Vraag nr. 112 van 11 mei 2000
van mevrouw ISABEL VERTRIEST
Groene woonomgeving – Gemeentelijke initiatie-ven
Volgens een bevraging door Aminal (administratie M i l i e u-, N a t u u r-, L a n d- en Wa t e r b e h e e r ) , a f d e l i n g Bos en Groen, ervaart 36 % van de Vlaamse bevol-king een tekort aan groen in zijn directe woonom-g e v i n woonom-g. De ontevredenheid liwoonom-gt beduidend howoonom-ger in de stedelijke gebieden. Een gebrek aan groen is voor veel mensen, vooral gezinnen met kinderen, een reden om een huis in het buitengebied te ver-kiezen.
Steden en gemeenten hebben verschillende moge-lijkheden om te investeren in groen in de directe w o o n o m g e v i n g, bijvoorbeeld via de trekkingsrech-ten en via projectrekkingsrech-ten.
Maken de steden en gemeenten wel voldoende ge-bruik van deze middelen ? De laatste jaren is in de steden via de SIF-projecten (Sociaal Impulsfonds) geïnvesteerd in "sociale wijken". Gaat er ook aan-dacht naar groenvoorzieningen ?
1. Hoeveel gemeenten hebben een beroep gedaan op het Investeringsfonds om groenprojecten in de woonomgeving te realiseren ?
2. Hoeveel procent van het Investeringsfonds wordt besteed aan groenvoorziening in de woonomgeving ?
3. Hoeveel procent van het budget werd binnen de S I F-projecten toebedeeld aan groenvoorziening ? 4. Hoeveel gemeenten hebben binnen de SIF-p r o-jecten aandacht besteed aan de groenvoorzie-ning ?
5. Maken gemeenten voldoende gebruik van deze middelen om de woonomgeving beter leefbaar te maken ?
6. Op welke manier worden deze "gemeentelijke" instrumenten voor groenvoorziening door de minister gestimuleerd ?
Antwoord
1 en 2. Het Investeringsfonds bundelt een groot deel van de subsidies voor investeringen die de Vlaamse overheid ter beschikking van de
ge-meenten (en provincies) stelt. Het Investerings-fonds is dus een belangrijke financieringsbron van de buitengewone uitgaven van de lokale be-s t u r e n . De gemeenten (en provinciebe-s) bebe-slibe-sbe-sen echter volledig autonoom voor welke investe-ringen zij het Investeringsfonds wensen te ge-b r u i k e n . Die autonomie heeft als resultaat dat de lokale besturen hun trekkingsrechten uit dit fonds in de eerste plaats gebruiken voor om-vangrijke investeringswerken, v o o r n a m e l i j k w e g e n- en rioleringswerken. Daardoor vermijdt het bestuur dat dure en langlopende leningen moeten worden opgenomen voor dergelijke werken.
De trekkingsrechten uit het Investeringsfonds die aan een gemeente worden toegekend voor g r o e n v o o r z i e n i n g, zeggen in se dus zeer weinig over het groenbeleid van die gemeente. G e-meenten kunnen dergelijke investeringen volle-dig met eigen middelen en/of leningen financie-ren.
In 1998 (basis: rekeningen 1998) bedroegen de gecumuleerde investeringsuitgaven voor parken en plantsoenen voor de gemeenten van het Vlaamse gewest (exclusief de 13 gemeenten die op het ogenblik van de voorliggende vraag n o g geen rekening hebben ingestuurd) 1.246.546.354 f r a n k . De totale investeringsuitgaven in dat jaar (eigen dienstjaar en vorige jaren) bedroegen 83.202.242.887 frank. De investeringen voor groenvoorziening vertegenwoordigen in 1998 dus ongeveer 1,50 % van het totale investe-r i n g s v o l u m e. De toegekende tinveste-rekkingsinveste-rechten voor groenvoorziening bedroegen in 1998 8.383.984 frank. Dat betekent dat van de totale investeringsuitgaven voor groenvoorziening in 1998 0,67 % door trekkingsrechten uit het In-vesteringsfonds werd gefinancierd. Binnen het globale pakket van toegekende trekkingsrech-ten in 1998 vertegenwoordigen de toegekende trekkingsrechten voor groenvoorziening 0,15 %. In 1999 loopt dat aandeel op tot 0,56 %.
