UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN
Zitting van 16 maart 2022
AANWEZIG:
Burgemeester-voorzitter: Mario Borremans
Schepenen: Marleen Hoydonckx, Engin Ozdemir, Isabelle Thielemans, Dirk Schops, Lode Schops, Nico Geeraerts en Yasin Gül
Algemeen directeur: Rony Herlitska
Agendanummer: 6
ONDERWERP : Ruimtelijk beheer en woonbeleid - aanvraag omgevingsvergunning – aanvraagnr. 21/539 - goedkeuring
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN:
MOTIVERING Juridische gronden
● decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56 en 57
● decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) zoals gewijzigd
● decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu zoals gewijzigd
● decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikel 8 en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets zoals gewijzigd
● Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 zoals gewijzigd en uitvoeringsbesluiten
● decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (OVD) zoals gewijzigd
● decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid zoals gewijzigd
● besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) zoals gewijzigd
● besluit van 10 december 2004 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage zoals gewijzigd
● besluit van 16 mei 2014 van de Vlaamse Regering houdende bijkomende algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV-installaties (Vlarem III)
● besluit van 13 februari 2015 van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten
● besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (OVB) zoals gewijzigd
● decreet van 20 maart 2020 van de Vlaamse Regering over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid
● besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020 tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
Feiten en context
Aanvragers: de heer en mevrouw Kir - Esen wonende te Van Dijcklaan 12 te 3550 Heusden-Zolder
Ligging van het perceel: Heuvelstraat 23
Kadastrale gegevens: afdeling 1 sectie A nrs. 876X en 876W
Projectnaam: Woning_EK Intern dossiernummer: 21/539
ID omgevingsplatform OMV_2021171673
Type dossier: Aanvraag omgevingsproject 2019
Behandelende overheid: College van burgemeester en schepenen Procedure: Vereenvoudigde procedure
Omschrijving aanvraag
verbouwen van een bestaande ééngezinswoning met uitbreiding aan de achterzijde
Procedureverloop
Procedurestap Datum
Ontvangst aanvraag 10 november 2021 Ontvankelijkheids- en
volledigheidsbewijs
25 januari 2022 Opening openbaar
onderzoek geen
Afsluiten openbaar onderzoek
geen Gemeenteraad voor
wegenwerken geen
Datum verslag GSA 8 maart 2022 Uiterste datum beslissing 26 maart 2022 Advies gemeentelijk omgevingsambtenaar
Het college van burgemeester en schepenen heeft kennis genomen van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar, uitgebracht op 8 maart 2022.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft volgende elementen aangewezen om te worden opgenomen in voorliggende beslissing:
Historiek
Perceelnummer : (afd. 1) sectie A 876 X
De woning dateert van voor 1962 en wordt geacht vergund te zijn.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
- Op 12/12/1951 werd een stedenbouwkundige vergunning (51/036H) voor het bouwen van een woning afgeleverd door stedenbouw.
Perceelnummer : (afd. 1) sectie A 876 W
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
- Op 12/12/1951 werd een stedenbouwkundige vergunning (51/036H) voor het bouwen van een woning afgeleverd door stedenbouw.
Stedenbouwkundige basisgegevens
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 3 april 1979 vastgestelde gewestplan Hasselt-Genk met bestemming woongebied.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal- culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
De woning is niet gelegen in een BPA, RUP of verkaveling.
In overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de gewestplanbestemming woongebied.
Afwijking en uitzonderingen ///
Archeologie
De aanvraag heeft geen betrekking op projecten waar volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 een bekrachtigde archeologienota dient voor opgemaakt te worden.
Verordeningen
De aanvraag voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van
afvalwater en hemelwater.
Omdat de woning gelegen is in zuiveringszone A (centraal gebied) moet het huishoudelijk afvalwater rechtstreeks, m.a.w. zonder individuele voorbehandeling, geloosd worden in de openbare riolering.
Er mag geen septische put geplaatst worden. (gemeenteraadsbeslissing van 31 januari 2002) Zoneringsgegevens van het goed en adviezen
Er werden geen externe adviezen gevraagd.
Er werden geen interne adviezen gevraagd.
Openbaar onderzoek
De vergunningsaanvraag valt onder artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering tot
uitvoering van het besluit van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bijgevolg wordt de vereenvoudigde procedure gevolgd en werd er geen openbaar onderzoek gevoerd conform Titel 3, hoofdstuk 5 van hogergenoemd besluit.
