• No results found

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP RUP WEV 1-1 Stationsomgeving

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP RUP WEV 1-1 Stationsomgeving"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

sve/khe auteur

u wev 1 1 07 dossier 20000205-planmerscreeningRupWEV-1-

1-stationsomgeving.doc bestand

Nota

5 februari 2009 datum

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP RUP WEV 1-1 ‘Stationsomgeving’

1 Initiatiefnemer Gemeente Wevelgem

2 Opdrachthouder Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 8500 Kortrijk

3 Voorwerp

3.1 Het RUP is een plan

Het voorliggende plan is een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en valt onder de definitie plan zoals geformuleerd door het D.A.B.M.

3.2 Het RUP valt onder het toepassingsgebied

Het RUP vormt het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt en valt dus onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M.

(2)

pagina 2

3.2 Bepaling van de plicht tot opmaak van een Plan-MER

Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de Plan-MER-plicht want:

a) Art. 4.2.3, §2, 1° DABM

• Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten;

b) Het RUP betreft geen plan, waar gelet op het mogelijk betekenisvolle effect op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van het artikel 36ter, §3, vierde lid van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het

natuurlijk milieu (titel IV, artikel 4.2.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen algemeen milieubeleid).

Daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de Plan-MER-plicht (art. 4.2.3 §3 D.A.B.M.) wordt voor betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het aanzienlijke milieueffecten kan hebben.

4 Beschrijving en verduidelijking van het plan 4.1 Naam plan

RUP WEV 1-1 ‘Stationsomgeving’

4.2 Fase van opmaak van het plan of programma

Fase Datum goedkeuring

Schetsontwerp juli 2006 Voorontwerp

Ontwerp Besluit

4.3 Plan- en procesevolutie: mogelijkheid tot planbijsturingen en mate van flexibiliteit

Bijsturingen van het RUP zijn nog mogelijk naar aanleiding van opmerkingen:

• vanuit de verschillende adviserende instanties naar in kader van de screening (raadpleging betrokken instanties)

• vanuit de plenaire vergadering

• vanuit het openbaar onderzoek

(3)

pagina 3

4.4 Ligging

Provincie West-Vlaanderen

Arrondissement Kortrijk

Gemeente Wevelgem Deelgemeente Wevelgem

Situeringskaart

4.5 Feitelijke toestand

Zie voorontwerp van RUP in bijlage.

4.6 Uitgangspunten en doelstellingen

Via dit ruimtelijk uitvoeringsplan worden volgende elementen behandeld:

• De juridische-planologische vertaling van het bebouwingsonderzoek. In dit onderzoek voor de Grote Koer en de Nieuwe Markt worden mogelijkheden voorzien voor bijkomende één- en meergezinswoningen en wordt de herinrichting van het openbare domein uitgewerkt.

• Vorm geven aan de vooropgestelde doelstellingen voor de omgeving van de Grote Koer en de Nieuwe Markt:

- woontypes ontwikkelen voor nieuwe doelgroepen, - werk maken van een gediversifieerde publieke ruimte, - optimaliseren van de verschillende verkeersstromen,

- herstellen van ruimtelijke littekens en breuken in de stationsomgeving, - verscheidenheid van functies toelaten en stimuleren.

(4)

pagina 4

• Een restperceel landbouwgrond opnemen in het woongebied.

4.7 Voorgeschiedenis en eventueel reeds genomen beslissingen

Het RUP betreft een verfijning van de bestemming volgens het gewestplan.

Het RUP is geen voorwerp van een vroegere Plan-MER.

Goedkeuring startnota op het College van Burgemeester en Schepenen in juli 2006. Op basis van de startnota werd bijkomend onderzoek verricht, dat vertaald is in voorliggend

voorontwerp.

4.8 Voor welke activiteiten en/of projecten kan het plan het kader vormen

9 huisvesting

9 groenvoorzieningen

9 een buurtcentrum met eventuele muziekrepetitieruimte en ruimte voor jongerenvereniging

4.9 Interferentie met andere plannen, projecten of activiteiten binnen of buiten de perimeter van het plan, voor zover in dit stadium al gekend

Het RUP geeft uitvoering aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de gemeente Wevelgem.

