jkl/kse auteur u dee 001 dossier
20080708 - planmerscreening_Molenhoek.doc bestand
Nota
8 september 2008 datum
Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Gemeente DEERLIJK: RUP 1.1 Molenhoek
1 Initiatiefnemer
Gemeente Deerlijk Harelbekestraat 27 8540 Deerlijk
2 Opdrachthouder
Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 8500 Kortrijk
3 Voorwerp
3.1 Het RUP is een plan
Het voorliggende plan is een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en valt onder de definitie plan zoals geformuleerd door het D.A.B.M.
3.2 Het RUP valt onder het toepassingsgebied
Het RUP vormt het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt en valt dus onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M.
3.3 Bepaling van de plicht tot opmaak van een Plan-MER
Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de Plan-MER-plicht:
Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten
Het RUP betreft een klein gebied van lokaal niveau
Het RUP betreft een kleine wijziging
Daar het RUP een kleine wijziging inhoudt (art. 4.2.3 §3 D.A.B.M.) wordt voor betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het aanzienlijke milieueffecten kan hebben.
Het RUP betreft geen plan, waar gelet op het mogelijk betekenisvolle effect op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van het artikel 36ter, §3, eerste lid van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het
natuurlijk milieu (titel IV, artikel 4.2.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen algemeen milieubeleid).
Daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de Plan-MER-plicht, wordt voor het betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het aanzienlijke milieueffecten kan hebben.
3 Beschrijving en verduidelijking van het plan 3.1 Ligging
Provincie West-Vlaanderen
Arrondissement Kortrijk
Gemeente Deerlijk
Deelgemeente Deerlijk
Situeringskaart
3.2 Feitelijke toestand
Het plangebied omvat het zuidoostelijk segment van de woonconcentratie Molenhoek en ligt langs belangrijke intercommunale verbinding (Kortrijk) - Deerlijk - Waregem.
Naast de Sint-Anna-kerk en het buurthuis De Wieke bevat het plangebied vooral woonwijken en enkele bedrijven.
De residentiele woonwijken zijn monofunctioneel zowel qua woonvorm (ééngezinswoningen), als qua typologie (alleenstaande en halfopen bebouwing).
De belangrijkste structuren binnen het plangebied zijn de bebouwing langs de Waregemstraat, waar naast het wonen als hoofdfunctie ook enkele nevenactiviteiten gevestigd zijn
(stapelplaatsen en bedrijven), de bebouwing langs de Breestraat, waar naast de woningen ook de kerk, de pastorij en het ontmoetingscentrum De Wieke gevestigd zijn en de zuiver
residentiele wijken rond de Ketsersstraat en de Wijmelbeekstraat.
3.3 Uitgangspunten en doelstellingen
Bij de algemene opties van de stedenbouwkundige ontwikkeling van de gemeente Deerlijk behoort het verhogen van aanbod van sociale woningbouw.
Daarom heeft de gemeente beslist om op de Molenhoek een project van sociale appartementenbouw te realiseren.
Dicht bij de kerk Sint-Anna werd een geschikte locatie gevonden. Zo ligt dit project praktisch in het centrum van de Molenhoek en op een vlotte verbindingsas naar het centrum van Deerlijk.
Om dit project mogelijk te maken, om de stedenbouwkundige randvoorwaarden daarvoor te formuleren en tenslotte om de actuele ontwikkelingen van de bredere omgeving te kunnen sturen, dienen de vigerende BPA’s herzien te worden.
De afbakening van het plangebied werd medebepaald door de situering van de tot op heden gekende problematieken en concrete knelpunten (zie verder).
Tevens wordt het plan opgesteld ter uitvoering van de opties van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Deerlijk, dat definitief werd goedgekeurd door de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen op 18 oktober 2007.
3.4 Voorgeschiedenis en eventueel reeds genomen beslissingen
Het voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt als herziening van 2 verschillende vigerende BPA’s:
BPA nr. 19 - Molenhoek, (K.B. 30.10.1978)
BPA nr. 19 - Molenhoek, wijziging A, (K.B. 07.10.1987). Voor welke activiteiten en/of projecten kan het plan het kader vormen.
