• No results found

Bijlage 1 Vragenlijst Innovatie-monitor 2005

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 1 Vragenlijst Innovatie-monitor 2005"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1 Vragenlijst Innovatie-monitor 2005

Opmerking:

Bij de antwoordmogelijkheden worden twee frequentiepercentages genoemd. Eén percentage voor de groep van 227 bedrijven die zijn meegenomen in de analyse van dit onderzoek. Deze frequentie worden alleen gegeven bij vragen die ook zijn meegenomen in het onderzoek naar de verbanden tussen klantoriëntatie, innovatie en prestatie. De andere groep betreft de respons van 258 bedrijven en van deze groep wordt bij alle vragen een frequentiepercentage gegeven. Resultaten op open vragen worden niet weergegeven in deze bijlage.

Algemeen

A) Wat is de naam van de organisatie waar u voor werkt?

B) Wat is uw functie?

C) Wat is uw e-mail adres?

D) Tot welke sector behoort de organisatie waarin u werkzaam bent?

agrobusiness beveiliging bouw catering chemie

foodindustrie (inclusief dranken) drukkerijen

elektrotechnische, machine- en apparatenbouw industrie energie en water

financiële dienstverlening (incl. zorgverzekeraars) media

overige industrie papierindustrie retail / groothandel schoonmaken telecom

logistiek en vervoer uitgevers

uitzenden

zakelijke dienstverlening / overige dienstverlening non-profit / zelfstandige bestuursorganen

zorg

E) Wat is de aard van uw activiteiten?

Business to business

Business/organisatie to consumer Organisatie naar burger

Overheid naar overheid Overheid naar business

(2)

Algemeen Innovatie

1. De ontwikkeling van de omzet van uw bedrijf was vergeleken bij de ontwikkeling van de gehele markt? (N=227)(N=258)

o Sterk beter (5.8)(5.9) o Beter (40.3)(39.8) o Gelijk (42.0)(43.0) o Slechter (11.9)(11.3) o Sterk slechter (0.0)(0.0)

2. Hoe groot is het verschil tussen de geplande omzet (stijging) ten opzichte van de huidige omzet?

(N=258)

o Groot (meer dan 10% van de huidige omzet) (14.5) o Middel (tussen 5% en 10% van de huidige omzet) (23.8) o Klein (beneden de 5% van de huidige omzet) (35.5) o Geen verschil (12.9)

o Onbekend (8.2)

o Niet van toepassing (5.1)

3. Hoe hoog zijn uw investeringen in innovatie ten opzichte van de door het innovatieplatform gestelde richtlijn van 3% van de omzet? (N=227)(N=258)

o Sterk hoger (meer dan 10% van de omzet) (7.1) (7.0) o Hoger (tussen de 3 en 10% van de omzet) (17.3) (18.8) o Gelijk aan de richtlijn (3% van de omzet) (15.9) (15.2) o Lager (minder dan 3% van de omzet) (34.4) (32.8) o Sterk lager (minder dan 1% van de omzet) (11.9) (10.9) o Onbekend (13.3) (15.2)

4. Wat zijn de drie belangrijkste strategische prioriteiten de komende vijf jaar?(N=258) o Innovatie bevorderen (49.4)

o Kosten reduceren (47.5)

o Verbeteren HR-beleid/investeren in personeel (8.9) o Outsourcing (5.4)

o Zelfstandige groei op bestaande markten (45.2) o Zelfstandige groei op nieuwe markten (34.0) o Groei door overnames (16.6)

o Interne controle verbeteren (9.7) o Mondialiseren van operaties (7.3) o Klanttevredenheid verhogen (41.3) o Herstructureren van de organisatie (21.2) o Anders (3.1)

5. Heeft uw bedrijf innovatiedoelen gedefinieerd? (N=258) o Ja (62.7)

o Nee (37.3)

5A. Welke zijn dat? (alleen als ‘ja’ bij vraag 5 is ingevuld) (N=258) o Aantal nieuwe producten (30.6)

o Aantal nieuwe ideeën (15.0)

o Hoeveelheid nieuwe omzet uit innovatie (38.1) o Hoeveelheid kosten gereduceerd door innovatie (8.8) o Anders: ... (7.5)

