• No results found

RUP Galgenweel Oost Plan-MER-screening (herziening)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RUP Galgenweel Oost Plan-MER-screening (herziening)"

Copied!
106
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

RUP Galgenweel Oost

Plan-MER-screening (herziening)

(3)

COLOFON Opdracht:

RUP Galgenweel Oost

Plan-MER-screening (herziening) Opdrachtgever:

Stad Antwerpen Grote Markt 1 2000 Antwerpen

Opdrachthouder:

Antea Belgium N.V.

Eugène Bekaertlaan 61 8790 Waregem

Tel 056/74.20.00 Fax 056/74.20.01 www.anteagroup.com

kwaliteitslabel ISO 9001:2000

Identificatienummer:

182676

Datum: status / revisie:

September 2011 Rapport Vrijgave:

Jan Parys, Contractmanager Projectmedewerkers:

Paul Arts, projectleider

© Antea Belgium N.V.

Onder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Belgium NV mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

(4)

Inhoudstafel

1 Toelichting van het plan 5

1.1

Inleiding

5

1.2

Afbakening van het plangebied en motivering van het plan

6

1.2.1

Situering

6

1.2.2

Motivering van het plan

7

1.2.3

Afbakening van het plangebied

8

1.3

Beleidskader

9

1.3.1

Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen – Afbakening grootstedelijke gebied

Antwerpen

9

1.3.2

Provinciaal Structuurplan Antwerpen

9

1.3.3

Strategisch ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA)

10 1.3.4

Ruimtelijk ontwikkelingsconcept Scheldepark-Linkeroever

12

1.3.5

De Lijn: Pegasusplan 2003 – 2015

13

1.4

Juridische toestand

13

1.4.1

Gewestplan

13

1.4.2

BPA’s en RUP’s

13

1.4.3

Verkavelingen

17

1.4.4

Overige relevante juridische elementen

18

1.5

Bestaande toestand in en rond het plangebied

19

1.5.1

Positionering t.o.v. de ruimere omgeving

19

1.5.2

Bestaande toestand

19

1.6

Het plan

23

1.6.1

Visie en doelstellingen

23

1.6.2

Concept en gewenste ruimtelijke structuur

23

1.6.3

Grafisch plan en bestemmingen

28

(5)

2 Onderzoek tot milieueffectrapportage 32

2.1

Bepaling van de plan-MER-plicht

32

2.1.1

Inleiding

32

2.1.2

Stap 1: Valt het plan onder het toepassingsgebied van het plan-MER-decreet ?

33 2.1.3

Stap 2: Is het plan van rechtswege plan-MER-plichtig ?

34 2.1.4

Stap 3: Veroorzaakt het plan belangrijke milieueffecten ?

36

2.1.5

Scoping

39

2.2

Screening voor de relevant geachte disciplines en effectgroepen

41

2.2.1

Discipline mens – mobiliteit

41

2.2.2

Lucht en gezondheid

47

2.2.3

Discipline water

48

2.2.4

Fauna en flora

50

2.2.5

Discipline landschap

52

2.2.6

Mens – functies

54

2.2.7

Straling en gezondheid

56

2.3

Conclusie

58

(6)

1 Toelichting van het plan

1.1 Inleiding

Onderhavige screeningnota is een herziene versie van de screeningnota die op 10 juni 2009 werd goedgekeurd door de Dienst Mer en betrekking had op het voorontwerp-RUP Galgenweel Oost uit 2009. Dit voorontwerp-RUP voorzag in de herbestemming van de volledige op het gewestplan aan- geduide KMO-zone tot woonzone.

Om volgende redenen heeft de stad Antwerpen beslist om het voorontwerp-RUP Galgenweel Oost zowel qua begrenzing als inhoudelijke invulling significant te wijzigen:

• Uit het MOBER Linkeroever, dat in juli 2010 werd opgemaakt door Vectris, bleek dat de projecten die op Linkeroever rond de Blancefloerlaan worden voorzien – het Regatta- project, Galgenweel Oost en bedrijvenzone Katwilgweg – een aanzienlijke cumulatieve mobiliteitsimpact zullen hebben tijdens de spitsuren (voor meer toelichting zie §2.2.1).

Om deze impact enigszins in te perken, werd ervoor gekozen om het westelijk deel van het plangebied van RUP Galgenweel Oost niet in te vullen met nieuwe bewoning – met veel spitsuurverkeer – maar met culturele en recreatieve functies, waarvan het mobili- teitsprofiel veel minder spitsuurgebonden is. Ook behoud van de bestaande KMO-functies of nieuwe KMO-functies zijn mogelijk.

• De bestaande KMO-activiteiten in het centrale deel van het plangebied zijn pas vrij recent ingeplant (2003-2005) en beschikken over langlopende milieuvergunningen. Een herbe- stemming tot woonzone wordt daarom vandaag niet realistisch geacht.

Daarom werd de centrale deelzone van het voorontwerp-RUP uit 2009 uit het plangebied van het nieuw voorontwerp-RUP gehaald, en werd de bestemming van de westelijke deelzone gewijzigd in zone voor gemengde (niet-woon-)functies. De bestemmingsvoorschriften van het oostelijk deel- gebied (wonen, groenbuffer en zone voor publiek domein) werden niet gewijzigd.

Omwille van de significante wijzigingen aan het RUP achtte de Dienst Mer het noodzakelijk dat het RUP aan een nieuwe plan-MER-screeningsprocedure werd onderworpen. In het kader daarvan past onderhavige screeningnota. Om redenen van consistentie is deze nota in de mate van het moge- lijke identiek aan de voorgaande screeningnota uit 2009. De gewijzigde delen hebben enkel betrek- king op de aanpassingen aan het plan en op de (relevante) wijzigingen inzake milieueffecten (zie

§2.2).

Op figuren die overgenomen werden uit de voorgaande screeningnota wordt het plangebied logischerwijs voorgesteld met zijn oude afbakening, inclusief het te behouden deel van de KMO- zone. De effectbeoordeling in de tekst heeft uiteraard enkel betrekking op het effectief plangebied.

Het deel van de KMO-zone buiten het plangebied maakt wel deel uit van het studiegebied voor de effectbeoordeling.

De resultaten van het MOBER Linkeroever, dat dateert van na de goedkeuring van de vorige screeningnota, werden geïntegreerd in deze nota, meer bepaald in het hoofdstuk mens-mobiliteit (§2.2.1).

(7)

1.2 Afbakening van het plangebied en motivering van het plan

1.2.1 Situering

Het plangebied bevindt zich op Antwerpen Linkeroever ten zuiden van de Blancefloerlaan en ten noorden van de vijver Galgenweel. Ten oosten van het gebied bevindt zich het bestaand woon- weefsel van Antwerpen-Linkeroever en ten westen ligt het projectgebied Regatta (toekomstig gemengd woongebied).

Situering plangebied

(8)

1.2.2 Motivering van het plan

Op Linkeroever staat heel wat op til. Nieuwe woongebieden worden ontworpen als aanvulling op en differentiëring van het bestaande woonweefsel. De noordelijke schil rond de Galgenweelvijver zal op termijn worden ingevuld door het grootschalige project Regatta – een gemengd project van wonen met kantoren, handel en recreatieve activiteiten. Dit project omarmt de bestaande KMO- zone langs de Blancefloerlaan en raakt het bestaande woonweefsel van Linkeroever slechts in beperkte mate. Een sterkere relatie met het bestaande woonweefsel van Linkeroever dringt zich op.

De KMO-zone speelt dan ook een cruciale rol in het afwerken van de bestaande woonwijk en het tot stand komen van de belangrijke link tussen de bestaande wijk en de nieuwe woonwijk Regatta.

Het RUP Galgenweel Oost concretiseert deze visie, waarbij twee zones van de KLP-zone worden herbestemd, nl. het oostelijk deel (“Zone Coussemaker”) en het westelijk deel (“Rand Regatta”).

Het centrale deel behoudt zijn bestemming als KMO-zone, en wordt dus niet opgenomen in het RUP.

De “zone Coussemaker” betreft vnl. het onbebouwd driehoekig perceel tussen het ingevulde deel van de KMO-zone en het woonweefsel rond de Edmond De Coussemakerstraat. De herbestemming is gericht op het vervolledigen van het bestaand woonweefsel. Aansluitend wordt het grasplein, momenteel woonzone, herbestemd naar zone voor publiek domein. Ten westen van de nieuwe woonzone wordt de bestaande buffer van 15 m t.o.v. de bedrijfsgebouwen bestendigd als zone voor groen. De zone “Rand Regatta” betreft het westelijk perceel van de KMO-zone, dat nagenoeg volledig ingenomen wordt door de loods van het bedrijf Combori (ca. 30.000 m², gebouwd in 1962). Hier wordt een flexibele invulling voorgesteld – een zone voor gemengde functies waar bedrijvigheid, recreatieve en culturele activiteiten mogelijk zijn – die aansluit op bestemmingszone

“Rand Combori” van het BPA Galgenweel-Borgerweert (zie §2.2.1).

Het plan geeft uitvoering aan het Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA), meer bepaald aan het generiek beleid voor de beelden “ecostad”, “poreuze stad” en “dorpen en metro- pool – recreatie” en de strategische ruimte “zachte ruggengraat” (zie verder §1.5.3).

