gla/sve auteur u Har 2_2.07 dossier
20101025 u Har 2_2-07-screeningsnota- sve.doc bestand
Nota
19 november 2010 datum
Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP RUP Westwijk (volledige herziening)
1 Initiatiefnemer
Stad Harelbeke Marktstraat 29 8530 Harelbeke
2 Opdrachthouder
Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 8500 Kortrijk
3 Voorwerp
3.1 Het RUP is een plan
Het voorliggende plan is een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en valt onder de definitie plan zoals geformuleerd door het D.A.B.M.
3.2 Het RUP valt onder het toepassingsgebied
Het RUP vormt het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt en valt dus onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M.
3.3 Bepaling van de plicht tot opmaak van een Plan-MER
Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de Plan-MER-plicht want:
a) Art. 4.2.3, §2, 1° DABM
Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten;
b) Het RUP betreft geen plan, waar gelet op het mogelijk betekenisvolle effect op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van het artikel 36ter, §3, vierde lid van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het
natuurlijk milieu (titel IV, artikel 4.2.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen algemeen milieubeleid).
Daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de Plan-MER-plicht en een kleine wijziging inhoudt (art. 4.2.3 §3 D.A.B.M.) wordt voor betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het aanzienlijke milieueffecten kan hebben.
4 Beschrijving en verduidelijking van het plan 4.1 Naam plan
Rup Westwijk 2
4.2 Fase van opmaak van het plan of programma
Fase Datum goedkeuring
Startnota In opmaak
Schetsontwerp Voorontwerp Ontwerp Besluit
4.3 Plan- en procesevolutie: mogelijkheid tot planbijsturingen en mate van flexibiliteit
Bijsturingen van het RUP zijn nog mogelijk naar aanleiding van opmerkingen:
vanuit de verschillende adviserende instanties naar in kader van de screening (raadpleging betrokken instanties)
vanuit de plenaire vergadering
vanuit het openbaar onderzoek
4.4 Ligging
Provincie West-Vlaanderen
Arrondissement Kortrijk
Gemeente Harelbeke
Deelgemeente
Situeringskaart
3.2 Feitelijke toestand
Het volledige plangebied van het RUP Westwijk betreft een braakliggend terrein van ongeveer 3,4 ha groot. Het gebied is gesitueerd ten zuidwesten van het stadscentrum van Harelbeke, tussen de N43 en de Leie.
Door zijn centrale ligging heeft het gebied een bijzondere waarde. Het is de ontbrekende schakel in een stedelijke mix van woningen, handelsfuncties en diensten langsheen de Gentsestraat, Marktstraat, Marktplein en Kortrijkstraat.
Door de ligging langs de Leie kan de invulling van het plangebied eveneens bijdragen tot het vergroten van de belevingswaarde van het waterfront in de stadskern.
Aanduiding plangebied
Aanduiding Marktplein Harelbeke
Het rechthoekige terrein helt heel sterk af van de N43 naar de Leie. Het grootste
niveauverschil bevindt zich ongeveer ter hoogte van de Schipstraat, waar een niveauverschil van nagenoeg 6 m tussen beide wordt vastgesteld.
De gronden zijn bijna volledig in handen van één eigenaar. Ze zijn tijdelijk in gebruik als stapelruimte voor herbruikbare aarde.
Kenmerken van de omgeving
Het centrum van Harelbeke wordt gekenmerkt door een relatief kleinschalige bebouwings- structuur. Vele stadshuizen rijgen zich aaneen tot langgerekte straatwanden. Achter deze straatwanden gaat soms een haast verborgen wereld schuil. Het stadspark achter het gemeentehuis is hier een voorbeeld van, maar ook de percelen tussen de Marktstraat en de Leie en de smalle doorsteken (van N43 tot aan het water) die er tussen door lopen, vormen voor passanten een haast verborgen wereld. Ze gaat immers schuil achter de doorgaande rijen van straatgevels. Hierin schuilt één van de grootste kwaliteiten van de langgerekte, op het eerste gezicht, vrij monotone structuur van de stadskern van Harelbeke. Aan deze kwaliteit wordt dan ook bijzondere aandacht besteed in het RUP.
Functies en bouwhoogtes
Bij het vastleggen van de functies en het aantal bouwlagen voor de bestemmingen in het plangebied is het belangrijk rekening te houden met de omgeving. Om deze reden werd de huidige toestand van de omgeving van het plangebied zowel functioneel als morfologisch geanalyseerd.
Het plangebied wordt omringd door een relatief homogene bebouwing waarin, vooral langs de Kortrijksestraat, verschillende functies voorkomen. De diversiteit aan functies gaat van wonen over horeca, handel en diensten tot kleine verweven ambachtelijke bedrijven.
Langs de Kortrijksestraat en de Abdijstraat gaat het hoofdzakelijk om gebouwen met twee bouwlagen en een zadeldak.
Ter hoogte van de Schipstraat is de aanwezige bebouwing gevoelig hoger, tot vier bouwlagen met een bewoonbaar dakvolume.
De andere oever van de Leie wordt gedomineerd door het bedrijf aan de Molenstraat, waar de gemiddelde bouwhoogte zeven bouwlagen telt.
Onsluiting
De hoofdontsluiting van het terrein bevindt zich langs de N43. De N43 loopt dwars door het verstedelijkte gebied van Harelbeke en vormt de functionele ruggengraat van het stedelijke gebied. Door de ligging van de kern Harelbeke, tussen de stedelijke gebieden Kortrijk en Waregem, wordt de N43 nog te vaak gebruikt als bovenlokale verbindingsweg. Deze functie
komt hierdoor in conflict met de gewenste hoofdfunctie van de N43 in Harelbeke, namelijk een centrumas door de stadskern van Harelbeke. De weg werd op provinciaal niveau geselecteerd als secundaire weg categorie II, met nadruk op het garanderen van een vlotte doorstroming.
