• No results found

SIG ATUUR

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "SIG ATUUR"

Copied!
67
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deze film is beschikbaar gesteld door het KIT LV , uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITL V. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteursrecht.

Toestemming voor reproductie dient men schriftelijk aan te vragen.

This fibn is supplied by the KITL V only on conditioll that neither it nor part of it is further reprol[llced without first obtaining the pennissioll of the KITL V which reserves the right to IIzake a charge for sllch reproduction. If fhe Inaterial fibnell i itself in copyright , the pennission of the owners of that copyright will also be reqlliredfor sllch reproductiol1.

Application for pennission to reprodllce should be Inade in writing, giving details of the proposed reproduction.

SIG

I

ATUUR

OVORM:

SHELF NUMBER

MIe OFORM:

MMETA 0645

(2)

H. DE VERE STACPOOlE

(3)

(

1 11111111111 1ÏrjrWlrl~

0021 5705

fjnl l l ll l l

\ IIQl \RI \ \" B,\J'\\I.\

DOl P 11.1.It 17 I

I )l)!)' \ \ 13.11 11 I1 ' IJl rIJ' cllllf lalld~

ALS VROUWEN ZICH WREKEN

EEN VERHAAL UIT DE TROPEN

DOOR

H. DE VERE ST ACP OOL E

WBEKBLAD .. HET LEVEN" - AMSTERDAM

(4)

· .. '

.r

HOOFDSTUK I.

MACQUART.

Een koesterende ochtendzon verbrak langzamerhand den wazigen mist en kleurde een warmen, blauwen hemel over het Domain van Sydney.

De bedelaars, vagebonden, dronkaards en werkeloozen, die den nacht in de open lucht hadden doorgebracht, rekten zich uit. Toen Houghton, die op een bank zat, uitgegeeuwd was, geraakte hij in gesprek met een man van middelbaren leeftijd, die naast hem geslapen had, en toilet maakte met ecn brokstuk van een kam, waarmee hij zijn haar en baard verzorgde, terwijl hij op zulk een vertrouwelijken toon babbelde, alsof hij den al dp.r al jarenlang scheen te kennen.

Houghton WtlS in een onaangename stemming toen hij ontwaakte;

bij keek nOl'sch voor zich uit, alsof hij zich met de geheele wereld op voet van oorlog bevond; hij had zijn armen achter zich OVer de leuning der bank geslagen, zat met de beenen over elkaar gekruist en schommelde met zijn voet, terwijl hij luisterde naar den ander, die het gesprek gaande hield en zich afvroeg wat deze, wiens gelijke hij nog nooit had geûen, wel Voor iemand mocht zijn.

"En 't vreemdste van alles is," vervolgde de man mvt de kam, "dat het uitvaagsel van een groote stad slapen kan in een schitterende omgeving zooals deze hier en zijn longen vullen kan met frissche lucht, terwijl het rijke volk slaapt in hondenhokken of slaapkamers, als je het zoo noemen wilt, en door zijn eigen bedorven lucht vergiftigd wordt. Daarom moet je nog niet denken, dat ik tegen den keer in ben; 0, hemel, neen! Als ik goed bij kas ben, doe ik net als iedereen; dan slaap ik ook in een kamer;

dan eet ik te veel, drink ik te veel en rook ik ook te veel; maar bij tus- schenpoozelJ, zooals nu, wanneer ik het wat z.uiniger moet aanleggen, geniet ik op mijn manier van mijn openlucht-slaapkamer en krijg ik er eenigen indruk van, hoe de wereld er zal uitzien, als de menschen in ten- ten gaan wonen, inplaats van zich hu~en te bouwen. Vtijheid, lucht, licht, weinig behoeften en groote, open ruimten - dat zijn de dingen waar een mensch van leeft 1 Geloof me, Sir, dat zijn de eenigste zaken, die waarde hebben."

"Je hebt z kcr al veel van de wereld gez.ien

,Ir

vroeg Houghton.

De ander, die met zijn toilet gereed was, onderzocht nu met critiscben blik zijn schoenen. Een van deze had aan den bovenkant een barst, dien hij met schuinhellend hoofd aandachtig bestudeerde en zei toen:

,,0 ja! Bijna de heele wereld; Noord, Zuid, Oost en West, overal waar maar wat te zien was. En niet enkel gezien, maar heb er ook gewoond;

doch als ik je vragen mag: Hoe oud ben je' Ik schat je op drie en twintig en ik kan zien dat je een Enge1schman bent. Jij behoort tot degenen, die ze in Engeland gentleman noemen en nu moet jij hier in het Domain van Sydney op het gras slapen met schavuiten 7:ooals ik, misschien met niet meer dan één shilling op zak; ik ben ook zoo geweest als jij, en ab i ï

(5)

voortgaat zooal5 nu, dan zal je het net zoover brengen als ik. Ik ben zeven ••

of achtenveertiei ik weet het zoo precies niet; maar ik heb nOi al mijn tanden en zou een struisvogel kunnen klein krijgen; ko~ori ken ik niet en er is altijd iets waar ik belang in stel. Driemaal ben ik rijk ieweest en driemaal heb ik mijn fortuin verloren. Dacht jij nu dat ik me drie keer zoo rijk gewerkt heb om aan de Huclson of in Parijs of Londen een gemak- kelijk leventje te leiden' Daar heb ik nooit zin in gehad; 'n paleis en 'n Vrouw die met diamanten behangen is en zoons of dochters hebben me nooit kunnen bekoren. Neen, Sir, ik vocht om het geld zelf! Geld was mijn illusie. Ik wroette ernaar zooals een zwijn naar truffels zoekt; maar als ik het eenmaal in handen had, dan had ik geen rust voordat ik er meer van gemaakt had, en dat juist brak mij den nek. Als ik op avontuur uitga dan loopt het me mee, al ga ik naar de meest afgelegen plaatsen; maar zoodra Ik begin te speculeeren ben ik ongelukkig als Satan. Zoo heb ik bijvoorbeeld me rijk gewerkt in Klondyke, maar weer elke cent verloren op de Korenbeurs in Chicago.

"Ik raakte toen in Chicago aan even lagen wal als nu hier in Sydney, zoodat ik een leening moest sluiten om weg te kunnen komen en een eiland te koopen."

"Kocht jij dan een eiland "

"Dat is te zeggen, ik pachtte er een;

zoo

kan je een eiland koopen.

Als je de Stille Zuidzee kent zooals ik, zou je je oogen uit je hoofd kijken over de koopcontracten van eilanden daarginds. Daar heb je, om er maar één te noemen, het Ten Stick-eiland, een van de Nieuwe Hebriden;

't is niet.~rooter .dan een rots. die uit ~ee opst~ekt. Omdat jullie Engelschen een schijf noodlg hadden voor schletoefen1Ogen, kochten jullie de rots van den eigenaar voor een partijtje tabak. Vroeger werden fortuinen ver- dien? d~r kerels, di~ op hun zeereis op een of ander schelpstrand of co- praellandje beslag wisten te leggen; maar tegenwoordig hebben de re- geeringen elk stukje grond, dat niet grooter is dan een paddestoel, in bezit genomen en hebben zelfs onoogelijke plaatsen als Takutea en door God- en-mensch ver1at~n modde~ban.ken als Gough Eiland, hun eigenaar.

Welnu - het edand, dat Ik wllde koopen, was een van de Nieuwe He- bride11. 't Was een waardevol bezit, omdat het boventerrein uitstekende g~on~stoffen voor m~st .bevatte; ik wist dit van een ouden walvischjager, dien Ik na een zeerelS 10 een bar ontmoette. "Maar wat heb je er aan ..

zeide hij: ,,'t Behoort aan de Australische regeering, en zoodra deze hoo'rt dat er Zich meststoffen bevinden, sluit zij den toegang voor iedereen af."

Dat gespre~ had plaats .om vie~ uur in den middag en vier en twintig uur later ha.~ Ik ee~ syndicaat biJ elkaar getrommeld, waarna wij binnen korten tiJd het :lland voor een appel e11 een ei in pacht hadden; maar t<;>en we .er op uittrokken om aan het werk te gaan, viel er van het heele elland mets anders te bekennen dan een seinpaal, waar 't geweest was.

Zoo gaat 't met eilanden. Het Kingman-eiland en Dinsdag-eiland en nog honderd ~ilanden m~er, zijn verdronken en er is niets van over~ebleven dan een nf of nog mmder. Daar zaten we nu met laq~e ~~ichten en leege beurzen ..•• Heb je een lucifer voor me'"

Hij haalde een pijp uit ~ijn zak, alsmede tabak, die hij in een nummer

"et Svdney-Bulletin opgerold, bij zich droeg.

..

- 5 -

Houghton reikte hem een lucifer over en de ander begon te rooken.

Houghton ~g er voor %ijn leeftijd jong uit. Hij had Oxford verlaten zonder een ifClad te behalen en had tweeduizend pond weten op te maken, welke hij bij 2;ijn meerderjarigheid zou ~ekregen hebben. Een vrouw had hem hierbij geholpen en was toen aan vliegende tering gestorven. Zoodoende was hij als een gebroken man achtergebleven, die voor geen enkele betrek- king deugde en enkel door handenarbeid in zij11 onderhoud moest voorzien.