(9)

1.2.3 Afbakening van het plangebied

Het plangebied wordt in het noorden begrensd door de brede Blancefloerlaan en omvat volgende deelgebieden:

1. Het driehoekige braakliggende restperceel dat is ontstaan na invulling van het centrale deel van de KMO-zone langs de Blancefloerlaan. Het terrein is begroeid met grassen en laag- en hoogstammig groen. Centraal staat een ca. 30 m hoge, verouderde zendmast van Belgacom (a). Het perceel wordt door de bewoners van de aanpalende woonwijk gebruikt als buurtgroen.

2. De bouwblokken gevormd door de Anton Van Duinkerkenstraat, de Edmond De Cousse- makerstraat en de Victor Delhezstraat, die op één woning na onbebouwd zijn gebleven.

Dit heeft te maken met een mogelijke bodemverontreiniging op deze percelen. Bodem- onderzoek wees uit dat op twee percelen de bodemsaneringsnorm inzake PAK’s over- schreden wordt. Mits een aantal voorzorgsmaatregelen, beschreven in een bodemsane- ringsproject dat goedgekeurd werd in 2006, mogen de percelen bebouwd worden (zie ook discipline bodem en grondwater).

3. Het grasplein in de Edmond De Coussemakerstraat, gelegen in woonzone volgens het gewestplan en dus bebouwbaar, maar door de buurtbewoners gebruikt als speelplein en parkje. In 2010 werd er een eenvoudig trapveldje met doeltjes ingericht.

4. Het westelijk deel van de KMO-zone (3,65 ha), dat quasi volledig ingenomen wordt door de loods van Combori (1962, ca. 30.000 m²), gekenmerkt door een ritmische opbouw en op heden in verschillende delen verhuurd.

Tussen en rond de deelgebieden van het plangebied bevinden zich:

5. de sector Galgenweel van het stadsdeel Antwerpen-Linkeroever, ontwikkeld eind jaren ’70

(10)

6. het centrale deel van de KMO-zone, ca. 3 ha groot met 5 bedrijfsgebouwen, ingenomen door 9 bedrijven, gerealiseerd in de periode 2000-2005; de bedrijven aan de kant van de woonwijk moesten een buffer van 15 m breed respecteren, die zal verankerd worden in het RUP

7. het stedelijk containerpark, geopend in 2008 8. het toekomstig project Regatta (zie §2.2.1)

1.3 Beleidskader

1.3.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen – Afbakening grootstedelijke gebied Antwerpen

In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) werd Antwerpen aangeduid als grootstedelijk gebied, binnen het stedelijk netwerk van de Vlaamse Ruit. Het beleid in stedelijke gebieden is gericht op het voorzien van een kwantitatief, kwalitatief en voldoende divers aanbod aan woningen en aan ruimte voor economische activiteiten. Daarbij zijn verdichting en het intensief gebruiken van de beschikbare ruimte belangrijke uitgangspunten. Bij het woongebied is er een streef- dichtheid van minimum 25 woningen per hectare binnen het stedelijk gebied.

De grootstedelijke gebieden met hun taakstellingen worden door het Vlaams gewest afgebakend in ruimtelijke uitvoeringsplannen. De Vlaamse regering heeft op 19 juni 2009 het gewestelijk RUP afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen definitief goedgekeurd. Dit RUP is opgemaakt op basis van een afbakeningsstudie van Studiegroep Omgeving (mei 2005). Uit deze afbakeningsstudie worden volgende concepten gedistilleerd die van toepassing zijn op het plangebied en omgeving:

• De Blancefloerlaan ter hoogte van Gazet van Antwerpen (ten westen van het plangebied) staat aangeduid als een bovenlokale knoop (niveau 3) voor openbaar vervoer (knoop 33) op de sneltramlijn naar Zwijndrecht. Knooppunten op niveau 3 zijn van bovenlokaal belang en vereisen een goede ontsluiting door het stedelijk openbaar vervoer (stamlijnen) en dit zowel in de langs- als in de dwarsrichting. De knooppunten spelen een belangrijke rol als ruimtelijke ontwikkelingspolen in het grootstedelijk gebied.

• De Blancefloerlaan ten oosten van de Gazet van Antwerpen is geselecteerd als een groot- stedelijke as van niveau 2 omwille van de hoge mogelijkheden inzake verdichting en de nog te ontwikkelen Regattasite. De Blancefloerlaan is een ruimtelijk structurerende ont- wikkelingsas in het grootstedelijk gebied. Het bereik van de tramlijn in deze ontwikkelings- as is voldoende groot opdat ze, behalve interlokale functies, ook een zekere concentratie aan grootstedelijke functies kunnen opnemen.

• Linkeroever is een locatie is met een duidelijk recreatief profiel dat nog kan worden versterkt. Door de geplande Oosterweelverbinding en de goede ontsluiting via enkele tramlijnen van grootstedelijk niveau is het gebied uitermate goed ontsloten.

Het plangebied Galgenweel Oost valt binnen de afbakeningslijn van het grootstedelijk gebied Antwerpen, maar er zijn geen RUP’s binnen het afbakeningsplan die betrekking hebben op het plangebied of omgeving. Dit betekent dat de stad zelf initiatiefnemer kan/moet zijn voor eventuele herbestemmingen d.m.v. een gemeentelijk RUP.

1.3.2 Provinciaal Structuurplan Antwerpen

Het PRS Antwerpen selecteert de N70 tussen Antwerpen Linkeroever en de grens met de provincie Oost-Vlaanderen als secundaire weg type III. Het PRS Antwerpen behandelt de beleidscontext op provinciaal niveau en is weinig concreet m.b.t. het plangebied.

(11)

1.3.3 Strategisch ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA)

Het s-RSA presenteert twee ruimtelijk strategieën: het generiek beleid en het actief beleid. Binnen het generiek beleid zijn de beelden van de ‘ecostad’, de ‘poreuze stad’ en ‘dorpen en metropool’ – recreatie het meest relevant voor het plangebied Galgenweel Oost. Daarnaast worden strategische ruimten voor de stad geselecteerd, die een sleutelrol vervullen in de stedelijke ontwikkeling. De strategische ruimte ‘zachte ruggengraat’ heeft betrekking op het plangebied Galgenweel Oost.

1.3.3.1

De ecostad

Om de leefkwaliteit te verhogen, moet het stedelijk gebied zijn inwoners groene ruimten kunnen aanbieden om elkaar te ontmoeten, te recreëren en te ontspannen. Om hun gebruikswaarde voor de inwoner van de stad te verhogen, dienen deze zones toegankelijk te zijn voor het publiek, door middel van paden voor voetgangers en fietsers.

• Bebouwing innovatief oplossen: Nieuwbouw aan de rand van de stedelijke parkstructuur moet gezien worden als een gelegenheid om de grenzen van het park aan te passen, de toegankelijkheid te bevorderen en nieuwe woonstijlen te introduceren. De belangrijkste aandachtpunten voor deze gebieden zijn: toegankelijkheid, “fronten”, het ontwerp van de benedenverdieping en verdichting.

• Ontwikkelen van een stedelijke parkstructuur: De stedelijke structuur van open ruimtes moet een betere continuïteit krijgen en een betere leesbaarheid. Het plangebied wordt aangeduid als een ontbrekende vlakvormige schakel tussen de verschillende openruimte- gebieden van Linkeroever. De ontwikkeling van de site Regatta wordt expliciet genoemd in het s-RSA als een woonontwikkeling die onder specifieke voorwaarden van de Ecostad kan worden ontwikkeld.

1.3.3.2

De poreuze stad

De stedelijke ruimte en haar verschijningsvormen moeten zich kunnen aanpassen aan de steeds wijzigende omstandigheden en leefgewoonten in de maatschappij.

• Het in gebruik nemen van leegstaande gebouwen en onbebouwde percelen voor residen- tiële of economische activiteiten, eventueel gekoppeld aan de vernieuwing van het mate- riële weefsel en de open ruimte. Hierbij moet ook infrastructuur voor het sociale leven en het verenigingsleven gecreëerd worden.

• Het verbeteren van de woon- en leefkwaliteit. Flexibiliteit van percelen en bebouwde structuren enerzijds en toepassing van innovatieve concepten in het stedelijk weefsel anderzijds moeten mogelijk blijven, teneinde de jonge gezinnen met kinderen terug naar de stad te brengen.

1.3.3.3

Dorpen en metropool – recreatie

Antwerpen wil een stad zijn waarin zowel inwoners als bezoekers zich goed voelen. De verschil- lende soorten voorzieningen, van sport tot cultuur tot onderwijs, moeten zowel verweven als geclusterd worden om zo tot rijkere en efficiëntere stedelijke ruimten te komen. De voorzieningen en diensten moeten aansluiten op openbaar vervoersknooppunten en moeten het karakter van de verschillende leefomgevingen eerbiedigen.

'Middenvijver/Linkeroever centraal' wordt aangeduid als nieuwe cultuurrecreatieve cluster. Een cluster op bovenlokaal niveau, ingebed in een toegankelijke bovenlokale groenvoorziening.

