• No results found

Vraag nr. 61van 8 januari 1996van mevrouw RIET CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 61van 8 januari 1996van mevrouw RIET CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 61 van 8 januari 1996

van mevrouw RIET CLEUVENBERGEN Rusthuizen – Palliatieve functie

De nood aan een palliatieve functie in rust- en verzor-gingstehuizen en in rustoorden is groot. Zij zouden logistieke en morele ondersteuning kunnen geven aan de zorgverstrekkers en samen met de extramurale sec-tor vorming opzetten en vooral de palliatieve cultuur binnen het rusthuis bevorderen.

De minister bevoegd voor bejaardenbeleid moet omtrent deze palliatieve functie reglementerend werk verrichten.

Heeft de minister reeds initiatieven genomen om deze palliatieve functie te omschrijven en als erkennings-norm op te leggen aan rusthuizen ?

Antwoord

Op 18 augustus 1995 verscheen in het Belgisch Staats-blad het besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 1995 houdende erkenning en subsidiëring van palliatie-ve netwerken. Onder deze term wordt een opalliatie-verkoepe- overkoepe-lend samenwerkingsverband verstaan tussen vertegen-woordigers van eerstelijnshulpverleners, organisaties, instellingen, verenigingen en diensten. Het netwerk heeft als opdracht de zorg- en hulpverlening rond een patiënt zo efficiënt mogelijk te coördineren. Hiervoor dienen binnen het palliatieve netwerk afspraken te worden gemaakt, onder meer voor de opmaak van een patiëntendossier en de uitwisseling van informatie, uiteraard met respect voor de privacy van de patiënten en het medisch beroepsgeheim.

Er zullen tussen de partners conventies worden afgeslo-ten die de vlotte samenwerking rond palliatieve patiën-ten verzekeren en in het bijzonder de thuiszorg helpen bevorderen. Het netwerk heeft eveneens als opdracht raad te geven aan hulp- en zorgverleners, intervisie, ondersteuning en begeleiding van palliatieve patiënten en hun nabestaanden te bieden, in samenspraak met hun vertrouwde zorg- en hulpverleners. Om te worden erkend als palliatief netwerk moet een schriftelijke overeenkomst worden overgelegd met meerdere in de regio bestaande partners, namelijk : eerstelijnshulpver-leners of hun organisaties, erkende rusthuizen, erkende rust- en verzorgingstehuizen , erkende ziekenhuizen, inzonderheid die met een erkende dienst Sp palliatief, multidisciplinaire organisaties voor thuiszorg, specifie-ke initiatieven voor palliatieve zorg, organisaties, fami-lies, thuisverzorgers en/of vrijwilligers die op palliatief vlak actief zijn. De erkende palliatieve netwerken ont-vangen binnen de grenzen van de begrotingskredieten een jaarlijkse subsidie van 1,3 miljoen fr. per volledige schijf van 300.000 bereikte inwoners.

In het Belgisch Staatsblad van 13 januari 1996 ver-scheen het koninklijk besluit van 13 november 1995 van de federale ministers van Sociale Zaken en van Volksgezondheid en Pensioenen tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd.

Hierin wordt bepaald dat een gespecialiseerde dienst (Sp) kan bestemd worden voor patiënten met een ongeneeslijke ziekte die zich in een terminale fase bevinden en palliatieve zorg behoeven. Deze eenheid omvat minimum zes en maximum twaalf bedden. Per ziekenhuis mag er slechts één palliatieve eenheid bestaan.

Een gelijkaardig federaal besluit is in voorbereiding voor de vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van rust- en verzorgingstehuizen. Over de palliatieve zorg wordt daarin vermeld dat ter onder-steuning van de terminale zorgbehoevenden elk rust-en verzorgingstehuis met minstrust-ens zestig beddrust-en over een functie palliatieve zorg dient te beschikken. De aanwezige rusthuisbedden worden hiervoor ook mee-gerekend.

De palliatieve functie in de rust- en verzorgingstehui-zen is belast met het invoeren van een palliatieve zorg-cultuur en de sensibilisering van het personeel, het for-muleren van adviezen ten behoeve van verpleegkundig en paramedisch personeel, het bijwerken van de kennis van het verpleegkundig en paramedisch personeel. Deze functie moet een functionele band hebben met een gespecialiseerde dienst voor behandeling en revali-datie (Sp) bestemd voor patiënten met chronische aan-doeningen en eveneens meewerken aan het samenwer-kingsverband inzake palliatieve zorg in het betrokken geografische gebied.

Gelet op de federale initiatieven die op dit terrein zul-len worden ontwikkeld, acht ik het niet opportuun om parallel daarmee een eigen Vlaamse koers te varen. Ik zal er evenwel bij mijn federale collega's van Sociale Zaken en van Volksgezondheid en Pensioenen op aan-dringen om de palliatieve functie niet te beperken tot de rust- en verzorgingstehuizen, maar uit te breiden tot alle rusthuizen die aan de gestelde voorwaarden vol-doen. Van de 769 bestaande rusthuizen in Vlaanderen beschikken er immers slechts 217 of 28 % over RVT-bedden en van de 52.182 woongelegenheden in de rust-huizen zijn er slechts 7.855 die over een RVT-statuut beschikken of slechts 15 %.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er zijn geen migranten tewerkgesteld in de volgende Vlaamse openbare instellingen : de Gewestelijke Ontwikkelingsmaat- schappijen, de Intercommunale Maatschappij van de

Ik veronderstel dat de Vlaamse volksvertegenwoordi- ger met "ingrijpende inkrimping" bedoelt dat de Vlaamse Hogeschool Antwerpen voor de opleiding Conservatie

Verder zal met de Vlaamse ministers van Welzijn en Gezin en Onderwijs worden overlegd, onder meer omtrent de juiste taakomschrijving en -afbakening van de intercul-

In de media geeft de minister cijfers met betrek- king tot de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW). Andere categorieën werkzoekenden worden niet vermeld : de

Voor de bijzondere doelgroepen zoals bejaardente- huizen, dienstencentra, gehandicapteninstellingen voor volwassenen, psychiatrische ziekenhuizen, als- ook de

In het kader van het strategisch plan van Kind en Gezin zouden in de personeelsformatie 22 full-time equivalen- ten (FTE) voor interculturele bemiddeling worden opgenomen1.

De laatste tijd ontstonden er heel wat kansen op werk in de richting van de buitenschoolse kinderopvang, maar de bestaande opleidingen Kinderverzorging, Ver- pleegassistent(e)

Voor eventuele initiatieven ter zake door mijn ambt vestig ik de aandacht op het feit dat de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk voor het publiek