5B. Zijn de innovatiedoelen afgeleid van de ondernemingsstrategie (businessplan)? (alleen als ‘ja’ bij vraag 5 is ingevuld) (N=258)

o Ja (87.0) o Nee (7.5) o Onbekend (5.6)

(3)

6. Hoe beoordeelt u de innovatieprestaties van uw organisatie nu ten opzichte van voorgaande jaren?

(N=258)

o Prestaties zijn gelijk (36.6)

o Prestaties zijn beter geworden (56.3) o Prestaties zijn slechter geworden (7.1)

Afhankelijk van het antwoord bij vraag 6. Krijgt men één van de volgende vragen als open vraag:

6A Waarom zijn de prestaties gelijk gebleven? (open vraag) 6B Waarom zijn de prestaties slechter geworden? (open vraag) 6C Waarom zijn de prestaties beter geworden? (open vraag)

7. Kent uw organisatie een beloningssystematiek (niet perse geldelijk) om innovatief gedrag en ondernemerssuccessen te belonen? (N=227)(N=258)

o Ja (35.8)(36.6) o Nee (59.3)(58.5) o Weet ik niet (4.9)(4.9)

7A. Hoe ziet de beloningssystematiek eruit? (alleen als ‘ja’ bij vraag 7 is ingevuld)(open vraag)

8. Stelling: In onze organisatiestrategie wordt innovatie minstens even belangrijk gevonden als het managen en verbeteren van de bestaande business (N=258)

o Geheel mee eens (25.8) o Gedeeltelijk mee eens (45.9) o Gedeeltelijk mee oneens (20.1) o Geheel mee oneens (8.2)

9. Hoe groot is de noodzaak van product- en dienstinnovatie voor uw organisatie? (N=258) o Groot (68.9)

o Beperkt (29.1) o Geen noodzaak (0.8) o Onbekend (1.2)

10. Welke prioriteit krijgt innovatie binnen uw organisatie? (N=227)(N=258) o Top prioriteit (11.0) (10.7)

o Hoge prioriteit (61.7) (60.5) o Lage prioriteit (26.4) (27.6) o Geen prioriteit (0.9) (1.2) (indien hoge/top prioriteit)

10A. Waarom heeft innovatie binnen uw organisatie een top/hoge prioriteit (meerdere antwoorden mogelijk)? (N=258)

o Klanten eisen nieuwe innovaties (44.6) o Een wijziging in wet en regelgeving (13.0) o Opkomst nieuwe technologie (28.8)

o Om ons meer te onderscheiden van concurrenten (75.7) o Om de gewenste omzetgroei te realiseren (49.7) o Anders (9.6)

(indien lage of geen prioriteit)

10B. Wat zijn op dit moment de redenen dat innovatie binnen uw organisatie niet zo’n hoge prioriteit heeft (meerdere antwoorden mogelijk)? (N=258)

o Focus op het uitnutten van de bestaande business (70.0) o Snijden in de kosten is nu belangrijker (52.9)

o Bedrijfsstrategie is gericht op het extern acquireren van bedrijven (10.0) o Anders (20.0)

(4)

11. Welke innovatie-activiteit komt het meest voor binnen uw organisatie? (N=258)

o Incrementele product- en dienstinnovatie – gericht op het verbeteren van de huidige producten en/of diensten (51.4)

o Radicale product- en dienstinnovatie – gericht op het ontwikkelen van geheel nieuwe producten en/of diensten (16.0)

o Procesinnovatie – gericht op het verbeteren van werk/productie-processen om kosten te reduceren en/of het verbeteren van de kwaliteit (32.5)

12. Hoe beoordeelt u uw bedrijf als het gaat om het genereren van ideeën, uitvoeren van innovatieprojecten en het introduceren van innovaties? (N=227)(N=258)

o Het genereren van ideeën Sterk (41.2) (40.2)