Ter hoogte van de Westwijk bedraagt de breedte van de N43 ongeveer 23 m. In 2006 werd dit brede stuk aangepakt, als onderdeel van de volledige herinrichting van de doortocht door Harelbeke. Door de heraanleg kreeg de N43 hier een volledig nieuw profiel opgebouwd uit een veel bredere middenstrook, waarop kan worden geparkeerd. Er werd eveneens belang
gehecht aan het vergroenen van de N43. Het aanplanten van vier rijen bomen, twee op de middenberm en één langs weerszijden van de weg, draagt bij tot de kwaliteit van de stedelijke omgeving. Er wordt ook aandacht besteed aan het versterken van de verbinding van de N43 en de Leie. Een brede oversteek over de N43 – over de parkeerstrook - moet de link tussen de stedelijke N43 en de Leie versterken.
Luchtfoto 2009
3.3 Uitgangspunten en planopties
De uitgangspunten voor dit ruimtelijk uitvoeringsplan zijn een vertaling en m.a.w. verfijning van de ruimtelijke beleidsopties voor de Westwijk geformuleerd in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van Harelbeke.
De uitgangspunten kunnen als volgt omschreven worden:
Eerst en vooral wil de stad een bouwproject ontwikkelen dat als een nieuw stadsdeel functioneert, zonder dat het zich totaal vreemd van de omgeving gedraagt.
Het project moet een voorbeeldfunctie hebben voor andere nieuwe projecten in het stedelijk weefsel. Het moet de beeldkwaliteit van de stadskern versterken.
Het stedelijke karakter van het geheel moet bevestigd worden met een stedelijke bouwdensiteit. Er moet wel gezorgd worden voor een kwalitatieve aansluiting met de bestaande bouwhoogtes van de omringende bebouwing.
Wonen wordt de hoofdfunctie, maar kan worden versterkt met aanvullende functies, zoals diensten, kleinhandel en horeca.
Naast het voorzien van privaat groen en buitenruimte moet worden gezorgd voor voldoende publieke domein dat bijdraagt tot het stedelijke karakter van het geheel.
De Leie dient visueel geïntegreerd te worden in het globale concept. Het
niveauverschil tussen N43 en Leie biedt dan ook extra mogelijkheden en moet als kwalitatief ruimtelijk element in het plan aangewend worden.
De uitwerking van het publieke domein moet de link tussen N43 en Leie verstevigen.
Met de publieke ruimte wordt geen tweede ‘markt’ nagestreefd.
Deze bovenstaande uitgangspunten worden als volgt vertaald in de planopties voor het RUP:
Er wordt gekozen om te werken met het concept van het stedelijke bouwblok, waarbij de langgerekte percelen van de N43 tot de Tweebruggenstraat wordt doorgetrokken op de site.
Het project wordt opgevat als een geheel van geschakelde en gestapelde individuele woningen en de klassieke rijwoningen, gemengd met aanverwante functies. Dit principe moet zorgen voor een verscheidenheid in woontypes.
Er wordt geopteerd voor een variatie in bouwhoogte. Op die manier kan een hogere densiteit worden bereikt en kunnen de bouwvolumes onderling zodanig worden ingeplant dat een maximaal uitzicht op de Leie wordt gegarandeerd.
Het bestaande niveauverschil op het terrein moet positief aangewend worden, als een tool om het individueel parkeren op te lossen en een scheiding tussen publiek en privaat domein te creëren. Door bv. de parkings niet volledig ondergronds, maar half bovengronds te voorzien, worden de terrassen van de woningen op een bel-etage niveau gebracht. Bovendien biedt dit de mogelijkheid om de parkings te voorzien van natuurlijk licht, wat de parkings aangenamer en sociaal veiliger maakt.
Er wordt gewerkt met een systeem van doorsteken van N43 tot aan de Leie. Deze doorsteken zullen in het RUP niet duidelijk worden vastgelegd. Hiermee wordt
antwoord geboden op de planoptie om een waardevol openbaar domein te creëren in functie van het project dat eveneens een meerwaarde betekent voor de omgeving van de Westwijk.
Onderstaand schema kan een mogelijke voorstelling van de inrichting van het gebied weergeven. Het schema is het resultaat van een open oproep georganiseerd door de stad Harelbeke i.s.m de Vlaamse bouwmeester. De resultaten zullen worden vertaald naar een concreet haalbaar project, dat rekening houdt met stedenbouwkundige randvoorwaarden als respect voor de privacy, realistische V/T, parkeernorm, relatie met het trage netwerk in de omgeving, ... Het onderstaande inrichtingsvoorstel dient om de potenties van de plek af te toetsen en de ontwikkelingsmogelijkheden te bepalen.
1 / DE GRONDPLAAT VOOR WESTWIJK
De helling in het terrein wordt bewerkt tot een terrassenlandschap met drie niveau’s. Het hoogteverschil tussen de terrassen bedraagt ongeveer één verdiepingshoogte.
Met deze drieslag wordt een basisconditie bepaald waarop zich de nieuwe verkaveling moet enten.
2 / PARCELLERING
De bestaande langgerekte parcellering wordt gefixeerd, en is randvoorwaarde voor
toekomstige vernieuwingen. Ze biedt immers op een vanzelfsprekende wijze de mogelijkheid verbanden te weven tussen de Marktstraat en de Leie, hetzij in bebouwing, hetzij als
openbare routes.
In Westwijk wordt het terrassenlandschap eveneens onderverdeeld in een aantal langgerekte percelen. Tussen deze percelen markeren tuinmuren de erfgrens. De niveauverschillen in het terrein krijgen hiermee een eigen architectonische expressie. Daarnaast wordt tussen de N43 en de Leie een aantal openbare doorsteken aangelegd die het terrassenlandschap doorsnijden.
