• No results found

Vraag nr. 400 van 23 februari 2005 van de heer RUDI DAEMS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 400 van 23 februari 2005 van de heer RUDI DAEMS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 400 van 23 februari 2005 van de heer RUDI DAEMS

Geplande baggerstortplaatsen – Locaties (2) Ik wil de minister en zijn diensten van harte dan-ken voor het uitgebreide antwoord op schriftelijke vraag 199 van 23 december 2004 over de geplande stortplaatsen voor bagger- en ruimingsspecie in Vlaanderen. De minister bevestigt hierin dat zijn diensten verder werken aan de inplanting van een 32-tal locaties voor het storten van bagger- en rui-mingsspecie.

Er werd echter geen antwoord gegeven op de vraag over welke locaties het gaat.

1. In welke gemeenten zijn deze geplande stort-plaatsen gelegen ?

2. Welke ruimtelijke bestemming hebben deze geplande locaties vandaag (locatie per locatie) ?

3. Zijn de betrokken gemeentebesturen en provin-ciebesturen hierover geconsulteerd ?

Zo ja, welk standpunt werd door de respectieve gemeentebesturen ingenomen (locatie per loca-tie) ?

Antwoord

1. Deze vraag betreft een vervolg op vraag nr. 199 van 23 december 2004, waarin reeds gevraagd werd naar de methodiek in de studie die loopt i.v.m. het opmaken van een plan voor het ber-gen van specie en naar de locatie van de over-blijvende mogelijkheden voor het storten van specie.

De 32 locaties waarvan sprake in het antwoord op de schriftelijke vraag, zijn geen definitieve voorstellen en de inplanting van een stortplaats op deze locaties is alles behalve zeker.

Integendeel, momenteel wordt onderzocht welke van deze 32 locaties verder in de proce-dure van een planMER zullen worden mee-genomen en welke combinaties van locaties daarbij een volwaardig planalternatief vormen.

2. Zoals uitgelegd in het antwoord op de schrifte-lijke vraag nr. 199, bestaat de "korte lijst" met locaties uit enerzijds 16 locaties waar boven-gronds bergen of storten van toepassing is en anderzijds 16 locaties waar de specie ofwel in bestaande putten of groeven kan worden gebor-gen of gestort, of waar de specie kan worden gebruikt voor het ophogen van nog niet-inge-vulde industrieterreinen.

In de tabel bij het antwoord op vraag 3 wordt de ruimtelijke bestemming van de 16 locaties voor bovengronds bergen of storten gegeven. 3. Voor wat de locaties voor het inrichten van een

bovengrondse bergings- of stortplaats betreft, werden alle betrokken gemeenten gecontac-teerd. Elk van deze gemeenten heeft een infor-matiebundel toegestuurd gekregen. Op vraag van de meeste gemeenten werd, zoals door de administratie gesuggereerd, een informatie-vergadering gehouden waarop de studie werd voorgesteld en waarop bezwaren tegen de loca-tie konden worden geuit.

Niet alle gemeenten zijn ingegaan op deze sug-gestie. Ook aan de Bestendige Deputatie van de provincie Vlaams-Brabant werd op hun verzoek een toelichting gegeven.

Voor wat de bestaande putten betreft, werden de exploitanten gecontacteerd, voor de niet-ingevulde industriegebieden de GOM's.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Langs de Zonneveldweg zal de bestaande weg inge- zaagd worden tot dezelfde rijstrookbreedte als de Vloeiherkstraat, met aanliggende fietspaden voorzien van een

Voormalig minister van Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Gilbert Bossuyt heeft des- tijds aangekondigd het transport van huishoude- lijk afval over water via

Deze beslissing is gesteund op de overweging dat zowel Hokken, de Schuttersstraat en Bergen (gemeentewegen), evenals De Daries, De Valken, Vrijheid en het Begijnhof (gewestweg

Het NMBS-station heeft inderdaad een knoop- puntfunctie: aan de halte Alken Station geeft belbus 700 Alken op weekdagen aansluiting op de treinen van en naar Brussel: in de

De heffing op de waterverontreiniging voor gezinnen werd dus afgeschaft, met dien ver- stande dat in 2005 nog een overgangsregeling geldt en naast de bijdrage die aangerekend

Op dit ogenblik is er een mobiliteitsplan en een structuurplan in de maak voor de gemeente Alken. Naar aanleiding daarvan is er bij delen van de bevolking nogal wat

Naar aanleiding van deze verontreinigingen is er een beschrijvend bodemonderzoek opge- start. Uit het laatste ingediende rapport van het beschrijvend bodemonderzoek voor put 1

Daarnaast is de OVAM in het bezit van het ori- enterend bodemonderzoek 'Oriënterend bodem- onderzoek Tessenderlo Chemie Tessenderlo in het kader van overdracht van perceel 1373 k' en