De gemeenten die in groenvoorzieningen en na-tuurbeheer hebben geïnvesteerd via trekkings-rechten uit het Investeringsfonds sinds 1992, z i j n :A s s e, B e e r n e m ,B e e r s e l , B r u g g e, G e r a a r d s-b e r g e n ,H a m m e, H e m i k s e m , Ko r t r i j k , L i e d e k e r-k e, O v e r i j s e, R i e m s t , R o n s e, Ti e l t , Vo s s e l a a r, Wemmel en Zele.
Aan het realiseren van de verschillende doel-stellingen wordt voor de verschillende jaren het verwerven van een deel van de trekkingsrech-ten verbonden. Die trekkingsrechtrekkingsrech-ten worden aangewend voor het financieren van de ver-schillende initiatieven die worden genomen om de betrokken doelstelling te realiseren. D i t dient niet gespecificeerd te worden naar de ver-schillende deelacties. De controle van de uitga-ven gebeurt via de voortgangsrapporten, w a a r i n de verzamelstaat opgenomen is. Deze verzamel-staat geeft een inventaris van de netto-uitgaven die werden gedaan om de resultaten te halen. 4. Het Sociaal Impulsfonds werkt niet op
actie-niveau, wel op doelstellingsniveau.
De doelstellingen rond leefbaarheid van de woonomgeving hebben als geformuleerd resul-taat meestal het herstel van de leef- en omge-vingskwaliteit van de buurt en de tevredenheid van de bewoners of gebruikers over het resul-taat van de uitgevoerde acties.
Om de doelstellingen te realiseren, worden een heel gamma aan ingrepen en acties uitgevoerd. Groenvoorziening is er één van. D a a r n a a s t wordt ook de fysieke verloedering aangepakt ( l e e g s t a n d , v e r k r o t t i n g, openbaar domein dat niet meer als dusdanig functioneert, . . . ) , het her-stel van sociaal weefsel, ...
Hieronder krijgt de Vlaamse volksvertegen-woordiger enkel het overzicht van die gemeen-ten welke op een expliciete manier een deelre-sultaat rond groenvoorziening hebben inge-s c h r e v e n . Het actieniveau werd in het conve-nant 1997-1999 niet geïnventariseerd in de data-bank.
Voor het convenant 2000-2002 werd een nieuwe databank opgesteld en zullen wij wel in de mo-gelijkheid zijn een overzicht te geven tot op ac-tieniveau.
Aalst
Een door bewoners en gebruikers ondersteunde verbetering van de woon- en leefomgeving in de wijk Hospitaal. Er wordt een wijkontwikke-lingsplan opgemaakt om het geïsoleerd en ho-mogeen karakter van de wijk Hospitaal om te buigen in een meer open wijk, met zowel buurt-gerichte als stedelijke functies, een heterogene
bevolkingssamenstelling en groenvoorzienin-gen.
Blankenberge
Drie prioritaire aandachtswijken worden op korte termijn gesaneerd door middel van her-aanleg en verfraaiing van de openbare ruimtes (o.a. park aangelegd).
Dendermonde
Globale verbetering van de kwaliteit van de leef- en woonomgeving in de Serbosstraat. D e leefbaarheid van de wijk is verbeterd door aan-passingen aan het park en veiligere voorzienin-gen voor de wijkbewoners/verbeterde integra-tie/verlaagde drempel.
Inventaris van noden en ontwerpplan voor aan-p a s s i n g e n , diverse voorstellen worden uitge-voerd (o.a. aangepaste speelvoorzieningen). Opvolging van het gebruik van het park, t e v r e-denheidsbevraging van bewoners.
Ham
Verfraaiing van de leefomgeving in de gemeen-te (onderhoud van het groen) en in het bijzon-der in de Populierenwijk (aanleg voetpaden, aanleg plantsoenen, speel- en sportpleinen). Leuven
Het investeringsgebied "Mechelsestraat en om-geving" wordt op korte termijn gesaneerd door middel van de bestrijding van de verkrotting en l e e g s t a n d , meer openbare ruimtes en groen-v o o r z i e n i n g e n . Tegroen-vredenheidsmeting bij de be-woners over de realisaties van het investerings-programma.
Willebroek
5. Het herstel van de leef- en omgevingskwaliteit van achtergestelde buurten en steden was één van de drie grote doelstellingen van het Sociaal I m p u l s f o n d s. Er werden dan ook heel wat initia-tieven genomen om de leefbaarheid van de woonomgeving te verhogen.
De gemeenten en OCMW's beslissen echter au-tonoom over de prioriteiten en de acties, m i t s voldaan is aan de voorwaarde hieronder gefor-muleerd.
Op basis van een omgevingsanalyse wordt een diagnosenota opgesteld.