Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP nr. 2-1 KUU- Leieboorden

(1)

sve auteur

u kuu

dossier

20100402-planmerscreeningRupKUU-3- Leieboorden

bestand

Nota

20 september 2010 datum

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP nr. 2-1 KUU- Leieboorden

1 Initiatiefnemer

Gemeente Kuurne

2 Opdrachthouder

Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 8500 Kortrijk

3 Voorwerp

3.1 Het RUP is een plan

Het voorliggende plan is een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en valt onder de definitie plan zoals geformuleerd door het D.A.B.M.

3.2 Het RUP valt onder het toepassingsgebied

Het RUP vormt het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt en valt dus onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M.

3.3 Bepaling van de plicht tot opmaak van een Plan-MER

Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de Plan-MER-plicht want:

a) Art. 4.2.3, §2, 1° DABM

(2)

pagina 2

• Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten;

b) Het RUP betreft geen plan, waar gelet op het mogelijk betekenisvolle effect op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van het artikel 36ter, §3, vierde lid van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het

natuurlijk milieu (titel IV, artikel 4.2.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen algemeen milieubeleid).

Daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de Plan-MER-plicht (art. 4.2.3 §3 D.A.B.M.) wordt voor betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het aanzienlijke milieueffecten kan hebben.

4 Beschrijving en verduidelijking van het plan

4.1 Naam plan

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan KUU 2-1 Leieboorden

4.2 Fase van opmaak van het plan of programma

Fase Datum goedkeuring

Startnota Oktober 2009 Schetsontwerp Januari 2010 Voorontwerp Maart 2010 Ontwerp

Besluit

4.3 Plan- en procesevolutie: mogelijkheid tot planbijsturingen en mate van flexibiliteit

Bijsturingen van het RUP zijn nog mogelijk naar aanleiding van opmerkingen:

• vanuit de verschillende adviserende instanties naar in kader van de screening (raadpleging betrokken instanties)

• vanuit de plenaire vergadering

• vanuit het openbaar onderzoek

4.4 Ligging

Provincie West-Vlaanderen

Arrondissement Kortrijk

Gemeente Kuurne

(3)

pagina 3

Situeringskaart

4.5 Feitelijke toestand

Bebouwde ruimte: vertrekkend vanuit het bestaande bebouwingspatroon binnen het

plangebied moet men onderscheid maken tussen het westelijke en het oostelijke deel. In het westelijke deel concentreert zich de woonbebouwing langs de bestaande straten -

Harelbeeksestraat en Lt. Gen. Gérardstraat, in het oostelijk deel is zowel de straatkant, als het binnengebied volledig bebouwd door menging van wonen (straatkant) en industrie (binnengebieden).

Open ruimte: analoog de bebouwingsstructuur is het evident dat de open ruimte zich vooral situeert in het westelijke deel van het plangebied. Tevens vormt de strook langs de Leie een belangrijk element van het open, groen gebied.

Ontsluiting: momenteel wordt het plangebied ontsloten uitsluitend via de Harelbeeksestraat (+ Doornestraat) en de Lt. Gen. Gérardstraat. Het jaagpad langs de Leie vormt tevens een belangrijk tracé van fietsroutenetwerk op bovengemeentelijk, regionaal niveau.

(4)

pagina 4

4.6 Uitgangspunten en doelstellingen

Het voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt in functie van de realisatie van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ten einde de stedenbouwkundige ontwikkelingen in het centrum van Kuurne optimaal te sturen. Het gaat om een belangrijk deel van het

historische centrum van Kuurne, gelegen ten zuiden van het marktplein, aan de linkeroever van de Leie.

Via dit ruimtelijk uitvoeringsplan worden de volgende elementen behandeld:

− herbestemmen van het westelijk deel van het plangebied (dichter bij het centrum) van zone voor kmo’s (gewestplan Kortrijk) naar wonen,

− ontwikkeling van de Harelbeeksestraat als één van de belangrijkste centrumstraten van Kuurne,

− structureren van de binnengebieden (voor woningbouw) gelegen tussen de huidige bebouwing van de Harelbeeksestraat en de bestemmingsgrens “natuurgebied” van de Leievallei,

− ontwikkeling van de Leievallei als waardevol stedelijk groengebied,

− opstellen van stedenbouwkundige voorschriften inzake de ontwikkeling en inrichting van het bedrijventerrein.

4.7 Voorgeschiedenis en eventueel reeds genomen beslissingen

Het RUP betreft een wijziging van de bestemming volgens het gewestplan.

Het RUP is geen voorwerp van een vroegere Plan-MER.

Goedkeuring startnota tijdens de bespreking met het College van Burgemeester en Schepenen oktober 2009.

4.8 Voor welke activiteiten en/of projecten kan het plan het kader vormen

- maatregelen formuleren voor de bebouwing in de Harelbekestraat - nieuwbouwprojecten voor residentieel wonen aan de Leie

- organiseren van de ontsluiting van het binnengebied en organiseren van de verkeersstromen - inrichten van de Leieboorden met een groene invulling

4.9 Interferentie met andere plannen, projecten of activiteiten binnen of buiten de perimeter van het plan, voor zover in dit stadium al gekend

Het RUP geeft uitvoering aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de gemeente Kuurne.