Het plangebied is eveneens gelegen in de afbakening van het regionaal stedelijk gebied van Kortrijk, zoals vastgelegd in een gewestelijk RUP.

4.10 Beoordeling of het plan grens- of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben

Het plangebied is niet gelegen aan een (gewest)grens en zal geen grensoverschrijdend effect hebben.

4.11 Bijdrage van het plan tot oplossingen van bestaande milieuproblemen

In het plangebied zijn twee kleinere zones waarop bodemvervuiling werd vastgesteld. Naar aanleiding van dit RUP kunnen deze zones een nieuwe invulling krijgen en zal de bodem worden gesaneerd.

4.12 Reeds geraadpleegde studies, bronnen, milieugegevens, … Zie screening onder beschrijving referentiesituatie (punt 5).

(5)

pagina 5

4.13 Overzicht van mogelijke milieumaatregelen die vanaf het beginstadium worden ingecalculeerd

Naast de geldende wetgeving en reglementering, zie screening onder milderende maatregelen (punt 5).

De stedenbouwkundige voorschriften voorkomen en beperken de eventuele hinder en verstoring van de omgeving.

4.14 Leemten in de kennis volgens het stadium van het plan of programmaproces Zie screening onder leemten in de kennis (punt 5).

4.15 Planalternatieven

De gemeente Wevelgem wil met dit RUP de stedenbouwkundige afspraken vastleggen om tot een betere ruimtelijke ordening te komen en een kader te creëren voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied.

De krachtlijnen zijn genomen binnen het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan om het gebied langs de spoorweg op te waarderen tot stedelijke woonomgeving.

Samen met de diensten van de gemeente Wevelgem en Leiedal werden in de loop van 2008 verschillende ruimtelijk mogelijkheden onderzocht. Hierbij werden de stedenbouwkundige opties vastgelegd, samen met een te realiseren programma.

De basis van de nieuwe ruimtelijke structuur van het plangebied werd uitvoerig

bediscussieerd. Verschillende mogelijkheden en ontwikkelingsrichtingen werden bestudeerd met betrekking tot de stedenbouwkundige kwaliteit van het stedelijk weefsel. Uiteindelijk kwam de keuze zoals die in het RUP vertaald wordt in een verordenend plan, als beste invulling van het gebied naar voor. Vanuit deze optiek worden geen andere planalternatieven verder onderzocht.

Het nulalternatief zou inhouden dat de huidige bestemming, gedeeltelijk woongebied, gedeeltelijk gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en gedeeltelijk agrarisch gebied,

behouden en niet verder gedifferentieerd wordt en dat de huidige situatie behouden wordt. De huidige mogelijkheden van het woongebied laten een ontwikkeling gedeeltelijk toe, maar voldoen niet aan de nood om aan centrum versterking te werken. De bestemming agrarisch gebied is niet afgestemd is op de ligging temidden van het stedelijk gebied. De bestemming van het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen langs de spoorweg is achterhaald, gezien de goederentransport in Wevelgem is stilgevallen. Het gebied is te ruim om andere vormen van gemeentelijke gemeenschapsvoorzieningen te ontwikkelen. Hierdoor zou de gewenste opwaardering van de ruimtelijke kwaliteit achterwege blijven. Het programma dat de gemeente Wevelgem wil realiseren biedt tal van meerwaarde, zoals het realiseren van de buurthuis met muziekpaviljoen en een park, in het centrum van een dichte woonomgeving,

(6)

pagina 6

het realiseren van een woningbouwproject, waarvan een deel voor senioren, een deel sociale woningen en een gemengd aanbod aan woningen voor de private markt.

Met het opnemen van de ruimtelijke voorschriften zullen de krijtlijnen voor de verdere ontwikkeling van het gebied vastliggen.

