• No results found

Openbare versie van het BESLUIT INZAKE LIJNTESTEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Openbare versie van het BESLUIT INZAKE LIJNTESTEN"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Openbare versie van het

BESLUIT INZAKE LIJNTESTEN

BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT OP BASIS VAN ARTIKEL 4 VAN DE VERORDENING 2887/2000 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VAN 18 DECEMBER 2000 INZAKE ONTBUNDELDE TOEGANG TOT HET AANSLUITNETWERK EN ARTIKEL 6.10 VAN DE TELECOMMUNICATIEWET

OPTA/IBT/2002/204370

‘s-Gravenhage, 13 december 2002

A. Inleiding

1. Onderhavig besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) betreft de verplichtingen die KPN Telecom B.V. (hierna: KPN) heeft ter zake van het technisch testen van geheel of gedeeltelijke ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk. B. Achtergrond

2. Op 29 juni 2001 heeft het college het “KPN Telecom Referentieaanbod Toegang tot het Aansluitnet”, versie 2.0, mei 2001, beoordeeld1. Met deze beoordeling werd beoogd om,

vooruitlopend op de bevoegdheid van het college om wijzigingen in het referentieaanbod voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten (hierna: RA ULL) op te leggen, KPN en andere aanbieders inzicht te geven in de wijze waarop het college het RA ULL zal beoordelen. Bij dit oordeel heeft het college aangekondigd het RA ULL van KPN na

inwerkingtreding van artikel 6.10 van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) opnieuw te zullen beoordelen.

3. In het navolgende besluit wordt allereerst het wettelijk en regelgevend kader weergegeven. Daarna zal kort worden ingegaan op het oordeel van het college van 29 juni 2001 en het huidige aanbod van KPN aangaande het testen van de aansluitlijn. Daarop volgend zal het college zijn

overwegingen ter zake verwoorden. Tot slot zal het college zijn besluit weergeven. C. Wettelijk en regelgevend kader

4. Op 2 januari 2001 is de Verordening 2887/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk2 (hierna: Verordening) van kracht geworden. De verplichtingen, welke op basis van de Tw in Nederland reeds grotendeels met betrekking tot het bieden van ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk voor KPN geldig waren, worden door middel van de Verordening op Europees niveau geüniformeerd. In de Verordening

1 Oordeel van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het referentieaanbod voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnet en bijbehorende faciliteiten d.d. 29 juni 2001,

OPTA/IBT/2001/201679

2 Verordening(EG) Nr, 2887/2000 van het Europese Parlement en de Raad van 18 december 2000 inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk (Pb EG 2000 L 336/4).

(2)

wordt het bieden van ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk verplicht gesteld voor die netwerkexploitanten, welke zijn aangewezen als exploitanten met een aanmerkelijke macht op de markt van vaste openbare telefoonnetwerken. Bij wet van 14 september 2001 tot wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit3 ter uitvoering van deze Verordening is de Tw gewijzigd in die zin dat het nieuwe artikel 6.10 in de Tw is

ingevoerd. Artikel 6.10 van de Tw bepaalt onder andere dat het college de nationaal regelgevende instantie is als bedoeld in artikel 4 van de Verordening.

5. Ingevolge artikel 2, onder a, van de Verordening wordt onder aangemelde exploitant verstaan: exploitanten van vaste openbare telefoonnetwerken die door de nationale regelgevende instantie zijn aangemeld als beschikkende over een aanmerkelijke marktmacht op de markt van de levering van vaste openbare telefoonnetwerken uit hoofde van bijlage I, deel 1, van Richtlijn 97/33/EG of van Richtlijn 98/10/EG. KPN is aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht4 als bedoeld in artikel 6.4 van de Tw en is derhalve aan te merken als de aangemelde exploitant zoals bedoeld in de Verordening.

6. Op grond van artikel 3, eerste lid, van de Verordening dient de aangemelde exploitant per 31 december 2000 een referentieaanbod voor ontbundelde toegang tot haar aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten te publiceren dat ten minste de in de bijlage bij de Verordening genoemde punten bevat, en dit regelmatig bij te werken. Het aanbod dient in voldoende mate ontbundeld te zijn, zodat de ontvanger niet hoeft te betalen voor onderdelen of faciliteiten van het netwerk die niet nodig zijn om zijn diensten te verlenen, en bevat een beschrijving van de verschillende onderdelen en de respectieve voorwaarden en tarieven.