Het plangebied maakt ook deel uit van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk, zoals vastgesteld door een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

(5)

pagina 5

4.10 Beoordeling of het plan grens- of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben

Het plangebied is niet gelegen aan een (gewest)grens en zal geen grensoverschrijdend effect hebben.

4.11 Bijdrage van het plan tot oplossingen van bestaande milieuproblemen

Er stellen zich geen milieuproblemen die binnen dit RUP behandeld worden.

4.12 Reeds geraadpleegde studies, bronnen, milieugegevens ….

Zie screening (punt 5) onder referentiesituatie.

4.13 Overzicht van mogelijke milieumaatregelen die vanaf het beginstadium worden ingecalculeerd

Naast de geldende wetgeving en reglementering zie screening (punt 5) onder milderende maatregelen.

De stedenbouwkundige voorschriften in het RUP voorkomen en beperken de eventuele hinder en verstoring van de omgeving.

4.14 Leemten in de kennis volgens het stadium van het plan of programmaproces

Zie screening (punt 5) onder leemten in de kennis.

4.15 Planalternatieven

Als alternatief voor een residentiële ontwikkeling van het plangebied is het behoud van de huidige bestemming, als gebied voor kmo’s, met behoud van de bestaande industriële gebouwen of de vervanging door nieuwe bedrijfsgebouwen en/of bedrijfsactiviteiten.

Dit alternatief wordt niet weerhouden om volgende redenen:

− Het plangebied is gelegen in het centrum van Kuurne. Omwille van de leefbaarheid van het centrum is het niet aangewezen om opnieuw industriële activiteiten toe te laten nabij het centrum.

− In het binnengebied van het RUP zijn er tot op heden geen ontwikkelingen

waarneembaar, maar juridisch gezien kan de gemeente industriële ontwikkeling in het centrum niet tegenhouden, tenzij via dit RUP.

− Het RUP biedt Kuurne de mogelijkheid om de gemeente opnieuw te positioneren aan de Leie.

− Het plangebied is gelegen aan de Leie, wat een bijzonder kwalitatieve plaats is voor residentiële functie zonder bestaande open ruimte in te nemen.

(6)

pagina 6

De optie van de gemeente Kuurne naar een residentiële ontwikkeling is dus het meest aangewezen planalternatief.

5 Inschatting van mogelijke aanzienlijke milieueffecten (screening)

5.1 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten

5.1.1 Algemene methodiek

De screening van de milieueffecten verloopt in drie stappen:

1. Voor een eerste inschatting van de milieueffecten worden in een

“ingreepeffectschema” de mogelijke activiteiten en werken die op basis van het plan kunnen plaatsvinden geëvalueerd op potentiële milieuhinder. Deze worden getoetst aan de verschillende effectdisciplines. De hinder kan van tijdelijke of permanente aard zijn en zal in die zin ook verschillend beoordeeld worden.

2. De beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan op de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed, het landschap, de mobiliteit en de samenhang tussen de genoemde factoren. De disciplines waar mogelijk een significant negatief effect verwacht wordt, worden verder uitgewerkt. Voor deze effectdisciplines wordt de referentiesituatie beschreven. Daarna worden de ingrepen en hun effect beschreven, aangevuld met remediërende maatregelen en eventuele leemten in de kennis.

3. Hieruit volgt een globale beoordeling van de effecten voor de verschillende effectdisciplines.

(7)

pagina 7

5.1.2 Ingreepeffectschema

Beschrijving ingreep in tijd en ruimte Eerste afweging ten opzichte van de effectdisciplines

Ingreep Omvang Duur Gezondheid van de mens Ruimtelijke ordening Biodiversiteit, flora en fauna Energie en grondstoffenvoorraad Bodem Water Atmosfeer en klimatologische factoren Geluid Licht Stoffelijke goederen en cultureel erfgoed Landschap Mobiliteit

Omvorming van bestemming ‘zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’ naar wonen.

Realisatie van woonprojecten in de brede zin, met:

- wonen en centrumfuncties - residentieel wonen met

beperkte nevenfunctie - zone voor gegroepeerd wonen

(appartementen, rusthuis, ...) Wonen in het centrum en aan de Leie.

P + N N* / N* N* N* N N N* N N*

Omvorming van bestemming ‘zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’ naar ‘zone voor lokale bedrijvigheid’.

Behoud van industriële vestigingen Vestiging van nieuwe bedrijven.

Exploitatie van bedrijven

P N* N* N / N* N* N* N* N N N N*

Omvorming van bestemming natuur naar ‘zone voor park en zone voor groen met aanleg openbaar domein met groen karakter aan de Leieboorden.