De aanvraag heeft betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De eigenaars van de aanpalende percelen, werd naar hun standpunt gevraagd per beveiligde zending. Die eigenaars konden hun standpunt bezorgen binnen een vervaltermijn van dertig dagen die inging op de dag na de dag van ontvangst van het verzoek om een standpunt.
Wij ontvingen geen standpunten.
Het dossier bevat een schriftelijk akkoord van de linker aanpalend eigenaar i.v.m. de inplanting van de carport tot tegen de perceelsgrens
Richtlijnen en omzendbrieven ///
Decreet grond-en pandenbeleid
Het decreet grond- en pandenbeleid is niet van toepassing op de aanvraag.
Watertoets
Het project heeft een beperkte oppervlakte en is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. In alle redelijkheid concluderen wij dat het project geen schadelijk effect veroorzaakt.
Het project voldoet aan de gewestelijke verordening hemelwater.
Er is een beperkte afname van infiltratie van hemelwater in de bodem door een beperkte toename van de verhardingen.
Er wordt een hemelwaterput voorzien van 5.000 liter met recuperatiemogelijkheid voor WC en tuinkraan. Tevens wordt een infiltratieput van 5.000 liter voorzien.
Milieueffecten
De aanvraag komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I, II of III van de Europese richtlijn 85/337/EEG. Er zijn geen verdere MER vereisten.
Natuurtoets
De aanvraag omvat geen wijziging van vegetaties of kleine landschapselementen.
Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5 en 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Heuvelstraat een voldoende uitgeruste openbare weg. Voor de Heuvelstraat bestaat er een rooilijnplan ‘Heuvelstraat - gedeelte Koerselbaan tot Exelgaarden - gedeelte
Exelgaarden’ goedgekeurd op 13 november 1969. Ter hoogte van Heuvelstraat 23 is de rooilijn reeds gerealiseerd.
Beschrijving van de aanvraag en de omgeving
De aanvraag is gelegen in de bebouwingsstrook Heusden-Berkenbos.
De bestaande woning, daterend uit het midden van de vorige eeuw, wordt verbouwd en
opgetrokken met een tweede bouwlaag met plat dak. De bestaande fundering en buitenmuren (van het gelijkvloers) blijven behouden waardoor ook de bestaande afstanden links en rechts t.o.v. de perceelsgrenzen behouden blijven. Aan de achterzijde wordt de woning uitgebreid. De uitbreiding behoudt een afstand van 4,08m t.o.v. de perceelsgrens. De koppeling tussen woning en loods wordt afgebroken waardoor de loods los komt te staan van de woning. De totale bouwdiepte op het gelijkvloers wordt aan de linkerzijde 16,91m, aan de rechterzijde 17,36m.
Aan de linkerzijde wordt vooraan een carport ingeplant tot tegen de perceelsgrens.
De loods en het kippenhok achter de woning worden verbouwd. De bestaande toestand van de loods en in het bijzonder het kippenhok, is echter dermate slecht.
De rechtermuur van de loods die net over de perceelsgrens staat, wordt afgebroken en herbouwd op de eigendom van de aanvrager. Zowel loods als kippenhok zullen worden uitgevoerd met een plat dak. Het kippenhok (22m²) krijgt als nieuwe bestemming tuinberging. De loods (87m²) wordt garage/berging.
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Deze beoordeling, als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen, houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:
De functionele inpasbaarheid
Het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoning, loods en kippenhok is functioneel inpasbaar in het woongebied.
Mobiliteit
Door deze verbouwing zal er geen significante toename zijn van het lokale verkeer. De
voorliggende wegen zijn voldoende gedimensioneerd om het verkeer verbonden met residentieel wonen en deze functie op te vangen. Er is reeds voldoende parkeermogelijkheid aanwezig zodat de parkeerdruk niet wordt afgewenteld op het openbaar domein. Er worden geen aanzienlijke
negatieve effecten verwacht.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De aanvraag brengt, voor wat de verbouwing van de woning betreft, een goede ruimtelijke ordening niet in het gedrang.
De beperkte afstanden t.o.v. de perceelsgrenzen, zowel links (kortste afstand is 1,92m) als rechts (kortste afstand is 2,73m) kunnen, aangezien het een verbouwing betreft van een historisch bestaande toestand, aanvaard worden.