Meer sterk dan zwak (42.9) (43.1) Meer zwak dan sterk (13.7) (14.6) Zwak (2.2) (2.1)

o Het uitvoeren van innovatieprojecten Sterk (9.8) (9.7)

Meer sterk dan zwak (52.7) (52.7) Meer zwak dan sterk (31.7) (31.6) Zwak (5.8) (5.9)

o Het introduceren van innovaties Sterk (11.6) (11.0)

Meer sterk dan zwak (38.4) (40.9) Meer zwak dan sterk (37.5) (35.9) Zwak (12.5) (12.2)

De veranderbereidheid van klanten

Dit jaar heeft de innovatiemonitor als thema ‘de veranderbereidheid van klanten'. Hoe kan de klant het beste betrokken worden bij het innovatieproces zodat acceptatie vergroot wordt en meer waarde kan worden toegevoegd? De onderstaande vragen staan in het teken van dit thema.

13. Hoe verzamelt u informatie over toekomstige wensen van (huidige en nieuwe) klanten (meerdere antwoorden mogelijk)? (N=227)(N=258)

o Aankopen van marktonderzoek (37.9)(36.9) o Via ons call centers (7.0)(7.5)

o Workshops met klanten (42.7)(42.7) o Focusgroepen (24.7)(24.9)

o Ronde tafeldiscussies met klanten (39.2)(39.4) o Bezoek aan congressen (45.8)(45.2)

o Via onderwijsinstellingen (6.6)(7.5)

o Veelvuldig overleg tussen accountmanagement en productontwikkeling/assortimentmanagers (52.9)(51.0) o Wij verzamelen geen informatie over toekomstige wensen van klanten(4.0)(3.7)

o Anders (23.8)(22.4) Aantal manieren van informatieverzameling door organisatie(N=227)

%

0 manieren 3.1

1 manier 14.1

2 manieren 21.6

3 manieren 34.4

4 manieren 18.5

5 manieren 5.3

6 manieren 2.6

7 manieren 0.4

8 manieren 0

9 manieren 0

(5)

14. Wat zijn volgens u de twee meest succesvolle manieren om de klant te betrekken? (open vraag)(N=258)

15. In hoeverre accepteert uw klant innovaties? (N=227)(N=258) o Klant accepteert altijd onze innovaties (3.5)(3.4)

o Klant accepteert bijna altijd onze innovaties (58.1)(57.3) o Klant accepteert soms onze innovaties (36.1)(36.3) o Klant accepteert nooit onze innovaties (0.0)(0.0) o Onbekend (2.2)(3.0)

als 15 is C of D dan de volgende vraag:

15A. Hoe komt het dat de klant niet uw innovaties accepteert? (N=258) o de product levenscyclus van de klant vraagt niet om vernieuwing(10.1)

o de productieprocessen van de klant zijn niet flexibel genoeg om uw innovatie op de nemen(29.2) o klant heeft onvoldoende marketing capaciteit om profijt van uw innovatie halen(7.9)

o klant ziet geen nut in de innovatie(22.5) o Anders: ....(30.3)

16. Stelling: De acceptatie van de klant ligt binnen de invloedsfeer van uw eigen bedrijf. (N=258) o Geheel mee eens (17.2)

o Gedeeltelijk mee eens (72.5) o Gedeeltelijk mee oneens (8.6) o Geheel mee oneens (1.7)

17. Hoe kan de acceptatie bij klanten worden vergroot (meerdere antwoorden mogelijk)?(N=258) o De klant te betrekken bij het genereren van ideeën (67.5)

o De klant te betrekken bij het opstellen het prototype (36.3) o Het delen van innovatiedoelen met de klant (38.9)

o Samen zoeken naar voordelen voor de klant van de klant (66.2) o Betere marketing van onze ideeën en nieuwe producten (34.6) o Gezamenlijk project opzetten (39.7)

o Joint venture aangaan om risico’s te delen (12.4) o Gezamenlijk marktonderzoek (6.8)

o Behaal zichtbare verbeteringen op korte termijn (29.1)

o Een businesscase met de klant op te stellen voordat het innovatieproject start (22.2) o Eigen branding naar eindconsument (bijvoorbeeld ‘Intel inside’) (6.0)

o After sales om tevredenheid te volgen en te verbeteren bij de klant (35.0) o Anders (2.6)