Publiek gebruik van groen ruimte

P + + N* / N N / / / N + N

Infrastructuurwerken, afbraakwerken en bouwproject

T N* / N / N* N / N N N / N

N: niet significant effect

N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect S*: mogelijk significant effect – verder te onderzoeken

S: significant effect T: tijdelijk effect

P: permanent effect (P’: wisselend/niet-continu effect) /: niet relevant

+: positief effect

(8)

pagina 8

5.1.3 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten

Effect op de gezondheid en de veiligheid van de mens

Referentiesituatie In het plangebied bevinden zich verscheidene

bedrijfsgebouwen, waarvan een aantal nog actief met een lopende milieuvergunning. Het belangrijkste bedrijf is GTS (Ghekiere Transport Shipping), die brandstoffen verhandelt en opslaat. Het bedrijf maakt reeds gebruik van transport via de binnenvaart over de Leie. Bij het gemeentebestuur zijn er geregeld klachten over het voorkomen van een

‘mazoutgeur’ in de buurt.

Enkele recente, kleinere bedrijven in de vroegere gebouwen van Isocab, zijn actief, zonder noemenswaardige hinder voor de omgeving.

De activiteiten van andere bedrijven zijn ondertussen stopgezet. Hierdoor vallen de potentiële hinderbronnen uit het verleden weg (emissies, trillingen, vrachtverkeer,...).

Het Bedrijf GTS is een Seveso-bedrijf (lage drempel).

De overzijde van de Leie (op grondgebied Harelbeke) heeft een uitgesproken industrieel karakter met Nerva (beton), IMOG (afval) en Aquafin (waterzuivering).

Beoordeling van de

voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Het RUP biedt een basis van een herbestemming van een aantal industriële sites tot een kwalitatieve woonomgeving voor de mens en het creëren van een circa 120

wooneenheden aangepast aan de huidige maatschappelijke en bouwtechnische noden. Deze transformatie is reeds volop aan de gang op basis van het vorig BPA.

In de zone voor centrumfuncties wordt een menging nagestreefd van ondersteunende functies binnen de kern van de gemeente.

Een deel van de bestemming ‘zone voor ambachtelijke bedrijven’ wordt behouden als zone voor lokale bedrijven.

Met uitzondering van GTS, is de bestaande en nieuwe bedrijvigheid eerder kleinschalig met een beperkte impact om de omgeving. In de milieuvergunning kunnen

bijkomende voorwaarden opgelegd worden om de hinder verder te beperken. Vooral voor het bedrijf GTS dient aandacht te zijn voor preventieve maatregelen voor geur.

De kwaliteit van het openbaar domein en inrichting van de Leieboorden vormen een essentieel onderdeel van het project. Zo wordt in de zone aan de Leie gebouwd in een lage dichtheid met een betekenisvolle aanwezigheid van privaat en publiek groen dat een verbinding maakt met de

(9)

pagina 9

Leie.

Kuurne kan op deze manier opnieuw een gemeente aan de Leie worden. Dit project heeft de ambitie de mens een aangename en kwaliteitsvolle woon- en leefomgeving aan te bieden.

In zijn advies stelt WenZ dat de Leie als primaire functie een goederenscheepvaartroute heeft met economische

potenties, waarbij ingezet wordt op de economische potenties. Het RUP ‘Leieboorden’ behoudt de bestaande bedrijvigheid, inclusief Ghekiers Transport Shipping’ met de mogelijkheid om gebruik te maken van transport over de waterweg.

De nieuwe residentiële ontwikkeling wordt verkeersluw gemaakt, wat ook de verkeersleefbaarheid ten goede komt.

De toegang tot de bedrijven wordt zoveel mogelijk

gebundeld. Het jaagpad dient niet verder als toegangsweg tot private percelen, maar wordt voorbehouden voor langzaam verkeer.

In de nieuwe situatie is er ruimte voor groene en openbare ruimte. De aanwezigheid van groen- en parkelementen in de woonomgeving heeft een positieve invloed op de gezondheid en het welzijn van de mens.

In het kader van de aanwezigheid van een Seveso-bedrijf in het plangebied zal advies ingewonnen worden van de dienst Veiligheidsrapportering. Het bedrijf GTS beschikt als Seveso- bedrijf over de nodige risicoanalyse en noodplannen die eigen zijn aan de aard van de exploitatie. Het advies van de dienst RVR zal bepalend zijn of een ruimtelijk

veiligheidsrapport vereist is alsook voor de nodige afstanden van het bedrijf t.o.v. de nieuwe woonontwikkelingen.

In zijn advies maakt de dienst VR de toetsing op basis van de aanwezigheid van een lage-drempel Sevoso-inrichting waarbij geen bijkomende Seveso-inrichtingen toegelaten zijn. Bij nieuwe ontwikkelingen dient een voldoende afstand te zijn met nieuwe woonzone (minimaal 100m zoals

voorzien in het verordenend plan). De dienst VR besluit dat er voldoende elementen voorhanden zijn om de risico’s in te schatten en dat de inplanting van de aandachtsgebieden te verzoenen is met de aanwezigheid van een Seveso-

inrichting.

Nulalternatief Behoud van de huidige bestemming als zone voor ambachtelijke bedrijvigheid zorgt voor een invulling door nieuwe bedrijfsactiviteiten met een mogelijke hinder voor de

(10)

pagina 10

omgeving.