Maar omdat er in Engeland met handenarbeid geen gdd te verdienen valt, was hij naar de koloniën uitgeweken, waar hij café- kennissen kreeg, die hem aanspoorden op wedrennen te gokke11, waar hij spoedig zijn ~aatste

centen verloor. Hij had in Sydney een paar kamers en wat hUlsraad, maar kon zijn huur niet betalen; om zijn kost en inwoning te kunnen be- talen maakte hij schulden, en leefde de laatste paar dagen van de hand in den tand. Doch niemand behoeft in Sydney te verhongeren; er is geen stad in de heele wereld, die leegloopers zoo goedgunstig gezind is als Sydney. Toch was Houghton geen leeglooper; hij had alleen geen werk.

'n Pooze keek hij den ander aan en zei toen:

"Ik heet Houghton en ben, zooals jij zegt, Engelschman. Wat ben jij' •.

.. Amerikaan'"

, Neen Sir," antwoordde de ander, "er steekt geen Amerikaan in mijn vel. Ik ben de meest rasechte bastaard, die op Gods aardbodem rondloopt.

Ik heet Macquart, Simon Macquart; van nature en beroep ben ik een mijnonderzoeker; zooals je me hier ziet zitten. zou je 't me niet aanzeggen, dat ik op jacht ben naar een fortuin, dat heusch niet in mijn verbeelding bestaat en groot genoeg is. om twaalf man rijk te maken."

Hij zweeg klopte zijn pijp uit en staarde naar de zee, alsof hij zijn fortuin al op de golven voor zich kon zien. Zijn profiel wekte gedachten aan durf en roofzucht; e11 daar iemands karakter zich het scherpst afteekent in de lijnen van zijn profiel verrieden de op elkaar geklemde tanden en strak starende oogen duidelijk genoeg tot welke uitersten Macquart bereid zou zijn, als 't er op aankwam zijn doel te bereiken.

"En wat is dat voor een fortuin?" vroeg Houghton. , .. Een mijn'"

,,'n Mijn!" herhaalde Macquart, die uit zijn overpeinzingen opschrok.

"Groote God, neen hoor! 't Is nog maar een voorstel dat ik juist van mor- gen een van de groote hooge oomes in Sydney wil voorleggen. Ik heb er al 'n jaar over geprakkizeerd en hoopte altijd geld van mijzelven te krijgen om dat fortuin te kunnen vinden; maar 't lukte niet. Eerst werkte ik daarvoor ergens in Borneo - ' t komt er niet op aan waar - ; daarna landde ik op Portugeesch Timor en sprak er over met een rijken Hollander, die me uitlachte. Ik was toen ibo aan lager wal geraakt, dat ik meehielp om copra in te laden - ze waren toen bezig met klapperboomplantages op Timor. Daarna maakte ik in het vooronder voor mijn gezondheid een reis mee naar San Francisco; maar in Frisco liep 't me tege11 en ik verzeilde naar Valdivia. Daar was ik er bijna in geslaagd zaken te doen;

ik be~on een bierhuis met een Spanjaard en had al een aardig spaarduitie bij elkaar. toen mijn compagnon er met mijn geld vandoor ging en de politie mij verder ruïneerde. Ik heb nog nooit zoo aan den grond gezeten als toen. Daarop bracht een boot me naar Liverpool, ik had geen voorkeur voor Liverpool, maar dat was de bestemming van de boot en daar ik me

(6)

- 6 -

had late~ aanmonstel'en, bleef me niets anders over."

T erwtJ! Macquart tijn pijp tegen zijn schoen uitklopte, betnerkte Hough~

ton dat de ander een getatoueerd anker op zijn pols had wat voor hem tot-- nogtoc het eenige ~wijs was, dat hij met een zeeman ~e doen bad.

"D~p kwam ik weer in New-York terug." vervolgde Macquan.

.,en rwde van New- York nu hierheen, dan daarheen, tot ik weer ln dt vroegere k~lon~e ar~veerde, altij~ er op bedacht iemand te rullen aantref- fen aan Wlen Ik DUln .. plan, dat ik steeds voor oogen hield, ~u kunnen 1/00rleggen.

I,k

had bijna alle hoop al opgegeven, toen ik kennis maakte met .een aardtgen kereC een geboren gentleman; ik ontmoette hem in een ba~ 10 Market Street, werd goede maatjes met hem. juist zooals met jou, flwsterde hem een en ander van mijn plan in en wist hem er geestdriftig voor te ~en. Hij is er nu van op .de hoogte en behoort tot ons complot, ofschoon hl) ~~!f geen geld heeft. Hij. heet Bobby Tillman en zal vanmorgen om elf uur m1Jn plan aan een kenn1s van hem voorleggen. Als wij 't met de%~n eens kunn~ worden, dan is Tillman juist de man om ons aan een schip en bemanmng te helpen, want hij is met de zeevaart en ~eelui goed op de hoogte. Geld ~s rul:tuurlijk voor een affaire als de~e broodnoodig, ma~ een goede ~emanrung IS nog meer waard; als je je daarmee vergist, ga Je den kelder tn."

!,Kijk eens." zei Houghton, "ik weet niet wat je van plan bent en ik WIl ook ni~t al te nieuwsgie~ig zijn, maar 't schijnt me wel een gewaagde o~dernelll1ng toe, waarvoor Je manschappen noodig hebt. Zou je mij daar met Voor kunnen gebruiken i"

"W~om niet!" vroeg Macquart. "Als je 't nemen wilt zooals 't valt.

Ik heb JOU toch al meer verteld dan ik een ander bij een eerste ontmoeting

~ toevertrouwen. maar dat komt omdat ik dadelijk toen ik je zag den mdruk kreeg, met jou wel goede maatjes te zullen worden. Maar denk er aan geen al te hooge verwachtingen in je hoofd te halen en te denken

~t er voor ieder van ons een fortuin te verdienen valt. Dat is volstrekt me~ het geval; voore~rst moeten we rekening houden met den geld- sc~et.~~, da~'na kom ik aan de beurt en dan Tillman; maar natuurlijk krijg JIJ ook Je aandeel en daarmee zal je beter af zijn dan met een ander karwei hier in Sydney. Kan je met een boot omgaan t"

"Ik heb vroeger veel gezeild, altijd met een klein jacht."

Macquart moest er om lachen.

"Daar heb je.de Engelschman weer," ~ei hij. "Natuurlijk ben ;lj groot- geb~a~ht met ~ets anders dan sport en nu de nood aan den man komt en J~ .~n een uithoek, van de wereld zit, helpt die sport je nog door alle moet11Jkheden heen. t Zou me ook niets verwonderen of ;e weet een ge.

weer te hanteeren."

,,0, ja. ~k ~urf ger~.t te zeggen, .dat.ik een scherpschutter ben:'

"Pracht1g; Je bent ,wst de man d1en 1k hebben moet· als we het nu maar

~ens kunne.n worden met dien geldschieter; doch dat i; mijn zaak ofschoon Je me daarm toch ook wel kunt helpen. Ik zie er niet zoo voordeelig uit·

jij zi! beter in je kleeren; als jij je gewasschen en afgeborsteld hebt, da~

ben Je weer e~n gentlem:m en om ~en te doen is een goed voorkomen

!1

ummer één; 10 dat opZIcht d~et Tillman voor niemand onder, maar hij

I'! soms wat onhandelbaar. ZIJn vader was een aanzienlijke scheepsbe.

- 7 -

vrachter en stierf als een zeer vermogend man; hij liet alles na aan Bobby, die de eene helft verkwistte en van de andere helft door anderen werd afgeholpen - tenminste nagenoeg. - hij hield nog wel iets over, niet veel, maar toch voldoende om mee rond te komen. Willen we nu eens opstaan' 't Wordt tijd dat we gaan ontbijten. Heb je geld bij jd"

"Twee shillings." antwoordde Houghton, zonder zich over den berooi- den toestand van zijn kas te schamen.

"Houd je geld dan maar bij je, dan zal ik wel betalen. Ik ken een café waar ik crediet heb; je zult wel iets willen gebruiken zou ik zoo denken, en als we dien geldschieter kunnen bepraten, zullen we vanavond ook een beetje ruimer bij kas zijn."

Ze verlieten het Domain en begaven ûch naar de binnenstad. De lucht was nu egaal blauwen de straten weerkaatsten het ~onnelicht van alle kat:.ten. Houghton, die naast Macquart meeliep, voelde zich opgelucht, en in een prettige stemming.