3.5 Voor welke activiteiten en/of projecten kan het plan het kader vormen
bevestiging van de bestaande bebouwing en functies: wonen in ééngezinswoningen, kleine bedrijven, gemeenschapsvoorzieningen.
nieuwe bouwprojecten (wonen): sociale meergezinswoningen
beperkte uitbreiding bestaande bedrijven (volume en activiteiten)
heraanleg van publieke ruimte rond de kerk, aanleg van nieuwe wegen
3.6 Interferentie met andere plannen, projecten of activiteiten binnen of buiten de perimeter van het plan, voor zover in dit stadium al gekend
Het RUP geeft uitvoering aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de gemeente Deerlijk.
Zie 4.4 voorgeschiedenis
3.7 Beoordeling of het plan grens- of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben
Het plangebied is niet gelegen aan een (gewest)grens en zal geen grensoverschrijdend effect hebben.
3.8 Fase van opmaak van het plan of programma
Datum goedkeuring Startnota
Schetsontwerp X Maart 2008 Voorontwerp X September 2008 Ontwerp
Besluit
3.9 Plan - en procesevolutie: mogelijkheid tot planbijsturingen en mate van flexibiliteit
Bijsturingen van het RUP zijn nog mogelijk naar aanleiding van opmerkingen:
vanuit de verschillende adviserende instanties naar in kader van de screening (raadpleging betrokken instanties),
vanuit de plenaire vergadering en vanuit het openbaar onderzoek.
3.10 Bijdrage van het plan tot oplossingen van bestaande milieuproblemen
Er stellen zich geen milieuproblemen die binnen dit RUP behandeld worden.
3.11 Reeds geraadpleegde studies, bronnen, milieugegevens ….
Zie screening (punt 5) onder beschrijving referentiesituatie
3.12 Overzicht van mogelijke milieumaatregelen die vanaf het beginstadium worden ingecalculeerd
Naast de geldende wetgeving en reglementering zie screening (punt 5) onder milderende maatregelen.
De stedenbouwkundige voorschriften voorkomen en beperken de eventuele hinder en verstoring van de omgeving.
3.13 Leemten in de kennis volgens het stadium van het plan of programma-proces Zie screening (punt 5) onder leemten in de kennis
4 Inschatting van mogelijke aanzienlijke milieu-effecten (screening) 4.1 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten
4.1.1 Algemene methodiek
De screening van de milieu-effecten verloopt in drie stappen:
1. Voor een eerste inschatting van de milieueffecten worden in een
“ingreepeffectschema” de mogelijke activiteiten en werken die op basis van het plan kunnen plaatsvinden geëvalueerd op potentiële milieuhinder. Deze worden getoetst aan de verschillende effectdisciplines. De hinder kan van tijdelijke of permanente aard zijn en zal in die zin ook verschillend beoordeeld worden.
2. De beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan op de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed, het landschap, de mobiliteit en de samenhang tussen de genoemde factoren. De disciplines waar mogelijk een significant negatief effect verwacht wordt, worden verder uitgewerkt. Voor deze effectdisciplines wordt de referentiesituatie beschreven. Daarna worden de ingrepen en hun effect beschreven, aangevuld met remediërende maatregelen en eventuele leemten in de kennis.
3. Hieruit volgt een globale beoordeling van de effecten voor de verschillende effectdisciplines.
4.1.2 Ingreepeffectschema
Beschrijving ingreep in tijd en ruimte Eerste afweging ten opzichte van de effectdisciplines
Ingreep Omvang Duur Gezondheidvan demens Ruimtelijke ordening biodiversiteit, floraenfauna energieen grondstoffen- voorraad Bodem Water atmosfeeren klimatologische factoren geluid licht Stoffelijke goederenen cultureel erfgoed landschap mobiliteit
Verdichting van het bestaand weefsel : Appartementsgebouw en plein
P - + - - N* N* - - - - N* N
Verdichting van het bestaand weefsel : woningen met groenzone
P - + - - N N* - - - - N N
Ambachtelijk bedrijf P N* - - - N* N* N* N* - - N N*
Openbaar domein - - - - - N - - - - - -
N: niet significant effect
N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect S*: mogelijk significant effect – verder te onderzoeken
S: significant effect T: tijdelijk effect
P: permanent effect (P’: wisselend effect)
V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag -: niet relevant
+: positief effect
4.1.3 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten
Effect op de gezondheid en de veiligheid van de mens
Omschrijving en beoordeling Geen (negatief) effect. Het plan laat een mogelijke uitbreiding van de weverij toe. De schaal van de
bedrijvigheid wordt beperkt, milieubelastende activiteiten worden niet toegelaten.