5 Inschatting van mogelijke aanzienlijke milieueffecten (screening) 5.1 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten 5.1.1 Algemene methodiek

De screening van de milieueffecten verloopt in drie stappen:

1. Voor een eerste inschatting van de milieueffecten worden in een

“ingreepeffectschema” de mogelijke activiteiten en werken die op basis van het plan kunnen plaatsvinden geëvalueerd op potentiële milieuhinder. Deze worden getoetst aan de verschillende effectdisciplines. De hinder kan van tijdelijke of permanente aard zijn en zal in die zin ook verschillend beoordeeld worden.

2. De beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan op de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed, het landschap, de mobiliteit en de samenhang tussen de genoemde factoren. De disciplines waar mogelijk een significant negatief effect verwacht wordt, worden verder uitgewerkt. Voor deze effectdisciplines wordt de referentiesituatie beschreven. Daarna worden de ingrepen en hun effect beschreven, aangevuld met remediërende maatregelen en eventuele leemten in de kennis.

3. Hieruit volgt een globale beoordeling van de effecten voor de verschillende effectdisciplines.

(7)

pagina 7

5.1.2 Ingreepeffectschema

Beschrijving ingreep in tijd en ruimte Eerste afweging ten opzichte van de effectdisciplines

Ingreep Omvang Duur Gezondheid van de mens Ruimtelijke ordening Biodiversiteit, flora en fauna Energie en grondstoffen- voorraad Bodem Water Atmosfeer en klimatologische factoren Geluid Licht Stoffelijke goederen en cultureel erfgoed Landschap Mobiliteit

Afbraak- en infrastructuurwerken, inclusief bodemsanering

T N / N / N* N* N N / N* / N

Aanleg parkzone en fietspad langs spoorlijn

T + + N* / N / N / / / N +

Bevestiging van de woonfunctie van het gebied met beperkte nevenfuncties

P / / / / / N N / / / / N

Realisatie van woonprojecten als inbreiding in de kern met gedifferentieerde typologie van woningen (één- en meergezinswoningen)

P / + / / / N N N* / / / N

Generen van verkeer en optimaliseren van verkeersstromen

P / / / / / / N / / / / N*

Gebruik van de parkzone met aantal voorzieningen (buurthuis, kiosk,..)

P + / N / / / / N / / / N

N: niet significant effect

N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect S*: mogelijk significant effect – verder te onderzoeken

S: significant effect T: tijdelijk effect

P: permanent effect /: niet relevant +: positief effect

(8)

pagina 8

5.1.3 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten

Effect op de gezondheid en de veiligheid van de mens

Referentiesituatie Het plangebied ligt volledig binnen het centrum van Wevelgem.

Het plangebied ligt in de onmiddellijke nabijheid van het regionaal vliegveld Wevelgem-Kortrijk en paalt aan de spoorlijn.

Het plangebied ligt gedeeltelijk in een straal van 2 km van een Seveso-bedrijf (Recticel, lage drempel).

Beoordeling van de

voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Het RUP creëert de basis voor een inbreidingsproject in het centrum van Wevelgem met een tweehonderdtal woon- eenheden aangepast aan de huidige noden, waaronder de helft voorbehouden wordt voor sociale woningen.

De kwaliteit van het openbaar domein en een parkzone vormt een essentieel onderdeel van het geplande project. Er wordt 45 m² collectief groen aangelegd met bijkomende wooneenheid in het plangebied.

De woonprojecten bieden een kwalitatieve woonomgeving en globaal is er een positief effect voor de mens.

Wel vormt de aanwezigheid van het vliegveld een veiligheidsrisico en bron van hinder. Het naleven van de procedures voor de burgerluchtvaart en van de

vergunningsvoorwaarden van de milieuvergunning beperken het risico en de hinder (zie verder onder geluid).

In het kader van de opmaak van het RUP wordt advies gevraagd aan de cel veiligheidsrapportage in verband met de aanwezigheid van een Seveso-bedrijf.