Macquart was eigenlijk een landlooper, ofschoon zijn kleeding beter verzorgd was dan die der overige gildebroeders; hij bezat noch geld, noch tehuis, noch eenige vooruitzichten) maar al deze bijzonderheden misten hun deprimeerenden invloed tegenover zijn sterke persoonlijkheid;

want deze man, die altijd van rijkdommen droomde, bezat de kracht Om ook bij anderen geestdrift op te wekken voor zijn illusies - en sympathie met zijn tegenspoed. Maar gewoonlijk wist hij zijn deelgenooten gouden regens voor te spiegelen) zood;:, t diegenen, die zelf geen phantasie hadden om rijkdommen te phantaseeren toch - na de mislukking eener onde!'- neming en het verlies van hun geld - tenminste nog de voldoening hadden onder leiding van Macquart een tijdlang van onmetelijke rijkdom- men te hebben gedroomd.

Zoo was thans Houghton onder zijn invloed geraakt. Macquart had hem openhartig verklaard dat zijn aandeel in de onderneming niet ZOO groot zou zijn; maar dit hinderde niet, want hoofdzaak was de onder- neming zelve - de sfeer van nieuw leven en romantiek, waarvoor Mac- quart zijn nieuwen vriend geestdriftig wist te stemmen) omdat zijn eigen geloof in en zijn enthousiasme voor de onderneming zóó oprecht en ongekunsteld waren, dat Houghton als van zelf er door meegesleept werd.

Macquart bevestigde de waarheid van het g~egde, dat niemand een ander voor een zaak winnen kan of hij moet er zelf geestdriftig voor gestemd zijn;

zij, die Macquart hoorden spreken, vergaten de armoe van zijn plunje en geloofden dan ook alleen in de fabelachtige fortuinen, die hij zichzelven en zijn compagnons beloofde.

Langs het postkantoor en het stadhuis. waarop hij even trotsch was als elke bewoner van Sydney) geleidde hij onder vermijding der palmen, die voor het stadhuis stonden, en van het drukke tramverkeer der binnen- stad, zijn nieuwen vriend langs een zijstraatje naar het café, waar hij cre- di et had.

(7)

- 8 - HOOFDSTUK Il.

DE MAN ZONDER PHANTASIE.

't Was tien uur toen ze op den hoek van Holt Street de bar van Lamperts bereikten. Deze bar behoort tot de grootste en meest comfortabele welke in Sydney bestaan, en dat wil heel wat zeggen! Er kan geen wedren plaats hebben of Lamperto is stampvol en verhandelt dan grooter kapitalen dan de heele Textielbeurs. Hier komen zoowel journalisten als de eigenaars van renpaarden en artisten; zoo behoorde ook Phil May, wiens schilderijen aan den muur hingen, tot haar trouwe bezoekers en 't was een jonge man, die deze schilderijen bestudeerde, tot wien Macquart zich thans begaf.

't Was de geduchte Bobby zelf - Bobby Tillman. Zood ra deze Macquart zag aankomen, nam hij de sigaret uit zijn mond en zei hem goe- dendag.

Tillman zag er uit als een jongen van achttien. maar was in werkelijk- heid zeven en twintig; hij had een frisch uiterlijk, was goed geschoren en droeg een blauw pak dat hem uitstekend paste. Zijn stroohoed stond achter op zijn hoofd en hij liep met de handen in zijn zak; in zijn ma- nieren was hij nog een echte jongen.

Iedere wedrenbezoeker kende hem en elke bookmaker had geld aan hem verdiend; hij had een klein fortuin verkwist, zonder er zijn gezondheid of uiterlijk bij in te boeten.

Houghton voelde zich dadelijk tot hem aangetrokken; nadat Macquart hem voorgesteld had als ,. mijn vriend, Mr. Houghton, zoo juist uit Enge- land overgekomen," leunde luj tegen de buffetleuning, waar hij zijn con- sumptie gebruikte, terwijl al zijn aandacht gevestigd was op Tillman, die thans met Macquart in druk gesprek was geraakt.

"Wat ik zoo in je waardeer." zei Tillman, "is je accuraatheid. Een man die ûch niet aan ecn afspraak houdt. kan je ook bijna nooit op zijn woord gelooven."

"Dan doe jij niet voor mij onder," antwoordde Macquart, "maar hoe staat 't nu met de zaken?"

"Dat is in orde," antwoordde Tillman ... Ik ontmoette CurIewis gis- terenavond nog en heb hem aan de afspraak herinnerd. Xle moeten precies om elf uur op zijn kantoor zijn; hij stelt belang in de zaak en dat is al 'n stap in de goede richting. Weet je nieuwe vriend ook iets van onze zaak aft"

"Hij weet er al genoeg van om mee te doen," antwoordde Macquart, die zich tot Houghton wendde. "Hij kan er geen geld in steken .... "

"Geen cent," onderbrak Houghton hem lachend.

"Maar hij weet met een schip om te gaan," vervolgde Macquart, "en is ook een goed schutter; bovendien neemt hij 't zooals 't valt, zonder tegen moeilijkheden op te zien."

"Dat is jui3t de man die we hebben moeten," riep Tillm.an geestdriftig uit. "Geld is in een ~k als deze van minder belang; we hebben veel meer aan kerels op wie wij kunnen rekenen en die niet bang zijn voor storm op zee. Houghton, 't doet me werkelijk genoegen dat je meedoet."

,Ik heb hem al gewaarschuwd," zei Macquart, .,dat 2:ijn belooning

- ! l -

misschien niet in eve1l1'edigheid zal zijn mel den buit."

"Wel ja!" riep Tillman lachende uit, ,.dat praat nu al van een buit alsof we een vischwinkel openen 1 Later zullen we den buit wel verdee1en, naarmate we er voor gewerkt of overeenkomstig het geld dat we er in gestoken hepben. In een beschaafd land praat je natuurlijk over salaris- sen. maar in een land waar je met haaien en tijgers te doen krijgt ...

Houghton keek verschrikt op.

"Er zijn geen tijgers." stelde Macquart hem gerust; "alleen boom-

kangoeroes, anders niet!" r

"Ik wil niet te veel vragen." waagde Houghton eindelijk ,.en je behoeft me nog niet je heele kaart open te leggen, maar ik zou toch wel willen weten waar we heen gaan."

"Des te meer ben je mijn man! Toestemmen om mee te gaan. zonder nog te weten waarheen! Jij bent 'n kerel hoorl We gaan hier niet zoo heel ver vandaan; naar 't Noorden."

"Nieuw Guinea." merkte lVIacquart op.

..,We varen in Nieuw-Guineea een rivier op om daar iets te .... zoeken,"

vulde Tillman aan. . Je zult er wel meer van hooren als Macquart zijn plan- netje voor Curlewis uiteenzet - zouden we maar niet gaan? 't Is nog een eindje hier vandaan en een beetje te vroeg kan ook geen kwaad."

Onderweg viel 't Houghton op dat Tillman bijna iedereen groette, en dat de voorbijgangers hem op kameraadschappelijke wijze teruggroet- ten; 't scheen dus wel dat Bobby niet alleen algemeen bekend was maar ook bij iedereen goed aangeschreven stond. Toch gingen de gedachten van Houghton op 't oogenblik meer naar de mogelijke ontvangst door

Curl~wis, dan naar het doel der onderneming. Hoe zou de geldschieter den )ongensachtigen Tillman en den sjofel uitûenden Macquart ontvan- gen' Zelf gevoelde hij zich als 't vijfde wiel aan een rammelenden wagen en toen ze dan ook voor het kantool' van den katoenhandelaar stonden, stelde Houghton voor, zelf op straat te blijven en daar op hen te zullen wachten.

Maar Tillman wilde daar niet van hooren; Houghton moest ook bij het onder~~)Ud zijn, omdat hij deel uitmaakte van de . bemanning". Waar- om zou hl) op straat mogen lanterfanten, terwijl zij 't binnen moeilijk genoeg zouden hebben.

"Moeilijk. Lieve hemel. de rest van 't werk is niets vergeleken met de taak om aan 't geld te komen! Geloof me, we moeten dien kerel weten te overrompelen; 't is wel een goede vent. maar ze hebben nu eenmaal een zakenman van hem gemaakt en dat is het ergste wat bestaat. Maar we zullen ons best doen en 't zal wel lukken ook als die Screed er maar niet bij is. Screed is zijn compngnon, zoo hard als een spijker, en die alleen maar droomt over katoen .... Maar vooruit, ga mee."

Ze gingen het gebouw binnen en werden even later op het privé-kantoor toegelaten.

Curiewis stond met zijn rug naaI' den leegen haard. Hij had een inne- men? uit~r1ijk,. was onbc rispelijk gekleed en zag er op zijn dertigjarigen leeftIjd Uit als Iemand die een optimistischen kijk op het leven heeft en van nature geestdriftig gestemd schijnt. Houghton dacht dan ook niet anders of dit was de man, die hen wel verder zou helpen en hun enthou-

(8)

- 1 0 -

siasme ~ker met geen ijskouden waterstraal bekoelen ~u.