Aanzienlijk milieueffect nee
Effect op de ruimtelijke ordening
Omschrijving en beoordeling Het project zorgt voor een verdichting wat het draagvlak voor voorzieningen, openbaar vervoer, ... verhoogt en verhindert dat nieuwe open ruimte wordt aangesneden.
Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op de biodiversiteit, fauna en flora
Omschrijving en beoordeling Het project omvat een bijna volledig bebouwde en verharde omgeving in het centrum van de gemeente. Het project voorziet groenaanleg tussen de woningen wat een positief effect zal hebben op de fauna en flora. De aanleg van de groenzone zal met streekeigen groen gebeuren.
Milderende maatregelen Groenaanleg met inheems groen en autochtoon plantmateriaal
Leemten in de kennis / Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op energie- en grondstoffenvoorraad
Omschrijving en beoordeling Het plan heeft geen betrekking op energie of grondstoffenvoorraad£.
Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op de bodem
Omschrijving en beoordeling De bestaande situatie is bijna volledig verhard. Bijkomende bebouwing of de aanleg van (ondergrondse) parking kan grondverzet met zich meebrengen. Regeling grondverzet uit het Bodemsaneringsdecreet en Vlarebo is van toepassing. Er zijn geen percelen opgenomen in het register van
verontreinigde gronden.
Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op het water
Referentiesituatie In het zoneringsplan is het plangebied opgenomen als centraal gebied. Het zuidelijk deel is opgenomen als collectief te optimaliseren.
Het plangebied en omgeving is volgens de watertoetskaarten:
- niet erosiegevoelig
- zeer gevoelig voor grondwaterstroming - deels infiltratiegevoelig
- deels mogelijk overstromingsgevoelig
Het deel waar nog een volledige woonwijk bijkomt is het laagst gelegen.
Nog watertoets uitvoeren!!!
Omschrijving en beoordeling
Milderende maatregelen Toepassing van de zoneringsplannen; toepassing van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor infiltratie en buffering. Bij de aanleg van het openbaar domein kan waar mogelijk waterdoorlatende verharding worden gebruikt of er kan geopteerd worden om het regenwater via
ondergrondse riolering te bufferen en/of te infiltreren. Op particulier domein kan ook, waar mogelijk waterdoorlatende verharding worden gebruikt.
Leemten in de kennis Infiltratiecapaciteit van de bodem
Toekomstige bedrijfsactiviteiten zijn nog niet gekend.
Aanzienlijk milieueffect nee
Effect op de atmosfeer en klimatologische factoren
Omschrijving en beoordeling De bijkomende verkeersstroom zal beperkt zijn en brengt dus beperkte bijkomende emissies met zich mee.
Aanzienlijk milieueffect nee
Effect op het geluid
Omschrijving en beoordeling Geen (negatief) effect. Het RUP laat een mogelijke
uitbreiding van het bestaande bedrijf toe. Ook een andere bedrijfsactiviteit wordt toegestaan. De schaal van de bedrijvigheid is echter beperkt en milieubelastende activiteiten worden niet toegelaten.
Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op het licht
Omschrijving en beoordeling Het plan voorziet geen activiteiten die lichthinder kunnen veroorzaken.
Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed en het landschap
Omschrijving en beoordeling Er zijn in het plangebied geen beschermde monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten. Er wordt een groenzone voorzien in de woonwijk. Tevens zal het plein bij het appartementsgebouw worden opgewaardeerd wat een positief effect zal hebben op het landschap.