Hiermee wordt de relatie met het water gelegd, de route naar de sluis geboden, en het zicht op de banmolens gegarandeerd. Doorgaande tuinmuren begeleiden ook deze routes
en vangen de niveauverschillen in het grondvlak op.
3 / DE ONTSLUITINGSSTRUCTUUR
De bestaande en nieuw te ontwikkelen percelen worden exclusief vanaf de Marktstraat en de Twee Bruggenstraat ontsloten.
3.4 Voorgeschiedenis en eventueel reeds genomen beslissingen
Het RUP betreft geen wijziging van de bestemming volgens het gewestplan. In het gewestplan was de site bestemd als woongebied. Deze bestemming wordt behouden in het RUP. Het RUP wordt opgemaakt als verfijning van deze globale bestemming.
Er is reeds een RUP van toepassing voor het gebied, dat een vrij dens bouwprogramma toelaat. Omwille van een nieuwe visie op het gebied, wil het stadsbestuur het RUP volledig in herziening stellen.
Aanleiding hiervoor is de open oproep-procedure van de Vlaamse Bouwmeester, waaraan de stad recent deelnam. De stad heeft het ambitieuze plan om de marktomgeving her in te richten, waarbij het plein veel sterker aan het water wordt gekoppeld. Deze optie kadert binnen een grotere visie voor de stadskern. Vanuit de open oproep werd een ontwerpbureau aangeduid. Dit bureau werkte in haar ontwerpvoorstel voor het nieuwe ‘beeld’ van Harelbeke een inrichtingsplan uit voor de Westwijk (zie beeldmateriaal hierboven). Het is de intentie van de stad om dit nieuwe voorstel op korte termijn te verankeren in een RUP, zodat de
vooropgestelde planopties kunnen worden waargemaakt.
Het doel van de herziening is dus niet de bestemming wijzigen. Dit blijft identiek aan het vigerende RUP, namelijk een nieuwe stedelijke woonomgeving creëren. De manier waarop de invulling gebeurt in het voorstel van de open oproep kan echter niet worden vergund op basis van het vigerende RUP; dit gaf aanleiding voor de herziening.
Het goedgekeurde RUP was geen voorwerp van een vroegere Plan-MER.
3.5 Voor welke activiteiten en/of projecten kan het plan het kader vormen
Wonen, in beperkte mate aangevuld met andere stedelijke functies (winkels, kantoren, ...)
Een fijnmazig kwalitatief publiek domein doorheen het nieuwe woongebied
Een herinrichting van de Leieboord (wandelkade), gekoppeld aan de bouw van een nieuw sluizencomplex (geen deel van het plangebied van het RUP)
3.6 Interferentie met andere plannen, projecten of activiteiten binnen of buiten de perimeter van het plan, voor zover in dit stadium al gekend
Het RUP geeft uitvoering aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de stad Harelbeke.
Het plan geeft uitvoering aan de uitgangspunten die werden geformuleerd in kader van het voorstel voor de opwaardering van de beeldkwaliteit in het centrum van
Harelbeke. Deze visie is het resultaat van de open oproep, die de stad in 2010 uitschreef i.s.m. de Vlaamse Bouwmeester.
In het kader van het Seine-Schelde-project en het Rivierherstel voor de Leie zal W&Z het sluizencomplex ter hoogte van Harelbeke, aansluitend op het plangebied,
vervangen.
Het plan maakt onderdeel uit van een ruimere herinrichting van de Leieboorden t.h.v.
het sluizencomplex. Ook op de overkant van het water, op de voormalige site van de Groeninghe Ververij, wordt een nieuw woningbouwproject gepland. Het geheel moet resulteren in een nieuwe Leieomgeving waarbij de Leieboorden niet langer als een achterkant wordt beschouwd, maar deel worden van het stadsgebeuren.
3.7 Beoordeling of het plan grens- of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben
Het plangebied is niet gelegen aan een (gewest)grens en zal geen grensoverschrijdend effect hebben.
3.8 Bijdrage van het plan tot oplossingen van bestaande milieuproblemen Er stellen zich geen milieuproblemen die binnen dit RUP behandeld worden.
3.9 Reeds geraadpleegde studies, bronnen, milieugegevens ….
Zie screening (punt 5) onder beschrijving referentiesituatie.
3.10 Overzicht van mogelijke milieumaatregelen die vanaf het beginstadium worden ingecalculeerd
Naast de geldende wetgeving en reglementering zie screening (punt 5) onder milderende maatregelen.
De stedenbouwkundige voorschriften voorkomen en beperken de eventuele hinder en verstoring van de omgeving.
3.11 Leemten in de kennis volgens het stadium van het plan of programmaproces Zie screening (punt 5) onder leemten in de kennis.
3.12 Planalternatieven
Het volledig plangebied is binnen het gewestplan bestemd als woongebied. Een gemeentelijk RUP uit 2007 bevestigt, in vereenstemming met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan, de bestemming woongebied en legt de stedenbouwkundige principes vast van een gewenste stadsontwikkeling.
Omwille van een nieuwe visie op het centrum van Harelbeke en het plangebied (zie 4.7), waarbij naast de N43 vooral de Leie het structurerend element is, wil het stadsbestuur het vorig RUP voor de Westwijk in herziening stellen. De ligging, binnen de verstedelijkte omgeving van Harelbeke, geeft aanleiding om hier een vrij dens stadsproject op te richten met focus op het wonen.
Op deze manier zal de nieuwe visie uit het RUP doorwerken in de projectmatige benadering voor dit belangrijk stadsdeel.