Middenvijver wordt gezien als een kruispunt tussen de noord-zuid georiënteerde recreatieve ruimtes op Linkeroever en de oost-west verbinding met de stad en heeft daarbij ook een doelstel- ling met betrekking tot de bovenlokale groenvoorzieing. Deze cluster beklemtoont de noodzaak aan een kwalitatieve omgeving, benut de mogelijkheid van de stamlijn voor openbaar vervoer en wil betere verbindingen aangaan met open ruimte en andere recreatiefaciliteiten. Groene en

(12)

publiek toegankelijke relaties moeten behouden blijven tussen het stedelijk centrum van Linker- oever, het Galgenweel en het Sint-Annabos. Dit gebied is strategisch om verbinding te maken tussen de verschillende ruimten en bestaande voorzieningen.

De verschillende recreatieve clusters en toplocaties kunnen onderling met elkaar verbonden worden. Het is van groot belang om ook het omvangrijke informele circuit te ondersteunen

1.3.3.4

Zachte ruggengraat

Deze strategische ruimte heeft als voornaamste doelstelling het creëren van een krachtig samen- hangend ecologisch systeem. Deze strategische ruimte is bedoeld als ruggengraat; in interactie met de “harde ruggengraat” wordt hierdoor de hoofdstructuur van de stad bepaald. De “zachte ruggengraat” is een aaneenschakeling van vijf grote stedelijke parken, waaronder het Scheldepark op Linkeroever.

Het Scheldepark moet de ontwikkeling garanderen van een aaneengesloten parkstructuur langs het zuidelijke deel van de Schelde, op Antwerpen Zuid en Hoboken op Rechteroever en ook op Linker- oever. De verbinding met andere parken zal gerealiseerd worden via de Groene Singel. De basis- doelstellingen voor het park zijn de ontwikkeling van bestaande of potentiële ecologische ruimten, ontwikkeling van water gelinkt aan sportactiviteiten en het versterken van de relatie met de woon- gebieden van Hoboken, Antwerpen Zuid en Linkeroever met de Schelde. Strategische projecten in het Scheldepark relevant voor het plangebied zijn de Scheldeboorden Linkeroever en Middenvijver.

Delen van het plangebied Galgenweel Oost worden als onderdeel van ruimte voor strategische projecten geselecteerd en worden gesitueerd langs een groene (voetgangers)verbinding tussen het strategisch projecten Scheldeboorden Linkeroever en Middenvijver. Dit betekent concreet dat bijzondere aandacht moet besteed worden aan de landschappelijke inpassing en groene door- adering van het plangebied, zodat het ingepast wordt binnen de stedelijke parkstructuur.

Zachte ruggengraat met strategische projecten op Linkeroever (cirkel: situering plangebied) 1.3.3.5

Conclusie

Het RUP Galgenweel Oost wordt opgemaakt in uitvoering van het s-RSA en is een uitwerking van volgende bindende bepaling die het generiek beleid mee moeten operationaliseren:

Opmaken van gebiedsgerichte RUP’s en bouwblokprojecten in stedelijke centra.

Onderhavig RUP wordt opgemaakt in uitvoering van het s-RSA en is een uitwerking van de bindende bepaling die het actief beleid mee moet operationaliseren. Het plangebied is onderdeel van de “zachte ruggengraat” die als strategische ruimte wordt geselecteerd. Binnen de strategische

(13)

opmaak van het operationeel plan en de meerjarenbegroting dient afgewogen te worden welke projecten geïnitieerd en geïmplementeerd worden. De Middenvijver wordt als hefboomproject aangeduid waaraan een hoge prioriteit wordt gegeven.

1.3.4 Ruimtelijk ontwikkelingsconcept Scheldepark-Linkeroever

Scheldepark-Linkeroever behoort tot de strategische ruimte “zachte ruggengraat” van het s-RSA.

Verschillende stedelijke projecten (Middenvijver) en initiatieven van de Vlaamse overheid (Ooster- weelverbinding, Sigmaplan) dienen zich aan in dit gebied. In het kader van het s-RSA werd een ruimtelijk ontwikkelingsconcept uitgewerkt voor heel de Linkeroever, genaamd Scheldepark-Linker- oever, dat werd goedgekeurd door het College op 1 februari 2008.

De algemene visie op het Scheldepark-Linkeroever is vertaald in 3 krachtlijnen:

• Landschappen markeren en beleefbaar maken

• Het creëren van een landschappelijke onderlegger

• Werken met een padenstructuur als ‘materialisering’ van de beleving

Ten westen van het Regattaproject wordt een groene verbinding gepland die samenvalt met de toekomstige Groene Singel en momenteel grotendeels ingenomen wordt door verkeersinfrastruc- tuur (afrit Linkeroever van E17). Deze zal via een nieuw te bouwen Scheldebrug linker- en rechteroever verbinden voor openbaar vervoer, zachte weggebruikers en lokaal verkeer. De ca. 100 m brede strook wordt groen ingekleed en herbergt tramlijnen, een fietspad en wegenis voor lokaal verkeer. Deze groene boulevard moet tevens de verbinding vormen tussen het strategisch project Middenvijver en de Galgenweelvijver. Daarbij is het de bedoeling om de oversteekbaarheid van de Blancefloerlaan te verbeteren. Dit is nog niet concreet uitgewerkt, maar mogelijkheden zijn het verplaatsen van de carpoolparking en het inzaaien van de trambedding.

(14)

1.3.5 De Lijn: Pegasusplan 2003 – 2015

Een hoogwaardig performant openbaar vervoersaanbod vormt een prioritaire doelstelling van De Lijn. Het Pegasusplan is een instrument van De Lijn voor een duurzame mobiliteitsbeheersing dat de (lokale) overheden helpt een toekomstig ruimtelijk beleid te voeren. Binnen de context van dit Pegasusplan wenst De Lijn een tramlijn van Antwerpen-Linkeroever naar Burcht aan te leggen.

1.4 Juridische toestand

1.4.1 Gewestplan

Volgens het gewestplan wordt het plangebied grotendeels gesitueerd in gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s. Het oostelijk uiteinde ligt in woongebied.

Situering plangebied op het gewestplan

1.4.2 BPA’s en RUP’s

1.4.2.1

Gewestelijk RUP Oosterweelverbinding

Het project Oosterweelverbinding omvat het sluiten van de Antwerpse ring R1 aan de noordzijde van Antwerpen d.m.v. een bijkomende tunnelverbinding tussen de beide Scheldeoevers t.h.v. het vroegere Oosterweel. Het gewestelijk RUP Oosterweelverbinding werd goedgekeurd in juni 2006, maar wordt momenteel in herziening gesteld. Dit gebeurde op grond van de beslissing van de Vlaamse regering van 24 september 2010 om de verbinding tussen de Scheldetunnel en de R1 in Merksem uit te voeren als tunnel i.p.v. als viaduct (de zgn. Lange Wapper), zoals voorzien in het RUP. Deze keuze heeft weinig of geen impact op het deel van het plangebied gelegen op Linker- oever.

Het voor het plangebied meest relevante onderdeel van het project Oosterweelverbinding is de reorganisatie van de ontsluiting van Linkeroever vanaf de E17 en de E34. De bestaande op- en afrit Linkeroever (enkel voor verkeer van en naar de rechteroever), die uitkomt op de Blancefloerlaan tussen de Regattasite en het bedrijventerrein Katwilgweg, verdwijnt. In de plaats wordt de Blance- floerlaan aangesloten op een nieuwe parallelweg langs de E34 en de E17. De verkeersuitwisseling

(15)

met deze autowegen gebeurt via de nieuwe of gereorganiseerde knooppunten Canadastraat (E34), Linkeroever en Zwijndrecht (E17). Omdat de bestaande verbinding E34-Linkeroever-Waasland- tunnel via de Charles De Costerlaan wordt geknipt, zal de Blancefloerlaan ook een deel van het verkeer op de Charles De Costerlaan overnemen. Het grootste deel van dit verkeer verschuift even- wel naar het nieuwe Oosterweelknooppunt op de Oosterweelverbinding.

Ontsluitingsconcept en grafisch plan GRUP Oosterweelverbinding t.h.v. Linkeroever 1.4.2.2

Gewestelijk RUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Het plangebied Galgenweel Oost valt binnen de afbakeningslijn van het grootstedelijk gebied Antwerpen, maar er zijn geen deelplannen van het afbakenings-RUP die betrekking hebben op het plangebied of omgeving.

1.4.2.3

Ontwerp BPA “Galgenweel woonuitbreiding”

Binnen het plangebied is geen geldend BPA van toepassing. In het verleden werd wel een BPA- procedure ‘Galgenweel woonuitbreiding’ opgestart, die echter na het openbaar onderzoek werd geschorst. Dit ontwerp BPA voorzag in de herbestemming van de onbebouwde oostelijke driehoek van het KMO-gebied naar woongebied in functie van het verder afwerken van de aanpalende verkaveling. Hierbij werd de mogelijkheid geboden tot de bouw van +/- 70 wooneenheden.

Naar aanleiding van de opmerkingen en adviezen uit de adviseringsfase van het planproces voor het ontwerp BPA ‘Galgenweel woonuitbreiding’ worden volgende aandachtspunten meegenomen in het opmaakproces van het RUP ‘Galgenweel Oost’:

• Het realiseren van de bebouwing mag geen problemen vormen naar de bedrijven toe wat betreft het verkrijgen van een milieuvergunning en eventuele toekomstige uitbreidingen.

