beraadslaging/proces verbaal Kopie
college van burgemeester en schepenen
Zitting van 13 maart 2015Besluit GOEDGEKEURD
A-punten stadsontwikkeling / vergunningen
Samenstelling
De heer Bart De Wever, burgemeester
De heer Koen Kennis, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Rob Van de Velde, schepen; mevrouw Nabilla Ait Daoud, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen
De heer Roel Verhaert, stadssecretaris
Iedereen aanwezig
35 2015_CBS_01931
Aanvraag stedenbouwkundige vergunning.
Reguliere procedure - 2015136 - district Antwerpen - Lange Lobroekstraat 144 - Goedkeuring
Motivering
Aanleiding en context
Aanvragers: Shamol Ullah De aanvraag
omvat:
verbouwen van een handelspand en vermindering van het aantal woongelegenheden
Dossiernummer: AN9/B/2015136
Juridische grond
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten.
Regelgeving: bevoegdheid
Artikel 4.7.12. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat het college bevoegd is om de beslissing te nemen over een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning.
Openbaar onderzoek Nee
Argumentatie
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college conform artikel 4.7.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
Besluit Artikel 1
Het college sluit zich integraal aan bij:
1 / 8 Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen
info@stad.antwerpen.be
1.
het verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Artikel 2
Het college beslist de stedenbouwkundige vergunning goed te keuren en af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is de voorwaarden uit het aangehecht advies van brandweer strikt na te leven.
Artikel 3
Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Bijlage bij dit besluit:2015136.pdf
Verslag van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar Voorgeschiedenis
In toepassing van artikel 4.7.18 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient het college de beslissing te nemen binnen 75 dagen na de ontvankelijkheids- en
volledigheidsverklaring. Voor de aanvragen waarvoor een openbaar onderzoek vereist is neemt het college een beslissing binnen 105 dagen.
Op 5 september 2014 weigerde het college een stedenbouwkundige vergunning voor het verbouwen van een handelspand met referentie AN9/B/20141382 (jaarnummer 08879).
Feiten en context
Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure.
Aanvragers: Shamol Ullah, Lange Lobroekstraat 144, 2060 Antwerpen Ligging van het perceel: Lange Lobroekstraat 144, 2060 Antwerpen.
Kadastrale gegevens: (afd. 7) sectie G 310 L6.
De aanvraag omvat: verbouwen van een handelspand en vermindering van het aantal woongelegenheden.
Ontvangst aanvraag: 22 december 2014.
Dossiernummer: 2015136.
Fasering
Procedurestap Datum
Ontvangst aanvraag 22 december 2014
Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs 14 januari 2015
Opening openbaar onderzoek geen
Afsluiten openbaar onderzoek geen
Juridische grond
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Het ministerieel besluit van 19 juni 2008 waarbij werd vastgesteld dat de stad Antwerpen voldoet aan de vijf voorwaarden van artikel 193, §1 van het decreet van 18 mei 1999. Dit besluit werd op 8 juli 2008 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Stedenbouwkundige gegevens uit de plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP afbakening grootstedelijk gebied antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
3 / 8 Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen
info@stad.antwerpen.be
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van
3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze
bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het gewestplan Gemeentelijke verordeningen
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014, goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014 en van kracht sinds
25 oktober 2014.
Watertoets
Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) dient het ontwerp onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Gewestelijke verordeningen
Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,
infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Toegankelijkheid van gebouwen
Het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2010 houdende vaststelling van de gewestelijke verordening toegankelijkheid.
Mer-screening
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Andere voorschriften Geen.
Advies
Op 14 januari 2015 werd advies gevraagd aan brandweer/risicobeheer/preventie.
Zij brachten advies uit op 30 januari 2015 met referentie BW/LHO/2015/G.01920.A6.0002.
Het advies is voorwaardelijk gunstig.
Argumentatie
Toetsing aan de wettelijke en reglementaire voorschriften
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestplan, zoals hoger omschreven.
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van de bouwcode. Het ontwerp wijkt af op volgend punt:
Artikel 27 Open ruimte
§1 Bij nieuwbouw, herbouw, bij functiewijziging of bij toename van de bebouwde grondoppervlakte moet minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld buitenruimte zijn. Deze 20% dient zich te bevinden in de zone voor achtertuinen en binnenplaatsen. De oppervlakte van de voortuin wordt niet in rekening gebracht, noch voor de onbebouwde ruimte, noch voor de oppervlakte van het perceel. De gezamenlijke bruto-oppervlakte van constructies in de tuin telt mee als bebouwde
oppervlakte, voor zover dit meer is dan 10 vierkante meter. Het is mogelijk minder dan 20% van het perceel onbebouwd te laten indien het perceel in het kernwinkelgebied gelegen is en geen woonbestemming heeft op het gelijkvloers.
§2 De tuin moet zoveel mogelijk groen en onverhard gehouden worden.
§3 Voor percelen met een woonfunctie is verharding in de tuin beperkt toegestaan en enkel in functie van het optimaal gebruik van de tuin als buitenruimte, zoals een terras of een tuinhuis, met een maximum van:
20 vierkante meter voor tuinen tot 60 vierkante meter
1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 vierkante meter
§5 Voortuinen van percelen met een woonfunctie zijn vrij van verhardingen en constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen. Enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden:
1° paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter
2° opritten naar een vergunde garage, carport en naar vergunde autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter.