7. Op grond van artikel 3, tweede lid, van de Verordening dienen de aangemelde exploitanten per 31 december 2000 elk redelijk verzoek van een ontvanger om ontbundelde toegang tot hun

aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten onder transparante, billijke en niet-discriminerende voorwaarden in te willigen. Een verzoek om ontbundelde toegang kan alleen worden afgewezen op grond van objectieve criteria die betrekking hebben op de technische haalbaarheid of de noodzaak om de integriteit van het netwerk te handhaven. De aangewezen aanbieder dient voorts faciliteiten te leveren die gelijkwaardig zijn aan die, welke zij aan haar eigen diensten of haar geassocieerde ondernemingen levert, en dit volgens dezelfde voorwaarden binnen dezelfde termijnen.

8. Artikel 3, derde lid, van de Verordening bepaalt dat de aangemelde exploitant de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten op basis van kostenoriëntatie dient aan te rekenen. Ingevolge het nieuwe artikel 6.10, derde lid, van de Tw dient de aangemelde exploitant ter zake een systeem voor de toerekening van de kosten van ontbundelde toegang tot

3 Staatsblad 2001, nr. 431.

4 AMM-aanwijzing vaste openbare telefonie (artikel 6.4 Tw), OPTA/EGM/2000/202722, 15 november 2000, welke is gecontinueerd in Continuering AMM-aanwijzing vaste openbare telefonie, OPTA/EGM/2001/203016, 10 december 2001

(3)

het aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten op te stellen. Dit systeem behoeft de goedkeuring van het college.

9. In artikel 4, tweede lid, van de Verordening is onder meer bepaald dat de nationaal regelgevende instantie in gerechtvaardigde gevallen wijzigingen van het referentieaanbod voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten kan opleggen. Het college kan, indien gerechtvaardigd, op basis van artikel 4, derde lid, Verordening op eigen initiatief optreden om non-discriminatie, eerlijke concurrentie, economische doeltreffendheid en een maximaal nut voor de gebruikers te waarborgen.

D. Oordeel van het college van 29 juni 2001

10. In zijn oordeel van 29 juni 2001 heeft het college KPN onder dictumpunt 22 het volgende opgedragen:

“KPN dient een transparant, non-discriminatoir en kostengeoriënteerd aanbod op te nemen in het RA ULL voor het uitvoeren van lijntesten. KPN dient daarbij aan te geven tegen welke condities, voorwaarden en tarieven een lijntest kan worden uitgevoerd, welke parameters daarbij gemeten (kunnen) worden, op welke termijn na indiening van het verzoek om een lijntest deze wordt uitgevoerd, wanneer en op welke wijze de resultaten aan de aanbieder kenbaar worden gemaakt en wat de gevolgen zijn bij niet-nakoming van afspraken.” E. Referentie Aanbod KPN, juni 2002

11. Eén van de elementen in het RA ULL van KPN, gedateerd 13 juni 2002, betreft het tarief voor de uitvoering van het MIP 7 informatieproduct5. Het tarief bedraagt € 22,69. KPN heeft hierin aangegeven dat dit product gebruik maakt van een Vier-tel meting.

12. In de 'Offer for MDF access services tariff schedule'6 van 12 juni 2002 is een bedrag van € 22,69 opgenomen voor een 'Access line test' in de door KPN beschreven PTL, ITL, ATL, HTL, en STL (allen tezamen hierna: xTL) en ASL diensten (alle deze testen hierna: 'access line tests'). Deze testen maken eveneens gebruik van de Vier-tel meting7.

13. In bovengenoemde tariff schedule is een dienst 'Incorrect fault test report' opgenomen. Dit tarief wordt aan een aanbieder in rekening gebracht indien de aanbieder bij een foutmelding een verkeerd testrapport heeft ingeleverd. Dit tarief bedraagt € 49,92. KPN heeft tijdens een presentatie8 aangegeven dat dit tarief in het eerstvolgende referentieaanbod zal vervallen.