4 Inschatting van mogelijke aanzienlijke milieueffecten (screening) 4.1 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten 4.1.1 Algemene methodiek
De screening van de milieueffecten verloopt in drie stappen:
1. Voor een eerste inschatting van de milieueffecten worden in een
“ingreepeffectschema” de mogelijke activiteiten en werken die op basis van het plan kunnen plaatsvinden geëvalueerd op potentiële milieuhinder. Deze worden getoetst aan de verschillende effectdisciplines. De hinder kan van tijdelijke of permanente aard zijn en zal in die zin ook verschillend beoordeeld worden.
2. De beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan op de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed, het landschap, de mobiliteit en de samenhang tussen de genoemde factoren. De disciplines waar mogelijk een significant negatief effect verwacht wordt, worden verder uitgewerkt. Voor deze effectdisciplines wordt de referentiesituatie beschreven. Daarna worden de ingrepen en hun effect beschreven, aangevuld met remediërende maatregelen en eventuele leemten in de kennis.
3. Hieruit volgt een globale beoordeling van de effecten voor de verschillende effectdisciplines.
4.1.2 Ingreepeffectschema
Beschrijving ingreep in tijd en ruimte Eerste afweging ten opzichte van de effectdisciplines
Ingreep Omvang Duur Gezondheidvan demens Ruimtelijke ordening Biodiversiteit, floraenfauna Energieen grondstoffen- voorraad Bodem Water Atmosfeeren klimatologische factoren Geluid Licht Stoffelijke goederenen cultureel erfgoed Landschap Mobiliteit
Grond- en infrastructuurwerken
T N / N N N N* N N / N / N
Bouwproject met menging van woontypologie
T N + N N* N N* N N / N N* N
Kwaliteitsvol wonen aan de Leie
P + + / / N N* N / / / N N*
Nevenfuncties binnen het woonconcept (winkels, kantoren, ...)
P N N / / / N N / / / / N
Inrichting van publieke ruimte en boorden van de Leie
P N + N / N N* N / N N* + +
Genereren van verkeersstromen
P N N / / / / N* N / / / N*
N: niet significant effect
N*: waarschijnlijk niet significant effect,
S*: mogelijk significant effect – verder te onderzoeken S: significant effect
T: tijdelijk effect
P: permanent effect (P’: wisselend/niet-continu effect) /: niet relevant
+: positief effect
4.1.3 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten
Effect op de gezondheid en de veiligheid van de mens
Referentiesituatie Het plangebied is sinds de jaren ’70 een braakliggend terrein. De gronden worden door de eigenaar gebruikt voor de tijdelijke opslag van aarde.
Er zijn geen verdere hinderlijke bedrijven gevestigd.
Grenzend aan het plangebied (overkant Leie) ligt de bedrijfssite van de ‘Bloemmolens van Deinze’ dat ondertussen zijn activiteiten heeft stopgezet. Het gebouwencomplex zal worden aangekocht door W&Z in functie van de vernieuwing van het sluizencomplex voor schepen van de klasse IV b.
Het plangebied ligt in een straal van 2 km van een Seveso- bedrijf (Ghekiere Trans Shipment NV, lage drempel, op afstand van ongeveer 400 m).
Nulalternatief Zonder het voorliggend RUP blijft de bestemming
woongebied. Deze locatie, langs de Leie, nabij het centrum, vraagt om een opvulling met een stedelijk woonprogramma.
De stad Harelbeke heeft een visie voor het stadscentrum laten opmaken via een open oproep. Zonder een herziening van het RUP, kan deze visie niet doorwerken bij het
beoordelen van de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen.
Het alternatief, waarbij de gronden onbebouwd blijven, is strategisch geen goede keuze. De tijdelijke activiteit, als stapelplaats, is hier niet op z’n plaats en brengt weinig kwaliteit in de omgeving.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen
planopties met de mogelijke effecten
Het RUP biedt een basis van een herbestemming van een braakliggend terrein (3,4 ha) tot een kwalitatieve
woonomgeving met ongeveer 136 wooneenheden (globale woondichtheid van 40 we/ha), aangepast aan de huidige maatschappelijke noden, bouwtechnische vereisten, stedenbouwkundige inzichten.
De kwaliteit van het openbaar domein, d.i. de inrichting van de verschilllende doorsteken tussen de N43 en de
Leieboorden, met aandacht voor de aanwezigheid van stedelijk groen, vormt een belangrijk onderdeel van het project. De aanwezigheid van groenelementen en water in de woonomgeving heeft een positieve invloed op het welzijn van de mens.
Dit project heeft de ambitie de bewoners een aangename en kwaliteitsvolle woon- en leefomgeving aan te bieden die gebruik maakt van de setting nabij de Leie.
De nieuwe residentiële ontwikkeling wordt verkeersluw met een fiets- en wandelverbinding naar de Leie en de markt.
De ‘Bloemmolens’ aan de overkant van de Leie waren in het verleden een potentiële bron van hinder, maar deze
activiteiten zijn stopgezet. Er worden geen nieuwe bedrijven of hinderlijke activiteiten toegelaten in het plangebied.
In het kader van de nabijheid van een Seveso-bedrijf werd in het kader van het RUP ‘Groeninghe Ververij’ advies ingewonnen bij de dienst Veiligheidsrapportering i.v.m. het bedrijf GTS: “De dienst VR heeft voldoende elementen in handen om de risico’s in te schatten en te besluiten dat de invulling van de site met een woonfunctie te verzoenen is met de aanwezigheid van dit Seveso-bedrijf”.
Binnen de watertoets wordt verder de bescherming tegen schade door overstroming en wateroverlast van de gebouwen nagegaan.
Milderende maatregelen Inbrengen van functioneel groen aangepast aan een mix van bewoners.
Leemten in de kennis Fasering van het bouwproject.
Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op de ruimtelijke ordening
Referentiesituatie Het plangebied was decennia geleden bebouwd met woningen. De zogenaamde ‘westwijk’ verdween, op een paar rijwoningen na begin jaren ’70 en bleef sindsdien onbebouwd. Momenteel worden de braakliggende gronden ervaren als een kaalslag langs de N43. De stad probeert al jaren om deze problematiek op te lossen en de eigenaar aan te sporen om het gebied te ontwikkelen.
Het gebied is op het gewestplan aangeduid als ‘woongebied’.
Er bestaat ook reeds een RUP voor dit gebied die reeds de randvoorwaarden weergeeft voor de ontwikkeling van een woonproject.
De Oude Leie en de Leie zijn aangeduid als waterweg. De omgeving van het plangebied is overwegend woongebied en behoort tot het centrum van de stad Harelbeke dat zich uitstrekt langs de steenweg N43 (Marktstraat).
De Bloemmolens aan de andere kant van de Leie zijn bestemd voor milieubelastende industrie, maar deze
bestemming is achterhaald in het licht van de bouw van een nieuwe sluis.
Het plangebied en omgeving is opgenomen binnen de afbakening van het regionaalstedelijk gebied van Kortrijk door een gewestelijk RUP.
Nulalternatief Zonder het voorliggend RUP blijft de bestemming
woongebied. Deze locatie langs de Leie, nabij het centrum, vraagt om een opvulling met een stedelijk woonprogramma.
De stad Harelbeke heeft een visie voor het stadscentrum laten opmaken via een open oproep. Zonder een herziening van het RUP, kan deze visie niet doorwerken bij het
beoordelen van de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen.
Het alternatief, waarbij de gronden onbebouwd blijven, is strategisch geen goede keuze. De tijdelijke activiteit, als stapelplaats, is hier niet op z’n plaats en brengt weinig kwaliteit in de omgeving.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen
planopties met de mogelijke effecten
De mogelijkheid bestaat reeds om een woonproject op te richten op het plangebied, via het gewestplan en het
vigerende RUP. Met het nieuwe RUP wordt een positief effect op de ruimtelijke ordening verwacht gezien de nieuwe vooropgestelde invulling zich veel beter integreert binnen de woonomgeving en meer rekening houdt met het belang van de Leie. De densiteit wordt ook beperkt t.o.v. van het vigerende RUP, wat de woonkwaliteit ten goede zal komen.
Het centrum van Harelbeke, op loopafstand, heeft uitgebreide voorzieningen op schaal van het
regionaalstedelijk gebied. Het plangebied vormt ruimtelijk en functioneel één geheel met de woongebieden die erop aansluiten.
Het plangebied biedt ook ruimte voor nevenfuncties binnen de draagkracht van de woonomgeving (kantoren, handel, ...) die verder de kernfunctie van Harelbeke als stad versterken.
Het RUP moet ruimte bieden voor verschillende types van woningbouw: woonblokken met appartementen, vrijstaande woningen, rijwoningen, .... Er wordt een voldoende dichtheid bereikt voor het stedelijk wonen (40 we/ha).
Het RUP zorgt aldus voor de implementatie van de principes
van het structuurplan Vlaanderen om de stedelijke functies te versterken binnen het stedelijk weefsel.
Milderende maatregelen /
Leemten in de kennis Fasering in de uitvoering van het project.
Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op de biodiversiteit, fauna en flora
Referentiesituatie Het plangebied is gelegen in de Leievallei, in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen aangegeven als natuurlijke structuur op Vlaams niveau.
Het plangebied staat op de BWK aangeduid als niet biologisch (ua: urbaan gebied).
Door de toestand waarbij het terrein sinds de jaren ’70 braak ligt, kan wel een vorm van tijdelijke natuur zich hier vestigen, wat zich vaak voordoet op gelijkaardige terreinen in de stad.
Nulalternatief Zonder het RUP blijft de bestemming ‘woongebied’ en kan een verdere urbanisatie van het gebied. Een andere bestemming is niet voorzien binnen het goedgekeurd ruimtelijk structuurplan voor Harelbeke.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen
planopties met de mogelijke effecten
Er worden geen belangrijke bestaande of potentiële natuurwaarden rechtstreeks aangetast door het woonproject.
Binnen het openbaar domein zullen groenelementen zorgen voor een aanwezigheid van natuur in de stad en een bijdrage vormen tot de biodiversiteit. Een pesticidentoets zorgt voor een onderhoud waarbij een gebruik van bestrijdingsmiddelen vereist zijn.
In het kader van rivierherstel (Seine-Scheldeproject) worden de oevers van de Leie natuurvriendelijk ingericht. In het plangebied zullen de Leieoevers zich vooral als stedelijke kaaien ontwikkelen.
Milderende maatregelen Ruimte voor groen binnen private en publiek domein.
Inrichting van openbare ruimte volgens pesticidentoets.
Aandacht voor biodiversiteit in de stad.
Leemten in de kennis / Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op energie- en grondstoffenvoorraad Omschrijving en beoordeling
van de voorgenomen planopties met de mogelijke effecten
Het RUP heeft geen betrekking op energie- of grondstoffenvoorraad.
Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op de bodem
Referentiesituatie Het plangebied was decennia geleden bebouwd met woningen. De zogenaamde ‘westwijk’ verdween, op een paar rijwoningen na, begin jaren ’70 en bleef sindsdien onbebouwd.
Op de bodemkaart staat het gebied dan ook als volledige
‘antropogeen en sterk verstoorde bodem’. De oorspronkelijk bodem was vooral vochtig zandleem.
Er wordt bij de stadsdiensten nagevraagd of percelen opgenomen zijn op het register van verontreinigde gronden en eventueel bodemverontreiniging bevatten.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen
planopties met de mogelijke effecten
Er worden geen ongestoorde bodems aangetast, gezien het gebied vroeger grotendeels bebouwd was.
De ontwikkeling van het gebied betekent het aanleggen volgens drie ‘terrassen’, waarbij heel wat grondverzet gemoeid is.