Er wordt geen 20% open ruimte voorzien.
5 / 8 Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen
info@stad.antwerpen.be
Artikel 3 Afwijkingsmogelijkheid
§1 De vergunningverlenende overheid kan afwijkingen toestaan op de voorschriften in DEEL 2 RUIMTELIJKE KWALITEIT en DEEL 3 TECHNISCHE KWALITEIT van deze verordening.
De afwijking kan worden toegestaan omwille van o.a. de grote omvang van het project, zijn erfgoedwaarde, de voorgestelde innovatieve en verbeterende oplossing of
conflicterende en onoplosbare voorwaarden vanuit andere of sectorale regelgeving.
De afwijking kan pas toegestaan worden indien de vergunningverlenende overheid oordeelt dat door de afwijking voorgestelde werken minstens gelijkwaardig zijn aan de toegelaten werken voorgesteld in de overige voorschriften van deze bouwcode. De gelijkwaardigheid dient beschouwd te worden over het geheel van deze voorschriften en dus bijeengenomen minstens dezelfde mate van veiligheid, leefbaarheid, beeldkwaliteit en duurzaamheid garanderen en dit zowel voor het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft, als voor de ruimere omgeving.
De afwijking dient tevens in overeenstemming te zijn met de goede plaatselijke
ruimtelijke ordening en, indien van toepassing, de historische waarde van het gebouw of het stadsgezicht.
§2 Motivatie afwijkingen
De motiveringsnota is een informatief document horend bij de vergunningsaanvraag dat de afwijking bij een aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning beschrijft en motiveert.
De motiveringsnota moet duidelijkheid geven over de gewenste afwijking(en) van het project ten opzichte van de verordening. De motiveringsnota beschrijft de motieven die aanleiding geven tot de vraag tot afwijking. Ze beschrijft de te verwachten impact van deze afwijkingen op de kwaliteiten die door de verordening worden beoogd voor het project en de omgeving. Hierbij komen minimaal volgende elementen aan bod:
een opsomming van de bepalingen van de algemene bouwverordening waarvan wordt afgeweken;
de aard en de omvang van alle afwijkingen;
een duidelijke en expliciete motivering voor de afwijkingen, waarbij de aanvrager aantoont of beschrijft;
waarom niet aan de betreffende bepalingen wordt voldaan;
of de afwijking(en), zowel voor het gebouw op zich als voor de ruimere omgeving, een verbetering betekent(en);
of de achterliggende logica en doelstelling van de betreffende voorschriften gerespecteerd worden;
of de in de afwijking voorgestelde werken minstens gelijkwaardig zijn aan de toegelaten werken voorgesteld in de overige voorschriften van deze bouwcode en dus minstens dezelfde mate van veiligheid, leefbaarheid, beeldkwaliteit en duurzaamheid bieden;
of in het geval van een regularisatie: de feitelijke en juridische historiek van het dossier.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een
overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
De regelgeving betreffende de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een verminderde beweeglijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Beoordeling
Voorliggende aanvraag omvat het verbouwen van een handelspand.
Het betreft een pand in een gesloten bebouwing met drie bouwlagen onder een plat dak.
De aanvraag betreft het verbouwen van het handelsgelijkvloers en de tweede verdieping.
Op het gelijkvloers wordt de winkelruimte vergroot, de overige ruimte zal dienst doen als magazijn. De tweede verdieping wordt heringedeeld. Vooraan wordt de leefruimte met open keuken voorzien. Achteraan zal de slaapkamer gerealiseerd worden. Tussen de traphal en de slaapkamer wordt de badkamer voorzien. De voorgevel blijft ongewijzigd.
De eerste verdieping maakt geen deel uit van de aanvraag.
De stedenbouwkundige geschiktheid van het ontwerp dient te worden beoordeeld aan de hand van de geldende en verordenende voorschriften. Vastgesteld wordt dat de aanvraag in strijd is met artikel 27, handelend over de open ruimte. Met toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan in voorliggend geval een afwijking worden toegestaan op voornoemd artikel, gezien de voorziene commerciële functie met achtergelegen magazijn. Daarenboven blijft het vergund volume integraal behouden.
Bij het beoordelen van de aanvraag behoort het tevens tot de autonome bevoegdheid van de vergunning verlenende overheid te oordelen of een bouwwerk verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening.
De uitbreiding van het handelsgelijkvloers is functioneel inpasbaar in de omgeving. De woning op de tweede verdieping zal na de verbouwing voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De bestemmingswijziging alsook de geplande verbouwingswerken zijn vanuit stedenbouwkundig standpunt aanvaardbaar.
De aanvraag is, mits naleven den de gestelde voorwaarden, vatbaar voor vergunning.
Conclusie
De stedenbouwkundige vergunning kan worden verleend aan de aanvrager die er toe gehouden is de voorwaarden uit het aangehecht advies van brandweer strikt na te leven.
7 / 8 Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen
info@stad.antwerpen.be
Datum: 04/03/2015
Geert De Grave Wim Van Roosendael Maryse Gys Sarah Lagrillière gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar
Renke Brijs architect