Door de afstand tot de perceelgrenzen, de inplanting en de positionering van raam-en
deuropeningen, behoudt de aanvraag nog voldoende respect voor de aangrenzende eigendommen qua lichtinval, bezonning en inkijk. De afstanden voldoen nog aan de bepalingen van het burgerlijk wetboek inzake lichten en zichten. Op de kortste afstand zijn slechts kleine raamopeningen
voorzien die behoren tot sanitaire ruimten. Hierdoor zal er geen privacyhinder te verwachten zijn voor de buren.
Aangezien de bestaande toestand van het kippenhok en de loods dermate slecht is, en slechts bestaat uit betonplaten met golfplaten dak voor wat het kippenhok betreft en snelbouw en
plaatwerk wat de loods betreft, is het niet realistisch om de beoogde nieuwe toestand te bekomen met slechts een verbouwing. Een afbraak en nieuwbouw zal in de praktijk eerder aan de orde zijn.
Door de verbouwing van de loods tot garage/berging van 87,30m² is er reeds ruim voldoende ruimte aanwezig die ook kan dienen als tuinberging. Het behoud en het verbouwen van kippenhok tot tuinberging is derhalve niet meer noodzakelijk, noch aangewezen.
Het bestendigen van de loods door deze te verbouwen tot garage/berging met een diepte van 12m tegen de perceelsgrens is echter niet aangewezen. Mede door dat de afstand van de woning t.o.v.
de rechter perceelsgrens ook al minder is dan 3m wordt de openheid t.o.v. de rechter bouwkavel sterk beknot.
Om die reden kan de verbouwing van de loods en het kippenhok niet gunstig geadviseerd worden.
Hiervoor dient een structurele oplossing gezocht te worden die betere garanties biedt voor de goede ruimtelijke ordening ter plaatse.
Om hieraan tegemoet te komen is het aangewezen dat er slechts één losstaand bijgebouw voorzien wordt dat minimaal 1m van de perceelsgrens wordt ingeplant. Aangezien het een vrij ruim perceel betreft kan derhalve wel overwogen worden om een grotere oppervlakte toe te laten dan de reguliere 50m² doch waarbij een oppervlakte van 80m² als het maximum moet aanzien worden, om de verhouding bebouwde oppervlakte tegenover niet bebouwde oppervlakte op dit perceel in evenwicht te houden. Er wordt immers ook nog een carport voorzien. Een oppervlakte van 80m² is voor dergelijke functie ruim voldoende.
Een nieuwe garage/berging kan ook enkel gebruikt worden als (tuin)berging of standplaats voor een auto. Er mag geen enkele (ambachtelijke) activiteit of andere nevenbestemming in plaats vinden.
Visueel vormelijke elementen
De uitvoering van de woning bestaande uit twee bouwlagen met een plat dak i.p.v. een hellend dak en het behoud van de bouwbreedte beïnvloedt het straatbeeld geenszins negatief. De voorgestelde gevelmaterialen behoren tot gangbare en eigentijdse gevelafwerking. De voorgestelde
gevelafwerking integreert zich op esthetische wijze in het straatbeeld en is bijgevolg aanvaardbaar en niet storend in de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag betreft geen beschermd monument, en is ook niet gelegen in de nabijheid of het gezichtsveld van een beschermd monument, dorpszicht of landschap. Het betreft geen gebouw dat is opgenomen in de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed.
Bodemrelief
Er wordt geen aanpassing aan het bodemreliëf voorgesteld.
Andere hinderaspecten inzake gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag bevat geen elementen waarvan kan verwacht worden dat ze enige invloed op de gezondheid, het gebruiksgenot en de veiligheid in het algemeen kunnen hebben
Conclusie
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving met uitzondering van de verbouwing van het kippenhok en de loods tot respectievelijk tuinberging en garage/berging. De aanvraag is deels verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Gunstig voor het verbouwen en uitbreiden van de woning en het voorzien van een carport in de linker bouwvrije zone.
Ongunstig voor de verbouwing van het kippenhok en de verbouwing van de loods.
Voorwaarden
Bij de start van de sloopwerken moet er continu doorgewerkt worden.
De effectieve sloopwerken moeten binnen een termijn van 3 maanden beëindigd worden.
Alle afbraakmaterialen moeten verwijderd worden. Het gemeentebestuur wordt hiervan in kennis gesteld met een aantal foto's.
