• No results found

Beschrijving en beoordeling effecten

2 Onderzoek tot milieueffectrapportage

2.2 Screening voor de relevant geachte disciplines en effectgroepen

2.2.1 Discipline mens – mobiliteit

2.2.1.2 Beschrijving en beoordeling effecten

2.2.1.2.1

Verkeersgeneratie

Het plan omvat volgende verkeersgenererende functies2:

• Een nog nader te bepalen aantal woningen. Het referentieontwerp gaat uit van 84 wonin-gen en dit aantal werd ook gehanteerd in de MOBER Linkeroever. Op basis van ken-getallen wordt de verkeersgeneratie van de 84 woningen in het MOBER geschat op 58 auto’s tijdens de avondspits (46 inkomend en 12 uitgaand).

• De bestaande/toekomstige KMO-activiteiten in de westelijke deelzone. In het MOBER wordt de verkeersgeneratie van de hele KMO-zone (inclusief het centraal deel buiten het plangebied) op basis van het aantal werknemers en bezoekers geschat op 83 uitgaande voertuigen tijdens het avondspitsuur (inkomend verkeer is verwaarloosbaar aangezien er in dagregime gewerkt wordt). Daarvan kunnen 23 voertuigen toegewezen worden aan de bedrijven in de Combori-loods.

2 Voor de functies wonen en KMO zijn de cijfers afgeleid uit het MOBER. De cijfers m.b.t. de theaterzaal en de bowling zijn afkomstig van de uitbaters van deze functies. Van deze functies was bij de opmaak van het MOBER immers nog geen sprake.

• De nieuwe recreatieve en culturele activiteiten in de westelijke deelzone. Concrete pistes qua invulling zijn:

o Een theaterzaal van Theater aan de Stroom met ca. 450 plaatsen >> vermoedelijk ca. 100 voertuigen per voorstelling, maar in principe buiten de spitsuren

o Een bowling met nevenactiviteiten >> maximale bezetting ca. 250 personen, wat normaliter met minder dan 100 voertuigen overeenkomt (cfr. modal split en bezettingsgraad wagens), in principe eveneens buiten de spitsuren

Ten aanzien van het avondspitsverkeer zijn dus enkel de nieuwe woningen en de KMO-activiteiten relevant: samen 46 inkomende en 35 uitgaande voertuigen. De bijdrage van de KMO-activiteiten is bovendien een worst case-scenario, omdat deze gedeeltelijk zullen vervangen worden door recrea-tieve en culturele activiteiten, die in principe tijdens de avondspits geen significant verkeer genere-ren.

Inzake verkeersimpact kan het plangebied Galgenweel Oost niet los gezien worden van de andere ontwikkelingen die gepland worden t.h.v. de Blancefloerlaan, met name het Regattaproject (1530 woningen, ca. 40.000 m² kantoren en ca. 10.000 m² kleinhandel) en het bedrijventerrein Katwilg-weg (ca. 8 ha KMO-zone, ca. 60.000 m² kantoren). In het MOBER Linkeroever wordt de cumulatieve verkeersgeneratie ingeschat van deze ontwikkelingen en het plan Galgenweel Oost.

In het MOBER (2010) werd nog uitgegaan van een volledige omzetting van de KMO-zone naar woongebied, met ca. 370 bijkomende woningen, cfr. het oorspronkelijk voorontwerp-RUP. Naast de 58 autobewegingen van de oostelijke zone, zou dit 255 bijkomende bewegingen (204 inkomend en 51 uitgaand) betekenen. Dit is dus beduidend meer dan de 83 uitgaande voertuigen van de huidige KMO-activiteiten.

Dit leverde volgende verkeersgeneratie op tijdens het avondspitsuur (17-18u):

Functie Regatta Katwilgweg Galgenweel Oost Totaal

In Uit Tot In Uit Tot In Uit Tot In Uit Tot

De ca. 2500 autobewegingen werden vervolgens toebedeeld aan de Blancefloerlaan, met volgende aannames inzake routekeuze:

• Wonen: 50% stadinwaarts, 50% staduitwaarts, waarvan 30% R1/E17/E34 en 20% N70 (Zwijndrecht en verder)

• Kantoren, kleinhandel en KMO: 30% stadinwaarts, 70% staduitwaarts, waarvan 40% R1/

E17/E34 en 30% N70 (Zwijndrecht en verder)

De verkeersintensiteit op de kruispunten hangt mede af van de wijze waarop de nieuwe ontwikke-lingen zullen ontsloten worden.

