• No results found

Vraag nr. 134 van 29 maart 2001 van mevrouw ISABEL VERTRIEST

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 134 van 29 maart 2001 van mevrouw ISABEL VERTRIEST"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 134 van 29 maart 2001

van mevrouw ISABEL VERTRIEST

Biologische landbouw – Perceelsrandenbeheer Biologische landbouw is in opgang, maar het be-treft spijtig genoeg nog maar eilandjes binnen de gangbare teelten.

Daardoor ontstaan er een aantal extra problemen. Een bioboer omgeven door traditionele boeren kan problemen krijgen met zijn lastenboek wegens overwaaiende pesticiden en dergelijke van de b u u r m a n . Zeker in de fruitteelt is dit een pro-bleem.

1. Welke instrumenten, a f s p r a k e n , regelingen zijn er op dit moment bruikbaar om via "goed na-buurschap" overwaaiende vervuiling te voorko-men ?

2. Is het niet aangewezen om in het pakket van be-h e e r s o v e r e e n k o m s t e n , p e r c e e l s r a n d e n b e be-h e e r "verplicht" te stellen voor buren van bioboeren ? 3. Op welke manier wordt in de ruilverkavelingen rekening gehouden met productiemethoden om bioproductie niet bij gewone productie te zet-ten, teneinde randenvervuiling te voorkomen ?

Antwoord

1. Wie in het kader van "goed nabuurschap" over-waaiende vervuiling wil voorkomen, kan ge-bruikmaken van enkele instrumenten.

Voor het pakket beheersovereenkomsten "per-ceelsrandenbeheer" kan enkel een beheersover-eenkomst worden afgesloten langs een weg-b e r m , een houtig landschapselement, een water-loop of een holle weg. Een mogelijke oplossing bestaat erin langs de perceelsgrens een houtig landschapselement aan te planten en daarnaast perceelsrandenbeheer toe te passen. Het aan-leggen van een houtkant of een heg via het pak-ket beheersovereenkomsten "kleine land-schapselementen" zal ook reeds een bescher-ming tegen overwaaien bieden.

Een andere, minder voor de hand liggende mo-gelijkheid is het braakleggen van een strook van twintig meter van een aanpalend perceel via de braaklegging in het kader van de gemeenschap-pelijke marktordening voor akkerbouwteelten. In de jaren dat er maïs wordt gezaaid, kan ook

een premie worden gevraagd voor mechanische onkruidbestrijding.

De administratie Land- en Tuinbouw (ALT ) heeft een "code goede landbouwpraktijken be-strijdingsmiddelen" uitgewerkt en uitgegeven in een handig praktijkhandboek. Via deze code worden landbouwers, met heel wat nuttige tips, technieken en aanbevelingen, aangezet om te trachten een oordeelkundig en verminderd ge-bruik van gewasbeschermingsmiddelen te reali-s e r e n . Het handboek richt zich vooral naar het land- en tuinbouwonderwijs en de naschoolse land- en tuinbouwvorming. Ook de groenamb-tenaren van gemeenten en provincies werd een exemplaar van deze code ter beschikking ge-s t e l d . Het beperken van drift ige-s een ge-specifiek aandachtspunt.

Tot slot kan gewag worden gemaakt van de steunregeling voor mechanische onkruidbestrij-d i n g, waarbij gewone lanonkruidbestrij-dbouwers woronkruidbestrij-den aan-gezet om hun gewassen geheel of tussen de rijen via deze milieuvriendelijke productiemethode mechanisch onkruidvrij te houden. Dit betreft hier uiteraard een vrijwillige overeenkomst. Het opleggen van verdergaande verplichtingen, eventueel gekoppeld aan inkomensondersteu-ning (cross compliance), is een zaak van de fe-derale overheid.

2. Elke landbouwer dient uiteraard de normale wettelijke bepalingen inzake het vermijden van schade aan landbouwgewassen op aanpalende percelen te respecteren. Of het verhinderen van het respecteren van de bepalingen van het las-tenboek van biologische landbouw onder het bedoelde schadebegrip valt, is niet evident. To c h is het niet aangewezen het sluiten van beheers-overeenkomsten "perceelsrandenbeheer" ver-plicht te stellen voor buren van bioboeren. D e bestaande regeling rond het sluiten van be-heersovereenkomsten is immers volledig geba-seerd op vrijwilligheid.

In het kader van het geregeld overleg dat tussen de administratie Land- en Tuinbouw en de bio-logische sector plaatsvindt in het kader van het Actieplan Biologische Landbouw, zal ik nagaan of er aan de beheersovereenkomsten dient te worden gesleuteld en of er al dan niet nieuwe paketten moeten voorgesteld worden.

(2)

Er is namelijk een grote immobiliteit van de biologische percelen vanuit economisch oog-p u n t . De bioboer is doorgaans geen vragende partij om zijn percelen te herlokaliseren, g e z i e n de omschakelingsperiode voor de nieuw toege-wezen percelen. Binnen de omschakelingsperio-de moet hij er op biologische wijze werken, maar de producten kunnen enkel worden ver-markt als producten in omschakeling, of in de meeste gevallen als gangbare producten, en dit voor minimaal twee jaar.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naast deze gestructureerde onderzoeken (die nog niet worden opgestart voor de nog te bou- wen RWZI's Gavere en Dikkelvenne, v e r m i t s hiervoor uiteraard nog geen

Dat waterhuishoudingsplan betekent voor pol- ders en wateringen het uitwerken van een loka- le visie, weergegeven in een gebiedsgericht plan (op te maken voor een deelstroomgebied,

In het antwoord hierop is het directoraat-gene- raal Leefmilieu van de diensten van de Europe- se Commissie van oordeel dat vangst uit de na- tuur niet verantwoord zou zijn onder

Er zijn voorstellen geformuleerd om in het nieuwe milieuconvenant acties voor te stellen die mee gericht zijn op het kwaliteitsvol behe- ren van bomen langs wegen en op

Op het einde van de vorige legislatuur keurde de Vlaamse regering op 29 juni 1999 een zwaar- dere administratieve procedure goed waarbij meer adviezen dienen te worden

Hoeveel beheersovereenkomsten zijn er afge- sloten in het kader van de ontheffing van nulbe- mesting op percelen met potentieel belangrijke graslanden in groengebieden2. Hoe is

In Vlaanderen zijn geen bevers uitgezet. ) waargenomen in de Dijlevallei, maar het is nog onduidelijk over hoeveel dieren het gaat, h o e groot de territoria zijn, wat

Wat is de rechtsgeldigheid van een vergunning waarvoor kan worden aangetoond dat de regel- geving inzake de minimale bekendmaking van het openbaar onderzoek niet werd