Vraag nr. 194 van 7 juni 2001
van de heer FRANCIS VERMEIREN
RWZI Neder-over-Heembeek – Betrokkenheid (2) Bij de verwerking van het afvalwater dat zal wor-den opgevangen door het nieuw te bouwen zuive-ringsstation in Neder-o v e r-Heembeek (Brussel) – dat wellicht het grootste van het land zal worden – rijzen vermoedelijk bij het gebruikte procédé een aantal problemen waarmee de omwonenden zullen worden geconfronteerd.
Hoewel gelegen ten noorden van het Brusselse ge-w e s t , zou de hinder (vooral de geur) door de over-heersende zuidwestenwind in de richting kunnen worden gedreven van de omliggende gemeenten. 1. Hebben de diensten van het Vlaams Gewest
kennis kunnen nemen van de voorgestelde procédés voor de waterzuivering die zullen wor-den aangewend en van de mogelijke gevolgen op het vlak van de luchtvervuiling ?
2. Tijdens het zuiveringsproces zal het bezinksel worden gedroogd, gevolgd door thermolyse, methaanvergisting en natte oxidatie.
Zullen daarbij geen schadelijke stoffen vrijko-men ?
3. Is geregeld overleg gepland tussen de instanties verantwoordelijk voor het leefmilieu in het Vlaamse gewest en in het Brusselse gewest voor het geval er tijdens de verwerking bepaal-de problemen rijzen ?
Antwoord
1. Allereerst kan worden vermeld dat de verschil-lende kandidaten op 21 en 22 december 1999 de kans kregen om hun projectvoorstel gedurende 120 minuten voor te stellen. Op deze presenta-tie waren ambtenaren van het Vlaams Gewest aanwezig.
In de bijakte bij de overeenkomst tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het V l a a m s Gewest van 9 juli 1999 werd ook bepaald dat een college bestaande uit drie experten voor elk gewest een advies zou uitbrengen over de rang-schikking en de beoordeling van de verschillen-de offertes. Vanaf verschillen-december 2000 tot april 2001 heeft dit college van zes experten zes keer ver-gaderd (respectievelijk op 14 december 2000, 1 5
januari 2001, 2 februari 2001, 29 maart 2001, 2 0 april 2001 en 24 april 2001).
Door het Brussels Hoofdstedelijke Gewest wer-den juridische, technische en financiële consul-tants aangesteld. De financiële en technische consultants hebben de offertes van de verschil-lende kandidaten in de loop van het jaar 2000 in detail bestudeerd en vervolgens hun bevindin-gen en analyse gebundeld.
Deze rapporten werden voorgelegd aan de Vlaamse experten. In het technische rapport werden de offertes onder meer getoetst aan de voorwaarden opgelegd in het bestek en werd een beschrijving gegeven van de verschillende systemen die door de kandidaten werden voor-g e s t e l d . Op basis van deze rapporten is door de experten vervolgens een advies opgemaakt. Wat de mogelijke luchtvervuiling betreft, is het zo dat het bestek bepaalt dat alle installaties waar mogelijk geurhinder kan optreden, m o e-ten worden overdekt. De gebouwen en de be-handelingsinstallaties worden geventileerd en de lucht wordt vervolgens behandeld alvorens ze in de atmosfeer wordt gebracht. Het bestek bepaalt aan welke precieze voorwaarden de lucht die wordt uitgestoten, moet voldoen. D e offerte van de kandidaat die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt voorgesteld, v o l-doet aan deze bestekbepalingen.
2. De opdrachthouder zal bij de realisatie van het project rekening moeten houden met de bepa-lingen die werden opgenomen in het bijzonder b e s t e k . Hierbij is – zoals ook in de vorige vraag tot uiting kwam – onder meer rekening gehou-den met geluidshinder, g e u r h i n d e r, e n z o v o o r t . Daarnaast wordt ook veel aandacht geschonken aan de veiligheid.
Ten slotte is in het bestek ook vermeld dat de kandidaat moet instaan voor het verkrijgen van de nodige vergunningen zoals bouwvergunning, m i l i e u v e r g u n n i n g e n , e n z o v o o r t , uiteraard na de opmaak van een milieueffectrapport. Dit houdt uiteraard in dat het uiteindelijke projectvoor-stel in overeenstemming zal moeten zijn met de wetgeving die geldig is in het Brusselse Hoofd-stedelijke gewest.
gehou-den en voorziet in de behandeling van deze af-valwaterstromen in de zuiveringsinstallatie. Wa t de uitstoot van gassen betreft, zijn in het bestek specifieke bepalingen opgenomen, zoals in het antwoord op de voorgaande vraag is vermeld. De uiteindelijke reststoffen van het slibverwer-kingsprocédé zullen worden gestort, maar zijn zeer beperkt in volume.
3. In de bestaande samenwerkingsovereenkomst is er geen overleg op geregelde basis opgenomen rond de mogelijke exploitatieproblemen. Het is evenwel zo dat de betrokken partijen op gere-gelde basis ad hoc overleg voeren.