5 Kwaliteit/Lengte meting per toegangslijn [KPN-MIP7], 13 juni 2002 6 MDF 2001_3.2 van 12 juni 2002

7 Aangegeven tijdens een presentatie op 7 oktober ten kantore van OPTA 8 Zie voetnoot 7

(4)

F. Overwegingen

College is bevoegd een besluit te nemen inzake lijntesten

14. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de Verordening jo. artikel 6.10, tweede lid, van de Tw is het college bevoegd om in gerechtvaardigde gevallen wijzigingen van het referentieaanbod voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten op te leggen, met inbegrip van tariefwijzingen. Derhalve is het college bevoegd om wijzigingen in het RA ULL van KPN van 13 juni 2002 en het "Offer for MDF access services tariff schedule" van 12 juni 2002 op te leggen.

15. Lijntesten kunnen verschillende doelen dienen, te weten 1.) het verschaffen van informatie en karakteristieken van de betreffende aansluitlijn, 2.) het onderzoeken of de oplevering van een aansluitlijn correct verlopen is en 3.) het gebruik voor het lokaliseren van een storing. Het college zal het besluit over de lijntesten in de voornoemde drie categorieën uitsplitsen.

Ad 1: Informatie over de aansluitlijn: MIP 7 en 'access line tests'

16. Indien een aanbieder gebruik wil maken van een aansluitlijn van het aansluitnetwerk is het voor de aanbieder van belang inzicht te hebben in de technische eigenschappen van de betreffende lijn. De kennis over de lengte van de aansluitlijn is bijvoorbeeld van belang voor het aanbieden van diensten die gebruik maken van het buiten de spraakband liggende deel van het

frequentiespectrum, zoals xDSL. Een aanbieder kan slechts zekerheid hebben of een dienst aan een gebruiker aangeboden kan worden indien hij op de hoogte is van deze technische eigenschappen. Daartoe is in de bijlage, onderdeel A, onder 3, van de Verordening vastgesteld dat in het door de exploitant te publiceren referentieaanbod "technische voorwaarden die verband houden met toegang tot het gebruik van aansluitnetwerken, met inbegrip van de technische kenmerken van de getwiste metaaldraden van het aansluitnet" dient te worden opgenomen.

17. Het college is van mening dat KPN hieraan gedeeltelijk invulling heeft gegeven door het opnemen van het informatieproduct ‘MIP 7’ in het RA ULL. Dit informatieproduct geeft aan, door middel van een zogenaamde Vier-tel meting, wat de technische kenmerken van de metaaldraden zijn, zoals de lengte tot het netwerkaansluitpunt en de capaciteit en de elektrische isolatie tussen de

metaaldraden. Het resultaat van deze test is een elektronisch meetrapport dat toegezonden wordt aan de aanvrager. De doorlooptijd van deze test bedraagt maximaal 24 uur.

18. Het tarief van het MIP 7 product dient, zoals beschreven in artikel 3, eerste lid, van de

Verordening, onderdeel te zijn van het referentieaanbod. KPN heeft een tarief vastgesteld van € 22,69. Dit tarief dient, krachtens artikel 3, derde lid, van de Verordening gebaseerd te zijn op kosten. KPN is tot op heden terughoudend gebleken in het verstrekken van een onderbouwing van

(5)

de opbouw van dit tarief9 en voldoet hiermee naar oordeel van het college niet aan de Verordening. Het college is daarom van oordeel dat KPN een onderbouwing van het tarief dient te verstrekken. Deze onderbouwing dient te geschieden conform de EDC beginselen.