Milderende maatregelen Tijdens de infrastructuur- en bouwwerken dienen

maatregelen genomen te worden om milieuhinder door stof, geluid, trillingen, transport, ... te beperken in tijd en ruimte.

In de bouwfase is er een beperking voor de bouwkranen in hoogte, overeenkomstig de richtlijnen voor

burgerluchtvaart.

Aanzienlijk milieueffect Nee

Effect op de ruimtelijke ordening

Referentiesituatie Huidige bestemming van het plangebied op het gewestplan is hoofdzakelijk woongebied. De voormalige NMBS-

goederenkoer (nu eigendom van de gemeente Wevelgem) is gebied voor gemeenschapsvoorzieningen. Aan de overzijde van het spoor is het plangebied agrarisch gebied, maar valt

(9)

pagina 9

buiten de afbakening van het buitengebied voor de regio Leie.

Het plangebied is ook opgenomen in de afbakening van het regionaal stedelijk gebied Kortrijk.

Het huidig gebruik is divers: van (deels leegstaande) loodsen, woningen, plein als parking en marktplein, braakliggend terrein (goederenkoer), weiland (landbouw).

Beoordeling van de

voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Globaal is er een positief effect op de ruimtelijke ordening door een beter ruimtelijk structureren van het gebied en benutten van de beschikbare ruimte voor kerngebonden wonen nabij een treinstation.

Het openbaar domein wordt ingericht met de nodige zorg voor ruimtelijke kwaliteit en staat in verbinding met de parkzone langs het spoor.

Het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen wordt

gedeeltelijk woongebied en gedeeltelijk zone voor openbaar groen.

Het landbouwgebied (bijna 1 ha) wordt omgezet naar woongebied. Gezien dit perceel geïsoleerd ligt tov het landbouwareaal (na de toekomstige realisatie van het aanpalend project ‘De kleine molen’ met een ambachtelijke zone en een woonproject), is er geen aantasting van de agrarische structuur voor beroepslandbouw.

Door de aanwezigheid van het vliegveld gelden er beperkingen naar de bouwhoogte voor constructies.

Hoogbouw in het plangebied is dus sowieso niet mogelijk.

Aanzienlijk milieueffect Nee

Effect op de biodiversiteit, fauna en flora

Refentiesituatie Het plangebied is gelegen in het volle centrum van de gemeente Wevelgem. Het gebied is dan ook overwegen geürbaniseerd, met uitzonderen van de vroegere goederenkoer (braak) en het landbouwgebied (weiland) Op de biologische waarderingskaart is de oude goederenkoer van de NMBS aangeduid als combinatie van ecologisch waardevol met ecologisch minder waardevol (spoor+ku:

ruigte op verstoorde terreinen). Hier is een spontane vegetatie met opslag van bomen en struiken aanwezig.

Beoordeling van de

voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Er worden geen bijzondere natuurwaarden of –potenties aangetast.

De huidige ruigte van de goederenkoer (met typische spoorwegvegetatie) zal weliswaar gedeeltelijk verdwijnen voor een woonproject, maar wordt ingenomen door nieuwe

(10)

pagina 10

publieke ruimte met een inrichting met groen- en parkelementen.

Het openbaar domein en parkzone zal ingericht worden op basis van een pesticidentoets in het kader van de reductie van bestrijdingsmiddelen.

Milderende maatregelen Natuurvriendelijke inrichting van de parkzone met behoud van elementen die verwijzen naar het spoorwegbiotoop.

Onderzoek naar een open bedding behouden van de Neerbeek

Aanzienlijk milieueffect Nee

Effect op energie- en grondstoffenvoorraad Beoordeling van de

voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Het RUP heeft geen betrekking op energie- of grondstoffenvoorraad.

Aanzienlijk milieueffect Nee

Effect op de bodem

Referentiesituatie Het plangebied behoort tot het centrum van Wevelgem met een hoge bebouwingsdichtheid.