Bij het uitgegraven en herprofileren van de grond zal volgens de regelgeving op grondverzet een technisch verslag en bodembeheerrapport worden opgemaakt. Hierbij wordt zoveel mogelijk gewerkt worden met een gesloten grondbalans.
Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten toegelaten die een bodemverontreiniging kunnen veroorzaken.
De verharding is overeenkomstig het stedelijke karakter van de omgeving, en vergelijkbaar met de verharde oppervlakte van de vroegere Westwijk.
Percelen die op het register van verontreinigde gronden staan worden verder opgevolgd door toepassing van het bodemsaneringsdecreet en de Vlarebo-reglementering.
Milderende maatregelen /
Leemten in de kennis Eventuele percelen met bodemverontreiniging.
Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op het water
Referentiesituatie De watertoetskaarten geven de volgende situatie weer:
i. watert af naar de Leie (bevaarbare waterloop) ii. grotendeels erosiegevoelig
iii. zeer gevoelig voor grondwaterstroming iv. niet infiltratiegevoelig
v. niet overstromingsgevoelig vi. niet in het winterbed van de Leie
Op het zoneringsplan is het plangebied volledig gelegen in het centraal gebied (gerioleerd en aangesloten op de zuivering).
Nulalternatief Zonder het voorliggend RUP blijft de bestemming
woongebied. Deze locatie, langs de Leie, nabij het centrum, vraagt om een opvulling met een stedelijk woonprogramma.
Hiervoor heeft de stad Harelbeke een visie voor het stadscentrum laten opmaken via een open oproep. Zonder de herziening van het RUP, kan deze visie niet doorwerken bij het beoordelen van de stedenbouwkundige
vergunningsaanvragen.
Omschrijving en beoordeling beoordeling van de
voorgenomen planopties met de mogelijke effecten
Tijdens de bouwwerken kan wellicht een bemaling van het grondwater nodig zijn, wat een tijdelijke verstoring meebrengt van de grondwaterstroming.
Ondergrondse constructies (ondergrondse garages) kunnen de grondwaterstromen permanent beïnvloeden. Gezien de nabijheid van de Leie is er een grondwaterstroming te verwachten richting Leie. De diepte van ondergrondse constructies wordt dan ook best beperkt gehouden.
De ondergrondse constructies worden maximaal een halve verdieping uitgegraven en gelinkt aan de opbouw in drie
‘terrassen’. Volgens de watertoetskaarten is het terrein erosiegevoelig. Er zit 6 meter hoogteverschil op dit braakliggend terrein, wat in deze omstandigheden tot bodemerosie aanleiding kan geven. Het bouwterrein zal gevormd worden in drie opeenvolgende niveau’s. Met het bouwproject zal er geen verdere erosie zijn.
Bijkomende woongelegenheden zorgen voor een vuilvracht van afvalwater, wat via een gescheiden riolering zal worden aangesloten op het Aquafin-collectornet.
Bij het bouwproject wordt de stedenbouwkundige
verordening ‘hemelwater’ toegepast met het oog op een vertraagde afvoer en buffering van hemelwater. Deze buffering kan ook in ondergrondse bekkens en kan ook geïntegreerd worden in het openbaar domein en
groenconcept. Het hemelwater zal afgevoerd worden naar de Leie.
Waar mogelijk, zoals parkeerstroken, zullen
waterdoorlatende materialen gebruikt worden om de afvoer van hemelwater aan de bron te beperken. Infiltratie in de ondergrond is beperkt door de nabijheid van de Leie, de kleiïge ondergrond en de grondwaterstand.
Er worden geen overstroombare gebieden ingenomen, gezien het terrein duidelijk verhoogd is ten opzichte van de Leie.
Milderende maatregelen Er dient te worden gezorgd voor een collectieve buffering van het hemelwater.
Tijdens de bouwwerken wordt de bemaling van grondwater voor zover technisch mogelijk beperkt en rechtstreeks afgevoerd naar de Leie. De bemaling is tijdelijk en mag geen permanent karakter krijgen.
Leemten in de kennis Infiltratiecapaciteit van de bodem.
Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op de atmosfeer en klimatologische factoren
Referentiesituatie Er zijn geen gekende knelpunten in het plangebied met betrekking tot luchtkwaliteit die specifiek met het plangebied verbonden zijn. De belangrijkste emissiebronnen in de omgeving zijn het verkeer, de huisvuilverbranding en de elektriciteitscentrale, maar zonder gekende overschrijding van de emissienormen. Uit de vmm-gegevens (geoloket luchtkwaliteit) zijn voor de regio Waregem-Roeselare- Kortrijk globaal een overschrijding van de normen voor fijn stof en stikstofverbindingen.
Nulalternatief Zonder het voorliggend RUP blijft de bestemming
woongebied. Deze locatie, langs de Leie, nabij het centrum, vraagt om een opvulling met een stedelijk woonprogramma.
Hiervoor heeft de stad Harelbeke een visie voor het stadscentrum laten opmaken via een open oproep. Zonder de herziening van het RUP, kan deze visie niet doorwerken bij het beoordelen van de stedenbouwkundige
vergunningsaanvragen.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen
planopties met de mogelijke effecten
Bijkomende wooneenheden leiden tot een uitstoot van verbrandingsgassen. Door toepassing van het
energieprestatiedecreet en de isolatienormen bij nieuwe woningen blijft dit beperkt. Door deze 140 nieuwe
woningeenheden in dit project zullen anderzijds een aantal oudere en slecht geïsoleerde huizen kunnen afgebouwd worden in de regio. Globaal is er dus veeleer een netto-winst en afbouw van de totale uitstoot van broeikasgassen.