Bedrijventerrein Katwilgweg wordt volledig ontsloten via het lichtengeregeld kruispunt Blancefloer-laan-Katwilgweg. Het Regattaproject voorziet vier nieuwe aansluitingen op de Blancefloerlaan, waarbij echter slechts één volwaardig lichtengeregeld kruispunt, nl. t.h.v. de sporthal. Aan de andere toegangen geldt rechts in/rechts uit (cfr. gesloten middenberm Blancefloerlaan). Galgen-weel Oost wordt ontsloten via de Edmond De Coussemakerstraat, met een rechts in/rechts uit op (de ventweg langs) de Blancefloerlaan. Dit betekent dat er veel keerbewegingen zullen optreden op de drie volwaardige kruispunten aan de Katwilgweg, de sporthal en de Halewijnlaan/Galgenweel-laan.

Ook bepalend is de wijze waarop Regatta en Galgenweel Oost (en de zone Parkrand Oost van Regatta, goed voor 242 voertuigen in de avondspits) met elkaar verbonden zijn aan de zuidzijde.

Dit bepaalt nl. de mate waarin het verkeer van Galgenweel Oost gebruik kan maken van de hoofd-ontsluiting van Regatta en het volwaardig kruispunt t.h.v. de sporthal. Zoniet moet al het staduit-waarts verkeer van Galgenweel Oost een keerbeweging maken t.h.v. de Halewijnlaan.

In de MOBER werden vijf varianten getoetst:

1. volwaardige verbinding van Galgenweel Oost en Parkrand met hoofdontsluiting Regatta 2. geen verbinding tussen Galgenweel Oost en Parkrand (en rest van Regatta)

3. geen verbinding tussen Galgenweel Oost en Parkrand enerzijds en de rest van Regatta anderzijds (Parkrand ontsluit via Edmond De Coussemakerstraat)

4. verbinding tussen Galgenweel Oost en Parkrand met hoofdontsluiting Regatta met enkel-richting westwaarts

5. idem met enkelrichting oostwaarts

Deze varianten leiden tot volgende belasting van de hoofdontsluiting van Regatta en extra belas-ting van het kruispunt met de Halewijnlaan:

Var 1 Var 2 Var 3 Var 4 Var 5

Ontsluiting Regatta – ochtend 582 573 341 582 341

Ontsluiting Regatta – avond 582 573 341 341 582

Kpt Halewijnlaan – ochtend 241 366 482 241 482

Kpt Halewijnlaan – avond 241 366 482 482 241

Voor straten in nieuwbouwwijken wordt een maximumbelasting van 350 pae/uur vooropgesteld.

Enkel in variant 3 (“Parklink”) wordt deze norm noch in de ochtend-, noch in de avondspits over-schreden. Daar staat tegenover dat het kruispunt met de Halewijnlaan beduidend zwaarder belast zal worden in deze variant (evenals de Edmond De Coussemakerstraat).

De toekomstige situatie werd doorgerekend in de microsimulatie door de verkeersgeneratie van Regatta, Katwilgweg en Galgenweel Oost (100% woonzone) toe te voegen aan de verkeerscijfers uit de simulatie van de referentietoestand. Daarbij werd ervan uitgegaan dat al het uitgaand verkeer van Galgenweel Oost via de hoofdontsluiting van Regatta verloopt (variant 1), om een maximale belasting van het kruispunt t.h.v. de sporthal te simuleren. Dit impliceert dus een minimale extra belasting van het kruispunt met de Halewijnlaan.

Bij de simulatie bleek het noodzakelijk om de verkeerslichtenregeling op de kruispunten met de Katwilgweg en de Halewijnlaan te optimaliseren. Dit gebeurde in twee fases: eerst i.f.v. een zo vlot mogelijke doorstroming van het autoverkeer, en in tweede instantie i.f.v. minimaal tijdverlies voor de trams.

De eerste simulatie – met optimalisatie i.f.v. het autoverkeer – leverde een gemiddelde reistijd op de Blancefloerlaan tussen Halewijnlaan en westzijde bedrijventerrein Katwilgweg op van 166 sec staduitwaarts en 307 sec stadinwaarts. T.o.v. de huidige toestand is dit een verlies van 7 sec stad-uitwaarts maar van 117 sec stadinwaarts. De verliestijden van de trams zouden resp. 21 en 18 sec bedragen (huidige reistijd: 244 sec). Een verlies in reistijd van het openbaar vervoer wordt op deze locatie niet aanvaardbaar geacht, vanwege het belang van deze OV-stamas en het hoge OV-aan-deel dat nagestreefd wordt.