Het RUP biedt het kader voor een project naar

kerngebonden en kwalitatief wonen en een zone voor lokale bedrijven.

Leemte in de kennis Toekomstige bedrijvigheid in de zone voor lokale bedrijvigheid.

Veiligheidsrisico’s vanuit het Seveso-bedrijf en de minimale afstandregels.

Milderende maatregelen Tijdens de infrastructuur- en bouwwerken dienen

maatregelen genomen te worden om milieuhinder door stof, geluid, trilling, ... te beperken in tijd en ruimte.

Het autoluw maken van de nieuwe residentiële ontwikkeling.

Leieboorden en jaagpad langs Leie vrijhouden als trage weg voor wandelaars, fietsers, ...

Mogelijke milieuhinder van bedrijven naar de omgeving beperken door preventieve maatregelen en een gericht handhaven van de vergunningsvoorwaarden.

Veiligheidsafstanden respecteren t.o.v. het Seveso-bedrijf overeenkomstig advies van dienst RVR.

Aanzienlijk milieueffect Nee

Effect op de ruimtelijke ordening

Referentiesituatie Hoofdzakelijk volgens het gewestplan ‘gebied voor

ambachtelijke bedrijven en kmo’, deels woongebied en deels natuurgebied. Het BPA ‘Bonnaerde’ werd door de Raad van State op 22/08/2007 geschorst.

Een groot aantal bedrijven in verouderde loodsen zijn niet langer actief, de huidige en recente bedrijven hebben een lopende milieuvergunning.

Het plangebied is gelegen aan de Leie. Het

brandstoffenbedrijf maakt gebruik van de aanwezige loskade voor het watertransport.

Het natuurgebied is voornamelijk ingericht als buffergroen van de bedrijven.

Het plangebied maakt deel uit van het regionaalstedelijk gebied van Kortrijk (gewestelijk RUP), maar zonder nadere specificatie.

Beoordeling van de

Globaal is er een positief effect op de ruimtelijke ordening door een nieuwe en meer stedelijke bestemming te geven bij het beëindigen van de vroeger industriële activiteiten en een beter ruimtelijk structureren van het gebied. Door het voorzien van groene ruimte en publieke functies langs de

(11)

pagina 11

Leieboorden, wordt deze nieuwe woonontwikkeling rechtstreeks gelinkt aan de Leie.

In de zone voor centrumfuncties wordt een menging nagestreefd van ondersteunende functies binnen de dichte kern van Kuurne.

De nieuwe residentiële ontwikkeling sluit goed aan bij het centrum van Kuurne met de nodige voorzieningen. De bereikbaarheid tot woonproject wordt op een logische manier georganiseerd door het bundelen van de verkeersstromen via de Harelbekestraat en de Lt. Gen Gérardstraat.

De gedeeltelijke omvorming van zone voor ambachtelijke bedrijven naar een residentiële zone volgt het principe van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (gedeconcentreerde bundeling in de stedelijke kernen).

Het RUP bevat enkele beperkte grenscorrecties tussen het vroegere industriegebied en natuurgebied waarbij 1.350 m² omgevormd wordt tot ‘zone voor lokale bedrijvigheid’ ten nadele van de bestemming ‘zone voor groen’. Hierdoor ontstaat een meer logische grens zonder dat er

natuurwaarden verloren gaan. Het verlies aan natuurgebied wordt ruim gecompenseerd door 7.000 m² die een

omgekeerde beweging maakt van ‘gebied voor ambachtelijke bedrijven’ naar groengebied.

Het openbaar domein wordt ingericht met de nodige groen- en parkelementen en vormt een groene hoofdas langs de Leie. Deze waterweg neemt een prominente plaats in als openbare ruimte en wordt in de eerste plaats gereserveerd voor wandelaars en fietsers. Op deze manier wordt Kuurne opnieuw gepositioneerd aan de Leie. Door een groen karakter van het plangebied, komt men tot een evenwichtige uitbouw.

Er worden verschillende typologieën van woningbouw voorzien: wonen in aaneengesloten centrumstraat met hoge dichtheid, residentieel wonen in het binnengebied met lage dichtheid en gegroepeerd wonen (appartementen) aan de Leie.

Een heel beperkte oppervlakte natuurgebied (412 m²) wordt bijkomend omgezet naar zone voor ambachtelijke bedrijven en cafetaria waarbij de logica van de bestaande toestand gevolgd wordt. Zoals hierboven vermeldt ruim

gecompenseerd door 7.000 m² die een omgekeerde beweging maakt van ‘gebied voor ambachtelijke bedrijven’

(12)

pagina 12

naar groengebied.

De verdere bedrijvigheid wordt beperkt tot eerder kleine bedrijven met een beperkte impact of hinder voor de omgeving. De impact van het bedrijf GTS kan op de woonkwaliteit verder afgestemd worden via de milieuvergunning en de handhaving op de vergunningsvoorwaarden.

Het plan voorziet ook de inrichting van groen- en parkzone aan de Leie. Dit past binnen de opties van het project Seine- Scheldeverbinding en in een bundeling van de toeristisch- recreatieve infrastructuur op regionaal niveau langsheen de Leie.