Hiermee dient rekening gehouden te worden bij het bepalen van de afstandsregels.

• Vanuit het streven naar functieverweving is het zinvol om ook handel op buurtniveau toe te laten in het plangebied.

• De taakstelling voor betaalbare woningbouw dient samen met het project Regatta bekeken te worden. Gezien het BPA Galgenweel-Borgerweert (Regatta) intussen definitief werd aanvaard moet bekeken worden welke implicaties dit heeft voor het plangebied. De taakstelling betaalbare woningbouw moet in de richtnota worden afgewogen.

• Aandacht aan noord-zuid circulatie voor voetgangers en fietsers.

• De maximale invulling (70 woningen/ha) kan ook iets lager liggen, in functie van een kwalitatieve invulling.

• Aandacht voor de grotere context en samenhang met de omgeving.

• Rekening houden met ruimtelijke kwaliteit en woonkwaliteit.

• M.b.t. de zendmast dient een uitdoofscenario te worden uitgedacht.

(16)

1.4.2.4

BPA Galgenweel-Borgerweert (Regattaproject)

Het BPA Galgenweel-Borgerweert (MB 2 mei 2007) legt gedetailleerde bestemmingen op aan de gebieden ten westen en zuiden van het plangebied van het RUP Galgenweel Oost. Het betreft een zone van ca. 35 ha, begrensd door de Blancefloerlaan, de KMO-zone, de Galgenweelvijver en de (te verwijderen) afrit van de E17. Het gebied was op het gewestplan bestemd als “zone voor stedelijke ontwikkeling” (zie §1.6.1), en het BPA Galgenweel-Borgerweert vormt de concrete uitwerking van deze bestemming. Het BPA voorziet een gemengd stedelijk programma met klemtoon op wonen, aangevuld met andere functies waaronder kantoren (aan de westzijde), voorzieningen, recreatie en groen. De bebouwing wordt geconcentreerd in de noordelijke helft van het plangebied, langs de Blancefloerlaan, terwijl aan de zuidzijde een grootschalig open ruimtegebied/park ontstaat dat aansluit op de Galgenweelvijver.

Het streefcijfer voor de volledige Regattasite bedraagt 1530 wooneenheden. Inzake woningtypes wordt een onderscheid gemaakt tussen grondgebonden woningen (30% van het totale aanbod) en appartementen (waarbij minstens 15% gestapelde woningen voor grote gezinnen), waarbij ernaar wordt gestreefd om betaalbare woningen aan te bieden aan jonge tweeverdieners, al dan niet met kinderen.

Langs de toekomstige Groene Singel (huidige afrit E17) wordt een stedelijke band voorzien waarin maximaal 40.000 m² Multi-tenant kantoren kunnen gerealiseerd worden. Daarnaast kunnen in functie van de behoefte kleinere kantoren (max. 1500 m² per kantoor) gerealiseerd worden in de woonwijk (max. 10.000 m² in totaal) en in de zone “rand Blancefloer” (max. 5000 m²).

Ter ondersteuning van de stedelijke functies kan een behoorlijk aandeel detailhandel gerealiseerd worden op de Regattasite. De handelsfuncties in het plangebied moeten complementair zijn met het aanbod rond het Van Eedenplein en op Rechteroever. Langs de Blancefloerlaan en de toekom- stige Groene Singel worden grotere handelsruimten toegelaten. In de centrale wijk zijn enkel buurt- ondersteunende functies mogelijk.

De Regattasite wordt ontsloten naar de Blancefloerlaan via een vier-

(17)

lijke parkzone. In het oosten is er een aanvullende aansluiting op de Edmond de Coussemakerstraat (in plangebied Galgenweel Oost), om de Regattasite te verbinden met sector Galgenweel, evenwel zonder deze verbinding als wijkontsluiting te gebruiken.

Een essentiële component van de Regattasite is de realisatie van het Galgenweelpark, aansluitend op de Galgenweelvijver. Door de realisatie van dit park wordt de Galgenweelvijver gevrijwaard van bijkomende windhinder die het zeilen onmogelijk maakt. Het BPA consolideert daarmee de zeil- recreatie op het Galgenweel. Aanvullend wordt het insteekdok in het BPA als waterzone bestemd zodat het water zowel landschappelijk als in functie van watergebonden recreatie tot in het plan- gebied wordt gebracht.

(18)

De zone aansluitend op de bestaande sporthal wordt gereserveerd voor de sportfaciliteiten en gemeenschapsvoorzieningen. Op deze manier wordt het Galgenweelpark gevrijwaard van “harde recreatievoorzieningen”. Ten slotte wordt, conform de bepalingen van het gewestplan, een deel van het plangebied gereserveerd voor (indoor) recreatie. Hiervoor wordt de zone ten westen van het insteekdok aangeduid.

Twee deelzones van het BPA Galgenweel-Borgerweert zijn van specifiek belang voor het RUP Galgenweel Oost:

• Zone “Parkrand Oost”: Als overgang van het park naar de bebouwing in het plangebied en in de woonwijk rond de Edmond de Coussemakerstraat wordt een “parkrand” voorzien, aansluitend op de bestaande sector Galgenweel en het plangebied van RUP Galgenweel Oost. De parkrand wordt uitgebouwd als woongebied met uitzicht op het Galgenweelpark, met bouwhoogtes van min. 12 meter en max. 6 à 8 bouwlagen, met een beperkte opper- vlakte niet-woonfuncties (max. 1000 m² handel, horeca,…).

• Zone “Rand Combori”: Deze zone fungeert als buffer tussen de centrale woonwijk en het bedrijfsgebouw Combori (deel van RUP Galgenweel Oost). Deze zone komt in aanmerking voor de inplanting van publieke voorzieningen, zonder evenwel de woonkwaliteit van het plangebied aan te tasten of een concurrentieel programma aan te bieden voor andere bestemmingszones. De bouwhoogte bedraagt max. 6 bouwlagen of 23,5 meter. In deze zone bevindt zich actueel de stedelijke sporthal van Linkeroever aan de Blancefloerlaan.

1.4.2.5

RUP Katwilgweg

Tussen de Blancefloerlaan, het verkeersknooppunt E17-E34, de (huidige) afrit Linkeroever en de spoorlijn Antwerpen-Gent, ca. 1 km ten westen van het plangebied, bevindt zich het bedrijven- terrein Katwilgweg. Het RUP Katwilgweg, in april 2011 goedgekeurd door de Deputatie, laat toe om dit bedrijventerrein te herstructureren, te verdichten en uit te breiden.

1.4.3 Verkavelingen

1.4.3.1

Verkaveling sector Galgenweel

Ten oosten van de KMO-zone ligt de verkaveling voor de sector Galgenweel, goedgekeurd in 1975 en grotendeels gerealiseerd eind jaren ‘70.

Herverkavelingsplan sector Galgenweel

(19)

Het verkavelingspatroon is er een van korte straten die op geregelde afstanden een verspringing of een knik in de weg hebben om aan de woonomgeving een intiemer karakter te geven. De straten bestaan uit keerlussen of doodlopende straten waardoor het doorgaand verkeer uit de wijk geweerd wordt. Tussen de verschillende bouwblokken is een lokaal netwerk voor langzaam verkeer georganiseerd.

In 1988 werd een deel van sector Galgenweel herverkaveld, nl. een zone ten westen van de Edmond De Coussemakerstraat. De reden van herverkaveling was dat hier hoogbouw diende opgericht te worden wat gezien de economische conjunctuur van toen niet meer als realistisch werd beschouwd. Een deel van verkaveling sector Galgenweel, waaronder deze herverkaveling werd in 2008 door het College vervallen verklaard. Deze zone maakt deel uit van het RUP Galgen- weel Oost.

1.4.3.2

Verkaveling Regatta-fase 1

In 2009 werd een verkaveling goedgekeurd net buiten het plangebied, m.b. ten zuiden ervan, in functie van de wegenaanleg ten behoeve van de eerste fase van het Regattaproject.

1.4.4 Overige relevante juridische elementen

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de overige juridische randvoorwaarden met betrekking tot dit RUP.

Type Plan Binnen het

plangebied

Aangrenzend aan het plangebied

RUIMTELIJK Natuur

Ramsargebieden Geen. Geen.

Vogelrichtlijngebieden Geen. Geen.

Het plangebied ligt meer dan 1,5 km ten zuidoosten van het Vogelrichtlijngebied ‘De Kuifeend en de Blokkersdijk’.

Habitatrichtlijngebieden Geen. Geen.

Het plangebied ligt op ongeveer 1 km van het Habitat- richtlijngebied ‘Schelde & Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent’.

Gebieden van het duinendecreet Geen. Geen.

Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), decreet Natuurbehoud

Geen. Geen.

VEN-gebied in ruimere buurt: Blokkersdijk en Scheldeoevers.

Vlaamse of erkende natuurreservaten Geen. Geen.

Bosreservaten Geen. Geen.

Natuurinrichting Geen. Geen.

Gebieden met recht van voorkoop vanuit natuur

Geen. Geen.