19. Het college constateert dat het huidige tarief van het MIP 7 informatieproduct niet

kostengeoriënteerd is. Het MIP 7 informatieproduct maakt gebruik van een Vier-tel meting. De Vier-tel meting is een meetsysteem, verbonden aan de telefoonswitches van KPN, dat door KPN gebruikt kan worden om storingen op telefoonlijnen te lokaliseren. Indien een telefonie-eindgebruiker van KPN een storing meldt bij de storingsdienst van KPN, kan de telefonist direct geautomatiseerd deze lijntest uitvoeren. Tevens is het bekend dat KPN periodiek met dit

meetsysteem de aansluitlijnen doormeet om de kwaliteit van de telefoniedienst te garanderen10. 20. Het college trekt hieruit twee conclusies. Enerzijds maakt KPN zelf veelvuldig gebruik van het

Vier-tel meetsysteem. Indien het huidige tarief van het MIP 7 product, en de daarbij behorende Vier-Vier-tel meting, kostengeoriënteerd zou zijn, zou het grootste gedeelte van het telefonietarief gebruikt worden om het Vier-tel systeem in stand te houden. Uit de ONP rapportages blijkt dat dit niet het geval is en het college concludeert derhalve dat het huidige tarief van het MIP 7 product niet op kosten is gebaseerd. Anderzijds is het Vier-tel systeem onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering van KPN betreffende spraaktelefonie. KPN is gerechtigd de kosten van het Vier-tel systeem in haar kostentoerekening-systematiek mee te berekenen, zoals ze in haar ONP rapportages aangeeft. Aangezien het Vier-tel systeem voor de telefoniedienst is aangeschaft, is het college ervan overtuigd dat KPN de kosten van het Vier-tel systeem in de opbouw van het tarief van de telefoniedienst verweven heeft. In feite zijn de kosten van het Vier-tel systeem dan al volledig gedekt. De marginale kosten voor het MIP 7 informatieproduct bestaan dan slechts uit de

behandeling en terugkoppeling van de aanvraag, die elektronisch geschiedt. Bij de storingsdienst van KPN kan de telefonist binnen XXXX de Vier-tel test uitvoeren en het resultaat oplezen. 21. Zoals eerder genoemd, is door gebrek aan informatie van KPN het voor het college niet mogelijk

het door KPN opgegeven tarief van het MIP 7 informatieproduct te beoordelen. Het college constateert dat het tarief dat door KPN is opgegeven, te hoog is. Het college gaat daarom over tot het vaststellen en opleggen van het tarief.

22. Het college onderbouwt het tarief als volgt. Het tarief van het MIP 7 informatieproduct kan in twee componenten opgedeeld worden. Het eerste component bevat de arbeidskosten. Zoals eerder is opgemerkt kan een gekwalificeerd persoon een MIP 7 test in ongeveer XXXX uitvoeren. Tevens dient de aanvraag administratief verwerkt te worden. Het college is van mening dat deze werkzaamheden in geen geval meer dan XXXX in beslag kan nemen. De kosten voor dit component, uitgaande van

9 Het college heeft KPN om de betreffende onderbouwing verzocht op 26 augustus 2002 (OPTA/IBT/2002/202481), 20 september 2002 (OPTA/IBT/2002/202760) en 30 oktober 2002 (OPTA/IBT/2002/203466). KPN geeft in haar reacties (met respectievelijke referenties R/02/4/0153 en R/02/U/0204) aan dat zij van mening is dat het college de noodzaak van een dergelijke onderbouwing niet aangetoond heeft.

10 Bijvoorbeeld rapport 'Onderzoeksrapport betreffende geschillen over de hoogte van telefoonnota's', 3 maart 1993, N.V. KEMA

(6)

een uurtarief van XX11, zijn dan € 3,75. Het tweede component bevat de kosten van het Vier-tel meetsysteem. Zoals eerder is aangegeven is het college van mening dat de marginale kosten voor het gebruik van het Vier-tel meetsysteem minimaal zijn en dat bovendien deze kosten reeds zijn gedekt door de tarieven van de telefoniedienst.

23. Het college stelt daarom het tarief van het MIP 7 informatieproduct vast op € 3,75.

24. De 'access line tests', zoals genoemd in randnummer 12, dienen voor hetzelfde doel als het MIP 7 informatieproduct, namelijk inzicht verkrijgen in de eigenschappen van de betreffende aansluitlijn. Deze test kan immers alleen worden uitgevoerd voordat de lijn van de telefoonswitch over wordt gezet naar de door KPN beschreven xTL dienst. Hierna is deze test niet meer beschikbaar.