Nulalternatief Behoud van de huidige bestemming zorgt voor het behoud van bestaande en de komst nieuwe bedrijfsactiviteiten, nabij de kern van Kuurne.

De nieuwe bestemming als wonen aan de Leie biedt meer ruimtelijke kwaliteit.

Leemte in de kennis Fasering in de uitvoering van het project.

Toekomstige invulling van de bedrijfssite.

Timing voor de uitvoering van het Seine-Schelde project.

Effect op de biodiversiteit, fauna en flora

Referentiesituatie Het plangebied is gelegen in de Leievallei. De Leievallei is in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen aangegeven als natuurlijke structuur op Vlaams niveau.

De oever van de Leie staat aangeduid als complex van biologisch waardevol en minder waardevolle elementen (kd+weg+kb: dijk + weg + bomenrij).

Voor de rest is het plangebied volledig bebouwd (ua en ui:

urbaan gebied).

Het gebied met bestemming natuurgebied is deels in gebruik als private tuin, weiland en deels als aangeplante

groenbuffer (vaak met overwegend exoten) door de bedrijven.

In een ruimer kader (buiten het plangebied) is de Leievallei onderdeel van het project rivierherstel Leie (Seine-Schelde- vaarverbinding), waarbij de iets verder gelegen Leiemeersen (tussen Leie en Heulebeek) een betekenisvolle open ruimte vormen (recreatief parkgebied).

Beoordeling van de

voorgenomen planopties met

Er worden geen bestaande natuurwaarden aangetast.

Het plan opent het perspectief naar het inbrengen van meer

(13)

pagina 13

de mogelijke effecten en het beter structureren van groen op lokale schaal binnen het project voor stedelijk wonen.

Het openbaar domein zal ingericht worden op basis van een pesticidentoets in het kader van de reductie van

bestrijdingsmiddelen.

De strook van de Leieboorden met als bestemming natuurgebied heeft weinig potenties als volwaardig

natuurgebied en wordt, vanuit zijn ligging in volle centrum, maatschappelijk gezien beter als stedelijk en sociaal groen ingericht met aandacht voor een stedelijke natuur.

De Leieboorden maken deel uit van een verder te ontwikkelen groene as van de Leie die voor een groene continuïteit zorgt.

Met een voldoende aandacht voor gepaste inrichting, soortkeuze en natuurlijke elementen, kan dit evolueren tot een functionele natuurverbinding.

In het kader van rivierherstel (Seine-Scheldeproject) worden de oevers van de Leie natuurvriendelijk ingericht. Hierdoor zal de natuurverbindingsfunctie van de Leie versterkt worden.

In zijn advies merkt WenZ op dat het Seine-Scheldeproject, naast het deelproject ‘Rivierherstel’ in de eerste plaats het opwaarderen van de binnenvaart als hoofddoel heeft. Het is echter de wens van het gemeentebestuur om de Leie als hefboom te nemen voor de ontwikkeling van een kwalitatief stedelijk woongebied aan het water in een groen en

natuurlijk kader.

In de zone voor groen kan ruimte gereserveerd worden voor het opvangen van water (infiltratie en buffering) mits dit bijdraagt tot een natuurlijke ontwikkeling.

Nulalternatief Het behoud als industriële site biedt geen kansen voor verdere natuur- of groenontwikkeling.

Leemte in de kennis Privaat of openbaar karakter van de zone voor groen.

Milderende maatregelen Harmonisch parkbeheer van de groenzones.

Pesticidentoets voor groenaanleg.

Natuurvriendelijke Leieoevers als natuurverbinding.

Het is wenselijk om in het verder ontwerp van het plangebied en de Leieboorden met voldoende natuurlijke elementen te werken.

Effect op energie- en grondstoffenvoorraad

(14)

pagina 14

Beoordeling van de

Het RUP heeft geen betrekking op energie- of grondstoffenvoorraad.

Effect op de bodem

Referentiesituatie Het plangebied behoort tot het centrum van Kuurne met een hoge bebouwingsdichtheid (woongebied en bedrijvigheid).

Op de bodemkaart is het gebied voornamelijk gekarteerd als antropogene (verstoorde) bodem.

Op de bodemkaart vinden we nog de oorspronkelijke bodem van vóór de industriële ontwikkelingen langs de Leie: natte klei en vochtig zandleem.

Gezien de vroegere bedrijfsactiviteiten is het te verwachten dat er een historische bodemverontreiniging aanwezig is.

Volgende percelen in het plangebied opgenomen in het register van verontreinigde gronden:

sectie C percelen 249f,l en k; 176z;256b en c; 249h en b, 259c; 258v, w, x en y.

Mogelijk is de bodem ook oppervlakkig licht verontreinigd door vroegere overstromingen met (vervuild) Leiewater.

Beoordeling van de

Er worden vrijwel geen ongestoorde bodems aangetast, gezien het gebied vrijwel volledig bebouwd is en sterk door vroegere vergravingen gewijzigd.