Bodem

Bodemkwaliteit Op een gedeelte van het plangebied rust een bodemsaneringsplicht volgens een door OVAM goedgekeurd bodemsaneringsplan.

Water

Beschermingszones grondwaterwinningen

Geen. Geen.

Bevaarbare waterlopen Geen. Geen.

Onbevaarbare waterlopen (Klasse) Geen. Geen.

Landbouw

Ruilverkaveling Geen. Geen.

Gebieden met recht van voorkoop vanuit natuur

Geen. Geen.

(20)

Type Plan Binnen het plangebied

Aangrenzend aan het plangebied

Landschap

Beschermde monumenten Geen. Geen.

Beschermde dorpsgezichten Geen. Geen.

Beschermde landschappen Geen. Geen.

Beschermd landschap van de Middenvijver en het Rot situeert zich ten noordwesten van het plangebied.

Beschermde stadsgezichten Geen. Geen.

Erfgoedlandschappen Geen. Geen.

Landinrichting Geen. Geen.

1.5 Bestaande toestand in en rond het plangebied

1.5.1 Positionering t.o.v. de ruimere omgeving

Het plangebied wordt gesitueerd op de Antwerpse Linkeroever, een stadsdeel ten westen van de binnenstad van Antwerpen en gescheiden ervan door de Schelde. Ten westen van Linkeroever liggen de kernen Burcht en Zwijndrecht. De ruimtelijke entiteit van Linkeroever kan worden beschouwd als het geheel van ruimtelijke structuren tussen de Schelde, de Blokkersdijk en de Suikerdijk. Deze twee oude polderdijken scheidden het gewezen polderlandschap van de Linker Scheldeoever van het zandige hoogland van het Land van Waas, die heden overeenkomt met de gemeentegrens tussen Antwerpen en Zwijndrecht. Antwerpen Linkeroever telt ongeveer 15.000 inwoners; die gehuisvest zijn in ongeveer 7.900 wooneenheden op een geürbaniseerde oppervlakte van om en bij 250 ha. Twee derde van het woningbestand bestaat uit huurwoningen, voornamelijk onder de vorm van appartementen en studio’s.

De Antwerpse Linkeroever wordt ruimtelijk opgedeeld in verschillende sectoren waarbij het plan- gebied paalt aan de sector Galgenweel. De sector Galgenweel wordt in het noorden begrensd door de Blancefloerlaan, een belangrijke verkeersader, en sluit in het zuiden aan op de recreatievijver Galgenweel. Aan de overzijde van de Blancefloerlaan, ten noorden van het plangebied, is de sector Middenvijver gesitueerd.

1.5.2 Bestaande toestand

1.5.2.1

Woonwijk Galgenweel

De sector Galgenweel werd ontwikkeld aan het eind van de jaren ’70 van vorige eeuw volgens de stedenbouwkundige principes van de wijkgedachte, het recreatief groen en de scheiding van verkeersstromen. De sector wordt begrensd door de waterplas van Galgenweel in het zuiden, het braakliggende driehoekige restperceel van de KMO-zone in het westen, de Blancefloerlaan in het noorden en sector 2 in het oosten (de Galgenweellaan vormt de grens tussen beide sectoren).

Het organisatiemodel van de sector Galgenweel bestaat uit keerlussen en doodlopende straatjes die ervoor zorgen dat doorgaand verkeer wordt geweerd uit de wijk en dat een centrale groenas wordt uitgespaard. Deze groenzone fungeert als buurtspeelplek en eveneens als overgang tussen een wijk met hoofdzakelijk laagbouw en een ensemble van hoofdbouw.

Tussen de verschillende bouwblokken is een lokaal netwerk voor langzaam verkeer georganiseerd.

(21)

Openbare nutsvoorzieningen en scholen zijn op Linkeroever aanwezig, maar niet in deze sector. Enkel handel en dienstverlening zijn vertegenwoordigd in de blokken langs de Blancefloerlaan als uitloper van de handelskern in sector 2. In de centrale groenas zijn buurtspeelplekken georganiseerd net als in de langgerekte openruimtestrook die een onderdeel vormt van de rand- afwerking naar het Galgenweel. Daarnaast fungeren ook de woonerfstraten als speelstraten evenals het uitgestrekte autovrije voetgangersgebied tussen de flatgebouwen aan de Blancefloerlaan.

De woningtypologie betreft een mix van laagbouw, middelhoogbouw en hoogbouw:

De laagbouw betreft enerzijds ruime rijhuizen van drie bouwlagen gegroepeerd in groepen van 6 of 10 woningen, voornamelijk bel-etage-woningen en anderzijds woningen gegroepeerd rond een woonerf. De woningen liggen niet rug aan rug met de tuinzijde naar elkaar toe maar de bouwblok- ken worden telkens op dezelfde manier georiënteerd met de tuinen op het zuiden. Aan de rand met de bedrijvenzone worden een aantal geschakelde woningen gesitueerd met achteruitgescho- ven garages. Langs de Blancefloerlaan zijn hoogbouwblokken ingeplant.

Wat betreft de parkeerfaciliteiten hebben de appartementen gemeenschappelijke voorzieningen en de woningen individuele oplossingen door middel van garageboxen. Voor een aantal groepen woningen worden gemeenschappelijke faciliteiten voorzien aan het begin of het einde van de straat. Door de wisselende opeenvolging van vlot toegankelijke wegen voor autoverkeer enerzijds en woonerven anderzijds zijn sommige woningen langs de voorkant bereikbaar met de auto en andere langs de achterkant.

Aan de westrand van deze wijk bevindt zich twee nog onbebouwde terreinen: enerzijds een terrein dat gebruikt wordt als speelplein, en anderzijds een zone waarvan wel de wegenis gerealiseerd werd, maar nog geen bebouwing, op één woning na. Beide terreinen werden opgenomen in RUP Galgenweel Oost.

(22)

1.5.2.2

De KMO-zone

De KMO-zone, aangeduid op het gewestplan, beslaat een oppervlakte van 8,2 ha. Met uitzondering van de braakliggende driehoek in het oostelijk deel is het bedrijventerrein volledig ingenomen. Het meest in het oogspringende volume is het bedrijfsgebouw van Combori dat heel het westelijk deel van het bedrijventerrein in beslag neemt en dateert van 1962, van voor de opmaak van het gewestplan dus. De vijf bedrijfsgebouwen in het centrale deel zijn veel recenter (2000-2005) en nemen veel minder grondoppervlakte in. In het midden van het bedrijventerrein werd in 2008 een containerpark opgericht door de stad Antwerpen.

Hieronder is een lijst weergegeven van de bedrijven die actueel in het plangebied actief zijn:

Straat Nummer Naam Activiteit

Blancefloerlaan 177 Trentmotor / Q8 Service Station Garage, tankstation, carwash Blancefloerlaan 179 Stedelijke Recyclage Centra Recyclagebedrijven

Blancefloerlaan 179 A De schutter Photogravure Fotogravure

Blancefloerlaan 179 A Shurgard Self Storage Verhuur opslagplaatsen

Blancefloerlaan 179 B Drukkerij De Vroey Drukkerij

Blancefloerlaan 179 C Delta Thermic Centrale verwarming (Installatie van) Blancefloerlaan 179 D Car Plus NV Groot- en detailhandel in motorvoertuigen Blancefloerlaan 179 E Denico Green Products Green Products

Blancefloerlaan 179 F Janssens-Lo Vloerbekleding - Kleinh.

Blancefloerlaan 179 G Metrohm Belgium NV Groothandel in farmaceutische producten

Blancefloerlaan 181 Combori Verkoop van bevestigingsmateriaal

Blancefloerlaan 181 Nemo Trading Opslag

(23)

In de loods van Combori is intussen ook, met een tijdelijke evenementenvergunning, “Theater aan de Stroom” gevestigd.

Het oostelijke deel van de KMO-zone volgens het gewestplan betreft een driehoekig braakliggend perceel (1 ha) dat door de bewoners van de sector Galgenweel als buurtgroen wordt gebruikt. Het terrein is begroeid met grassen en laag- en hoogstammig groen. Op dit perceel zijn wandelpaadjes ontstaan die aansluiting geven op een informeel netwerk van wandelpaden rond de Galgenweel- vijver. Temidden van het driehoekige braakliggende perceel staat een 70 meter hoge zendmast. De zendmast is verouderd. In het kader van de herbestemming en ontwikkeling van dit driehoekig braakliggend perceel zoekt de exploitant van de zendmast samen met de stad Antwerpen naar een alternatieve oplossing.

(24)

1.6 Het plan

1.6.1 Visie en doelstellingen

De doelstelling van dit RUP kadert binnen de visie van het strategisch ruimtelijk structuurplan Antwerpen (s-RSA) en het ontwikkelingsconcept Scheldepark Linkeroever (CBS, 1 februari 2008).

Door dit gebied te ontwikkelen onder voorwaarden van de zachte ruggengraat en de ecostad, kan bijgedragen worden tot het voeren van een specifiek doelgroepenbeleid (grote gezinnen) én een maatschappelijk verantwoord aanbodbeleid (betaalbare woningen). Daarnaast wordt ingespeeld op de creatie van een kwalitatieve verbinding tussen het Galgenweel en Middenvijver waar cultu- rele en recreatieve activiteiten worden verweven met KMO. Belangrijk hier is de integratie van deze zone in de directe omgeving en dat speciale aandacht gaat naar doorwaadbaarheid als onder- deel van de ecologische link tussen de verschillende parken in de omgeving.