Aangezien de 'access line test' in doel en technische uitvoering (namelijk de vier-tel meting) gelijk is aan het MIP 7 informatieproduct, geldt voor de 'access line test' eveneens dezelfde

bevoegdheden van het college, zoals beschreven in randnummer 14, en het tarief, zoals beschreven in randnummer 23, als voor het MIP 7 informatie product.

Ad 2. Lijntesten bij levering

25. De ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk is een door KPN gedefinieerde dienst die aan een aanbieder geleverd wordt. KPN is in principe eindverantwoordelijk om de ontbundelde toegang in goede orde op te leveren. Het is immers KPN die de werkzaamheden hiervoor uitvoert.

26. Het tarief voor de levering van ASL, xTL en NLS ontbundelde lijnen is reeds beoordeeld in de EDC kostentoerekeningssystematiek en de hieruit voortvloeiende tarieven van 27 juni 2002. Uit de onderliggende documenten (ondermeer de EDC V herberekening van 24 juni 2002, alsmede de diverse in het kader van de EDC beoordeling aangeleverde annexen) blijkt dat in de tarieven voor de oplevering voor alle typen lijnen, een kostencomponent voor testwerkzaamheden is opgenomen, ter grootte van [€ 25,58].

27. KPN heeft in haar presentatie van 7 oktober 2002 aangegeven dat zij niet altijd gebruik maakt van lijntesten bij levering van ASL en NLS. In een schriftelijke reactie12 van 11 november 2002 geeft zij echter aan dat zij wel altijd de betreffende lijntest uitvoert. KPN vermeldt hierbij dat ze

verschillende methodieken tot haar beschikking heeft om de betreffende testen uit te voeren, te weten de kiestoontest bij levering van een ASL lijn en een test met een pieper bij levering van een NLS lijn. KPN geeft tevens aan dat ze het niet zinvol acht om een meetrapport van deze testen op te leveren aangezien ze een eventuele geconstateerde fout direct herstelt, alvorens er sprake is van definitieve oplevering van de lijn aan de aanvrager.

11 Zie EDC rapportages

(7)

28. Door de tegenstrijdige informatie die het college van KPN heeft ontvangen, gecombineerd met het feit dat het college eerder van marktpartijen heeft vernomen13 dat een groot aantal leveringen technisch niet correct zijn uitgevoerd, twijfelt het college aan de stelling van KPN dat in alle gevallen een test uitgevoerd wordt. Het is voor het college in de huidige situatie ook niet mogelijk te controleren of een test daadwerkelijk in alle gevallen wordt uitgevoerd. Het beste bewijs dat de test daadwerkelijk is uitgevoerd is het opleveren van een meetrapport. KPN geeft hierover aan dat een meetrapport onnodig kostenverhogend werkt.

29. Hoewel het college onderkent dat met de eerdergenoemde testen niet alle technische fouten ondervangen kunnen worden, acht het college het in het licht van de gewenste hoge

opleverkwaliteit van ontbundelde lijnen gewenst dat er in alle gevallen een lijntest wordt

uitgevoerd, conform de voor die specifieke levering meest toereikende methodiek. Daar waar nodig dient dit expliciet in de werkprocedures van KPN opgenomen te worden, waarbij ook het resultaat van de uitgevoerde lijntest vastgelegd dient te worden, zodat de handeling in voorkomende gevallen aangetoond, dan wel gecontroleerd kan worden, bijvoorbeeld in het kader van de Service Niveau Overeenkomsten tussen KPN en marktpartijen.

30. Het college is van mening dat het aan KPN is om aan te tonen dat zij een lijn correct heeft

opgeleverd. De ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk wordt immers door KPN geleverd. Het is dus niet de taak van de aanbieder om aan te tonen, met bijvoorbeeld een meetrapport, dat KPN een fout bij het leveren heeft gemaakt. KPN dient alle klachten omtrent foutieve levering te onderzoeken. KPN kan in dit geval geen meetrapport, betreffende de aansluitlijn, verlangen alvorens een onderzoek naar de foutieve oplevering te starten. Dit is in tegenstelling tot het referentie aanbod14, waarin gesteld is dat een aanbieder zelfs al bij oplevering een fysieke lijntest dient uit te voeren.

