Vraag nr. 25
van 12 november 2001
van mevrouw ISABEL VERTRIEST Openbaar onderzoek – Bekendmaking
De wijze waarop het openbaar onderzoek moet worden bekendgemaakt, is bepaald in artikel 5 en volgende van het besluit van 5 mei 2000 betreffen-de betreffen-de openbare onbetreffen-derzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen en verkavelings-aanvragen.
De bekendmaking dient minimaal te gebeuren op de bouwplaats en aan het stadhuis. Door het open-baar onderzoek wordt aangegeven dat de vergun-ningverlenende overheid van oordeel is dat de be-sluitvorming slechts correct tot stand kan komen na consultatie van de bevolking. Het uitblijven van opmerkingen vanwege de bevolking wordt vaak geïnterpreteerd als een unaniem akkoord van de bevolking met het project dat aan het openbaar onderzoek werd onderworpen. Deze interpretatie gaat er dus van uit dat de beperkte bekendmaking, zoals vereist door het besluit van 5 mei 2000, v o l-staat om alle burgers in te lichten over het open-baar onderzoek.
Herhaaldelijk en vanuit verschillende plaatsen in Vlaanderen signaleren mensen dat ze laat of te laat kennis kregen, doordat er bijvoorbeeld op de toe-komstige bouwplaats geen bekendmaking te zien was van op til zijnde bouwwerken of veranderin-gen.
1. Welke wettelijke garanties verzekeren de bur-ger van de correcte bekendmaking van een openbaar onderzoek ? Hoe wordt daarop toe-gezien ?
2. Wat is de bewijslast die de burger kan aanbren-gen om een overtreding van de minimale regels van bekendmaking inzake openbare onderzoe-ken vast te stellen ?
3. Wat is de rechtsgeldigheid van een vergunning waarvoor kan worden aangetoond dat de regel-geving inzake de minimale bekendmaking van het openbaar onderzoek niet werd gerespec-teerd ?
Antwoord
Vooreerst wens ik op te merken dat het feit dat er geen bezwaren tijdens het openbaar onderzoek in-gediend zouden zijn, niet betekent dat de
vergun-ning kan worden verleend zonder degelijk onder-zoek van impact van de aanvraag op de omgeving. 1. Het door de Vlaamse volksvertegenwoordiger
vermelde besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 regelt uiteraard de te volgen procedu-re bij het houden van het openbaar onderzoek. Het is in eerste instantie de gemeente (meestal de gemeentelijke dienst Stedenbouw) die toe-ziet op het correcte verloop van het openbaar onderzoek.
In sommige gemeenten vult men zelf aan de balie de gele affiches in. In andere gemeenten gaat de gemeente zelf de borden met de gele af-fiches op het terrein plaatsen. In nog andere ge-meenten gaat de gemeentelijke ambtenaar tij-dens het openbaar onderzoek een plaatsbezoek afleggen ter controle.
2. Hieromtrent is niets in het uitvoeringsbesluit geregeld.
De burger kan bijvoorbeeld de gemeentelijke dienst Stedenbouw of de plaatselijke politie p r o c e s-verbaal laten opmaken. Maar ook ande-re bewijzen kunnen worden aangevoerd.
3. Uiteraard is het niet naleven van de regels van het openbaar onderzoek een procedurefout. D i t maakt dat de vergunning die op basis ervan wordt verleend, door wettigheidsbezwaren is aangetast.
Ze kan dan ook door de Raad van State vernie-tigd worden.