In het ontwikkelingsconcept Scheldepark Linkeroever wordt de woonschil van Linkeroever uitge- breid tot aan het Regatta-project als nieuwe stedenbouwkundige figuur. Gesteld wordt dat een aaneenschakeling van de uiteinden van de bebouwde schil van Linkeroever zoveel mogelijk gesti- muleerd dient te worden.

Het RUP streeft naar een betere verweving van het gebied in zijn woonomgeving. Het wil de link tussen de bestaande woonwijk en het nieuwe Regatta-project versterken. Indien nieuwe bedrijvig- heid zich vestigt op het onbebouwd restperceel, komt dit de kwaliteit van de bestaande woon- omgeving niet ten goede. De herbestemming van dit perceel naar woonzone biedt de mogelijkheid het bestaande woonweefsel van sector Galgenweel af te werken en de aantakking met het Regatta-project (ten zuiden van de woonzone) te versterken. Dit gebeurt met respect voor de bestaande woonkwaliteiten, het bestaande stratentracé en de groene omgeving.

Bij de bouwaanvragen van de verschillende bedrijven in de ingevulde KMO-zone, werd reeds een bufferstrook van 15m breed voorzien langs de perceelsgrens met het driehoekig onbebouwd rest- perceel. Nu het driehoekig perceel wordt ontwikkeld tot woonzone is een bestendiging en aanleg van de bufferzone van belang om zo de leefbaarheid van de woonwijk naast de bestaande KMO- zone te garanderen.

Het grasplein maakt vandaag integraal deel uit van het bestaande woonweefsel en wordt door de buurt gebruikt. Het gewestplan kleurt de zone rood, het plein kan dus bebouwd worden. Het RUP

(25)

kiest ervoor het grasveld in de bestaande wijk te verankeren als onderdeel van het wijkgebeuren in open lucht. Het is belangrijk dat de toekomst van het grasplein verzekerd wordt.

De zone ten zuiden van de bestaande sporthal langs de Blancefloerlaan wordt in het Regatta- project gereserveerd voor sportfaciliteiten en gemeenschapsvoorzieningen. Het RUP wil deze op- portuniteit aanhalen om in directe interactie met deze zone, de naastgelegen zone 'Rand Regatta' te herbestemmen naar een zone voor KMO, recreatieve en culturele functies. Doel is het realiseren van een brede 'activiteitenlink' tussen het Galgenweel en Middenvijver door een toegankelijke en doorwaadbare zone te crëeren waar een breed spectrum aan voorzieningen wordt aangeboden, zowel aan de directe woonomgeving als bovenlokaal. Een groen ingerichte noord-zuidas met infra- structuur voor zacht wegverkeer versterkt de ecologische samenhang met de omgeving.

Gezien vanuit mobiliteitsoogpunt is het plangebied gelegen langs de Blancefloerlaan, nabij een op- en afrit van het hoofdwegennet en goed ontsloten met openbaar vervoer. In het besluit van de Vlaamse Regering over het Masterplan 2020 wordt gesteld dat er tegen 2020 een duurzame modal split voor de Antwerpse agglomeratie moet bereikt worden van 50/50: 50% van de vervoers- bewegingen dient te voet, met de fiets of het openbaar vervoer te gebeuren. Daarom is het belang- rijk nieuwe woonontwikkelingen of activiteiten die mensen aantrekken vanuit de ruimere omgeving in nabijheid van het openbaar vervoersnet te organiseren.

Uit het mobiliteitseffectenrapport (MOBER) Linkeroever blijkt ook dat de ontwikkeling van het geplande stedenbouwkundig programma langs de Blancefloerlaan (Katwilgweg, Regatta, Galgen- weel Oost) zonder bijkomende maatregelen leidt tot een verliestijd voor het openbaar vervoer en een geringe afwikkeling van autoverkeer. Ontwikkeling van het stedenbouwkundig programma zonder verliestijd voor openbaar vervoer en een redelijke verkeersafwikkeling van autoverkeer vereist verkeerstechnische aanpassing van alle kruisingen op het wegtraject en een aanpassing van het snelheidsregime. Ondermeer gelet op de kwetsbare mobiliteitseffecten zal de herbestemming van 'Rand Regatta' naar KMO, recreatieve en culturele activiteiten (waarbij wonen niet is toege- laten) een gunstig effect hebben op de algehele mobiliteit, aangezien deze functies een ander – minder spitsuurgebonden – mobiliteitsprofiel hebben als wonen.

Samengevat zijn de motieven en doelstellingen voor opmaak van dit RUP:

1. Afwerken van het bestaande woonweefsel van de sector Galgenweel en de link versterken tussen het Regatta-project en het bestaande woonweefsel van Linkeroever. Dit in uit- voering van de doelstelling voor de poreuze stad ‘het in gebruik nemen van holtes in de straatwand’. Het versterken van de relatie met het Regattaproject wordt enerzijds bereikt door ruimtelijke ingrepen, anderzijds wordt de samenhang ook sociaal versterkt. Door het mogelijk maken van nieuwe woningen en voorzieningen, zowel kleinschalig in de woon- wijken als grootschalig in de zone 'Rand Regatta' en de zone 'Rand Combori' (BPA Galgen- weel-Borgerweert), groeit de levendigheid van Galgenweel Oost. Bewoners en bezoekers worden aangemoedigd gebruik te maken van de verschillende voorzieningen in de nabije omgeving.

2. Streven naar een evenwicht met verschillende bewonersgroepen op Linkeroever in uitvoering van de doelstelling voor de poreuze stad ‘het verbeteren van de leefkwaliteit’.

Voldoende flexibiliteit van percelen en bebouwde structuren mogelijk laten zodat innovatieve concepten mogelijk blijven en een zo breed mogelijk doelpubliek kan bereikt worden. Grotere woningen met voldoende private buitenruimte moeten voldoende differentiatie aanbieden van het woonaanbod en de wijk ook aantrekkelijk maken voor jonge gezinnen.

3. Infrastructuur creëren voor het sociale leven in uitvoering van de doelstelling voor de poreuze stad ‘het verbeteren van de leefkwaliteit’. Het bestaande grasveld in de wijk bestendigen als onderdeel van het wijkgebeuren in open lucht (volgens het gewestplan kan het grasveld bebouwd worden). Recreatieve en culturele activiteiten toelaten in de zone 'Rand Regatta'.

(26)

4. Tegemoet komen aan de doelstellingen voor de ecostad ‘bebouwing innovatief oplossen’

en de integratie tussen open ruimte en stedelijke woonbuurten bevorderen. Dit met speciale aandacht voor de toegankelijkheid en het creëren van fronten ten opzichte van de Blancefloerlaan (Rand Regatta) en het Regatta-project en het grasplein (Zone Cousse- maker).

5. Het projectgebied inpassen in de stedelijke parkstructuur om tegemoet te komen aan de uitwerking van de zachte ruggengraat. Rekening houden met de doorwaadbaarheid van de zone 'Rand Regatta' en een ecologische link creëren tussen Middenvijver en het Galgenweel.

1.6.2 Concept en gewenste ruimtelijke structuur

Het voorontwerp RUP vertrekt van een inpassing in de structuur van Linkeroever. Volgend pro- gramma wordt mogelijk gemaakt:

• een publiek grasveld

• wonen

• buffergroen

• behoud van bestaande bedrijvigheid met de mogelijkheid dit te verweven met recreatieve en culturele activiteiten

Een aantal ruimtelijke concepten geven sturing aan het plan en zorgen ervoor dat de verschillende doelstellingen bereikt worden.

1.6.2.1

KMO, recreatie en culturele activiteiten

In het bestaande bedrijfsgebouw is een gemengde invulling van KMO, recreatie en culturele activi- teiten mogelijk. Het perceel is vandaag quasi volledig bebouwd met één bedrijfsgebouw dat in ver- schillende delen wordt onderverhuurd. De bestaande bedrijven kunnen hun activiteiten behouden, ook nieuwe bedrijven kunnen hun intrek nemen in het bestaande bedrijfsgebouw. Door een gemengde invulling toe te laten, wordt het terrein toegankelijk buiten de normale bedrijfsuren en kan er naar een duurzaam gebruik van de ruimte en de gebouwen gestreefd worden.

Bij nieuwbouw in deze zone wordt gesteld dat elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning het geheel van de bestemmingszone moet beslaan. De voorschriften voor deze zone zijn geïnspi- reerd op de voorschriften van de bestemmingszone 'Rand Combori' (BPA Galgenweel-Borgerweert) zodat bij herontwikkeling 1 geheel met deze zone wordt bekomen.

Bij herontwikkeling van de zone is het doel om samen met de naastgelegen zone ‘Rand Combori’

een brede activiteitenlink te creëren tussen het Galgenweel en Middenvijver waar speciale aan- dacht wordt besteed aan de doorwaadbaarheid voor zacht verkeer via een groen ingerichte noord- zuidas. Hierbij wordt voortgeborduurd op het noord-zuidgerichte organisatiepatroon naar analogie met de omliggende woonomgeving.