18. Op welk soort innovaties zit uw klant het meest op te wachten (meerdere antwoorden mogelijk)?(N=258)

o Procesinnovatie (41.9) o Incrementele innovatie (50.0) o Substituten (15.0)

o Geheel nieuwe producten (30.8) o Anders (8.1)

19. Welk soort innovaties verwacht u van uw leveranciers (meerdere antwoorden mogelijk)?(N=258) o Procesinnovatie (47.0)

o Incrementele innovatie (42.3) o Substituten (20.1)

o Geheel nieuwe producten (39.7) o Anders (5.1)

20. Hoe zorgt u ervoor dat uw klant innovatiever wordt? (N=258) (open vraag)

(6)

21. Op basis waarvan is uw bedrijf primair georganiseerd? (N=258) o op basis van markten/klantsegmenten (51.3)

o op basis van functie/product(groepen) (40.3) o anders: ....(8.3)

22. Welke prioriteit heeft innovatie van product- en dienstenaanbod bij uw meeste klanten?(N=258) o Zeer hoog (1.3)

o Hoog (47.2) o Laag (41.6) o Zeer laag (1.7) o Onbekend (8.2)

23. In welke fase van het innovatieproces betrekt u uw klant? (meerdere antwoorden mogelijk) (N=227)(N=258)

o Stellen van innovatiedoelen (13.7)(13.3) o Exploratie en idee generatiefase (40.1)(39.5) o Conceptfase (53.3)(52.4)

o Testfase (55.5)(54.5) o Realisatiefase (41.0)(39.9) o Marktintroductiefase (49.3)(48.9)

o De klant wordt niet betrokken in het innovatieproces (4.0)(4.3) In hoeveel fasen van het innovatieproces

betrekt u uw klant (n=227)

%

0 fasen 5.7

1 fase 19.4

2 fasen 29.1

3 fasen 21.1

4 fasen 15.0

5 fasen 7.0

6 fasen 2.6

7 fasen 0

24. Welke innovatietools gebruikt u bij het genereren van ideeën (meerdere antwoorden mogelijk)?(N=258)

o TRIZ (5.6)

o SIT (Systematic Inventive Thinking) (9.4) o Brainstormen (84.1)

o Backcasting (4.7)

o Gebruik van experts (60.9) o Software, zo ja welke? (1.3)

25. Wordt het proces voor afhandeling van klantenklachten bij uw organisatie gebruikt voor het genereren van nieuwe product/service ideeën? (N=258)

o Ja (55.7) o Nee (44.3)

26. Welke technologie zal tot meer innovaties leiden de komende vijf jaar?(N=258) (open vraag)

27. Wat zijn belemmeringen bij het betrekken van de klant bij innovaties (meerdere antwoorden mogelijk)? (N=258)

o Vertrouwelijkheid (48.3)

o De klant weet toch niet wat hij/zij wil (28.0) o Geen direct contact met de klant (7.8)

o Niet weten wie benaderd moet worden bij de klant (10.8)

o Niet weten op welke manier de klant het beste betrokken kan worden (12.9) o Niet weten welke klant betrokken moet worden (9.9)

o De klant wil niet betrokken worden (21.6) o Anders (22.8)

(7)

28. Waardoor falen product/service introducties bij uw bedrijf (meerdere antwoorden mogelijk)?

(N=258)

o Weinig geld voor een goede productintroductie (23.4) o De klant ziet de voordelen niet (25.5)

o Onvoldoende marketing van het product (35.5) o Het product bevat toch niet voldoende voordelen (23.8) o Product is zo complex geworden dat het klanten afschrikt (17.7)

o Het product kwam te laat op de markt waardoor een concurrent al het product op de markt had gebracht (17.3)

o Reacties van concurrenten (bijvoorbeeld een plotselinge prijsdaling van alternatieve producten) zorgen voor het falen van het product (12.1)

o Het nieuwe product is technisch niet van goede kwaliteit (7.8)

o Product is eigenlijk zonder goed marktonderzoek op de markt gezet (22.1) o Productintroducties falen niet in ons bedrijf (5.2)

o Anders: ...(18.2)

