• No results found

Vraag nr. 145van 8 mei 1996van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 145van 8 mei 1996van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 145 van 8 mei 1996

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Hogeschool Antwerpen – Opleiding Conservatie en Restauratie

Naar verluidt zou de opleiding Conservatie en Restau-ratie aan de Vlaamse autonome Hogeschool Antwer-pen, departement Audiovisuele en Beeldende Kunst, ingrijpend worden ingekrompen.

Deze recentelijk opgerichte opleiding heeft inmiddels een sterke reputatie verworven. Ze is daarenboven onontbeerlijk voor de instandhouding van het Vlaams cultureel erfgoed. De afgestudeerden van deze oplei-ding kunnen tevens snel in hun specialiteit aan het werk.

Welke maatregelen heeft de minister getroffen om deze opleiding die cultureel belangrijk is en tot effectie-ve werkgelegenheid leidt, oneffectie-verminderd in stand te houden ?

Antwoord

Ik veronderstel dat de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger met "ingrijpende inkrimping" bedoelt dat de Vlaamse Hogeschool Antwerpen voor de opleiding Conservatie en Restauratie minder middelen en/of per-soneel inzet dan voorheen het geval was, of het pro-gramma van de opleiding op een of andere manier heeft aangepast.

Indien dit het geval is, is het niet aan de minister om onmiddellijk in te grijpen. Het decreet van 13 juli 1994 geeft de hogeschool volledige autonomie met betrek-king tot de organisatie van haar opleidingen en de besteding van haar middelen. Volgens de filosofie van de enveloppefinanciering kan men ter plaatse het beste uitmaken op welke wijze het budget van de hogeschool het beste kan worden besteed in het voordeel van de opleidingen. De commissarissen van de Vlaamse rege-ring zien erop toe dat dit budget correct wordt besteed, maar hebben hierbij niet de bevoegdheid om in te grij-pen met betrekking tot inhoudelijke aspecten van de opleidingen.

De autonomie van de hogescholen is echter onverbre-kelijk gekoppeld aan een grotere verantwoordelijkheid, die decretaal verankerd is via onder andere het systeem van de kwaliteitsbewaking (zie artikelen 58 tot 60 van het hogescholendecreet).

– Elke hogeschool is decretaal verplicht de kwaliteit van haar opleidingen te garanderen via interne en externe kwaliteitsbewaking :

1. zij moet permanent en op eigen initiatief toezien op de kwaliteit van haar onderwijs- en onder-zoeksactiviteiten ;

2. zij bepaalt de wijze waarop studenten in het kader van kwaliteitszorg het onderwijzend per-soneel kunnen mee-evalueren ;

3. zij zorgt, zoveel mogelijk met andere binnen-landse en buitenbinnen-landse instellingen voor hoger onderwijs en de betrokken beroepssectoren,

voor een regelmatige beoordeling van de kwali-teit van de werkzaamheden van de hogeschool, ten minste om de vijf jaar ;

4. zij implementeert de uitkomsten van de kwali-teitsbeoordeling in het beleid van de hoge-school.

– De overheid ziet toe op deze kwaliteitsbewaking en controleert als volgt de kwaliteitsbewaking door de hogescholen :

1. de Vlaamse regering onderzoekt regelmatig de werking van de interne en externe kwaliteitszorg door de hogescholen ;

2. zonder afbreuk te doen aan de ideologische, wetenschappelijke, pedagogische en artistieke vrijheid, verricht de Vlaamse regering regelma-tig een vergelijkend onderzoek naar de kwaliteit van de onderwijsactiviteiten in de opleidingen of groep van opleidingen die zij aanwijst. Zij stelt daartoe een commissie van onafhankelijke des-kundigen samen die van haar onderzoeksresul-taten een openbaar verslag maakt, dat ter ken-nisgeving naar de Vlaamse Onderwijsraad en het Vlaams Parlement wordt gestuurd ;

3. de Vlaamse regering ziet erop toe hoe de hoge-scholen de uitkomsten van de kwaliteitsbeoor-deling in hun beleid verwerken.

– Indien de kwaliteit van het onderwijs in een bepaal-de opleiding na een grondig kwaliteitsonbepaal-derzoek – uitgevoerd krachtens artikel 59 – bestendig onvol-doende blijkt te zijn, en/of in redelijkheid wordt geacht niet te behoren tot het hoger onderwijs, kan de Vlaamse regering besluiten dat de studenten van die opleiding niet meer in aanmerking komen voor de in Titel IV bedoelde berekeningen van de onder-wijsbelasting in een bepaalde hogeschool. Het uit-sluitingsbesluit kan alleen maar worden genomen nadat de Vlaamse regering aan de betrokken hoge-school een waarschuwing heeft gegeven. In deze waarschuwing deelt de Vlaamse regering mee dat zij het voornemen heeft dit uitsluitingsbesluit te treffen en zij geeft de termijn aan waarbinnen de hogeschool aan die waarschuwing gevolg moet geven. Het uitsluitingsbesluit treedt pas in werking in het tweede daaropvolgende academiejaar. Bovendien zal de overheid, in uitvoering van artikel 12 van hetzelfde decreet, vóór 1 mei 1998 de basisoplei-dingen en opties toetsen op hun leefbaarheid in het kader van de bepalingen van dit decreet, hun maat-schappelijke relevantie, het beroepsprofiel en de inhou-delijke kwaliteit. Op basis van deze evaluatie kan de Vlaamse regering de opleidingen en opties herschikken vanaf 1 oktober 1998.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verder zal met de Vlaamse ministers van Welzijn en Gezin en Onderwijs worden overlegd, onder meer omtrent de juiste taakomschrijving en -afbakening van de intercul-

In de media geeft de minister cijfers met betrek- king tot de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW). Andere categorieën werkzoekenden worden niet vermeld : de

Voor de bijzondere doelgroepen zoals bejaardente- huizen, dienstencentra, gehandicapteninstellingen voor volwassenen, psychiatrische ziekenhuizen, als- ook de

In het kader van het strategisch plan van Kind en Gezin zouden in de personeelsformatie 22 full-time equivalen- ten (FTE) voor interculturele bemiddeling worden opgenomen1.

Een gecoördineerd antwoord wordt verstrekt door de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.. (Zie : Bulletin van Vragen en

De laatste tijd ontstonden er heel wat kansen op werk in de richting van de buitenschoolse kinderopvang, maar de bestaande opleidingen Kinderverzorging, Ver- pleegassistent(e)

Ik kan dus alleen citeren uit de brief die de federale minister van Vervoer mij heeft gestuurd naar aanleiding van het advies van de Vlaamse regering op het tienja- renplan van

Er moet wel rekening mee worden gehouden dat de Vlaamse regering geen bevoegdheid uitoefent over het federale overheidsbedrijf en dat zij alleen maar een advies heeft kunnen geven