Bij het uitgraven van de grond zal volgens de regelgeving op grondverzet een technisch verslag en bodembeheerrapport dienen te worden opgemaakt.

Percelen die op het register van verontreinigde gronden staan worden verder opgevolgd door toepassing van het bodemsaneringsdecreet en de Vlarebo-reglementering.

Er worden geen nieuwe activiteiten toegelaten die een bodemverontreiniging kunnen veroorzaken. Bedrijven met een risico voor bodemverontreinigingen voeren periodieke bodemonderzoeken uit.

De voorziene verharding bij het woonproject is in overeenstemming met het stedelijke karakter van de omgeving.

Nulalternatief Bij het behoud van de bestaande toestand blijft de bestemming industriegebied waarbij alle

infrastructuurwerken, verhardingen, grondverzet en uitgravingen toegelaten zijn, evenals alle functies die met zone voor ambachtelijke bedrijven verenigbaar zijn.

Milderende maatregelen Waar mogelijk waterdoorlatende verhardingen.

(15)

pagina 15

Bestaande bodemverontreiniging indien noodzakelijk saneren in het kader van de residentiële ontwikkeling.

Leemten in de kennis Infiltratiecapaciteit van de bodem.

Beoordeling van de bodemverontreiniging volgens de oriënterende bodemonderzoeken.

Effect op het water

Referentiesituatie De watertoetskaarten geven de volgende situatie weer:

i. watert af naar de Leie (bevaarbare waterloop) ii. grotendeels niet erosiegevoelig

iii. grotendeels (zeer) gevoelig voor grondwaterstroming iv. grotendeels niet infiltratiegevoelig

v. grotendeels niet overstromingsgevoelig vi. niet in het winterbed van de Leie

Op het zoneringsplan is het plangebied grotendeels gelegen in het centraal gebied (met dus de mogelijkheid aan te sluiten op de riolering en de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur).

Het plangebied ligt niet in een risicozone voor

overstromingen, niet in een recent overstroomd gebied en deels in een van nature overstroombaar gebied vanuit de waterloop.Het (mogelijk) overstroombaar gebied beperkt zich tot de Leieboorden onder de 11 meter hoogtelijn.

Langs het jaagpad is een Aquafin-collector aanwezig.

Beoordeling van de

Tijdens de bouwwerken van grootschalige constructies zal wellicht een bemaling van het grondwater nodig zijn, wat een tijdelijke verstoring meebrengt van de

grondwaterstroming.

Ondergrondse constructies kunnen de grondwaterstromen permanent beïnvloeden. Gezien de nabijheid van de Leie en de oorspronkelijk alluviale bodem is er een

grondwaterstroom te verwachten richting Leie. De diepte van ondergrondse constructies wordt dan ook best beperkt gehouden tot 3 meter.

Bijkomende woongelegenheden en bedrijvigheid zorgen voor afvalwater, wat in de toekomst via een gescheiden riolering kan worden afgevoerd naar de nabijgelegen Aquafin- collector.

Bij bouwprojecten wordt de stedenbouwkundige verordening

‘hemelwater, infiltratie en vertraagde afvoer’ toegepast met het oog op een vertraagde afvoer en buffering van

hemelwater (indien projecten met meer dan 1.000 m²

(16)

pagina 16

verharde oppervlakte). In de zone voor groen kan ruimte gereserveerd worden voor het opvangen (bufferen en infiltreren) van water mits dit ook bijdraagt tot een natuurlijke ontwikkeling.

De bijkomende verharding is overeenkomstig de stedelijke context van de omgeving.

Er wordt gebouwd aan de Leieboorden, wat betekent dat rekening moet worden gehouden met in de toekomst verwachte peilen in de Leie bij piekafvoer. Ter hoogte van de sluis van Harelbeke verwacht WenZ maximum

waterpeilen van 10,50 meter op de Leie, zodat de drempelhoogte van de gebouwen hierop wordt voorzien (met 1 meter reserve, dus 11,5 m).

Nulalternatief In de bestaande situatie en bestemming is weinig ruimte voor water (vele verharde oppervlakte, geen vertraagde afvoer of infiltratie).

Milderende maatregelen Tijdens de bouwwerken wordt de bemaling van grondwater voor zover technisch mogelijk beperkt en rechtstreeks afgevoerd naar de Leie. De bemaling is tijdelijk en mag geen permanent karakter krijgen.

Het gebied met een vernieuwd stratenpatroon wordt

voorzien van een gescheiden riolering met een (vertraagde) afvoer van het regenwater naar de Leie. Er wordt ruimte voorzien voor infiltratie en buffering van het regenwater (kan ook in ondergronds of in de zone voor groen).

Opleggen van een voldoende drempelhoogte voor de gebouwen in functie van de maximale waterstanden van de Leie.

Waar mogelijk wordt waterdoorlatende verharding gebruikt.

Beperking in diepte van de ondergrondse constructies in functie van het gemiddelde grondwaterpeil.

Leemten in de kennis Fasering in de ontwikkeling van het woongebied.

Infiltratiecapaciteit van de bodem.