1.6.2.2

Wonen

Het plangebied wordt gesitueerd binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen.

Dit impliceert een stedelijke ontwikkeling. Het hoofdaccent voor het plangebied ligt op wonen.

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) streeft in stedelijke gebieden naar een minimale woningdichtheid van 25 woningen per ha. Het s-RSA verfijnt dit streefcijfer in functie van de strate- gische ruimten: binnen de zachte ruggengraat wordt gestreefd naar een minimale woningdichtheid van 30 woningen per ha. Dit levert voor het driehoekige onbebouwd restperceel KMO-zone minstens 30 woningen op. Aangevuld met de onbebouwde percelen langs de Victor Delhezstraat betekent dit een totaal van minstens 43 woningen. Dit aantal wordt later verfijnd aan den hand van ontwerpend onderzoek.

(27)

Het woongebied kan ingevuld worden met een divers aanbod aan woningtypes waardoor kansen worden geschept om verschillende bewonersgroepen aan te trekken. Om tegemoet te komen aan de doelstelling uit het s-RSA om zich op Linkeroever in het bijzonder te richten op een woning- typologie voor jonge tweeverdieners, al dan niet met kinderen, zal binnen het woongebied een minimaal aantal te realiseren woningen worden opgenomen met een oppervlakte die voldoet voor een gemiddeld gezin. Voor grondgebonden woningen wordt uitgegaan van een netto vloeropper- vlakte van minstens 100m², met minstens drie slaapkamers en een private buitenruimte aanslui- tend op de woning.

Er moet gestreefd worden naar een evenwicht tussen verschillende bewonersgroepen op Linker- oever. Op Linkeroever is binnen de bestaande ruimtelijke structuur een hoge concentratie aan sociale woningen aanwezig. Daarom moet de flexibiliteit van percelen en bebouwde structuren mogelijk blijven ten einde een zo breed mogelijk doelpubliek te bereiken. Grotere woningen met voldoende private buitenruimte moeten de wijk ook aantrekkelijk maken voor jonge gezinnen.

Binnen de zone voor wonen zijn kleinschalige buurtondersteunende voorzieningen mogelijk die verweefbaar zijn met de woonfunctie, weinig druk leggen op het woonweefsel en geen bijzondere ruimtebehoefte vragen of mobiliteitseffecten teweeg brengen.

De ontsluitingsstructuur voor de nieuwe woonontwikkeling takt aan op het bestaande stratentracé waardoor drie bouwblokken worden gevormd.

Naar het grasveld aan de Edmond De Coussemakersstraat toe en naar de bebouwing uit het Regattaproject ten zuiden van het plangebied wordt een front geconcipieerd. Om dit front te bewerkstelligen worden op deze specifieke plaatsen een hogere bouwhoogte toegelaten. Naar het grasveld aan de Edmond De Coussemakersstraat zijn over de volledige zone 3 bouwlagen toegelaten; naar het Regattaproject 3 tot 4 bouwlagen, waarbij een afwisseling in bouwlagen verplicht wordt opgelegd.

In de resterende zones wordt de bouwhoogte beperkt tot maximaal 3 bouwlagen waarbij een afwisseling in bouwlagen verplicht wordt opgelegd.

Referentieontwerp

Het referentieontwerp is het resultaat van een proces van ontwerpmatig onderzoek. Het referen- tieontwerp geeft een mogelijke invulling weer binnen de vooropgestelde randvoorwaarden. Het referentieontwerp is echter geen eindbeeld. Er zijn tal van andere variaties mogelijk. Het referen- tieontwerp wordt gepresenteerd als een concrete ruimtelijke toetsing van de concepten en het

(28)

programma op het terrein om de haalbaarheid en impact af te wegen. Het referentieontwerp geldt dus louter als een illustratie van de ruimtelijke principes die een vertaling kregen in het RUP.

Het ontwerpmatig onderzoek resulteert in een ontwerp waarvan het stratenpatroon een T-vormige structuur heeft en aantakt op de reeds aangelegde Victor Delhezstraat. De Victor Delhezstraat wordt verlengd tot aan de groenbuffer tussen het bedrijventerrein en de woonwijk om de noorde- lijke strip woningen te kunnen ontsluiten. Deze woningen worden noord-zuid georiënteerd waarbij de tuinen grenzen aan de tuinen van de woningen langs de Garmt Stuivelingstraat. Op deze manier wordt de privacy van de bestaande woningen gerespecteerd.

Het noord-zuid georiënteerde been van het T-vormige stratenpatroon deelt de driehoekige zone in twee delen waardoor er aan beide zijden van de nieuwe straat een bouwblok ontstaat. Hierdoor kan ook de bestaande reeks woningen langs de Edmond De Coussemakerstraat opgenomen worden en afwerking vinden in een volwaardig bouwblok. De koppen van deze bouwblokken worden aangeduid voor appartementen. De enige woning die reeds gerealiseerd werd in de Victor Delhezstraat wordt geïntegreerd in het project.

Referentieontwerp voor het oostelijk deel van het plangebied

(29)

1.6.3 Grafisch plan en bestemmingen

Aan de hand van de visie en concepten wordt beoordeeld welke ingrepen essentieel zijn om een kwalitatieve ontwikkeling van Galgenweel Oost te bekomen, de krachtlijnen voor een ruimtelijke kwalitatieve invulling van het gebied worden bepaald. Het uiteindelijke verordenend grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften steunen op deze bevindingen. De krachtlijnen worden per bestemmingszone uitgewerkt.

(30)

1.6.3.1

Zone voor wonen (Wo)

Binnen deze zone wordt het driehoekig onbebouwd restperceel KMO en de overwegend onbe- bouwde percelen langs de Victor Delhezstraat opgenomen. De zone heeft een totale oppervlakte van ca. 1,43ha. Aan een dichtheid van minimaal 30 woningen per hectare betekent dit minstens 43 bijkomende woningen. Het ontwerpend onderzoek geeft aan dat ca. 85 woningen gerealiseerd kunnen worden. In het RUP wordt een maximum van 90 woningen opgelegd.

Het hoofdaccent voor deze zone ligt op wonen. Het woongebied kan ingevuld worden met een divers aanbod aan woningtypes (grondgebonden woningen, appartementen, gestapelde woningen,

…). Dit verscheiden aanbod schept kansen om verschillende bewonersgroepen aan te trekken.

Bijzondere aandacht gaat uit naar het creëren van voldoende grondgebonden woningen voor jonge tweeverdieners, al dan niet met kinderen, om tegemoet te komen aan de doelstellingen uit het s- RSA, namelijk het creëren van een evenwichtige samenstelling van verschillende woningdoel- groepen op Linkeroever (waar nu de doelgroep sociaal wonen overheerst).

Daarom worden in de voorschriften bepalingen opgenomen die voorwaarden stellen om ten opzichte van het totaal aantal te realiseren woningen, een percentage te realiseren met een opper- vlakte die voldoet voor een gemiddeld gezin. Voor grondgebonden woningen wordt uitgegaan van een netto vloeroppervlakte van minstens 100m², met drie slaapkamers en een private buiten- ruimte aansluitend op de woning. Er wordt geopteerd om in de voorschriften een minimaal aantal grondgebonden woningen op te nemen daar binnen de vastgoedsector vanuit financiële over- wegingen vaak geopteerd wordt voor meergezinsgebouwen wat niet de voorkeur wegdraagt van jonge gezinnen. De overige woningen kunnen naar keuze gestapeld dan wel grondgebonden uit- gevoerd worden.

Daarnaast zijn kleinschalige buurtondersteunende voorzieningen mogelijk. Hieronder dient verstaan te worden:

• De uitoefening van een vrij beroep zoals een arts, een notaris, een architect, advocaat, …

• Diensten zonder loketfunctie: thuiskantoor van een verzekeringsagent, een kapper, …

• Kleinschalige handels- en horecazaken en diensten met loketfunctie: apothekers, bankfilia- len, een postkantoor, een slager, een bakker, een krantenwinkel, een buurtwinkel, een café, … Met betrekking tot deze handels- en horecazaken en diensten met loketfunctie wordt de bovengrens van de netto handelsoppervlakte op 400m² gelegd.

• Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid: de opslag van het materiaal en gereedschap van een kleine aannemer loodgieter, … Om te voorkomen dat de activiteiten van de kleine zelfstandige bij groei van het bedrijfje de draagkracht van de wijk overstijgen, wordt ook hier de oppervlakte nodig voor het uitoefenen van de zelfstandige activiteiten vastgelegd op maximaal 400m².

• Kleinschalige kantoren.

In het plangebied kan geen woonontwikkeling komen alvorens de zendmast op het maaiveld uit het plangebied wordt verwijderd.

Op het verordend grafisch plan wordt door middel van een as de locatie aangeduid van openbare wegenis. In het verlengde van de Victor Delhezstraat moet de wegenis als woonerf worden ingericht.