Op de bodemkaart is het gebied grotendeels gekarteerd als antropogene (verstoorde) bodem op de oorspronkelijke bodem (droog en vochtig zandleem).

Er zijn twee percelen in het plangebied opgenomen in het register van verontreinigde gronden:

− ter hoogte van de vroegere tramstatie, aan de Nieuwe Markt

− In een van de voormalige loodsen aan de Goederenkoer.

Het gaat telkens om kleine welafgebakende zones.

Beoordeling van de

voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Er worden geen ongestoorde bodem aangetast, gezien het gebied reeds bebouwd is. Enkel het landbouwgebied wordt bijkomend bebouwd.

Bij de grond en infrastructuurwerken zal grond uitgegraven worden. Volgens de regelgeving op grondverzet zal

(afhankelijk van het volume) een technisch verslag en bodembeheersrapport dienen opgemaakt te worden.

Er worden geen activiteiten in het plangebied toegelaten die een bodemverontreiniging kunnen veroorzaken.

Ten opzichte van de bestaande situatie is er weinig bijkomende verharding.

Percelen die op het register van verontreinigde gronden staan worden verder opgevolgd door toepassing van het

(11)

pagina 11

bodemsaneringsdecreet.

Milderende maatregelen Waar mogelijk waterdoorlatende verhardingen.

Bestaande bodemverontreiniging indien noodzakelijk saneren.

Leemten in de kennis Infiltratiecapaciteit van de bodem.

Aanwezigheid van de bodemverontreiniging.

Aanzienlijk milieueffect Nee

Effect op het water

Referentiesituatie De watertoetskaarten geven de volgende situatie weer:

- watert af naar de Neerbeek (waterloop categorie 3)

- niet erosiegevoeling

- matig gevoelig voor grondwaterstroming - infiltratiegevoelig

- overwegend niet overstromingsgevoelig, randzone Neerbeek van nature

overstroombaar gebied

Op het zoneringsplan is het plangebied gelegen in het centraal (en dus gerioleerd) gebied (met uitzondering van het huidig landbouwgebied dat niet als cluster in het zoneringsplan zit.

De loop van de Neerbeek is vroeger omgeleid.

Beoordeling van de

voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Tijdens de bouwwerken (ondergrondse garages) zal wellicht een bemaling van het grondwater nodig zijn, wat een tijdelijke verstoring meebrengt.

De ondergrondse constructies kunnen de grondwaterstromen beïnvloeden.

Er zijn geen natuurgebieden in de omgeving die kunnen beïnvloed worden door een verstoorde grondwaterstroming.

Bijkomende woongelegenheden zorgen voor extra afvalwater, wat via een (nu gemengd, in de toekomst gescheiden) riolering zal worden afgevoerd. Het regenwater wordt best rechtstreeks afgeleid naar de Neerbeek (onder het spoor).

De verharding is in overeenstemming met de stedelijke context van de omgeving. Er wordt ruimte voorzien voor en buffering van het regenwater (eventueel in ondergrondse bekkens of via infiltratieriolen).

Milderende maatregelen Tijdens de bouwwerken wordt de bemaling van grondwater beperkt en wordt het grondwater indien mogelijk afgevoerd naar de Neerbeek. Bij het bouwproject wordt de

stedenbouwkundige verordening toegepast met het oog op

(12)

pagina 12

een infiltratie en vertraagde afvoer.

De Spoorwegstraat wordt heraangelegd met een gescheiden stelsel met een (vertraagde) afvoer van het regenwater naar de Neerbeek.

Waar mogelijk wordt waterdoorlatende verharding gebruikt.

Beperking in diepte van de ondergrondse constructies.

Leemten in de kennis Infiltratiecapaciteit van de bodem.

Mogelijkheid om regenwater af te voeren naar Neerbeek (dwarsen van spoorlijn).

Timing voor renovatie van het bestaand rioleringsstelsel met gescheiden stelsel.

Aanzienlijk milieueffect nee

Effect op de atmosfeer en klimatologische factoren Beoordeling van de

voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Er zijn geen bestaande problemen naar luchtkwaliteit bekend in het plangebied.