Het RUP met op termijn ongeveer 140 woningen zorgt eveneens voor een toename of verschuiving van het verkeer, met een lokale toegenomen uitstoot van CO2, fijn stof, NOX, ... .
Het extra verkeer blijft evenwel relatief beperkt t.o.v. de bestaande verkeersvolumes (zie verder bij mobiliteit) doorheen het centrum van Harelbeke.
Milderende maatregelen Stimuleren van lage- energiewoningen met peil E40.
Leemten in de kennis / Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op het geluid
Referentiesituatie De voornaamste bron van geluid in het plangebied is het verkeerslawaai van de N43.
Door het verdwijnen van de activiteiten van de
Bloemmolens, is er geen industriële activiteit meer in de omgeving.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen
planopties met de mogelijke effecten
De nieuwe hoofdfunctie van het plangebied is het
residentieel wonen aan de Leie, met beperkte nevenfuncties.
Er worden geen nieuwe lawaaierige activiteiten voorzien die niet in overeenstemming zijn met de woonfunctie.
Infrastructuur- en bouwwerken kunnen overdag
lawaaihinder betekenen, maar zijn van tijdelijke aard en afhankelijk van de fasering.
Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op het licht
Referentiesituatie De voornaamste bron van lichthinder in het plangebied is het straatverlichting van de N43.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen
planopties met de mogelijke effecten
Het openbaar domein van het plangebied zal van openbare verlichting worden voorzien. De stad zal hierbij aandacht hebben voor energiezuinige verlichtingsarmaturen en een functionele verlichting van de omgeving.
De Leie binnen het regionaalstedelijk gebied Kortrijk is op beide oevers sterk verstedelijkt. Omwille van het functioneel gebruik van de Leieboorden, is verlichting van dit traject aangewezen.
Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed en het landschap
Referentiesituatie De Leie is dominant aanwezig en het belangrijkste ruimtelijk element. Er bevindt zich geen beschermd erfgoed in het plangebied, noch elementen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed. In het centrum van Harelbeke zijn de kerk en omgeving beschermd als monument en zijn verscheidende gebouwen opgenomen op de inventaris.
De open ruimte in de Leievallei behoort in de
landschapsatlas tot de relictzone van de Leievallei. Het plangebied, dat volledig in het stedelijk deel van de Leievallei ligt, valt buiten de relictzone.
De Molenput met omgeving (en de Oude Leiearm) aan de overzijde van de Leie is beschermd als stadsgezicht (besluit 14 juli 1998 ‘Oude Molens en delen openbaar domein’).
Deze bescherming houdt in dat het erfgoedkarakter en de landschappelijke waarde behouden moeten worden.
Nulalternatief Zonder het voorliggend RUP blijft de bestemming
woongebied. Deze locatie, langs de Leie, nabij het centrum, vraagt om een opvulling met een stedelijk woonprogramma.
Hiervoor heeft de stad Harelbeke een visie voor het stadscentrum laten opmaken via een open oproep. Zonder de herziening van het RUP, kan deze visie niet doorwerken bij het beoordelen van de stedenbouwkundige
vergunningsaanvragen.
Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen
planopties met de mogelijke effecten
Het RUP biedt ruimte aan een programma voor een stedelijke ontwikkeling met een diverse typologie aan woningen op een braakliggend terrein.
Er worden dan ook geen erfgoedwaarden op
landschappelijke kenmerken verstoord door het RUP.
Deze woonontwikkeling biedt bovendien de mogelijkheid tot een nieuw waterfront voor de stad om zich zo beter te positioneren aan de Leie. De architectonische kwaliteit van de bouwblokken aan de Leie en de inbedding in een groene laag zijn primordiaal voor de belevingswaarde vanuit de Leievallei.
Milderende maatregelen Aanwezigheid van groene elementen binnen het woonproject.
Aandacht voor de inpassing in de omgeving en de ruimtelijke link met de Leie.
Leemten in de kennis / Aanzienlijk milieueffect Nee
Effect op de mobiliteit
Referentiesituatie Harelbeke heeft een centrum met een druk doorgaand verkeer (zowel personenwagens als vrachtwagens; zowel lokaal als regionaal verkeer). De verkeersleefbaarheid in Harelbeke is dan ook een permanent aandachtspunt.
Momenteel wordt werk gemaakt van de heraanleg van de doortocht N43. Ter hoogte van de Westwijk werden de werken reeds uitgevoerd. De herinrichting, met een brede parkeerstrook in het midden, smalle rijstroken en brede voetpaden, komt de verkeersleefbaarheid en –veiligheid in deze omgeving sterk ten goede.
De werken aan de N43 zijn nog niet afgerond. De
marktomgeving is recent afgewerkt. Momenteel wordt het aansluitende stuk naar de N36 heringericht. In een volgende fase wordt de strook tussen de R8 en de Westwijk aangevat.
Het geheel moet resulteren in een leefbare doortocht, waarbij extra aandacht wordt besteed aan de vlotte doorstroom voor het openbaar vervoer.
Harelbeke beschikt over een treinstation (op zo’n km van het plangebied) met een vlotte verbinding naar Kortrijk en Gent.
Het jaagpad langs de Leie is onderdeel van zowel het primair functioneel als recreatief netwerk.
Nulalternatief Zonder het voorliggend RUP blijft de bestemming
woongebied. Deze locatie, langs de Leie, nabij het centrum, vraagt om een opvulling met een stedelijk woonprogramma.
Hiervoor heeft de stad Harelbeke een visie voor het
stadscentrum laten opmaken via een open oproep. Zonder de herziening van het RUP, kan deze visie niet doorwerken bij het beoordelen van de stedenbouwkundige
vergunningsaanvragen.