Ternauwernood had

hii

aandacht' geslagen op iemandt di. er minder gunstig uit%ag .. en als ~e~ kantoorbediende voor een lessenaar bij het raam zat, tot hl' CurlewlS In antwoord op een vraag van Tillman hoorde :eggen:

n.Ot neen; julli~. storen Screed niet; hij is met zijn correspondentie bezIg en dan let hl' nergens anders op. Vertel dus maar wat je op je hart hebt. Ga zitten, heeren. 't Is over dat voorstel, nietwaar '? Goed' laat maar eens hooren van 't begin af, zoodat ik me er een goed oordeel o';er vormen kan; ik heb toch allen tijd van morgen."

IIMa~ ik niet I" rie~ Screed op half mopperenden toon.

11 Zal Ik dat:l ~et hen In e~n andere kamer gaan 1" stelde zijn compagnoll voor. IIJe zeI Immers dat le er geen belang bij hadt~"

nD~t heb ik oo~ niet. Maar ik wil alleen maar zeggen, dat wij niet allebeI de dwaasheId kunnen begaan vrij te nemen als 't dezen of genen belieft."

Houghton kon zich niet herinneren ooit zulk een onaangenaam mensch te hebben ontmoet als deze Screed blijkbaar was. 't Scheen hem toe alsof het toeval dezen l"l!wen kerel van de praktijk, dit gïncarneerde grootboek, deze man zonder ZIel en zonder eenige phantasie daal' uitsluitend had neer- gezet om een tegenstelling te vormen met den rijken, prettig en en geest- driftigen Curlewis.

Hij zag in Screed de rots, waartegen hun onderneming te pletter zou loopen en daarom haatte hij dien man.

Maar Tillman was nu aan het woord.

,IILaten we ~a": maar dadelij.~ met de ~k voor dag den kom ent en al~

t eet:l dwaasheId ~s om even.VrIl. te nemen en naar ons te luisteren, dan ge- loof Ik dat later dIe dwaasheId met zoo erg zal blijken te zijn als het thans schijnt."

." Ti1lman," ov~rvi~l Macquar~ hem, die nu voor het eerst sprak, "het dIent t:lergens toe le eIgen zaak a1111 de hoogte te steken. als je nog beginnen

moe~ Je plan te ontvouwen. Of er van dwaasheid sprake is of niet. komt er ~ets op aan; als een dwaas mij..fortuin in den schoot werpt, heb ik dat hever dan dat een zoogenaamd WIJS mensch me ruïneert." En zich daarop tot Cur1e~is ~endend: lIik ben 't hoofd van deze onderneming, en als u me zoo hIer %let s.ta.an, ~ult U wel b!j uzelven denken dat ik, die aan lagt:r wal ben geraakt, lUIst met de geschIkte persoon ben om over rijk worden te spreke~. 't. Is zoo - en toch, he~t u wel eens gehoord van een mijnont- dekker dIe met eerst aan lager wal IS geraakt' Dat is het gewone verloop' eerst moet hij schipbreuk lijden tot hij iemand vindt die hem helpt ~ en zoo" om 't nu. ~aar met 'n paar woorden te zeggen, sta ik hier als de man, dIe er op UIt IS om den schat van John Lant te bemachtigen en ook weet waar ik die zoeken moet."

"John Lant'" herhaalde Curlewis, om uit te hooren.

"Precie~/' a~twoordd~ Macquart. I t U weet niet wie hij is - of. juister

gezeg~. Wte hl' was. Hl~ ~as een van hen, die vroeger van Sydney uit allerleI handel drev~n; t 15 al lang geleden, zoodat niemand er meer over spreekt; maar 10 de handelsverslagen van Sydney valt er nog wel cp-n en ander over te.)ezen; 't was_nog ... in den tijd dat Borneo niet ZOO

- 1 1 -

gekoloniseerd was als nu. Het ging toen om rubber, was, ri;stt opium en de hemel mag weten wat meer: ook goud; dat vonden ~ op de boven- rivieren, maar niet ~oo heel veel. Dan nog allerlei handel in oude gewerent jenever en schietkatoen, dat ze aan de Maleiers verkochten, die toen in oorlog waren met Holland en waarmee ~e vijfhonderd percent winst maakten.

"Dan was er allerlei soort van barathandelt U weet wel, moedwillige beschadiging en verduistering van de lading door den kapitein en be- manning %elve, zeerooverij en allerlei zwendel, waarbij Lant betrokken was; geen zeeroof, of hij had er de hand in. - Dänk Ut als ik U niet ontrief," voegde hij er aan toe tegen CurIewis, die hen sigaren presen- teerde. Het kistje ging rond en Houghton stak een sigaar op. Uit alles bleek dat CurIewis belangstelling toonde; alleen die duivelsche kerel van een Screed, die niet rookte, hield zich buiten het kringetje der anderen en scheen de woorden van Macquart met het krassen van zijn pen te willen beantwoorden.

"Hij had overal de hand in," vervolgde de mijnontdekker, "of anders gebeurde het op zijn aanraden en zijn aanwijzing. Tot hij op zekeren dag moeilijkheden kreeg met de Hollandsche regeering j wat er precies gebeurd is weet ik Diett maar de Hollandsche regeering legde beslag op al zijn becittingen; hij had door zijn plundertochten allerlei eigendommen in Makassar en in andere landen, die onder Holland behoorden. Zoo moet hi; een groot speelhuis gehad hebben in Makassar. Om kort te gaan, alles wat hij bezat was in beslag genomen door Holland. 0 dat hij ~oovee1 op zijn kerfstok had, schijnt hij zich niet te hebben durven bezondigen in landen, waar hij met de Engelsche regeering in aanraking kon komen: dat was juist een groote fout van hem, want de Engelsche regeering is altijd verdraagzaam tegenover iemand, die rijk genoeg is om te procedeeren; maar de Hollandsche regeering bekommerde zich niet daarom, voor haar was Lant een misdadiger en daarom confisqueerde

~ij zijn eigendommen.

H Toen hij met zijn schip in l'vIakassar aankwam, hoorde hij van de

confisca~e ~ werd er op ~jn schi~ beslag gelegd. Hij zelf werd met zijn bemanOlng 10 een oude gevangems opgesloten. Zoo stapte hij van de blauwe. zee in het donk~e cachot; maar dit ontmoedigde een man als Laat met. In de gevangems kwam h m ter oore, dat een schip van Amster- d:un onderweg was en b~rdevol geladen was me~ munt, om nog maar wet eell;S.v~ de stuk1adln~ te spreken. Het schip heette Terschelling.

't Was JUISt 10 de regenperIode en Lant wist met zijn makkers uit die vervallen gevangenis te ontsnappen en roeide, door de duisternis be- gunstigd, naar de Terschelling, waar hij aan den man, die op wacht stond voorgaf uele douane" te ~ijn, waarna een ladder uitgehangen werd om he~

aan boord te laten komen.

"Welnu, Sir, ik kan je vertellen, dat de kameraden van Lant niet veel tijd noodig J:tadden om hun werk te v~rric:ht n; daar de bemanning van de Terschelling, voor den regen en wmd 111 het voor-onder een schuil- plaats gezocht had, sloegen zij den eenige, die op wacht stond en hen aan boord had geholpen, bewusteloos tegen het dek, verbraken de koppeling van de ankerketting en maakten in een ommezien de top~eilen los. Lant

(9)

- 1::1-

en aijn ~emanning w~en h:mdige kerels en het duurde dan ook niet lang of ~e g10gen er met die bnk van door. zonder dat er iemand was om hen achterna te zitten; want de Hollandsche kanonneerboot, die in Makassar gestationneerd was, voer toen langs de kust van Borneo om zeeroovende Maleische prauwen te vervolgen, zoodat deze geweldige scheepsoverval voor Makassar zonder eenige stoornis kon plaats hebben. Bovendien viel er nie~. aan te denken hen te vervolgen, daar men pas den volgenden

mo~gen biJ ~onsopgang bemerkte, dat de Terschelling verdwenen was.

"l~~ hoe het ook zij, Lant zou zonder twijfel gevangen genomen zijn, als hiJ een gewoon man was geweest; want waar had de Terschelling moeten binnenloop en , Het Schiedamsche nat verried haar al door zijn reuk op een mijl afstand en alle papieren waren in 't Hollandsch opge-

s~eld, zoodat de nationaliteit spoedig aan den dag zou komen. Neen, Sir, ze konden nergens binnen loopen. En dan die geldspecie; wat moesten

~e d~mee aanvangen 1 Er was natuurlijk geen sprake van om de douane lets WIJS te maken; toen Lant dan ook geen kans zag die kisten met geld t:rgens a,an wal te bren~en, voer hij een rivier op, die uitmondt tussschen koraalkhppen en zee-Inhammen, waal' de Chineezen hun soep kruiden vandaan halen en waar zeeroovende prauwen na een gevecht hun toe- vlucht nemen om de noodige reparatie te ondergaan. Lant kende de opperhoofden van de bevolking. die daar woonde;1, omdat hij handel met hen gedreven en tegen hen gevochten had, tot ze zoo tam en mak waren

~. Doopsgezinden, die op een theepartij hun warm theegebak knJgen.