Bijkomende wooneenheden en het afgeleid verkeer leiden uiteraard tot een uitstoot van verbrandingsgassen naar de lucht. Door toepassing van het energieprestatiedecreet blijft dit bij nieuwe woonprojecten binnen de perken. Door dit aanbod aan nieuwe woningen in Wevelgem zal het aantal bestaande oudere en slecht geïsoleerde huizen kunnen afgebouwd worden. In het bijzonder zullen ongeveer 100 sociale woningen nu voldoen aan het criterium van energie–

efficiëntie.

De luchtemissie van het extra-verkeer is vrij beperkt. Door het bevorderen van wonen in het centrum in de nabijheid van alle voorzieningen en een treinstation, wordt de automobiliteit beperkt.

Aanzienlijk milieueffect Nee

Effect op het geluid

Referentietoestand Het plangebied ligt in het centrum van Wevelgem met als voornaamste geluidsbronnen:

- vliegveld Wevelgem-Kortrijk - spoorlijn Kortrijk-Poperinge - verkeer

Het gebied ligt grotendeels in de opstijgroute en de landingsroute van het vliegveld Wevelgem-Kortrijk. Het vliegveld heeft via de milieuvergunning een beperking gekregen van het aantal nachtvluchten. Op een meldpunt kunnen alle klachten aangaande het vliegveld gemeld worden. Tweejaarlijks wordt een rapport opgemaakt de

(13)

pagina 13

geluidscontouren door het labo voor akoestiek van de universiteit Leuven.

Beoordeling van de

voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

De hoofdfunctie van het plangebied is het wonen in het centrum. Er worden binnen het plangebied geen lawaaierige activiteiten toegelaten die de draagkracht van het gebied overstijgen.

Bouw- en infrastructuurwerken kunnen overdag lawaaihinder betekenen, maar van tijdelijke aard.

Het openbaar domein, de groenvoorziening en de verbinding met de parkzone moet een element rust brengen voor het gebied.

Ook wordt het verkeer gespreid in de centrumstraten van Wevelgem om tot een vlotte doorstroming te komen en de verkeerslast te spreiden.

Grootste aandachtpunt blijft uiteraard het vliegveld. Volgens de geluidscontourenstudie, opgemaakt door het labo voor akoestiek en thermische fysica van de universiteit Leuven valt het deelgebied met de oude goederenkoer op de geluidscontour van 55dB(A) voor de eenheid L,DEN (dit is een omrekening waarbij het geluid ’s avonds een

wegingsfactor 3,16 krijgt en het geluid ’s nachts een factor 10). Omgerekend volgens de aanvaarde software betekent dit voor Wevelgem dat met het woonproject een kleine stijging van het aantal potentieel sterk gehinderden door het vliegtuigverkeer te verwachten is (voor 2006 bedraagt het aantal potentieel sterk gehinderden in Wevelgem 50 personen).

In het RUP wordt effectief rekening gehouden met de aanwezigheid van de luchthaven doordat de ruimte met dichtst bij de luchthaven een zone voor openbaar groen wordt.

Uiteraard is het zo dat het vliegveld aanwezig is sinds de jaren ’40 en een historisch gegeven is, met andere woorden wie hier komt wonen geniet van de voordelen van het centrum, maar moet het (sporadisch) vliegtuiglawaai (binnen de perken van de milieuvergunning) aanvaarden.

Enkel met een essentiële toename van het luchtverkeer, zou dit problematisch worden, maar gezien de luchthaven volledige omsloten wordt door woongebied, is een

toekomstige groei van de vliegtuigbewegingen niet voorzien.

De aanwezigheid van een spoorweg wordt naar geluidsoverlast niet als bijzonder storend ervaren.

Milderende maatregelen Regelmatige actualisatie van de geluidscontouren van het

(14)

pagina 14

vliegveld.

Geluidisolatie van de woningen nabij het vliegveld is een aandachtspunt.