Toekomstige piekdebieten van de Leie en bijhorende maximale waterpeilen in functie van klimaatsverandering.

Effect op de atmosfeer en klimatologische factoren

Referentietoestand Er zijn geen gekende knelpunten in het plangebied met betrekking tot luchtkwaliteit.

Het luchtmeetnet van de VMM toont wel een aantal problemen met overschrijdingen in de regio tussen Waregem en Kortrijk (fijn stof).

(17)

pagina 17

Bij de milieudienst van de gemeente komen geregeld klachten over ‘’mazoutgeur’.

Beoordeling van de

Bijkomende wooneenheden en bedrijvigheid leiden tot een uitstoot van verbrandingsgassen naar de lucht. Door toepassing van het energieprestatiedecreet en de isolatienormen blijft dit beperkt. Door een aantal nieuwe woningeenheden in het plangebied zullen anderzijds een aantal oudere en slecht geïsoleerde huizen kunnen afgebouwd worden. Globaal is er dus veeleer een netto winst in afbouw van de totale uitstoot van broeikasgassen.

Het RUP zorgt eveneens potentieel voor een toename van het verkeer, met een toegenomen uitstoot van CO2, fijn stof, NO_X, ...

Het centrum van Kuurne heeft een verzorgingsfunctie als kern en biedt uitgebreide diensten en handelszaken aan. Het extra verkeer blijft dan ook relatief beperkt t.o.v. de

bestaande verkeersvolumes (zie verder bij mobiliteit).

Anderzijds valt het bedrijfsgebonden transport grotendeels weg door het uitdoven van de bedrijven. Door de ligging aan de Leie kan GTS gebruik maken van het watertransport.

Nulalternatief Bij behoud van de zone voor ambachtelijke bedrijven kunnen nieuwe bedrijven komen met een ongewenste luchtemissie nabij de bewoning.

Effect op het geluid Beoordeling van de

De nieuwe hoofdfunctie van het plangebied wordt het residentieel wonen aan de Leie. Er worden geen lawaaierige activiteiten voorzien die niet in overeenstemming zijn met een bewoningskern. De industriële activiteit wordt

gedeeltelijk afgebouwd.

De bestaande bedrijvigheid kan behouden worden overeenkomstig de voorwaarden van de

milieuvergunningen. De verder toegelaten ruimte voor bedrijven is gereserveerd voor lokale bedrijven. De geluidsnormen worden vastgelegd in Vlarem en de

milieuvergunning die rekening houdt met de woonomgeving.

Afbraak en bouwwerken kunnen overdag lawaaihinder betekenen, maar zijn van tijdelijke aard.

Het groene karakter van de Leieboorden moet rust brengen voor het gebied.

(18)

pagina 18

Effect op het licht Beoordeling van de

Het openbaar domein van het plangebied zal uiteraard van openbare verlichting worden voorzien. De gemeente zal hierbij aandacht hebben voor energiezuinige

verlichtingsarmaturen en een functionele verlichting van de omgeving.

Het verstrooien van licht naar de omgeving, vooral naar de open Leievallei moet minimaal gehouden worden.

Effect op de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed en het landschap

Referentiekader De resterende open ruimte in de Leievallei behoort in de landschapsatlas tot de Leievallei. Het plangebied is echter voornamelijk stedelijk en valt buiten de relictzone van de Leievallei.

Er zijn geen beschermde monumenten in het plangebied.

Wel zijn talrijke gebouwen in de Harelbekestraat opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed (vaak

gebouwen uit het interbellum en uit het vlasverleden van de gemeente).

Het plangebied bestaat voornamelijk uit oude bedrijfsloodsen, recente bedrijfsgebouwen (met

groenscherm) en een private tuin/weiland. Aan de overkant van de Leie ligt eveneens een hoofdzakelijk industriële omgeving (verbrandingsoven, bedrijven, ...), met uitzondering van een opgevulde Leiemeander (nu als parkgebied ingericht).

Beoordeling van de

Het RUP biedt ruimte aan een programma voor een woonontwikkeling met een diverse typologie aan woningen en appartementen (maximaal tot 4 bouwlagen).

Het project zal dus een afwerking vormen in de Leievallei en kan als een verbetering beschouwd worden t.o.v. de

bestaande en rommelige situatie. Met de uitvoering van het plan onstaat er een waterfront aan de Leie als tegengewicht voor het verder vaak industrieel karakter van de bebouwing langs de Leie (onder meer aan de overzijde). Een aantal groenschermen zorgen voor enige filtering, maar zijn onvoldoende om de schaalgrootte van de industriële setting volwaardig te kunnen integreren.

De inventaris aan bouwkundig erfgoed legt een basis voor het respecteren van het bouwkundig erfgoed.

Nulalternatief Op heden wordt het zicht gedomineerd door de vaak

(19)

pagina 19

verlaten loodsen, zonder een kwalitatieve meerwaarde voor de omgeving.

Milderende maatregelen Architectorale vormgeving en kwaliteit zijn noodzakelijk om de Leieboorden tot een kwalitatief geheel te brengen.