"U ziet, mijne heeren, dat de Maleiers en Zee-Dajakkers hun gebreken hebben, maar . daarom zijn ze ~og gee~ wilde dieren. Ze beûtten genoeg goede hoedanigheden en als Je ze flmk aangepakt hebt en je blijft ze rechtvaardig behandelen, kan je volledig op hen vertrouwen.

."Die rivier nu. waarover ik sprak, ligt niet in Borneo, zooals ik aan Tillman verteld heb, maar aan de kust van Nieuw-Guinea en wordt

~an dell; zeeka~t beschermd door een rif. waaraan een legende verbonden IS. De mboorl1Ogen noemen het 't Sterren-rif, waarschijnlijk omdat de koppensnellers daar 's nachts licht branden, of omdat de zielen van gestorven zeelui daar flikkeren, om schepen naar het rif te lokken en schipbreuk te doen lijden. Maar hoe het zij - je kan er licht ûen branden ik heb.'t zelf

g~zien.

Het volk dat daar woont zijn ook geen

inboorlingl"~

van Nleuw-.Gull~.ea, maar ~ee-Daja~ers uit Borneo. Waarom die Dajak- kers .. verhwsd ZIJn naar Nleu~-GUlnea zou ik niet kunnen zeggen, maar ze ZIJ~. er nu eenmaal ev~n .m1splaatst als een pruim aan een appelboom.

Dan ZIJn er ook apen, die Je anders nergens in Nieuw-Guinea aantreft.

Men vertelt da~ vroeger een schip die beesten uit Indië overgebracht zou hebben - 10 alle geval. de bosschen langs de rivier wemelen er van.

"Lant bra~t de T e'.schelling daarheen en vertelde aan de Dajakkers, dat het een rueuw schip was, dat hem toebehoorde' hij manoeuvreerde net zoolang. tot hij het schi~ veilig en wel in een van de boven-inhammen had geloodst; gemakkelijk gmg het niet; de lange takken derwortelboomen waren. een voortd~rend beletsel en ook hinderden hem de apen, die allerlei toeren verrichtten aan de touwen van de masten maar toch wist hij de Terschelling aan de kust te brengen en vast te m~en alsof ze aan

- 13 -

een havenkade lag.

"Zooals ik reeds ~ezegd heb, was het toen het regenseizoen, zoodat er veel water in de nvier stond, maar ook zonder den regen zou de diep- gang groot genoeg geweest zijn.

"Lant vertelde aan de Dajakkers, dat hij genoeg had van zeerooverij en zich thans voor een tijd bij hen kwam vestigen. De inboorlingen zagen tegen hem op als tegen een afgod, want hij had zich door zijn gevechten geducht weten te maken; ook vertoonde zijn gezicht tengevolge der vele litteekenen allerlei rimpels en had hij veel weg van een krokodil, voor wien ~ij ook een afgodische vereering hadden.

"Daar hij met de stuklading der Terschelling toch niets beginnen kon, gaf hij allerlei groote geschenken aan de opperhoofden en wist tevens op een slinksche manier de kisten met geld aan land te brengen en te ver- stoppen. De waarde ervan moet, ruw geschat, een half millioen gulden of zoowat veertig duizend pond in Engelsche waarde bevatten."

Macquart wachtte even om zijn sigaar aan te steken en het ge3prokene in de hoofden van zijn toehoorders te laten bezinken.

"Ik moet zeggen dat je alles nog precies weet, ofschoon 't al een heelen tijd geleden moet zijn," merkte Curlewis op.

"Wacht tot ik klaar ben," antwoordde IVlacquart, "en dan zal je zien dat alles uitkomt zooals ik je verteld heb.

Toen Lant alles wat voor hem waarde had aan land had gebracht, stak hij de Terschelling in brand - of misschien gebeurde dit per ongeluk, dat zal wel altijd een groot geheim blijven, want de brik vatte vlam, toen de bemanning aan boord was en het voor-onder op een onbegrijpelijke manier vastgegrendeld was, zoodat ze allen .... "

"Groote God I" riep Curlewis uit, "zou die kerel ze verbrand hebben ~"

,,'t Heeft er allen schijn van," antwoordde Macquarti "maar een wist te ontsnappen; 't was een aardige kerel, dien Lant gaarne mocht lijden en die dan ook in alles zijn rechterhand was.

"Lant vestigde zich daarna tusschen de Dajakkers en wachtte geduldig af tot men hem in Makassar vergeten was en niet meer aan zijn zee- rooverijen dacht. Daarna paste hij ûch aan het leven der inboorlingen aan, werd hoe langer hoe luier en nam voor tijdpasseering een inlandsche vrouw. Dit beviel den kameraad niet, dien hij uit den brand had gered.

Deze dacht er over Lant, die hem als een ondergeschikte behandelde, van kant te maken, te meer omdat Lant, die den verborgen schat alleen voor %,Ïch zelven wilde behouden, den ander er geheel buiten hield.

Maar toen Lant een kind kreeg bij zijn Dajaksche vrouw, - een meisje - dat hij naar de moeder Chaya noemde, begreep zijn kameraad dat, nu er kinderen kwamen, zijn kans op het geld hoe langer hoe kleiner werd, zoodat hij besloot zijn plan ten uitvoer te brengen."

"Hoe heette die kerel'" vroeg Curlewis eensklaps, terwijl hij Macquart strak aankeek.

Deze laatste scheen door die vraag in de war gebracht te zijn. Hij aarzelde dan ook even.

"Hij heette Smith, of laten we maar zeggen dat hij Smith heette; want al is hij nu dood, toch had ik hem beloofd, zijn waren naam te verzwijgen.

We zullen hem dus maar Smith doopen."

(10)

1~ -

"Ga verder," zei Curlewis.

"Goed I Smith nam zich voor om Lant van kant te maken en zoo gebeurde het ook. Op zekeren dag was Lant verdwenen. Hij ~ad zich van de Dajakkers altijd op een afstand gehouden, waardoor hlj tegenover hen zijn prestige had weten te bewaren, zoodat ze heilig en vast gel<X?fden, dat hij tot de hoogere geesten behoorde, tot de Attu Jalans, dat UJn de geesten, die uit den dood terugkeerden. Ze dachten niet anders of Lant had een uitstapje gemaakt naar den hemel, vanwaar hij zeker op aarde zou terugkomen.

"Smith had zich nu wel vrij gemaakt van Lant, maar hij had geen reke- ning gehouden met Chaya, de vrouw van Lant. Zooals u allen weet, hebben vrouwen en honden een scherpen reuk, en weten meer dan eens iets te ontdekken, zonder dat een man er zelfs nog eerug vermoeden van heeft. Zoo had Chaya direct argwaan tegen Smith. Zij zelve hield Lant niet voor een god, doodeenvoudig omdat hij haar man was en geloofde dus niet dat hij terugkomen zou. In haar argwaan tegen Smith verzon ze een praatje en strooide rond dat Smith haar kindje, dat pas drie maanden oud was, betooverd had. Ze kreeg dadelijk den noodigen aanhang, omdat ze het toch nooit goed met Smith hadden kunnen vinden en wilde hem te lijf, maar met veel moeite slaagde hij er in te ontsnappen. Dat is nu zestien jaar geleden. Hij ontvluchtte in een prauwen werd opgepikt door een Engelsch schip i den plattegrond, waarop de plaats aangeteekend stond, waarin de schat verborgen was, had hij bij zich.

"Drie jaar zwierf hij rond tot hij bij een relletje ergens in een Fransche kolonie een Franschman doodde, en voor levenslang naar Noumea ge- zonden werd. Na zeven jaar wist hij te ontspannen en nog altijd had hij zijn plattegrond bij zich, maar hij kon niemand vinden die er geloof aan hechtte en hem aan geld voor een expeditie hielp. Nu, twee jaar geleden, maakte ik kennis met hem en bewees hem een dienst i uit dankbaarheid daarvoor gaf hij mij, alvorens uit te knijpen, de noodige inlichtingen en zijn kaart van de kust van Nleuw-Guinea, waarop de rivier duidelijk aangegeven staat. Hij wees mij nog met den vinger precies de plek aan, waar de schat en waar de toegang tot die rivier ûch bevinden."

Macquart stond op en wierp zijn sigareneindje in den haard, Daarna ging hij weer zitten.

Curlewis, die nog steeds voor den haard stond, zei niets, Met de handen in zijn zak en zijn sigaar in den mond staarde hij naar den vloer, zonder van de anderen notitie te nemen en Screed scheen er heelemaal geen interesse voor te hebben i die was druk bezig met schrijven.

"Wel," zei Tillman, die het eerst de stilte verbrak, "dat is een prachtig verhaal, dat je bovendien met kaarten kunt controleeren. Ik heb wel zin er mijn leven en mijn laatsten dollar voor te wagen .... en jij, CurIewis

,tt

Tillman had tot nu toe CurIewis alleen oppervlakkig en van diens minder ernstige zijde leeren kennen; hij had kaart met hem gespeeld, hem ontmoet in clubs en bij wedrennen, maar alleen daar waar er sprake was van pleiûer maken en meende zoodoende den geheelen Curlewis te kennen.

