luidt als volgt: “OPTA stimuleert bestendige concurrentie in de telecommunicatie- en postmarkten. Dat wil zeggen: een duurzame situatie waarin particuliere en zakelijke eindgebruikers een keuze kunnen maken tussen aanbieders en tussen diensten, zodanig dat het prijs- en kwaliteitsaanbod op de diverse

deelmarkten totstandkomt door effectieve marktprikkels. Bij onvoldoende keuze beschermt OPTA eindgebruikers.” De duur van een aanbod door KPN Mobile aan Yarosa kan naar het oordeel van het college een essentiële rol spelen in de continuïteit van dienstverlening aan eindgebruikers. Daarom is het college van oordeel dat KPN Mobile in beginsel dient in te gaan op het verzoek voor een aanbod voor vijf jaar. Ingeval de duur van het aanbod korter is dan vijf jaar, dient zij dit naar het oordeel van het college te motiveren.

Tarieven

100 Yarosa heeft in haar verzoek voorstellen gedaan voor tarieven en het college verzocht deze goed te keuren. Zoals het college in het voornoemd consultatiedocument heeft aangegeven, ziet hij de toetsing van tarieven als een wezenlijk onderdeel van de toetsing van de redelijkheid van een verzoek om bijzondere toegang als geheel. Het aanbod van KPN Mobile aan Yarosa dient daarom een transparante onderbouwing van de tarieven te bevatten.

101 Het is naar het oordeel van het college op dit moment niet duidelijk hoe de tarieven van KPN Mobile voor het onderhavige verzoek zijn opgebouwd, waardoor toetsing naar het oordeel van het college niet mogelijk is. Het verzoek van Yarosa, om de bijzondere toegang aan te bieden tegen ten hoogste de door haar in haar verzoekschrift genoemde tarieven is naar het oordeel van het college

vooralsnog niet aan de orde omdat geen aanbod van KPN Mobile voorhanden is.

(20)

Tijdslijnen voor operationalisering

103 Yarosa heeft in haar verzoek tijdslijnen aangegeven waarbinnen de bijzondere toegang volgens haar dient te worden geoperationaliseerd. Het college beschikt niet over voldoende gegevens en inzicht om deze tijdslijnen te kunnen beoordelen. Echter, hij is wel van oordeel dat een aanbod van KPN Mobile tijdslijnen voor operationalisering dient te bevatten, waaruit duidelijk is op te maken binnen welke tijdslijnen deze verloopt. Het traject van operationalisering dient naar het oordeel van het college zo efficiënt en effectief te zijn, dat een onnodig lange doorlooptijd wordt vermeden. Het resultaat dient naar het oordeel van het college aldus te zijn dat Yarosa binnen een redelijke afzienbare termijn haar diensten aan eindgebruikers kan aanbieden.

104 Aangezien een aanbod op dit punt vooralsnog niet voorhanden is, komt het college niet toe aan de behandeling van het verzoek van Yarosa op dit punt.

6. Last onder dwangsom

105 Het college ziet geen aanleiding in dit stadium een last onder dwangsom op te leggen aan KPN Mobile. Het college wijst daarom dit verzoek af.

G. HET BESLUIT

Het college besluit op grond van artikel 6.3, eerste lid, jo. Artikel 6.9, eerste lid, Telecommunicatiewet als volgt:

I. Het verzoek voor een voorlopig besluit op grond waarvan KPN Mobile de gevraagde vorm van bijzondere toegang moet verlenen, wordt afgewezen.

II. KPN Mobile dient uiterlijk 15 november 2002 Yarosa een redelijk aanbod te doen voor de verzochte vorm van bijzondere toegang. Dit aanbod dient, in overeenstemming met de overwegingen in dit besluit, aan de volgende voorwaarden te voldoen:

A. non-discriminatoir;

B. de tarieven dienen redelijk te zijn;

C. de geldingsduur van de gevraagde toegang bedraagt in beginsel vijf jaar. Indien het aanbod van de bijzondere toegang een kortere geldingsduur heeft dan vijf jaar, dient zij dit te motiveren;

D. Zodanige tijdslijnen voor operationalisering van de door Yarosa verzochte vorm van bijzondere toegang, dat Yarosa in staat wordt gesteld binnen een redelijke afzienbare termijn haar diensten aan eindgebruikers aan te kunnen bieden.

III. Het college komt niet toe aan de beoordeling van de tarieven zoals Yarosa deze heeft voorgesteld.

(21)

V. Het college komt niet toe aan de beoordeling van de door Yarosa opgestelde tijdslijnen voor operationalisering van de door Yarosa verzochte vorm van bijzondere toegang.

VI. Het verzoek KPN Mobile te verplichten zorg te dragen voor aankiesbaarheid door eindgebruikers van andere openbare mobiele telefoonnetwerken, wordt afgewezen.

VII. Het verzoek tot het opleggen van een last onder dwangsom wordt afgewezen. Het college wijst al het andere of meer gevorderde af.

Aldus besloten te ‘s-Gravenhage op 16 oktober 2002

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

Mr. L.Y. Gonçalves – Ho Kang You,

Indien belanghebbenden zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen zij binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90420

2509 LK Den Haag

onder vermelding van ‘Bezwaarschrift’. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en dient in ieder geval de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar te bevatten. Zo mogelijk dient een afschrift van het besluit en de overige op het bezwaar betrekking hebbende stukken te worden meegezonden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In aanvulling op hetgeen is vermeld in randnummer 52 van bijlage II bij dit besluit stelt het college in het onderhavige geschil vast dat de MTA-tarieven, die KPN Mobile

Op 18 december 2001 heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) een voorlopig besluit genomen in het geschil tussen KPN Mobile

KPN Mobile verzoekt het college vast te stellen dat de huidige MTA-tarieven die Dutchtone haar (indirect) in rekening brengt te hoog zijn en te bepalen dat vanaf 1 april 2002

KPN Mobile verzoekt het college vast te stellen dat de huidige MTA-tarieven die Tele2 haar (indirect) in rekening brengt te hoog zijn en te bepalen dat vanaf 1 april 2002 de

In aanvulling op hetgeen is vermeld in randnummer 52 van bijlage II bij dit besluit stelt het college in het onderhavige geschil vast dat de MTA-tarieven, die KPN Mobile jegens

Als het college zou besluiten dat Vodafone voor het termineren van verkeer dat origineert op het netwerk van KPN Mobile een lager MTA-tarief in rekening mag brengen dan het tarief

Tele2 verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en KPN Mobile zullen gelden

KPN Telecom verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Ben zullen gelden