29. Wordt er dit jaar meer geld aan innovatie uitgegeven dan vorig jaar? (N=227)(N258) o Meer (29.8) (30.1)

o Gelijk (49.8) (49.6) o Minder (10.2) (10.2) o Onbekend (8.4) (8.4) o Geen antwoord (1.8) (1.8)

30. Verwacht u dat er volgend jaar meer of minder geld wordt uitgegeven aan innovatie dan vorig jaar?

(N=227)(N=258) o Meer (37.4) (37.3) o Gelijk (46.3) (46.5) o Minder (5.7) (5.7) o Onbekend (9.3) (9.2) o Geen antwoord (1.3) (1.3)

31. Vindt u uw bedrijf succesvol in het innoveren? (N=227)(N=258) o Ja (61.1) (61.2)

o Nee (38.9) (38.8) 31A. waarom? (N=258) (open vraag)

32. Hoe snel zijn uw producten gemiddeld verouderd? (N=258) o Binnen 1 jaar (2.7)

o Binnen 1-2 jaar (10.0) o Binnen 2-5 jaar (40.2) o Binnen 5-10 jaar (28.3) o Na 10 jaar (18.7)

33. Indien u uw klant betrekt bij het innovatieproces, met welke afdeling of persoon bij uw klant heeft u dan contact (meerdere antwoorden mogelijk)? (N=227)(N=258)

o Met de directeur / directie (47.6)(47.0) o Met de sales afdeling (18.1) (17.8) o Met de accountmanager (18.5) (18.3) o Met de afdeling marketing (22.9) (22.6) o Met de afdeling R&D (33.9) (33.5)

o Met de innovatie/new business manager (28.6)(28.3) o Met de afdeling productmanagement (21.6) (21.3) o Mede de afdeling inkoop (25.6)(25.2)

o Anders (17.6)(17.8)

(8)

Hoeveel personen c.q. afdelingen van uw klant betrekt u bij het innovatieproces (n = 227)

%

0 personen/afdelingen 2.2

1 personen/afdelingen 28.6

2 personen/afdelingen 32.2

3 personen/afdelingen 20.7

4 personen/afdelingen 8.4

5 personen/afdelingen 4.8

6 personen/afdelingen 0.9

7 personen/afdelingen 1.8

8 personen/afdelingen 0.4

34. Wat zijn de grootste risico's bij het opstarten van nieuwe activiteiten (meerdere antwoorden mogelijk)? (N=258)

o time-to-market te lang (49.1)

o onvoldoende link met bestaande strategie (18.7) o onvoldoende ervaring met start-up management (19.1) o time-to-profit te lang (28.7)

o onduidelijk verdienmodel (30.9)

o korte termijn horizon management (33.9) o anders...(9.6)

(9)

Bijlage 2 Codeerschema

Vraagnummer Omschrijving Variabele Code

A Naam van de organisatie alg_a Open vraag

B Functie geënquêteerde alg_b Open vraag

C E-mail adres geënquêteerde alg_c Open vraag

D Sector waarin organisatie actief is alg_d 1= agrobusiness 2= beveiliging 3= bouw 4= catering 5= chemie

6= foodindustrie (inclusief dranken)

7= drukkerijen 8= elektrotechnische, machine- en

apparatenbouw industrie 9= energie en water 10= financiële dienstverlening (incl zorgverzekeraars) 11=media

12= overige industrie 13= papierindustrie 14= retail / groothandel 15= schoonmaken 16= telecom

17= logistiek en vervoer 18= uitgevers

19= uitzenden 20= zakelijke

dienstverlening / overige dienstverlening

21= non-profit / zelfstandige bestuursorganen 22=zorg

E Aard van de activiteit alg_e 1= Business to business

2= Business/organisatie to consumer

3= Organisatie naar burger 4= Overheid naar overheid 5= Overheid naar business 1 Ontwikkeling omzet organisatie ten opzichte van

de ontwikkeling in gehele markt

vraag1 1= Sterk beter 2= Beter 3= Gelijk 4= Slechter 5= Sterk slechter 3 Hoogte van de investeringen van de organisatie