Aanzienlijk milieueffect nee
Effect op de mobiliteit
Omschrijving en beoordeling Het plangebied is gelegen in het centrum van Deerlijk (De Molenhoek). Het plangebied wordt ontsloten via de Waregemstraat en de Nijverheidslaan. Beperkte vorm van extra mobiliteitsstromen, maar deze toename is beperkt en niet hinderlijk.
Aanzienlijk milieueffect nee
4.1.4 Overzicht van de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten
Globaal overzicht aanzienlijk effect ja/nee
Effect op
- gezondheid en veiligheid van de mens nee
- ruimtelijke ordening nee
- biodiversiteit, flora en fauna nee
- energie en grondstoffenvoorraad nee
- bodem nee
- water nee
- atmosfeer en klimatologische factoren nee
- geluid nee
- licht nee
- stoffelijke goederen en cultureel erfgoed nee
- landschap nee
- mobiliteit nee
Gezien de beperkte omvang van het plan en de beperkte ingrepen zijn er weinig tot geen effecten met een grote invloed te verwachten.
4.2 De kenmerken van plannen en programma’s
4.2.1 De mate waarin het plan een kader vormt voor projecten en andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden en de toewijzing van hulpbronnen
Het RUP heeft geen betrekking op hulpbronnen.
4.2.2 De mate waarin het plan andere plannen en programma’s, met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel, beïnvloedt.
Het gemeentelijk RUP staat onder aan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Het gemeentelijk RUP is niet gemeentegrensoverschrijdend.
4.2.3 De relevantie van het plan voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling
Niet relevant voor dit RUP.
4.2.4 Milieuproblemen die relevant zijn voor het plan
Zie punt 5.1.
4.2.5 De relevantie van het plan voor de toepassing van de milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap
niet relevant
4.3 Kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed
Kenmerken van de effecten Beoordeling
De waarschijnlijkheid, duur, frequentie en omkeerbaarheid van de effecten
De effecten zijn beperkt.
De opties genomen in het plan zullen met een grote mate van waarschijnlijkheid worden uitgevoerd.
Cumulatieve aard van de effecten Er is geen toename van de effecten te verwachten
De grensoverschrijdende aard van de effecten Niet relevant
De risico’s voor de menselijke veiligheid of Niet relevant
gezondheid of voor het milieu (bijvoorbeeld door ongevallen)
Geen externe gevarenbron in de omgeving.
De orde van grootte en het ruimtelijk bereik van de effecten (geografisch gebied en omvang van de bevolking die getroffen kan worden):
Het betreft een lokale kleine wijziging waardoor de effecten eveneens beperkt zijn
De waarde en kwetsbaarheid van het gebied dat kan worden beïnvloed gelet op:
bijzondere natuurlijke kenmerken of cultureel erfgoed;
de overschrijding van demilieukwaliteitsnormen of van grenswaarden;
intensief grondgebruik;Het betreft geen kwetsbaar gebied
De effecten op gebieden en landschappen die door een lidstaat, door de Europese
Gemeenschap, dan wel in internationaal verband als beschermd gebied zijn erkend.
Niet van toepassing
5 Conclusie
Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende milderende maatregelen en toepassing van de geldende reglementering, geen aanzienlijke milieueffecten verwacht; bijgevolg wordt voorgesteld ontheffing te verlenen tot opmaak van een plan-MER.
GEMEENTE DEERLIJK RUP nr. 01 Molenhoek figuur 06: watertoets
Legende
plangebied
erosiegevoelige gebieden niet erosiegevoelig erosiegevoelig
grondwaterstromingsgevoelige gebieden geen informatie beschikbaar
zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3) hellingenkaart
infiltratiegevoelige bodems niet infiltratiegevoelig infiltratiegevoelig
overstromingsgevoelige gebieden niet overstromingsgevoelig effectief overstromingsgevoelig mogelijk overstromingsgevoelig 0,5
0,5 - 5 5 - 10
> 10
winterbed
geen informatie beschikbaar winterbedding
erosiegevoelige gebieden grondwaterstromingsgevoelige gebieden
infiltratiegevoelige bodems hellingenkaart