De hoofdbetrachting is het afwerken van het woonweefsel van sector Galgenweel. Het globale stedenbouwkundig beeld is geënt op de structuur van de bestaande wijk en in harmonie met het ontwerp voor het Regattaproject. Het geheel bestaat uit aaneengesloten en gestapelde woningen en woonvolumes zodat er een afgewerkt stedelijk patroon verkregen wordt. De zone wordt onderverdeeld in 5 bouwvlakken (Bv1-5) die elk moeten uitgevoerd worden als één project, met het oog op een voldoende coherent en kwaliteitsvol beeld. Op architecturaal vlak streeft men naar een spel van volumes verkregen door afwisseling in de bouwhoogte en inplanting van de verschil- lende woningen naar analogie met de aanpalende bestaande woonwijk.

(31)

1.6.3.2

Zone voor publiek domein (Pu)

Binnen deze zone wordt het bestaande grasveld aan de E. De Coussemakersstraat opgenomen alsook een deel van de E. De Coussemakersstraat. De zone heeft een oppervlakte van ca. 0,42ha.

Een plein met openbare wegenis in functie van de afwikkeling van het bestemmingsverkeer en de daarbij noodzakelijke infrastructuur zoals parkeervoorzieningen, voet- en fietspaden, groenaanleg en straatmeubilair.

Het plein is onverhard en heeft een open karakter. Een minimale oppervlakte van 2500m² van dit plein is vrij van hoogstammen en heesters en vrij van straatmeubilair en verlichting. Dit betekent dat het plein wel aan de randen kan omzoomd worden met bomen maar dat het centrum gevrij- waard moet blijven van obstakels zodat hier diverse activiteiten kunnen plaatsvinden zoals een buurtfeest en dergelijke.

1.6.3.3

Zone voor groen (Gr)

Binnen deze zone wordt de bestaande bufferstrook van 15m breed opgenomen. De zone heeft een oppervlakte van ca. 0,31ha. Een groene zone van 15m breed in functie van voldoende afstand en een visuele buffering tussen de ingevulde KMO-zone en de nieuwe woonwijk.

Langs de perceelgrens wordt een 15m breed groenscherm aangelegd met streekeigen hoogstam- mige bomen, aangevuld met een voet met struiken of heesters, en als dusdanig onderhouden. In deze zone worden geen andere functies of constructies toegelaten.

1.6.3.4

Zone voor gemengde functies (Ge)

Deze zone omvat het meest westelijke ingevulde deel van de bestaande KMO-zone, bijna volledig bebouwd met 1 bedrijfsgebouw. De zone heeft een oppervlakte van ca. 3,65ha. Om een flexibele invulling van de zone te garanderen, beperkt het RUP zich voor deze zone tot louter essentiële uitspraken over de bestemming en de inrichting van de zone.

De zone is bestemd voor een inrichting met ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen, alsook culturele activiteiten en recreatieve functies. Onder culturele en recrea- tieve activiteiten wordt onder andere begrepen jeugdactiviteiten, theater, bowling of bezinnings- ruimtes. Deze lijst is niet limitatief.

Binnen deze zone kunnen de bestaande bedrijven hun activiteiten behouden. Nieuwe functies die strijdig zijn met de bestemmingsvoorschriften worden niet toegelaten. Nieuwe bedrijven kunnen hun intrek nemen in het bestaande bedrijfsgebouw indien zij lokale bedrijfsactiviteiten voor productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen uitoefenen. Hieronder moeten begrepen worden: kleine productiebedrijven, bouwondernemingen, garages, schrijnwerkerijen, … Met opslag is de opslag van de geproduceerde of verwerkte goederen bedoeld of de opslag van materialen noodzakelijk om de bedrijfsactiviteiten te kunnen uitoefenen. Opslag in functie van logistieke bedrijven wordt niet toegelaten.

Deze bedrijven moeten verenigbaar zijn met de woonomgeving alsook met de recreatieve functies die in dezelfde zone opgenomen kunnen worden. Bij de beoordeling of een bedrijf verenigbaar is met de omringende woonomgeving zullen vooral hinderaspecten als beoordelingscriteria gebruikt worden.

In verband met hinderaspecten kan men steunen op de gegevens die betrekking hebben op de milieuvergunning (geur, stof, geluid, …). Nochtans zijn deze bij de beoordeling van de hinderlijkheid niet noodzakelijkerwijze de enige criteria. Zo dient de hinderlijkheid van het bedrijf ten opzichte van zijn omgeving ook uit stedenbouwkundig oogpunt nagegaan te worden. Deze hinderlijkheid kan van allerlei aard zijn en zowel betrekking hebben op de oppervlakte van het bedrijf, de vormgeving van de architectuur, het gebruik van de materialen van de bebouwing en de terrein- aanleg of de hinder naar aanleiding van mobiliteitseffecten. Door bepaalde activiteiten die sterke mobiliteitseffecten teweeg brengen, uit te sluiten, zullen de hinderaspecten op vlak van mobiliteit echter beperkt zijn.

(32)

Binnen de bestemmingszone wordt minstens één noord-zuid gerichte doorsteek voorzien die bestemd is voor een groene dooradering van het plangebied. De doorsteek is minstens 15m breed, is overwegend groen ingericht en wordt voorzien van een voetgangers- en fietsverbinding die een logische circulatie creëert voor zacht wegverkeer tussen het Galgenweel en Middenvijver/ Blance- floerlaan.

Voor deze zone wordt een te rigide uitwerking van de voorschriften vermeden. Een verkavelings- plan dient ingezet te worden om de voorschriften van het RUP gedetailleerder uit te werken voor de volledige zone of voor een deel ervan.

Nieuwe ontwikkelingen passen zich in in de stedenbouwkundige structuur van het weefsel ten zuiden van de Blancefloerlaan. Deze stedenbouwkundige structuur wordt gekenmerkt door een orthogonaal stratenpatroon waardoor bouwblokken worden gevormd. De hoofdassen van dit stra- tenpatroon staan loodrecht op de Blancefloerlaan. Als voorwaarde geldt dat nieuwe ontwikkelin- gen steeds aantakken op de bestaande straten en langzaam verkeersverbindingen zodat een samenhangend netwerk bekomen wordt. De inrichting bouwt verder op de inrichting van de naast- gelegen bestemmingszone 'Rand Combori' (BPA Galegenweel-Borgerweert) en houdt tevens rekening met een aansluiting van de openbare wegenis op de bouwvrije zone in deelzone R/GM2 van bestemmingszone 'Rand Combori'. Deze zone non-aedificandi sluit aan op de hoofdas en de deelzone BU en is minstens 12 meter breed.

Qua densiteit (V/T) en maximale bouwhoogte worden de voorschriften geïnspireerd door de bepa- lingen uit het BPA Galgenweel-Borgerweert bestemmingszone 'Rand Combori' ten einde een samenhangende weefsel en een brede link tussen Middenvijver en Galgenweelpark te bekomen.

Inzake invulling van de zone voor gemengde functies zijn er reeds volgende concrete pistes:

• Theaterzaal van Theater aan de Stroom met ca. 450 plaatsen, ca. 3000 m² (reeds ingeplant met voorlopige vergunning)

• Bowling met 16 banen, kinderspeeltuin, pool- en snookertafels en restauratie, 2250 m² (aanvraag ingediend)

(33)

2 Onderzoek tot milieueffectrapportage

2.1 Bepaling van de plan-MER-plicht

2.1.1 Inleiding

Dit rapport onderzoekt of het RUP Galgenweel Oost van rechtswege plan-MER-plichtig is enerzijds en, zoniet, of er aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn.

Het plan-mer-decreet beschrijft de stappen die doorlopen moeten worden om de plan-MER-plicht na te gaan. Deze stappen zijn:

• stap 1: nagaan of het plan onder het toepassingsgebied valt;

• stap 2: voor plannen die onder het toepassingsgebied vallen: nagaan of het plan “van rechtswege” plan- MER-plichtig is;

• stap 3: voor plannen die onder het toepassingsgebied vallen én niet “van rechtswege”

plan-MER-plichtig zijn: nagaan of het plan aanzienlijke milieueffecten kan hebben. Deze laatste stap wordt ook wel screening genoemd.

Hieronder wordt dit stappenplan schematisch voorgesteld:

Deze nota doorloopt deze verschillende stappen.

Alvorens het stappenplan te doorlopen wordt hierna een opsomming gegeven van verschillende ontwikkelingen die in de buurt van het plangebied op stapel staan. Het vermelden van deze ontwikkelingen is relevant, daar zij een invloed hebben op de referentiesituatie en mogelijks cumulatieve effecten dienen te worden beschouwd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende

Omwille van een nieuwe visie op het centrum van Harelbeke en het plangebied (zie 4.7), waarbij naast de N43 vooral de Leie het structurerend element is, wil het stadsbestuur het

Het woonproject wordt in een groene omgeving ingebed met voornamelijk publieke ruimte als verbinding tussen het centrum van Gullegem met het provinciaal domein de Bergelen..

Het bestemmingsplan "Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld" overeenkomstig artikel 32.7 onder a, in samenhang met artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke

Deze discipline is niet relevant voor dit RUP zodat het geen betekenisvolle negatieve effecten voor de energie- en grondstoffenvoorraden veroorzaakt.

Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende

Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende

Door langs deze zijde een ontsluiting / verbinding te voorzien wordt er ook een vlotte verbinding voor langzaam verkeer richting het openbaar vervoersnet