Door het aanpassen van de lichtenbeïnvloeding door het OV is het mogelijk om de verliestijden voor de trams om te zetten in een lichte winst t.o.v. de huidige stand (resp. 6 en 1 sec staduit- en inwaarts). Maar hierdoor vergroten uiteraard de verliestijden voor het autoverkeer: de gemiddelde reistijd staduitwaarts wordt dan 212 sec (+53 sec), die stadinwaarts 349 sec (+159 sec). Op het kruispunt Blancefloerlaan-Halewijnlaan zal er aanzienlijke fileopbouw zijn op meerdere kruispunt-armen.

De filelengte aan de Halewijnlaan zou nog hoger liggen in de varianten 2 tot 5 waarbij minder verkeer wordt afgewikkeld via de hoofdontsluiting van Regatta. Een microsimulatie van het

kruis-punt Blancefloerlaan-Halewijnlaan in variant 3 (“Parklink”) leverde volgende filelengtes per arm op tijdens de ochtenspits (8-9u):

• Blancefloerlaan-west (incl. keerbewegingen): max. 38 wagens

• Galgenweellaan: max. 40 wagens

• Blancefloerlaan-oost: max. 6 wagens

• Halewijnlaan: max. 12 wagens

Op de westelijke en zuidelijke arm van het kruispunt zal het verkeer niet in één cyclustijd kunnen afgewikkeld worden. Tijdens de avondspits doen de fileproblemen zich vooral voor op de armen Blancefloerlaan-west (opnieuw) en Halewijnlaan.

Mede op grond van de conclusies van de MOBER werd ervoor gekozen om het woonprogramma van Galgenweel Oost te beperken tot de 84 woningen in het oostelijk deelgebied, en de overige 370 woningen te vervangen door activiteiten die minder verkeer genereren per oppervlakte-eenheid (KMO) of waarvan de verkeerspieken buiten de spitsuren vallen (recreatieve en culturele activiteiten). Daardoor zou de verkeersgeneratie van Galgenweel Oost, inclusief te behouden KMO-zone, terugvallen van 312 naar 141 voertuigbewegingen tijdens het avondspitsuur (waarvan 60 van de KMO-zone).

In het MOBER werd tevens een scenario gesimuleerd met slechts 84 woningen in Galgenweel Oost.

T.o.v. het scenario met 454 woningen zakt de maximale filelengte op de Blancefloerlaan-west van 38 naar 25 wagens, waardoor het verkeer in één cyclus wel kan afgewikkeld worden. Op de andere armen van het kruispunt wijzigt de situatie nauwelijks, omdat deze verkeersstromen tijdens de ochtendspits weinig of niet door de nieuwe projecten wordt beïnvloed. Door de reductie van het woonprogramma van Galgenweel Oost zal uiteraard ook het verkeer van en naar Zwijndrecht en de R1 enigszins ontlast worden.

Maar de reductie van de verkeersgeneratie van Galgenweel Oost zal dus zeker niet alle toekom-stige fileproblemen t.h.v. de Halewijnlaan oplossen. Het feit blijft dat, vooral t.g.v. het Regatta-project, de doorstroming tijdens de spitsuren aanzienlijk zal verslechteren t.o.v. de huidige (vrij vlotte) situatie. Bovendien zal het Oosterweelproject voor extra verkeer op de Blancefloerlaan zorgen door het knippen van de verbinding E17/E34-Charles De Costerlaan-Waaslandtunnel, waar-mee in de MOBER nog geen rekening gehouden werd. In het project-MER voor het Regattaproject wordt voorgesteld om de sluiproute Blancefloerlaan-Halewijnlaan-Waaslandtunnel te ontmoedigen door verbodsregels voor zwaar vrachtverkeer, snelheidsremmende maatregelen en/of ‘zachte knippen’.

Maar anderzijds is het ondanks de toename van het autoverkeer mogelijk om een vlotte doorstro-ming van het openbaar vervoer te garanderen mits aanpassing van de lichtenregeling en –beïnvloe-ding. Tevens zorgen de langere groentijden voor het OV voor een gemiddeld betere oversteekbaar-heid voor fietsers en voetgangers van het kruispunt Blancefloerlaan-Halewijnlaan. In samenspel met een verslechtering van de toestand voor de auto, kan dit een stimulans zijn voor een meer duurzame “modal split”. Ook de geplande uitbreiding van het OV-aanbod op Linkeroever conform het Pegasusplan van De Lijn (tramlijn naar Burcht, doortrekking van de stamlijn tot Beveren,…), en van de fietsinfrastructuur (o.a. i.k.v. de Oosterweelverbinding) kan hieraan bijdragen.

Wat de effecten van het (aangepaste) plan Galgenweel Oost zelf op de verkeerssituatie in haar omgeving betreft, kan, ongeacht het bovenstaande, gesteld worden dat deze vanwege de vrij beperkte verkeersgeneratie als maximaal beperkt negatief te beschouwen is.