Vraag nr. 124 van 24 juni 1996
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Gehandicapte gemeenteraadsleden – Toegankelijkheid lokalen
Raadsleden met een handicap ondervinden heel wat moeilijkheden om hun mandaat uit te oefenenen. Ze kunnen een beroep doen op hulp van derden om zich te laten bijstaan en krijgen hiervoor soms een extra tegemoetkoming.
Fysiek gehandicapte raadsleden kunnen zonder hulp hun taak uitoefenen indien de lokalen toegankelijk zijn voor gehandicapten. Dit is in heel wat gemeentehuizen echter niet het geval.
Heeft de minister reeds klachten gekregen van raadsle-den – of burgers – over deze ongelijke kansen m.b.t. het bijwonen van de zittingen van de gemeenteraad ? Nam de minister reeds initiatieven m.b.t. de toeganke-lijkheid van met name de raadszalen ?
Antwoord
Uit een navraag bij mijn administratie Binnenlandse Aangelegenheden is gebleken dat tot op heden geen klachten werden ingediend door fysiek gehandicapte raadsleden of burgers over de toegankelijkheid van de gemeentehuizen in het algemeen of van de gemeente-raadszalen in het bijzonder.
Voor eventuele initiatieven ter zake door mijn ambt vestig ik de aandacht op het feit dat de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk voor het publiek geregeld wordt door de gelijknamige wet van 17 juli 1975 (Belgisch Staatsblad, 19 augustus 1975) en het betrokken uitvoeringsbesluit van 9 mei 1977 (Bel-gisch Staatsblad, 8 juni 1977).
Ingevolge de federale staatsstructuur werd voornoemd uitvoeringsbesluit van 9 mei 1977 door de Waalse gewestregering opgeheven, en werden de betrokken bepalingen ingevoegd in het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening en Stedebouw (besluit van de Waalse gewestregering van 19 december 1984, Belgisch Staatsblad, 20 maart 1985).
Voor het Vlaams Gewest zijn, althans bij mijn weten, de wet van 17 juli 1975 en het uitvoeringsbesluit van 9 mei 1977 nog onverkort van toepassing. Eventuele nieuwe regulerende initiatieven ter zake lijken mij, gelet op het hierboven vermelde initiatief van het Waals Gewest, toe te komen aan de Vlaamse minister bevoegd voor de ruimtelijke ordening.
Zulks belet niet dat de lokale besturen ook via andere dan regulerende maatregelen kunnen worden aange-spoord om de nodige initiatieven te nemen inzake de toegankelijkheid van openbare gebouwen voor gehan-dicapten.
Ik verwijs in dat verband naar het krediet van 15 mil-joen frank dat in de begroting van de Vlaamse regering is uitgetrokken voor de vorming van de lokale ambte-naren.
Van deze kredieten wordt, in samenspraak tussen mijn ambt en mijn collega bevoegd voor gelijke-kansenbe-leid, de som van 1,5 miljoen frank specifiek uitgetrok-ken voor acties in verband met gelijke kansen, onder meer m.b.t. de toegankelijkheid van openbare gebou-wen voor gehandicapten.
Het betreft hier met andere woorden een sensibilise-ringsactie, die erop gericht is de lokale besturen aan te zetten tot het nemen van initiatieven ter zake.