Voor het verwijderen van asbesthoudende materialen moeten de bepalingen van VLAREM II gevolgd worden. Meer info: https://asbestinfo.eu/
Het aanbod van Limburg.net om veilig en snel asbest te verwijderen vindt u hier:
https://www.limburg.net/asbest
Er mag geen septische put geplaatst worden.
De aanvraag moet voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Voldoen aan de voorwaarden van VLARIO betreffende de verplichtingen rond hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De bouwheer is verantwoordelijk voor de uitvoering en de uitvoerbaarheid van de vergunde
werken. Wanneer blijkt dat de vergunde infiltratievoorziening door een te hoge grondwaterstand of een ontoereikende infiltratiecapaciteit niet of niet voldoende effectief is, dient deze te worden vervangen door een infiltratiezone in de tuin van maximaal 30cm diep met een volume en oppervlakte gelijk aan die van de vergunde infiltratievoorziening.
De rookmelders moeten geplaatst worden volgens de bepalingen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 1 juni 2012.
Beoordeling door het college van burgemeester en schepenen
Het college van burgemeester en schepenen volgt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en de motivering opgebouwd in dit advies.
BESLUIT UNANIEM Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen geeft de gedeeltelijke vergunning af aan de aanvrager, de heer en mevrouw Kir - Esen wonende te Van Dijcklaan 12 te 3550 Heusden-Zolder, voor het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning met uitbreiding aan de achterzijde, gelegen Heuvelstraat 23 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 876 X en (afd. 1) sectie A 876 W, nl. de verbouwing van de woning en het voorzien van een carport wordt vergund; de verbouwing van de loods en het kippenhok worden geweigerd.
Artikel 2:
De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
Bij de start van de sloopwerken moet er continu doorgewerkt worden.
De effectieve sloopwerken moeten binnen een termijn van 3 maanden beëindigd worden.
Alle afbraakmaterialen moeten verwijderd worden. Het gemeentebestuur wordt hiervan in kennis gesteld met een aantal foto's.
Voor het verwijderen van asbesthoudende materialen moeten de bepalingen van VLAREM II gevolgd worden. Meer info: https://asbestinfo.eu/
Het aanbod van Limburg.net om veilig en snel asbest te verwijderen vindt u hier:
https://www.limburg.net/asbest
Er mag geen septische put geplaatst worden.
De aanvraag moet voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Voldoen aan de voorwaarden van VLARIO betreffende de verplichtingen rond hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De bouwheer is verantwoordelijk voor de uitvoering en de uitvoerbaarheid van de vergunde
werken. Wanneer blijkt dat de vergunde infiltratievoorziening door een te hoge grondwaterstand of een ontoereikende infiltratiecapaciteit niet of niet voldoende effectief is, dient deze te worden vervangen door een infiltratiezone in de tuin van maximaal 30cm diep met een volume en oppervlakte gelijk aan die van de vergunde infiltratievoorziening.
De rookmelders moeten geplaatst worden volgens de bepalingen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 1 juni 2012.
Artikel 3:
De aanvrager moet de beslissing bekendmaken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden conform artikel 59, OVB.
Artikel 4:
Tegen deze beslissing kan een beroep worden ingediend bij de Deputatie van de provincie Limburg, Universiteitslaan 1 te 3500 Hasselt. Het beroep moet op straffe van onontvankelijkheid ingesteld worden per beveiligde zending binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
● de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
● de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
● de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen;
De beroeper bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1 de vergunningsaanvrager, behalve als hij zelf het beroep instelt
2 het college van burgemeester en schepenen van Heusden-Zolder (artikel 52 en volgende, OVD en artikel 86 en volgende, OVB) Artikel 5:
De aanvrager mag van de vergunning gebruik maken als men niet binnen een termijn van vijfendertig dagen die ingaat na de eerste dag van de aanplakking, op de hoogte wordt gebracht van de instelling van een schorsend administratief beroep. (artikel 35, OVD)
Artikel 6:
De vergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning. (artikel 99 OVD)
Aldus gedaan op de dag als hierboven.
NAMENS HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN
(get.) Rony Herlitska (get.) Mario Borremans
Algemeen directeur Burgemeester-voorzitter
Voor eensluidend uittreksel:
Heusden-Zolder, 21 maart 2022 In opdracht:
Rony Herlitska Mario Borremans
Algemeen directeur Burgemeester
#SIG01_75_112# #SIG02_75_112#
Digitaal ondertekend door Mario Borremans (Signature)
Datum: 21-03-2022 16:37:32