Maar ondanks zijn verkwistingen was Curlewis de meest helderden- kende kop in Sydney en een van de ijverigste zakenmenschen, Als zaken-

- '5 -

man was hij een geheel andere persoon dan in het gewone dage1ijksche leven, zoodat men van hem kon ~~ggen da.t hij geleek op den god Janus, die twee aangezichten had; maar bl) CurlewlS was het gelaat van den zaken- man sterker dan het andere.

"Ik moet zeggen," zei hij, de sigaar uit den mond, nem~nd en ~e asch in den haard mikkend, ,,'t is een interessante gesc.hiedems, maar lk vO?r mij denk er niet over je op eenige wijze met geld In deze aangelegenheld

te hulp te komen.'~, , . '

"Lieve hemel!" nep Tlllman Ult; "denk toch eens g~d na, t geldt hier geen fi?anti~ele ,onder~ell?-ing, maar een speC~la!,le, de grootste speculatie, dle mlsschlen ooH m Sydn~y vertoond lS. , "

"Juist daarom," ~onk het antwoo~,~, "lk speculeer nOOlt. "

"Speculeer jij noolt' En ~at doe JIJ dan op ~e wedr~nnen. "

Daar kan je me wel geZ1en hebben, maar met dat lk speelde.

:;Dat heb ik juist wel gezien!" ,

"Noem jij dat voor iemand als lk ben ,spelen, gokken, speculeeren als ik een paar pondjes op een paard zet~ Als lk dat doe -: e? met kaartspel~n

speel ik ook wel om geld, maar slechts om '~ paar shl~lin? - da,? doe lk dat alleen om mijn tijd om te brengen. K1Jk eens hle!, en hl) haalde zijn notitieboekje te voorschijn, "daar heb je mijn verbezen op ~e we,~­

rennen gedurende het afgeloopen .iaar. " .: zeven ~on~, en I:ler, mlJn winst met kaarten .... vier pond, !Jen shllhng. Dus Je Zlet dat.lk meen heel jaar twee pond, tien shilling voo~ derg~lijke dingen he.? ultgegeven, en als ik mij nog goed herinner, heb Ik het Jaar daarvoor vlJf pond over-

gehouden." . " ,

Tillman, die door het notltJeboekje en de kleme bedragen meer da~

overtuigd was dat Curlewis geen speculant kon genoemd worden, zet niets,

Natuurlijk" vervolgde CuJ'1ewis, "kan je nu wel zeggen dat elke

ha~delszaak t~t

op zekere hoogte een spec';llatie is" maar

daa~01'?

is elke

speculatie nog geen handel en ~it laatste lS voor lemand dle JO zake~

of in zijn leven succes hebben wd, de hoofdzaak waa! alles op aal!ko,mt"

Verondersteld eens dat ik, laten we zeggen, dUlzend pond JO Jullle onderneming steek, dan kan ik ze

verli~zen.

en ik kan ze, met groote winst terugkrijgen, maar of ik win of verlies, dat verandert mets aan het feit, dat ik dan tegen mijn principes in gehandel~ zou ~,ebben.

Bovendien al klinkt het verhaal nog zoo mOOl, eerlijk gezegd geloof ik

'~iet

dat een ernstige zakenman er zijn geld in zal ,steken, Ik

~~ loof

nooit dat je hier in Sydney op dat verhaal een geldschleter zult kr,l)gen. Ik begrijp wel dat je liever iets aI,l,ders van m

7

~eh~ord had, ~aar tk ze*

't in jullie eigen belang, Ik voor ml) geloof dat Je Je tJjd verknoctt, of, . , .

"Nou, wat of'!" vroeg Tillman.

,Of twee of drie van jullie moeten de koppen bij elkaar steken ,en er ee~ roman van ûen te schrijven; misschien geeft het Bulletin er Je dan wel geld voor."

Thans was 't de beurt aan Macquart om op even, hardvo~htige wij,ze van antwoord te dienen en hij deed het in bewoordmgen, dle men met van hem zou hebben verwacht.

" -hr. Curiewis heeft groot gelijk," zeide hij. "Niemand met een gezo~d

(11)

16

verstand scruet op 2;ulk eeu program geld voor. Ik wil Mr. Curlewis niet b~leedigen, maar •. :. verstandig denkende zakenlui doen zulke dingen met ~ alleen ~~enlw zor:der verstand steken hun geld in groote onder- nemIngen. Wil moeten Iemand hebben als Rhodes maar zulk een kerel vinden we in Sydney niet; doch al zou ik er voo; naar Nieuw-Guinea moeten loopen en er ginds voor moeten vechten. ik zal 't niet laten - maar de kans om dien schat in h~den te krijgen, géef ik niet op. Ik had 't al eerder moeten doen maar het het,. o~dat ik me er nie~ sterk genoeg voor voelde. Je ~ordt wel beda~kt voo,r 1~ SIgaar en: ... bonlour! Als je me nog

ee~s ter.ugzlet, dan hoop Ik dat le Je haren wt je hoofd zult trekken van sp~~:. met te hebben. meegedaan. Vooruit. jongens!"

rHJ .~as h~t la~tst bl1'.men gekomen en was de eerste die wegging. Toch zag hl' er met Uit als I,emand. die alle hoop opgeeft.

T o~.n ~e :'leg waren hield Scre~d op met scl:rijve~ en zei tegen CurIewis : . "Vf.IIIk je eens ~eggen. wat miJn gedachte 15! Die Macquart heeft nooit Iemand ontmoet die Smlth zou geheeten hebben; dat heeft hij zelf maar verzonnen. "

.. Hoe bedoel je dat."

," \~r el. ik voor mij gel~of. dat hij zelf Lant, of hoe die man heeten mag,

gedood heeft en dat h,lj voor ,~evenslan~ n~ar Noumea opgestuurd is."

.... In alle geval steek Ik e~ mijn geld met ,In," herhaalde Curlewis .. ,Er ZI}n dw~en genoeg. . .. die.... maar enfIn, onaardig verzonnen was 't met. Die kerel had romanschrijver kunnen worden."

, S,~ree~ ~~hreef zij,n ~rief af stond op en ging heen; "ik blijf niet lang uit zei hij, toen hij ZIJn hoed van den kapstok nam. die bij de deur hing.

HOOFDSTUK lIl.

SCREED.

Zoodra ze buiten waren, nam Tillman het eerst 't woord.

, "Ik dacht niet," zei hij, "dat C~lewis zich zoo gedragen zou hebben;

Ik had el' vast op gerekend dat hij helpen zou en van hem had ik al die bezwa,~en h~,t minste ~~n~/acht; ik hield hem voor een royalen sportman,

~aar IK schijn me leehJk lil hem te hebben vergist. Je ziet dus alweer dat je.d~ n:enschen pas leert kennen als de nood aan den man komt. Maal' dit Vld Ik le ~vel z~ggen. dat ik daarom 't plan nog niet opgeef. Ik heb 't nu eenmaal In mlln hoofd gezet."

r Voor mij is '~ ergste," merkte Houghton op ,dat ik niet wachten kan.

Ik ben .. platzak! ~ moet noodzakelijk geld zien te krijgen. al was 't maar om mljn hospita: te betalen."

. Hoeveel krijgt ze nog van J'c!" vroea Tillman

T' b

" r~let ,zoo h~el veel, nog geen twee pond, maar twee pond is geen klel~1gheld als Je op zwart zaad ût en zonder betrekking bent."

Tillman lachte.

,Hij kende H,oughton nog maar sl,echts 'n paar uur, maar in sommige krmgen. staan m Sy~ney, om kenms te maken, een paar uur gelijk met verscheidene dagen mEngeland.

Zoo bd de expeditie hen reeds met vriendschapsbanden verbonden

- 17 -

en daarbij kwam dat Houghton iemand was, tot wien men zich op het eerste gezicht al aangetrokken .gevoeld~; . . .

"Breek daar je hoofd maar met over,

~e1

Tdlman. "Ik zal1e er

w~

doorheen helpen, al moet ik er zelf geld voor leenen. Op het OQienblik hebben we 't meeste behoefte aan drinken; laten we daar?m naar Lamp~rt;:

teruggaan. Wie weet of we daar niet iemand aantreffen ,dIe ons helpen Wl~:

't Was nu een paar minuten over twaalven. De rut,te was ondragel~lk

geworden, zoodat ze een tram namen, waarvoor Tlllman de kaartles

betaalde. , d . 1

't Was erg druk bij Lamperts en het publiek ~eston wt een mer:ge - moes. dat de moeite wel waard was om aan te ZIen. Daar waren b~lte~­

menschen. gebruind door de zon en wier verbrande gelaatskleur dwdelil,k verried. dat ze groote zeereizen achter den rug hadden;, zeevaarders, dIe langs de Chineesche kust hadden g~zworve~ of afk,omStig waren ,:an een Hollandsche bezetting; kantoorbedienden, lournalisten. wedren-he~eb­

bers menschen die er op uit waren om zaken te doen, Yankees, kolomalen,

Eng~lschen, Ieren. Schotten en een paar Duitschers. Er stond een ~oo~,

dien men wel snijden kon en overal klonk gelach en gepraat; en Zll die zich buiten het gesprek h1elden. loerden naar alle kanten en gaven hunne

oogen den kost. , .. " . ..