31. Het college is van oordeel dat in de gevallen waarin KPN geen test of meting uitvoert, de kosten voor de testen uit het tarief voor de levering van de lijn geschrapt dienen te worden. Daarnaast is het college van mening dat KPN dient aan te tonen dat in alle gevallen in de reeds in rekening gebrachte tarieven voor de oplevering voor alle typen lijnen, terecht een kostencomponent voor testwerkzaamheden is opgenomen en dat er ook daadwerkelijk lijntesten zijn uitgevoerd, waarbij een onderscheid gemaakt dient te worden tussen de verschillende type meetmethodieken. Indien KPN niet onomstotelijk kan aantonen dat terecht een kostencomponent voor testwerkzaamheden is opgenomen, is het college van mening dat het tarief met terugwerkende kracht

dienovereenkomstig verlaagd dient te worden.

13 Bijvoorbeeld brief BabyXL aan KPN CS, 9 juli 2002 14 Operations and maintenance manual, hoofdstuk 5.4.2

(8)

Ad 3. Lijntesten bij service en instandhouding

32. Het college definieert een storing van een ontbundelde aansluitlijn als een ontbundelde

aansluitlijn die niet functioneert en die voorheen wel gefunctioneerd heeft. Indien de ontbundelde aansluitlijn nog niet gefunctioneerd heeft en ook niet functioneert, dan is dit onderdeel van het leveringsproces.

33. Een klant, van bijvoorbeeld een breedbanddienst, kan bij een storing de aanbieder van de dienst op de hoogte stellen. Het college is van mening dat in eerste instantie op deze aanbieder de plicht rust om in alle redelijkheid aan te tonen dat de oorzaak van de storing zich niet in zijn dienst bevindt, voordat een storing bij KPN wordt aangemeld. De aanbieder dient over meetapparatuur en testmethoden te beschikken die deze analyse mogelijk maken, maar dit gaat echter niet zo ver dat een aanbieder gehouden is ook de fysieke aansluitlijn door te meten.

34. Wanneer een storing aan KPN wordt gemeld is het de taak van KPN om, met bijvoorbeeld een lijntest, de fout op de betreffende aansluitlijn te lokaliseren of uit te sluiten. De ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk valt tenslotte onder de verantwoordelijkheid van KPN waarvoor ze een maandelijkse vergoeding ontvangt.

35. Wanneer geconstateerd wordt dat na aanmelding bij KPN storingen toch regelmatig in het domein van de aanbieder zelf liggen, dan worden testen of storingsanalyse door de aanbieder blijkbaar niet consequent of goed uitgevoerd. Dit wordt echter vanzelf zichtbaar in de rapportages op basis van de tot stand te komen Service Niveau Overeenkomst van Service en Instandhouding, waarbij consequenties in dat kader besproken zullen worden. Dit betekent tevens dat het ‘incorrect fault test report’ en de hieraan verbonden tariefstelling uit het RA ULL dient te vervallen, zoals reeds door KPN is aangekondigd.

(9)

G. Samenvatting

36. Het college is krachtens artikel 4, tweede lid, onder a, van de Verordening bevoegd wijzigingen van de voorwaarden en de tarieven betreffende lijntesten in relatie tot de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk op te leggen.

37. Op grond van bovengenoemde overwegingen is het college van oordeel dat het huidige RA ULL van KPN niet voldoet aan de daartoe bij de Verordening en het oordeel van 29 juni 2001 gestelde eisen, omdat:

a) KPN het MIP 7 informatieproduct en de 'access line tests' niet heeft voorzien van een kostengeoriënteerd tarief;

b) de uitvoering van een lijntest door KPN bij oplevering van de lijnen niet expliciet in het RA ULL, dan wel de werkprocedures is opgenomen, terwijl er wel in alle gevallen een tarief wordt gerekend;

c) dat de verantwoordelijkheid voor uitvoering van de lijntest bij levering bij de afnemer van de lijn gelegd wordt;

d) de uitvoering van een lijntest bij storingsmelding niet expliciet, dan wel op juiste wijze, is opgenomen in de afspraken met aanbieders.

