• No results found

Vraag nr. 165van 29 mei 1996van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 165van 29 mei 1996van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 165 van 29 mei 1996

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Werkgelegenheidsmaatregelen – Niet-uitkeringsgerech-tigde werklozen

Elke maand worden de werkloosheidscijfers gepubli-ceerd. In de media geeft de minister cijfers met betrek-king tot de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW). Andere categorieën werkzoekenden worden niet vermeld : de deeltijds werkenden, de schoolverla-ters, de herintreedsschoolverla-ters, ex-zelfstandigen en uitgesloten artikel 80-ers die zich opnieuw inschreven om werk te vinden. Bij het nakijken van VDAB-statistieken vindt men die wel terug. De totale groep werkzoekenden is dus merkelijk groter dan de gepubliceerde werkloos-heidscijfers aangeven. Vooral de groep werkzoekende vrouwen vergroot zo.

Is het, conform de beleidsbrief Werken in Vlaanderen (Stuk 165 (1995-1996) – Nr. 1), waarin de minister beleidsmaatregelen niet noodzakelijk koppelt aan het al dan niet uitkeringsgerechtigd zijn, niet zinvol om alle werkzoekenden op te nemen in de op het publieke forum gehanteerde werkloosheidscijfers ?

Welke stappen heeft de minister ter zake gezet ? Krijgen de werkzoekenden die niet-UVW zijn, gelijke kansen bij werkgelegenheidsmaatregelen ?

Antwoord

Op de eerste werkdag van de maand wordt het aantal uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW) aan de federale regering, de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening), de pers en het brede publiek meegedeeld. De andere categorieën van den – in het bijzonder de niet-werkende werkzoeken-den (NWWZ) overeenkomstig de Europese definitie van werkloosheid – komen in de loop van de maand ruim aan bod in andere statistieken, zoals die onder meer door de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeids-bemiddeling en Beroepsopleiding) worden gepubli-c e e r d . Voor zover ook die gepubli-cijfers op de eerste werkdag van elke maand beschikbaar zijn, kan inderdaad wor-den overwogen om ze op hetzelfde ogenblik mee aan een breder publiek kenbaar te maken.

De maatregelen die bepalen of een werkzoekende al dan niet uitkeringsgerechtigd is, vallen onder federale b e v o e g d h e i d . Het komt dus wel voor dat bepaalde van deze maatregelen tot gevolg hebben dat de UVW-sta-tistieken een dalende tendens vertonen, terwijl het aan-tal NWWZ constant blijft. Zo heeft bijvoorbeeld een verlenging van de wachttijd voor schoolverlaters tot gevolg dat de nog werkzoekende schoolverlaters gedu-rende een bepaalde periode enkel voorkomen in de NWWZ-statistieken en nog niet opduiken in het aantal UVW.

Binnen de verschillende maatregelen die door de Vlaamse overheid worden uitgevaardigd en die worden uitgevoerd door de VDAB, wordt het onderscheid tus-sen UVW en NWWZ niet gemaakt. De verschillende diensten van de VDAB staan open voor alle werkzoe-kenden, zonder onderscheid naar duur van

werkloos-heid, schorsing door de RVA en dergelijke. In het beheerscontract van de VDAB wordt enkel gewerkt met het begrip niet-werkende werkzoekenden.

Hierop bestaan twee uitzonderingen :

– het doelgroepenbeleid : bepaalde delen van de dienstverlening zijn specifiek toegespitst op bepaal-de moeilijk te plaatsen doelgroepen. De beroepsop-leiding geleverd door de VDAB wordt voor 70 % voorbehouden voor de moeilijke doelgroep (enkel niet-werkende werkzoekenden, langer dan één jaar werkloos, laaggeschoold of niet-EU-burger) ; – het federale begeleidingsplan.

De verschillende federale werkgelegenheidsmaatrege-len staan open voor verschilwerkgelegenheidsmaatrege-lende categorieën van werkzoekenden en richten zich tot verschillende doel-groepen. Wel kan in het algemeen worden gesteld dat de basisvoorwaarde voor de werkzoekende om in een van de stelsels te kunnen stappen, vaak een periode van uitkeringsgerechtigd werkloos zijn is. Deze bepa-lingen voorzien wel steeds in talrijke uitzonderingen of gelijkstellingen met het UVW zijn, die maken dat het merendeel van de door de Vlaamse volksvertegen-woordiger aangehaalde categorieën (schoolverlaters, herintreedsters, ex-zelfstandigen en uitgesloten artikel 80-ers die zich opnieuw inschreven, deeltijds werken-den) in aanmerking komen voor bijvoorbeeld het fede-rale banenplan, DAC-statuut, gesco, enzovoort.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik veronderstel dat de Vlaamse volksvertegenwoordi- ger met "ingrijpende inkrimping" bedoelt dat de Vlaamse Hogeschool Antwerpen voor de opleiding Conservatie

Verder zal met de Vlaamse ministers van Welzijn en Gezin en Onderwijs worden overlegd, onder meer omtrent de juiste taakomschrijving en -afbakening van de intercul-

Voor de bijzondere doelgroepen zoals bejaardente- huizen, dienstencentra, gehandicapteninstellingen voor volwassenen, psychiatrische ziekenhuizen, als- ook de

In het kader van het strategisch plan van Kind en Gezin zouden in de personeelsformatie 22 full-time equivalen- ten (FTE) voor interculturele bemiddeling worden opgenomen1.

De laatste tijd ontstonden er heel wat kansen op werk in de richting van de buitenschoolse kinderopvang, maar de bestaande opleidingen Kinderverzorging, Ver- pleegassistent(e)

Voor eventuele initiatieven ter zake door mijn ambt vestig ik de aandacht op het feit dat de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk voor het publiek

Zoals bepaald in artikel 5 van het samenwerkingsak- koord tussen de staat, de gemeenschappen en de gewesten betreffende het begeleidingsplan der werklo- zen, dat verscheen

Ik kan dus alleen citeren uit de brief die de federale minister van Vervoer mij heeft gestuurd naar aanleiding van het advies van de Vlaamse regering op het tienja- renplan van