(analyse in SPSS: select cases: vraag 3 <= 5)

vraag3 1= Sterk hoger (meer dan 10% van de omzet) 2= Hoger (tussen de 3 en 10% van de omzet) 3= Gelijk aan de richtlijn (3% van de omzet) 4= Lager (minder dan 3%

van de omzet)

5= Sterk lager (minder dan

(10)

Vraagnummer Omschrijving Variabele Code

7 Aanwezigheid van een beloningssystematiek

voor innovatie gedrag

(analyse in SPSS: select cases: vraag 7 <= 2)

vraag 7 1= ja 2= nee 3= weet niet 10 Prioriteit van innovatie binnen de organisatie vraag10 1= top prioriteit

2= hoge prioriteit 3= lage prioriteit 4= geen prioriteit 12 Beoordeling bedrijf op het gebied van genereren

van ideeën

vraag12a 1= sterk

2= meer sterk dan zwak 3= meer zwak dan sterk 4= zwak

12 Beoordeling bedrijf op het gebied van uitvoeren van innovatieprojecten

vraag12b 1= sterk

2= meer sterk dan zwak 3= meer zwak dan sterk 4= zwak

12 Beoordeling bedrijf op het gebied van introduceren van innovaties

vraag12c 1= sterk

2= meer sterk dan zwak 3= meer zwak dan sterk 4= zwak

13 Aantal manieren waarop informatie wordt verzameld over toekomstige wensen van huidige en nieuwe klanten

vraag13 0= 0 manieren 1= 1 manier 2= 2 manieren 3= 3 manieren 4= 4 manieren 5= 5 manieren 6= 6 manieren 7= 7 manieren 8= 8 manieren 9= 9 manieren 13 Manier van informatieverzameling aankopen van

marktonderzoek

vraag13a 0= Nee 1= Ja 13 Manier van informatieverzameling via eigen

callcenter

vraag13b 0= Nee 1= Ja 13 Manier van informatieverzameling via workshop

met klanten

vraag13c 0= Nee 1= Ja 13 Manier van informatieverzameling via

focusgroepen

vraag13d 0= Nee 1= Ja 13 Manier van informatieverzameling via rondetafel

discussies met klanten

vraag13e 0= Nee 1= Ja 13 Manier van informatieverzameling via bezoek

aan congressen

vraag13f 0= Nee 1= Ja 13 Manier van informatieverzameling via

onderwijsinstellingen

vraag13g 0= Nee 1= Ja 13 Manier van informatieverzameling via

veelvuldig overleg tussen accountmanagement en productontwikkeling

vraag13h 0= Nee 1= Ja 13 Verzamelen geen informatie over toekomstige

wensen klanten

vraag13i 0= Nee 1= Ja

13 Anders vraag13j 0= Nee

1= Ja 15 Acceptatie van innovatie door klant

(hergecodeerd)

(analyse in SPSS: select cases: vraag 15 <= 4)

vraag15 1= Klant accepteert altijd onze innovaties

2= Klant accepteert bijna altijd onze innovaties 3= Klant accepteert soms onze innovaties

4= Klant accepteert nooit onze innovaties

5= Onbekend

(11)

Vraagnummer Omschrijving Variabele Code 23 In hoeveel fasen betrekt u uw klant vraag23 0= 0 fasen

1= 1 fase 2= 2 fasen 3= 3 fasen 4= 4 fasen 5= 5 fasen 6= 6 fasen 7= 7 fasen 23 In welke fase betrekt u uw klant- stellen van

innovatiedoelen

vraag23a 0= Nee 1= Ja 23 In welke fase betrekt u uw klant- exploratie en

idee generatiefase

vraag23b 0= Nee 1= Ja 23 In welke fase betrekt u uw klant- conceptfase vraag23c 0= Nee

