Vraag nr. 162 van 4 mei 2001
van mevrouw ISABEL VERTRIEST Landelijke waterlopen – Beheer
Reeds jaren trachten de natuurverenigingen een degelijk beheer van landelijke waterlopen te ver-k r i j g e n . In Zuid-Limburg is de belangrijver-kste natuur trouwens in de beekvalleien gesitueerd, zodat wij er alles aan moeten doen om deze te beschermen. De Watering De Herk is echter verantwoordelijk voor de gemeentelijke waterlopen en heeft reeds meerdere malen, volgens de natuurverenigingen, vernielingen aangericht. Grote stukken vegetatie werden vernield, alhoewel het decreet op het na-tuurbehoud van toepassing was. Volgens de plaat-selijke natuurverenigingen wordt zowel bij het rui-men als bij het maaien van waterloopberrui-men de bestaande wetgeving niet gerespecteerd, z o d a t waardevolle vegetaties verloren gaan. De Wa t e r i n g De Herk heeft reeds meerdere malen meegedeeld dat ook zij het beheer van de waterlopen financieel niet meer aankan als zij het decreet moet toepas-sen.
Een mogelijk oplossing is een degelijk waterbe-h e e r s p l a n . Anderzijds is waterbe-het wel de taak van de Vlaamse overheid om toe te zien op naleving van de wetgevingen terzake.
1. In hoeverre is deze problematiek de minister bekend ?
2. Zijn er reeds stappen ondernomen om tot een globale aanpak te komen en eventuele taakver-delingen tussen de watering, de administratie M i l i e u - , N a t u u r- , Land- en Waterbeheer en de terreinbeherende organisaties ?
3. Wordt er werk gemaakt van een waterbeheers-plan ?
4. In hoeverre is er samenwerking met of mede-werking van de lokale besturen ?
5. Wordt eraan gedacht om het beheer van water-lopen op te nemen in het milieuconvenant ?
Antwoord
1 en 2. Het is mijn voornemen aan wateringen en aan polders concreet een stimulans te geven tot een planmatige aanpak van hun opdrachten en
tot een ecologische oriëntering van hun activi-teiten.
Zo heeft de Vlaamse regering op 11 mei laatst-leden het ontwerpbesluit principieel goedge-keurd houdende het toekennen van een gewest-bijdrage aan polders, w a t e r i n g e n , v e r e n i g i n g e n van polders of verenigingen van wateringen, voor het uitvoeren van bepaalde waterhuis-houdkundige werken en tot vastlegging van de procedure inzake subsidiëring van deze werken. Dit ontwerp van subsidiebesluit zet de polders en wateringen aan tot het leveren van inspan-ningen inzake het toepassen van de principes voor integraal waterbeleid, en tot het onder-steunen van het multifunctionele aspect van de watersystemen.
3. Een van de nieuwigheden in dat ontwerpbesluit vormt precies de invoering van een planmatige aanpak in de vorm van een waterhuishoudings-p l a n , waarvan de de owaterhuishoudings-pmaak waterhuishoudings-prioritair voor sub-sidiëring in aanmerking komt.
Dat waterhuishoudingsplan betekent voor pol-ders en wateringen het uitwerken van een loka-le visie, weergegeven in een gebiedsgericht plan (op te maken voor een deelstroomgebied, b e-kend onder een V H A-zone) voor integraal lokaal waterbeheer (VHA : Vlaamse Hydrografi -s che Atla-s – red.). Dat plan beoogt een duur-zaam en brongericht waterbeheer en geeft op-lossingen aan voor problemen op het vlak van het hemelwater, de afvoer van het bodemwater met in het bijzonder het drainagewater, de wa-terlopen van de tweede en de derde categorie, het grachtenstelsel en het irrigatiebeheer. Het waterhuishoudingsplan moet afgestemd zijn op andere specifieke beheersplannen die binnen het gebied van kracht zijn.
Als lokaal openbaar bestuur is de Watering De Herk bij het uitvoeren van werken aan de onbe-vaarbare waterlopen uiteraard onderworpen aan de vigerende regels, in het bijzonder m.b. t . het respecteren van de bepalingen die opgeno-men zijn in het decreet van 21 oktober 1997 be-treffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten. Wat het onderhoud aan onbevaarbare waterlo-pen aangaat, dient een watering zich bovendien te houden aan de bepalingen vervat in de code voor goede natuurpraktijk uit het oogpunt van de vegetatie en van kleine landschapselemen-ten.
Het gebeurt nog dat men mij signaleert, zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger over de Wa t e-ring De Herk, dat lokale besturen het niet al te nauw nemen met de zorgplicht die hun noch-tans uitdrukkelijk is opgedragen krachtens het decreet natuurbehoud en natuurlijk milieu. Mijn administratie gaat thans na of die zorg-plicht kan verankerd worden in de huishoudelij-ke reglementen van polders en wateringen, waarbij polders en wateringen concreet zullen moeten voorzien in het behoud van de natuur-waarden bij de planning en de uitvoering van r u i m i n g s-, o n d e r h o u d s- en herstellingswerken aan waterlopen.
5. Bij de uitwerking van de nieuwe samenwer-kingsovereenkomst tussen het Vlaams Gewest en de gemeenten en provincies, als opvolger van het huidige milieuconvenant, wordt er inder-daad aan gedacht om het beheer van waterlo-pen op te nemen.