Tillman liep de vele ken111ssen welke hlJ daar had voorbil, voelde Z11n clubje naar een hoek van de bar en besteld~, dr~n~:

Er is niets

zoo

slecht als een droge mond, zei h ll. "we zullen aanstonds

m~~r een lunch nemen en ik zal wel zien hoe ik voor jou aa~ het ~el?

kom, Houghton. Misschien ontmoet ik straks Drake nog wel hier; die. 15

veel rijker dan Curiewis. Had ik maar eerder aan hem gedacht! Enf111, beter laat dan nooit."

Macquart stond met ûjn glas in de hand en scheen voor het eerst :ûjn geestdrift in de zaak verloren te hebben.

Je verwacht toch niet van me, Tillman/' zeide hij, "dat ik aanstonds da~ verhaal weer eens Va!l voren af aan begin ~ Als ik 't verzonnen had, zou ik het zoo dikwijls kunnen afdraaien als ik maar wilde, doch in dit geval is één keer voldoende." " " ,

,Als je maar eerst een flesch champagne op hebt, nep TIllman wt,

• f "

"zal je het nog wel eens a d r e u n e n . , .

Nauwelijks had hij dit gezegd of de deur gmg open en een man liep regelrecht door het gedrang he~n naar hen t~e. ..

't Was Screed. die bij het blOnenkomen Tlliman en Zlln makkers da-

delijk zag. , '

Nu gebeurde het niet v~eL dat men Sc!eed bUlten de btnnenstad aantrof en zoo goed als noolt zag men hem 10 een bar, waar deze halve afschaffer geen welkome gast was. Men b~s~h?uw,~e hem als iemand die nooit uit den plooi kwam en daardoor sohdl,telt, bllze,tt~ a,an den persoo~

van Curlewis. Van 2;ijn kant werkte CurIewIs die opime 10 de hand. Hll had er niets op tegen om naast een compagnon, die een en al ernst was en alle kopzorg van de zaak vO<?r zijn ,~ekening nam: te poseeren voor den figurant, die het kantoor lw~~er bl1zette, ~e gehefde heer was en m~t iedereen op kameraadschappehlken voet omgmg. Zoo was Arthur CurleWls de voornaamste patroon van de firma en handigste zakenman in Sydney,

(12)

-- 18 -

di~ aanvragen voor leeningeu altijd toestond, terwijl SC1'eed er even dik- wIJls op tegen was:. Maar vanmorgen had hij Bobby Tillman op een voor hem ongewone Wijze de bons gegeven. Als een ander hem hetzelfde voorstel gedaan had, zou hij ook wel geweigerd hebben er op in te gaan, maar er t0.ch eerst ?let Screed over gesproken hebben; maar hij was nu eenmaal met op Tll1man gesteld en Wllde deze gelegenheid aangrijpen om dezen een hak te zetten.

Bobby was een beetje te familiaar tegenover iemand als Curlewis en de%~ bedankte ervoor de eerste te zijn die in aanmerking kwam om geld- schieter. te ~oge~ worden van een onbekookt plan, dat de eerste de beste avontuner ZIC~ 10 het hoofd kon hebben gehaald.

"Wel, heb Ik van mijn leven!" riep Tillman uit 't is Mr. Screed'"

- 't ~as wel opmerkelijk, dat Till~an hem met 'Mr. betitelde, terwijl C~rle~s voor hem gewoon CuriewIs was. - , Dat is ook toevallig

dnnk Je mee 't" ,

""D~k je," a~twoordde Screed. "Ik drink nooit tusschen twee maal-

!lJden, Ik kom hier, ?mdat ik wel dacht jullie hier aan te treffen; ik moet Je even spreken, Tillman."

Hij ging met dezen naar de deur.

"Kom vanavond om zeven uur met je twee makkers bij me; neen, wacht even, acht uur. Ik moet eens met jullie alle drie praten."

"Met ons!"

"Ja. "

"En waarover t"

"Over dat voorstel, dat Je Curlewis gedaan hebt. Misschien kan ik jullie helpen."

"Jij~"

"Ja zeker, ik. Maar spreek er tegen niemand over, zelfs niet tegen CurIewis."

"Daar sta ik van te kijken!"

"Best mogelijk," hernam Screed. "doch kom nu vanavond maar en

~ vooral geen anderen in je plannen; die onderneming van jullie mteresseert me meer dan je denkt."

, "Dat is prachtig! Allemachtig! Kerel, laat ik je nou toch wat mschenken. "

"Dank je, d~nk je; en drinken jullie ook maar niet te veel als je met mij zaken doen wilt."

"Ik heb vanmorgen nog niets anders gehad dan water en melk" ant- woor~de ~e ander. ,!Dacht je dat ik

zoo

dwaas zou zijn om alc~hol te geb~·Ulken. Neen, Su, als ik zaken aan de hand heb, dan ben ik even matig als een Kwaker. Dus om acht uur'"

"Acht uur op mijn kamer; Bury Street, No. 10."

Scre,ed opende de deur en sloop weg, alsof hij zich schaamde dat men he~ hier zou kunnen zien, waarop Tillman met een van vreugde stralend geucht naar de anderen terugkeerde.

"We zijn,~ered<: riep hij uit; "alles is in orde. Screed Zet et: zijn schou- ders onder. El~ hl] vertelde het, onderhoud, dat hij met dezen gehad had.

l\.iacq~art lUIsterde aandachug toe en zei toen:

"Dat IS dus tot Zoover in orde. 't Viel me al op dat hij al den tijd, waarop

- J~-

ik aan het woord was, met één oor naar me luisterde, ofschoon hij zat te schrijven. Enfin, we hebben beet; en die Screed is een handige kerel, veel handiger dan zijn compagnon. Ben je er zeker van dat hij geld genoeg heeft?"

,,0 ja, meer dan genoeg," bevestigde d.e gee~t~riftige Tillman. "Hij verdient elken dag en geeft zoo goed als mets mt.

IIJe weet nooit wat een ander uitgeeft en hoe hij dat doet," merkte Macquart op.

HOOFDSTUK IV.

DE LANDKAART.

Sydney is een van de meest gunstig gelegen steden der wereld; het Iclimaat van de Zuidzee en de poëzie, die van een eilandengordel uitgaat, vereenigt zich daar met de drukte van het handelsverkeer. Geen enkele zeeplaats heeft zulk een prachtigen havenaanleg, en er zijn maar weinig steden, die zulk een hemel boven zich hebben als Sydney. De Zuidzee- wind blaast den inwoners moed, aspiratie en verlangen naar avontuur in en spoort hen aan hun handelsreizen tot de uiteinden der aarde uit te strekken.

In deze stad van sportlievende jeugd waren onze drie avonturiers er op uit zich den tijd, dien zi; nog vóór de afspraak met Screed over hadden, ten nutte te maken.

Tillman, die geld had weten te krijgen, noodigde hen uit op een lunch in een restaurant, waarna ze gezamenlijk optrokken naar Fram Cove, waar Tillman bekenden en vrienden had onder het zeevolk. Hier wist hij een bootje te huren met het noodige vischgereedschap, waarop zij wegroeiden om brasem te vangen.

Macquart zat achtedn, met zijn hoed over de oogen; hij roeide niet en bekommerde zich evenmin om een hengel; hij scheen het toonbeeld van moedeloosheid. Als er aangepakt moest worden bleef de man, die het plan om fortuin te maken, opgezet had, werkeloos en het eigenaardigste was, dat de andere twee, wel verre van kwinkslagen te maken op de traag- heid van den anders zoo bedrijvigen Macquart, in diens houding berustten.

Zijn voorkomen en gedrag interesseerde hen meer dan iets anders; afge- zien nog van het feit dat hij de draden van hun toekomstig geluk in handen had, ging er van den ouderen metgezel en aanvoerder een magischen invloed op hen uit. Ofschoon de vischvangst erg meeliep, was de opwinding bij het binnenhalen der roode brasems toch niet in staat hen onverschillig te maken voor den man op het achterbankje i telkens gluurden ze naar Macquart en vroegen zich in stilte af, wat het eind van hun onderneming zijn zou.

Om vijf uur keerden ze huiswaarts en betaalden den verhuurder van de boot met de gevangen visch; daarna dronken ze thee in een herberg en waren precies om acht uur in Bury Street. Deze straat, in een der voorsteden gelegen, heeft een Fransch cachet over zich; aardig uit::iende villa's, door een klein tuintje omringd, wisselden hier af met groote huizenblokken. Het eene einde verliep in een buurt van werkmanswonin-

(13)

-- 20 -

gen met een stoomwasscherij tot afsluiting der straat; de betere woningen bevonden zich aan het andere einde; daar woonde ook Screed en toen het gezelschap arriveerde was hij juist aan 't werk in zijn tuin.

