BESLUIT
Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.Auteur Interne termijn Externe termijn Medeparaaf en datum
Datum Informatiekopie aan Prismanummer
9-10-2008 DM
Archief Griffier/ FEZ
Nummer 6522/ 8
Betreft zaak: Konica Minolta Printing Solutions - Kopieersystemen Nederland
Openbare versie
Nederlandse Mededingingsautoriteit
1
Openbare versie
Datum ontvangst melding: 25 september 2008
1. Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Konica Minolta Printing Solutions Benelux B.V.(hierna: KMPS ), onderdeel van de Konica Minolta Groep, voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet, over Kopieersystemen Nederland B.V. (hierna: KN).
2. Na onderzoek van de melding en de daarbij ingediende gegevens heeft de Raad vastgesteld dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. De Raad heeft geen reden om aan te nemen dat de concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou kunnen belemmeren.
3. Partijen hebben verzocht een non-concurrentie- en relatiebeding (Non-competition and
non-solicitation clause) aan te merken als een nevenrestrictie. Het beding is neergelegd in artikel 11
van de bij de melding overgelegde koop- en verkoopovereenkomst van 23 september 2008.
4. Het non-concurrentie- en relatiebeding houdt (onder meer) in dat de verkoper, waartoe Kopieersystemen Nederland Beheer B.V. en de heer D.J. Compaan moeten worden gerekend, zich voor de duur van twee jaar zal onthouden van activiteiten die concurreren met de
handelsactiviteiten van KN, alsmede van (pogingen tot) het veroorzaken dat werknemers, afnemers, leveranciers van KN hun zakelijke relaties met haar verbreken.
Openbare versie
2
concurrerend handelen van de verkoper, teneinde in staat te zijn de volledige waarde van de overgedragen activiteiten te verwerven. Een non-concurrentie- en relatiebeding kan als rechtstreeks verbonden met en noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie en derhalve als nevenrestrictie worden beschouwd, indien deze dienstig is aan het legitieme doel een concentratie te verwezenlijken en de duur, het territoriale toepassingsgebied en de materiële draagwijdte ervan niet verder gaat dan wat daartoe redelijkerwijs nodig kan worden geacht.1
6. Het in de punten 3 en 4 omschreven non-concurrentie- en relatiebeding kan als rechtstreeks verbonden met en noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie en derhalve als nevenrestrictie worden aanvaard voor zover i) de geografische reikwijdte is beperkt tot het gebied waarbinnen de onderneming van KN actief is op het moment waarop de
concentratie tot stand wordt gebracht, ii) het zich niet verder uitstrekt dan tot de activiteiten die daadwerkelijk concurreren met de activiteiten van de onderneming van KN op het moment waarop de concentratie tot stand wordt gebracht, iii) voor zover het zich niet uitstrekt tot het verstrekken van leningen of andere vormen van krediet en iv) het gaat om werknemers met belangrijke know how betreffende de onderneming van KN en deze werknemers op het moment waarop de concentratie tot stand wordt gebracht in dienst zijn van de onderneming van KN .
7. Na onderzoek van de melding en de daarbij ingediende gegevens heeft de Raad vastgesteld dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. De Raad heeft geen reden om aan te nemen dat de concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou kunnen belemmeren.
8. Gelet op het bovenstaande deelt de Raad mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft, geen vergunning is vereist.
9. Gelet op de punten 3 tot en met 7 is de Raad van Bestuur van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit van oordeel dat, voor zover het in de punten 3 en 4 omschreven beding een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet niet geldt voor dit beding, met inachtneming van het in punt 7 gestelde.
Datum: 10-10-2008
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:
W.g. mr. N.M. Breen-Aartsen Directie Mededinging
Wnd. Clustermanager Handel, Diensten en Transport
1 Zie paragraaf III van de Bekendmaking van de Europese Commissie betreffende beperkingen die rechtstreeks verband
Openbare versie
3