Landschappelijk ontwerp van de ‘zone voor groen’ met een betere integratie van de industriële gebouwen.

Effect op de mobiliteit

Referentiesituatie De Harelbekestraat als verbinding tussen Kuurne en

Harelbeke is een druk bereden verbindingsweg tussen beide centra. Kuurne heeft dan ook een centrum met een druk doorgaand verkeer (vooral personenwagens maar ook vrachtvervoer). De verkeersleefbaarheid in Kuurne is dan ook een permanent aandachtspunt.

Harelbeke beschikt over een station (op zo’n 3 km van het plangebied) met een verbinding naar Kortrijk en Gent.

Het jaagpad langs de Leie is onderdeel van zowel het primair functioneel als recreatief netwerk.

Beoordeling van de

Het woonproject voorziet in een ontsluiting voor autoverkeer zowel naar de Harelbekestraat als naar de Lt Gen.

Gérardstraat.

De parkeerbehoefte is berekend om 2 parkeerplaatsen per eengezinswoning en 1,5 per eenheid in appartement en wordt hoofdzakelijk opgevangen op het openbaar domein en private parkeerplaatsen.

De bijkomende 120 woningen zullen uiteraard een extra verkeer zorgen, maar dit blijft beperkt t.o.v. de bestaande verkeersstromen.

Een vlotte doorstroming richting Kortrijk en richting

Harelbeke blijven echter cruciaal om verkeersknelpunten te vermijden. Deze nieuwe residentiële ontwikkeling dient geïntegreerd te worden binnen het mobiliteitsplan Kuurne om de nodige verkeersmaatregelen te nemen, infrastructuur aan te passen en een flankerend beleid om de groei van de automobiliteit af te remmen ten voordele van openbaar vervoer en zachte mobiliteit.

Het centrum van Kuurne heeft een verzorgingsfunctie als kern en biedt uitgebreide diensten en handelszaken aan. Het extra verkeer blijft dan ook relatief beperkt t.o.v. de

bestaande verkeersvolumes.

In zijn advies vermeldt ‘afdeling beleid mobiliteit en

verkeersveiligheid’ dat er verder dient nagedacht te worden

(20)

pagina 20

over de spreiding van de wagens. Een periodieke opvolging binnen het gemeentelijk mobiliteitsplan zal verder aandacht hebben aan het aspect van verkeersleefbaarheid in Kuurne.

Het deel van het plangebied dat gereserveerd blijft voor kleine bedrijven en voor GTS, wordt ontsloten via de Harelbekestraat.

In het plan worden de fietsers- en voetgangersverbindingen voorzien binnen een autonoom netwerk van trage

verbindingen die aansluiten op de Leie. Het jaagpad vormt hier een vlotte fietsersverbinding richting Kortrijk en richting Waregem.

In zijn advies vermeldt ‘afdeling beleid mobiliteit en verkeersveiligheid’ dat binnen het parkeerbeleid dient nagedacht te worden over een overdekte fietsenstalling en dat er op het lokale bedrijventerrein voldoende

parkeergelegenheid dient aanwezig te zijn om parkeeroverdruk in de woonstraten te vermijden.

Nulalternatief Behoud van de huidige bestemming met bijhorend vrachtverkeer.

Milderende maatregelen Scheiding doorvoeren tussen het autoverkeer en het langzaam verkeer.

Bevordering van openbaar vervoer.

Leemten in de kennis Huidige en toekomstige verkeersintensiteit op basis van verkeerstellingen of een modelstudie zijn onbekend.

5.1.4 Overzicht van de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten

Globaal overzicht aanzienlijk effect ja/nee

Effect op

- gezondheid en veiligheid van de mens nee

- ruimtelijke ordening nee

- biodiversiteit, flora en fauna nee

- energie en grondstoffenvoorraad nee

- bodem nee

- water nee

- atmosfeer en klimatologische factoren nee

- geluid nee

- licht nee

- stoffelijke goederen en cultureel erfgoed nee

(21)

pagina 21

- landschap nee

- mobiliteit nee

Gezien de beperkte omvang van het plan en de beperkte ingrepen zijn er weinig tot geen effecten met een grote invloed te verwachten.

5.2 De kenmerken van plannen en programma’s

5.2.1 De mate waarin het plan een kader vormt voor projecten en andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden en de toewijzing van hulpbronnen

Het RUP heeft geen betrekking op hulpbronnen.

5.2.2 De mate waarin het plan andere plannen en programma’s, met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel, beïnvloedt.

Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan.

Het gemeentelijk RUP staat onder aan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Het gemeentelijk RUP is niet gemeentegrensoverschrijdend.

5.2.3 De relevantie van het plan voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling

Niet relevant voor dit RUP.

5.2.4 Milieuproblemen die relevant zijn voor het plan

Zie punt 5.1.

5.2.5 De relevantie van het plan voor de toepassing van de milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap

Niet relevant.

6 Conclusie

Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende milderende maatregelen en toepassing van de geldende reglementering, geen aanzienlijke milieueffecten verwacht; bijgevolg wordt voorgesteld ontheffing te verlenen tot opmaak van een Plan-MER.