Aanzienlijk milieueffect Nee

Effect op het licht Beoordeling van de

voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Er zijn geen bijzondere problemen rond lichthinder in het plangebied bekend. De gemeente zal aandacht hebben voor energiezuinige verlichtingsarmaturen en een functionele verlichting van de omgeving.

Aanzienlijk milieueffect Nee

Effect op de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed en het landschap

Referentiesituatie Er zijn geen beschermde monumenten in het plangebied of in de omgeving die beïnvloed worden door dit

inbreidingsproject.

Wel is in de stationsomgeving het vlaserfgoed nog goed zichtbaar in het straatbeeld (vlasloodsen en vlaszolders). De gemeente Wevelgem was immers de vlasgemeente bij uitstek en heel wat activiteiten waren geconcentreerd rond het station.

Een typisch gebouw is de oude tramstatie.

Beoordeling van de

voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Een aantal karakteristieke gebouwen met een vlasverleden, zijn niet meer als dusdanig functioneel en ‘voorbijgestreefd’.

De meeste loodsen staan leeg of hebben een invulling die niet langer gelinkt is met de vlasnijverheid.

Om het geplande woonproject te kunnen realiseren, zullen de meeste industriële constructies binnen het plangebied verdwijnen.

De meest waardevolle gebouwen bevinden zich in de centrumstraten buiten het plangebied.

Toch kan het aanbevolen zijn om op basis van de inventaris van het bouwkundig erfgoed een aantal elementen te behouden of te integreren in het geplande project.

Leemten in de kennis Inventaris van het bouwkundig erfgoed Aanzienlijk milieueffect Nee

Effect op de mobiliteit

Referentiesituatie Het centrum van Wevelgem is een verkeersknooppunt waar het doorgaand verkeer hoofdzakelijk via de N8 verloopt. Op de N8 takken talrijke invalswegen aan (Lauwe, Moorsele, Gullegem), wat tot stremmend verkeer leidt in het spitsuren.

(15)

pagina 15

De spoorlijn en het vliegveld vormen een barrière waardoor het verkeer door de bottleneck van Wevelgem moet.

Wevelgem beschikt over een treinstation met een vlotte verbinding naar Kortrijk en Poperinge (met piekuurtreinen naar Gent en Brussel) en een aantal buslijnen.

Beoordeling van de

voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Het inbreidingsproject voorziet in een spreiding van het verkeer om de verkeersafwikkeling vlot te laten verlopen.

Door de aanleg van fiets- en wandelverbindingen wordt een scheiding tussen het autoverkeer en het langzaam verkeer doorgevoerd (continue fietsverbinding langs het spoor).

In het woonproject worden 115 individuele garages of staanplaatsen voorzien, 146 ondergrondse parkeerplaatsen en 138 publieke parkeerplaatsen.

Deze mobiliteitsontwikkeling wordt verder bekeken in het mobiliteitsplan van de gemeente Wevelgem.

Het bevorderen van wonen in het centrum in de nabijheid van de voorzieningen kan gezien worden als een afname van de behoefte aan automobiliteit.

De Spoorweglaan wordt ontsloten via de N8 en vormt geen verbinding met de centrumstraten.

Milderende maatregelen Scheiding doorvoeren tussen het autoverkeer en het langzaam verkeer.

Flankeren beleid voor het bevorderen van Openbaar vervoer.

Leemten in de kennis Huidige en toekomstige verkeersintensiteit op basis van verkeerstellingen of een modelstudie onbekend.

Aanzienlijk milieueffect Nee

5.1.4 Overzicht van de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten

Globaal overzicht aanzienlijk effect ja/nee

Effect op

- gezondheid en veiligheid van de mens nee

- ruimtelijke ordening nee

- biodiversiteit, flora en fauna nee - energie en grondstoffenvoorraad nee

- bodem nee

- water nee

- atmosfeer en klimatologische factoren nee

- geluid nee

- licht nee

(16)

pagina 16

- stoffelijke goederen en cultureel erfgoed nee

- landschap nee

- mobiliteit nee

Gezien de beperkte omvang van het plan en de beperkte ingrepen zijn er weinig tot geen effecten met een grote invloed te verwachten.