H. Dictum

38. Het college legt KPN hierbij krachtens artikel 4, onderdeel 2, onder b, van de Verordening op een kostengeoriënteerd tarief voor het MIP 7 informatieproduct te berekenen, conform een door het college goed te keuren kostentoerekeningssystematiek. KPN dient dit tarief plus onderbouwing binnen vier weken na dagtekening van dit besluit aan het college te doen toekomen.

39. Het gestelde onder randnummer 38 geldt eveneens voor het tarief van de 'access line tests'. 40. KPN dient binnen vier weken na dagtekening van dit besluit onomstotelijk aan te tonen dat zij bij

oplevering van een ASL, xTL en NLS lijn, lijntesten uitvoert en welke meetmethodieken zij daarbij gebruikt. In het geval KPN dit niet kan aantonen zal de kostencomponent voor testen door het college uit het tarief van levering geschrapt worden.

41. KPN dient binnen vier weken na dagtekening van dit besluit de voorwaarden in haar

referentieaanbod met betrekking tot de toegang tot het aansluitnet zodanig aan te passen dat: a) het tarief van het MIP 7 informatieproduct in de "Dienstbeschrijving MDF Info Products" het

door het college vastgestelde tarief van € 3,75 bedraagt;

b) het tarief van de 'access line test' in de "Offer for MDF Access Services, Tariff Schedule" van de door KPN opgegeven xTL en ASL diensten het door het college vastgestelde tarief van € 3,75 bedraagt;

c) bij oplevering van een ASL, xTL en NLS lijn, lijntesten worden uitgevoerd en ze dient dit desgewenst in alle gevallen aan te kunnen tonen;

(10)

d) problemen met de ontbundelde aansluitlijnen die na levering nog niet gefunctioneerd hebben onderdeel zijn van het leveringsproces en dat de foutieve levering door de aanbieder zonder uitvoering van een lijntest aangemeld kan worden;

e) storingsopheffing zal plaatsvinden zonder de voorwaarde te stellen dat een aanbieder deze dient te melden met een meetrapport van een lijntest, maar nadat de aanbieder op enigerlei wijze kan aantonen dat de storing zich niet in zijn domein bevindt.

42. De voorwaarden die genoemd zijn onder randnummer 41 worden met ingang van dagtekening van dit besluit van kracht.

, zulks met inachtneming van al hetgeen het college in het onderhavige besluit heeft overwogen.

Hoogachtend,

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

dr. J. Huigen

hoofd van de afdeling Interconnectie en Bijzondere toegang.

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90240

2509 LK Den Haag

onder vermelding van “Bezwaarschrift”.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en dient in ieder geval de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar te bevatten. Zo mogelijk dient een afschrift van het besluit en de overige op het bezwaar betrekking hebbende stukken te worden meegezonden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

KPN dient binnen twee weken na dagtekening van dit besluit en met inachtneming van de overwegingen van dit besluit aan Cistron een volledig aanbod te doen voor

Voor zover het personeelsadvertenties betreft met een regionaal of lokaal bereik (en dus niet een onderdeel van een landelijke advertentiecampagne) lijkt aannemelijk dat hierdoor

UPC verzoekt primair te bepalen dat KPN Telecom voor 28 juni 2000 geen transitvergoeding mocht vragen voor het afwikkelen van verkeer naar het mobiele netwerk van KPN Telecom dan

In Overweging 7 van de Verordening wordt gesteld dat een redelijk verzoek om ontbundelde toegang impliceert dat de toegang noodzakelijk is voor het verlenen van de diensten van

39. Met het mogelijk maken van nummerportering hebben aanbieders, waaronder KPN grote investeringen moeten doen. Het college dient terughoudend te zijn met het opleggen van

100.000,- per dag, binnen 10 dagen na dagtekening van het besluit van het college het mogelijke verschil te betalen tussen enerzijds het bedrag dat KPN aan Energis heeft betaald voor

· aanbieders op grond van artikel 6.2 lid 1, artikel 6.9 lid 2 juncto artikel 6.2 lid 1 2 alsmede artikel 6.10 lid 5 juncto artikel 6.2 lid 1 3 van de Tw verplicht zijn

Uit het verzoek van Tele2 leidt het college af dat haar C(P)S diensten niet alleen mógelijk worden door bijzondere toegang voor gebruikers die beschikken over een aansluiting op