Omschrijving en beoordeling beoordeling van de
voorgenomen planopties met de mogelijke effecten
Het woonproject wordt ontsloten via de
Kortrijksestraat/Marktstraat (N43) en secundair via de Tweebruggenstraat (langs de Leie). De N43 wordt binnen het mobiliteitsplan aangeduid als secundaire weg II. De functie van deze weg is verzamelen en ontsluiten op bovenlokaal en lokaal niveau.
Het parkeren mag de woonwijk niet gaan domineren. Het niveauverschil op het terrein biedt de mogelijkheid om de ondergrondse parkings op een eigenwijze manier op te lossen.
De parkeerbehoefte, berekend op 1 (eigen wagen) + 0,5 (wagen bezoeker) parkeerplaats per wooneenheid, wordt hoofdzakelijk opgevangen door (half)ondergrondse parkeergarages, garages bij de individuele kavels en een beperkt aantal bovengrondse publieke parkeerplaatsen. Een ruime openbare parking op de N43 biedt de mogelijkheid om bezoekend parkeren op te vangen. Op die manier kan voor de inrichting van de Tweebruggenstraat volop de kaart worden getrokken voor de aanleg van een breed fiets- en wandelpassage langs het water van de Leie.
De bijkomende 140-tal woningen zullen uiteraard voor verkeersaantrekkend effect zorgen, maar dit blijft beperkt t.o.v. de bestaande verkeersstromen. Deze nieuwe residentiële ontwikkeling dient geïntegreerd te worden binnen het mobiliteitsplan Harelbeke om de nodige verkeersmaatregelen te nemen, ev. infrastructuur aan te passen.
Het RUP voorziet een aantal doorsteken als wandel- en fietsverbinding.
Milderende maatregelen Flankerend beleid om de groei van de automobiliteit af te remmen ten voordele van openbaar vervoer en zachte mobiliteit.
Leemten in de kennis Huidige en toekomstige verkeersintensiteit op basis van verkeerstellingen of een modelstudie.
Aanzienlijk milieueffect Nee
4.1.4 Overzicht van de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten
Globaal overzicht aanzienlijk effect ja/nee
Effect op
- gezondheid en veiligheid van de mens nee
- ruimtelijke ordening nee
- biodiversiteit, flora en fauna nee
- energie en grondstoffenvoorraad nee
- bodem nee
- water nee
- atmosfeer en klimatologische factoren nee
- geluid nee
- licht nee
- stoffelijke goederen en cultureel erfgoed nee
- landschap nee
- mobiliteit nee
Gezien de beperkte omvang van het plan en de beperkte ingrepen zijn er weinig tot geen effecten met een grote invloed te verwachten.
4.2 De kenmerken van plannen en programma’s
4.2.1 De mate waarin het plan een kader vormt voor projecten en andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden en de toewijzing van hulpbronnen
Het RUP heeft geen betrekking op hulpbronnen.
4.2.2 De mate waarin het plan andere plannen en programma’s, met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel, beïnvloedt
Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan.
Het gemeentelijk RUP staat onder aan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Het gemeentelijk RUP is niet gemeentegrensoverschrijdend.
4.2.3 De relevantie van het plan voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling
Niet relevant voor dit RUP.
4.2.4 Milieuproblemen die relevant zijn voor het plan Zie punt 5.1.
4.2.5 De relevantie van het plan voor de toepassing van de milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap
Niet relevant.
5 Conclusie
Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende milderende maatregelen en toepassing van de geldende reglementering, geen aanzienlijke milieueffecten verwacht; bijgevolg wordt voorgesteld ontheffing te verlenen tot opmaak van een Plan-MER.
grondwaterstromingsgevoelige gebieden
bron: Agiv
STAD HARELBEKE RUP 2.2 Westwijk figuur xx: watertoets (1)Legende
plangebied
erosiegevoelige gebieden
erosiegevoelige gebieden
niet erosiegevoelig erosiegevoelig
grondwaterstromingsgevoelige gebieden
geen informatie beschikbaar
zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3)
hellingenkaart
infiltratiegevoelige bodems
niet infiltratiegevoelig infiltratiegevoelig 0,5
0,5 - 5 5 - 10
> 10
winterbedkaart
bron: Agiv
STAD HARELBEKE RUP 2.2 Westwijk figuur xx: watertoets (2)Legende
overstromingsgevoelige gebieden
plangebied
overstromingsgevoelige gebieden
niet overstromingsgevoelig effectief overstromingsgevoelig mogelijk overstromingsgevoelig
winterbed
geen informatie beschikbaar winterbedding
waterlopen
bevaarbare waterlopen beek categorie 1 beek categorie 2 beek categorie 3
centraal gebied (reeds of binnenkort berioleerd en aangesloten op zuiveringsstation)
individueel te optimaliseren buitengebied (individuele zuiveringsinstallatie te voorzien op eigen perceel)
collectief geoptimaliseerd buitengebied (reeds of binnenkort berioleerd
en aangesloten op zuiveringsstation) collectief te optimaliseren buitengebied (nog te beriolere, en/of aan te sluiten op zuiveringsstation)
zoneringsplan
landschapsatlas
% stedelijk gebied kortrijk
Zandig Leie-Schelde-interfluvium Land van Roeselare - Kortrijk
Gavers
!
!
!
Ghekiere Trans Shipment NV STAD HARELBEKE
RUP 2.2 Westwijk plan-MER screening
Legende
biologische waarderingskaart
plangebied
bron: Agiv
biologische waarderingskaart
landschapsatlas
bodemkaart
sevesobedrijven
biologisch minder waardevol
complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen
complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen
biologisch waardevol
complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen
biologisch zeer waardevol
ankerplaatsen lijnrelikten
% puntrelikten reliktenzone
traditionele landschappen
01. Antropogeen
04. Vochtig zand 09. Nat zandleem
10. Vochtig zandleem 11. Droge zandleem 15. Natte klei
zie plan
!
03. Nat zand
07. Vochtig zand antr