1= Ja 23 In welke fase betrekt u uw klant- testfase vraag23d 0= Nee

1= Ja 23 In welke fase betrekt u uw klant- realisatiefase vraag23e 0= Nee

1= Ja 23 In welke fase betrekt u uw klant-

marktintroductiefase

vraag23f 0= Nee 1= Ja 23 In welke fase betrekt u uw klant- de klant wordt

niet betrokken

vraag23g 0= Nee 1= Ja 29 Uitgaven aan innovatie 2005 groter dan 2004

(analyse in SPSS: select cases: vraag 29 <= 3)

vraag29 1= meer 2= gelijk 3= minder 4= onbekend 5= geen antwoord 30 Uitgaven aan innovatie 2006 groter dan 2004

(analyse in SPSS: select cases: vraag 30 <= 3)

vraag30 1= meer 2= gelijk 3= minder 4= onbekend 5= geen antwoord 31 Bedrijf succesvol in innoveren(subjectief

oordeel) (hergecodeerd)

vraag31 1= Ja 2= Nee 33 Hoeveel personen c.q. afdelingen van uw klant

betrekt u bij het innovatieproces

vraag33 0= 0 personen/afdelingen 1= 1 persoon/afdeling 2= 2 personen/afdelingen 3= 3 personen/afdelingen 4= 4 personen/afdelingen 5= 5 personen/afdelingen 6= 6 personen/afdelingen 7= 7 personen/afdelingen 8= 8 personen/afdelingen 33 Welke afdeling/persoon bij uw klant betrekt u in

uw innovatieproces- directeur/directie

vraag33a 0= Nee 1= Ja 33 Welke afdeling/persoon bij uw klant betrekt u in

uw innovatieproces- sales afdeling

vraag33b 0= Nee 1= Ja 33 Welke afdeling/persoon bij uw klant betrekt u in

uw innovatieproces- accountmanager

vraag33c 0= Nee 1= Ja 33 Welke afdeling/persoon bij uw klant betrekt u in

uw innovatieproces- marketing

vraag33d 0= Nee 1= Ja 33 Welke afdeling/persoon bij uw klant betrekt u in

uw innovatieproces- afdeling R&D

vraag33e 0= Nee 1= Ja 33 Welke afdeling/persoon bij uw klant betrekt u in

uw innovatieproces- innovatie manager

vraag33f 0= Nee 1= Ja 33 Welke afdeling/persoon bij uw klant betrekt u in

uw innovatieproces- productmanagement

vraag33g 0= Nee 1= Ja

(12)

Vraagnummer Omschrijving Variabele Code 33 Welke afdeling/persoon bij uw klant betrekt u in

uw innovatieproces- inkoop

vraag33h 0= Nee 1= Ja 33 Welke afdeling/persoon bij uw klant betrekt u in

uw innovatieproces- anders

0= Nee

1= Ja

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zowel klanten als prospects beoordelen het gebruikersgemak van de producten van het merk Sikkens met een relatief lage score ten opzichte van het gemiddelde.. 69,7% van de

• Op welke manier wordt de markt door LIPS gesegmenteerd?. • Wat is de huidige situatie op de

Ik weet niet zeker of de koper geïnteresseerd is in mijn onderneming Ik weet de soort koper zeker, maar de exacte persoon of onderneming nog niet... Ik weet de soort koper zeker en

Zijn opleidingen (en de Corporate Academy) van strategisch belang voor uw organisatie.

• Als Wavin met een messing of metalen fitting assortiment komt voor zijn kunstofleidingsysteem voor segment A en segment B is dat dan een reden om Wavin voor te schrijven?.

Bruto Marge groei Neemt de lading over van opbrengst groei en bruto marge Bruto Marge per hl Neemt de lading over van Netto opbrengst per hl Handels marge Hierbij moet de

O Nee, ik had nog voldoende producten thuis staan O Nee, ik koop niet elke keer Kérastase producten O Nee, ik gebruik geen Kérastase producten meer.. O Ja, ik koop

Hiervoor moet door het IT-team aangetoond worden dat er efficiënter wordt gewerkt, kosten worden bespaard en dat er genoeg mensen in de organisatie aanwezig zijn voor