Vraag nr. 23
van 29 november 2001
van de heer FRANCIS VERMEIREN Eénloketsysteem – Stand van zaken
Bij het opmaken van een notariële akte waarbij een onroerend goed wordt overgedragen aan een nieuwe eigenaar door middel van aan- en verkoop of schenking, dient de notaris een aantal gegevens toe te voegen met betrekking tot de oorsprong van het goed, de stedenbouwkundige situatie en ande-re.
Hiervoor moet de notaris zich dan richten tot het g e m e e n t e- of stadsbestuur van de plaats waar dit onroerend goed zich bevindt.
Men zou kunnen verwachten dat de vraag van een notaris door de administratie aan de betrokken diensten wordt bezorgd, eventueel met het verzoek de informatie te laten geworden aan de betrokken n o t a r i s, dit alles in het kader van het "éénloketsys-teem" zoals vermeld in het regeerakkoord van de Vlaamse regering van juli 1999, deel 1, hoofdstuk 1, punt 2 : "Een geïntegreerd loket voor de gemeen-t e l i j k e, provinciale en Vlaamse diensgemeen-tverlening" (Stuk 31 (1999) – Nr. 1, blz. 14 – red.).
De werkelijkheid ziet er echter helemaal anders u i t . Zo verwijst de administratie van de stad A n t-werpen naar de adressen van de verschillende diensten waar die gegevens kunnen worden opge-vraagd.
1. Werden aan de gemeenten reeds onderrichtin-gen gegeven in verband met het uitwerken van het "éénloketsysteem" ?
2. Werd er reeds een termijn bepaald voor het re-aliseren van het integratieproces en de doorge-dreven samenwerking tussen de administraties van de verschillende overheidsniveaus ?
Antwoord
Vooraleer concreet in te gaan op de vragen van de Vlaamse volksvertegenwoordiger, wens ik op te merken dat, ondanks het feit dat de steden de afge-lopen twee decennia fors in telematica hebben g e ï n v e s t e e r d , de return voor de burger inderdaad nog te beperkt is gebleven. De steden en gemeen-ten hebben in de eerste plaats de bureaucratische procedures geautomatiseerd, maar niet altijd de processen zelf in vraag gesteld of herdacht uit het oogpunt van het te bereiken doel.
Als we de kwaliteit van de dienstverlening aan de burger willen opdrijven, zullen we vanuit de over-heid zelf moeten differentiëren. Naarmate de be-hoefte van de klant, zullen het productengamma en de wijze waarop het verworven kan worden, m o e-ten worden aangepast. Service op maat veronder-stelt in de eerste plaats een inzicht in het profiel van de klant.
Wat nu de concrete vragen van de Vlaamse volks-vertegenwoordiger betreft.
1. Het e-governmentprojectteam, gevormd in het najaar van 2001, heeft de visie, de missie en het concept voor e-government in Vlaanderen gefi-n a l i s e e r d . Deze strategische visie wordt bespro-ken in de stuurgroep e-government en wordt nadien behandeld in de Vlaamse regering. De visie is uitgewerkt rond een tiental thema's waarbij "communicatie" de leidraad is.
Naast het definiëren van deze uitgangspunten, start het e-governementprojectteam eveneens met twee communicatieprojecten. Het betreft projecten waarbij de lokale overheden inzichten worden bijgebracht van hoe de nieuwe media gebruikt kunnen worden om direct merkbare en zichtbare resultaten te leveren op het vlak van de kwaliteit van de dienstverlening aan de bur-ger en het bedrijfsleven. Hierover werden reeds de nodige afspraken met de VVSG gemaakt. (VVSG : Vereniging van Vlaamse Steden en Ge -meenten – red.)
2. Nadat de regelgeving, de procedures en de pro-cessen gerationaliseerd zijn, kan er gestart wor-den met een telematicabovenbouw in de vorm van een geïntegreerd competence center met een integrale visie op de e-dienstverlening en die onderbouw welke de gemeenschappelijke dataverwerking en gegevensuitwisseling bevat. De verscheidene intercommunales die de gmeentelijke telematica operationaliseren, m o e-ten hierbij ernstig samenwerken, ook weer van-uit een conceptuele aanpak.
van-uit de logica van de consument van overheids-producten.