5.2 De kenmerken van plannen en programma’s

5.2.1 De mate waarin het plan een kader vormt voor projecten en andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden en de toewijzing van hulpbronnen

Het RUP heeft geen betrekking op hulpbronnen.

5.2.2 De mate waarin het plan andere plannen en programma’s, met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel, beïnvloedt

Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan.

Het gemeentelijk RUP staat onder aan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Het gemeentelijk RUP is niet gemeentegrensoverschrijdend.

5.2.3 De relevantie van het plan voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling

Niet relevant voor dit RUP.

5.2.4 Milieuproblemen die relevant zijn voor het plan Zie punt 5.1.

5.2.5 De relevantie van het plan voor de toepassing van de milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap

Niet relevant.

6 Conclusie

Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende milderende maatregelen en toepassing van de geldende reglementering, geen aanzienlijke milieueffecten verwacht; bijgevolg wordt voorgesteld ontheffing te verlenen tot opmaak van een Plan-MER.

(17)

landschapsatlas

bron: Agiv

Land van Roeselare - Kortrijk GEMEENTE WEVELGEM

RUP 1_1 Stationsomgeving plan-MER screening

Legende

plangebied

biologische waarderingskaart

biologische waarderingskaart

landschapsatlas

bodemkaart

sevesobedrijven

biologisch minder waardevol

complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen

complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen

biologisch waardevol

complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen

biologisch zeer waardevol

ankerplaatsen lijnrelikten

% puntrelikten reliktenzone

traditionele landschappen

01. Antropogeen 04. Vochtig zand 05. Droog zand 09. Nat zandleem 10. Vochtig zandleem 11. Droge zandleem 15. Natte klei

Recticel belgium

!

(18)

grondwaterstromingsgevoelige gebieden

bron: Agiv

GEMEENTE WEVELGEM RUP 1_1 Stationsomgeving figuur xx: watertoets (1)

Legende

plangebied

erosiegevoelige gebieden

erosiegevoelige gebieden

niet erosiegevoelig erosiegevoelig

grondwaterstromingsgevoelige gebieden

geen informatie beschikbaar

zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3)

hellingenkaart

infiltratiegevoelige bodems

niet infiltratiegevoelig infiltratiegevoelig 0,5

0,5 - 5 5 - 10

> 10

(19)

winterbedkaart

bron: Agiv

GEMEENTE WEVELGEM RUP 1_1 Stationsomgeving figuur xx: watertoets (2)

Legende

plangebied

overstromingsgevoelige gebieden

overstromingsgevoelige gebieden

niet overstromingsgevoelig effectief overstromingsgevoelig mogelijk overstromingsgevoelig

winterbed

geen informatie beschikbaar winterbedding

waterlopen

zoneringsplan

bevaarbare waterlopen beek categorie 1 beek categorie 2 beek categorie 3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tevens zorgt het plan Galgenweel Oost voor een betere verweving van het gebied in zijn woonomgeving door het afwerken van de bestaande woonwijk, het verbinden van de

Wanneer het ‘nulalternatief’ wordt bekeken (het voorgenomen plan gaat niet door) stellen we vast dat enerzijds een deel volgens het gewestplan ingekleurd als woonzone niet

Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende

We willen hier een efficiënt en compact busstation, dat een onderdeel is van de publieke ruimte en vlotte overstappen tussen trein en bus faciliteert, met een

Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende

Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende

De vraag voor het verplaatsen van de inrit verder weg van het kruispunt wordt wel meegenomen in het RUP, doch was geen onderdeel van het planologisch attest aangezien de

Door langs deze zijde een ontsluiting / verbinding te voorzien wordt er ook een vlotte verbinding voor langzaam verkeer richting het openbaar vervoersnet