Hij had een hartstocht voor tuinieren. Screed behoorde tot die ondoor-

~rondelijke menschen, van wie men nooit met 2;ekerheid zeggen kan, In hoeverre ze op het gebied van moraliteit te vertrouwen zijn, of tot welke klasse hij in de finantieele wereld behoort. Hij was met niets begonnen en ~erd ,:oor zeer rijk ~.ehouden.i toch gaf hij gee.n penny uit en maakte noolt ~e~l1g vertoo~. ZIJn kleedmg was eenvoudig, op het slordige af.

Maar }wst deze bijzonderheden bezorgden hem in de zakenwereld de reputatie va~ so~~diteit. Vuil als een m?t stak hij erg af bij den opschik

~ CurleWlS} 2;lJn compagnon, met dit gevolg, dat hij, als er over de firma gesproken of als deze vertegenwoordigd werd,

zoo

goed als nooit werd genoemd, terwijl Curiewis altijd op den voorgrond trad.

~ij had hier wel ,:~randering in kunnen brengen en op eigen gelegen- heid handel gaan dClJven, maar daarvoor stond een zekere schuchterheid hem in den weg, 2;oodat hij den persoon van Curlewis voor ontplooiing van eigen talenten noodig had - hij wist dit 2;elf heel goed en had daarom

~et land aan Curlewis; niet} dat hij zijn compagnon haatte, maar hij zag In hem den man, aan wien hij als 't ware vastgebonden was en die een voortdurend beletsel was van zijn eigen persoonlijke krachtsontwikkeling.

. ToeD; hij dan ook ~et v~rhaa1 van Macquart had aangehoord en een lDwendlge stem hem mflwsterde dat het verhaal op waarheid berustte besloot hij dan ook eigen zienswijze te volgen, zonder zich te storen ~ den k~uden waterstraal, waarmee zijn compagnon de geestdrift der anderen had wlllen bekoelen. Wel is waar had hij geen hooge verwachting van het succes der onderneming. maar de mogelijkheid dat het lang begraven geld gevonden kon worden, was niet uitgesloten, en werd de onderneming met succes bekroond, dan was het niet zoozeer de finantieele winst die hem thans aantrok om Macquart te helpen als wel het vooruitzicht zaken te hebben gedaan zonder Curlewis, ja zelfs Curlewis, die de onderneming bespot had, beschaamd gemaakt en overtroefd te hebben.

Hij. groe~te zijn gasten, trok zijn groote waterlaarzen uit en ging hen voor 10 hUlS.

Houghton keek zich de oogen uit; 't was al

zoo

lang geleden dat hij de

a~osfeer van een comfortabel huis om zich heen had gevoeld; hij was altiJd. veroor~eeld geweest tot Joedkoope kosthuizen en had zich op zijn zeerel2;en altijd 2;ooveel mogelijk moeten behelpen, ofschoon hij een aan- geboren verlangen bezat naar al die dingen} welke het leven aangenaam en mooi kunnen maken.

Het lic~t werd aangestoken in

ue

kleine hal, waar pagaaien en speren der Maon's aan den muur hingen, hier en daar afgewisseld door een ets of een oude prent. De kamer, waar Screed zijn bezoekers deed plaats nemen was bibliotheek en zitkamer tegelijk.

. Whisky en sodawater stond op een klein tafeltje gereed en nadat Screed sigaren gepresenteerd had, nam hij met de handen in den zak plaats voor den haard en begon dadelijk met Macquart allerlei vragen te stellen.

Deze was ten zeerste inge~omen met de zakelijke manier van doen waarop Screed de aangelegenhetd behandelde en gaf dan ook wnder eenige

- 2I -

aarzeling de noodige oph~lderinget?-. " . .. .. . En laat me nu eens die kaart zaen, zeI Screed, nadat bij ZIJn kruis- vdhoor geëindigd had.

Macquart stond op, greep zijn hoed, dien hij op een stoel naast de deur gelegd had en haalde uit de binnenzijde e~n op.gerold perkament te voorschijn, dat hij voor Screed op de tafel ultsp~~ldde. Deze ze~te ûjn bril op om het document te bestudeeren, terwijl de anderen Zich achter hem opstelden en over zijn schouders ~eekeken.. .

Het was een ruwe plattegrond van de Zwdkust van N~euw~.Gwnea. Alleen de kust ten N.-Westen van Cape-York was meer 10 bIJzonde~­

heden aangegeven. "Daar waar dat kruisje staat," zei .Macquart, "IS de bewuste rivier. Het strand is aan alle kanten begroeid met wortel- boomen en aan den Zuidkant bevindt ûch een groote rots. Ze noemen die de Pulpit-Rock. Van zee uit gezien lijkt ze veel. op ee~. vutu!0ren;

men kan ze dan ook op venen afstand reeds o~derschelden. BI}. den 10gang van de rivier ligt het Sterren-Rif. De toegang IS erg gemakkelIJk, ofschoon die van zee uit heel moeilijk lijkt."

Screed stond op en haalde uit een portefeuille, welke op een boekenkast lag eenige landkaarten te voorschijn.

I Ik heb deze vandaag te leen gevraagd," zeide hij, "we zullen zien ot'die ons wat meer kunnen inlichten." . .

Hij legde een kaart op tafel, waarop de golf v~n Carpe?tana met 1Obe- grip van de Torresstraat tot aan de kust van Nleuw-Gumea afgeteekend stond; alsmede een tweede kaart, welke .het Noordelijk~ gedeelte van de Torresstraat en de kust van Nieuw-Gume~ bevatte: Dit was e~n. zeer belangrijke kaart, wijl zij de verschillende dleptemetmgen der nVleren in alle bijzonderheden a a n g a f . . .

Dat is wat wij moeten hebben," zei Macqual·t, "nu kan Je meteen zi~~ dat mijn kaart correct is. Kijk, daar is de rivier, h.ier het rif en daar de uitmonding. Hier zie je meteen d.~ diepteme~ingen i hen vademen en zeven tot aan de uitmonding waar het bijna twaalf IS. Je Ziet dat er g~en modder- banken zijn, want die rivier krijgt het water rechtstreeks wt de groote

meren." . k

Screed zweeg. Hij vergeleek in stilte de diepmetlngen met de aart van Macquart, tot hij eindelijk zeide:

Ik geloof dat er op jouw kaart niets aan te merken valt; laten we nu ov~r zaken ;preken, want ik ben van plan je onderneming te steunen."

Tillman slaakte een zucht van verlichting en Houghton keek ~~m met een veelbeteekenenden blik aan. Ze gingen nu naar de overzijde der tafel waar 2;e plaats namen; Macquart schoof met een blij gezicht zijn stoel

naast dien van Screed. ..

"Deze aangelegenheid," aldus begon Screed, , .. is de gr~tste ç.okkenJ, welke ooit op de markt van Sydney ver~?ond IS •. CuriewIs, lOlJn com- pagnon, heeft jullie van morge~ reed~ ZIJn. meerung erover gezegd en hij had gelijk; maar toch verç.at hl) één dl~g; ~t 2;ake~-oogpunt beschouwd is gokken alleen dàn gevaarliJk, wanneer Je ruet op tlJd weet op ~e h~udeo.

Als ik duizend pond ergens op zet, dan bestaat het gevaar met 10 het verlies van die duizend pond, maar in de pogingen om ze later wee~ terug te willen winnen. Er wordt nooit iemand geruïneerd door het verhes van

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Machteld zocht en vond vóór dien tijd een kooper voor haar winkel, en nam, in weerwil van Lionel' snleekbeden, alle maatregelen om zich weder te Zand- voort te

Lucie meende eindelijk Delpont in het vertrouwen te nemen. Maar daar kwam die met alweder een nieuw plan. een zoo groot dat hij voor niets anders meer oog of oor.

I.. om de ranke, meisjes-achtige gestalte en liet de blanke armen bloot zoowel al den teeren, roomkleurigen hals. De welgevormde, ietwat groote handen, bcwog n m.rv&lt;.:us

Even natuurlijk verergerde dit de spann ing tusschen R6zsi en mij. Ik voelde, dat het niet lang meer kon duren, dat eerstdaags de bom ging barsten. Er kwam een verandering

geweld door het geopende cabine-deurtje dringende, zijn woorden overstemmende, - dat de mécano een laatste in- spectie behoorde te maken, om alle onderdeelen van

Mrs. &#34;Vrouwtjelief, de man is nu eenmaal gek - ofschoon niet gek genoeg voor een krankzinnigenge ticht - en Audrey. IIoward zich voor haar vriendin op te komen. Toch

kamertje waar. D rie jaren waren \'oorbij gegaan. Ze wilde niet dat men haar Nonnie noemdc en heete Adèle. De ene was heerlijk.. dat tweede luitenantje van de

Evenecns liep mevrouw Kromer zwijgend het dienstmeisje voor- bij en regelrecht naar haar boudoir, terwijl de doktcr zich naar zijn studeerkamer begaf, waar hij