Vraag nr. 249 van 13 mei 1998
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Gemeentelijk jeugdwerkbeleidsplan – Subsidiebe-talingen
Het jeugdwerk in Vlaanderen werd de laatste tijd b i j g e s t u u r d . Ook het decreet op het gemeentelijk jeugdwerkbeleidsplan kreeg nieuwe accenten. Belangrijk is daarom te weten hoe de gemeenten die opmerkingen kregen naar aanleiding van hun vroegere gemeentelijk jeugdwerkbeleidsplan, h i e r-op in de voorbije jaren reageerden.
1. Welke gemeenten kregen voor 1996 of 1997 geen of een onvolledige uitbetaling van het geplande bedrag ? Wat was de aanleiding van de niet- of onvolledige uitbetaling ?
2. Kunnen lokale jeugdwerkinitiatieven de tege-moetkoming waarop ze recht zouden hebben nog vorderen bij de Vlaamse overheid, bij niet-uitbetaling of onvolledige niet-uitbetaling van de middelen van de Vlaamse Gemeenschap door een tekortschieten van de gemeentelijke over-heid ? Bestaat hiervoor een procedure ? Vorde-ren ze dat bij de eigen gemeente ?
Antwoord
1. Eind 1997 konden de subsidiesaldo's 1996 wor-den uitbetaald.
In zeven gemeenten werden de saldo's direct uitbetaald aan de lokale jeugdwerkinitiatieven, daar zij zelf – bij ontstentenis van een gemeen-telijk initiatief terzake – een jeugdwerkbeleids-plan hadden opgesteld. Het gaat hier om jeugd-werkinitiatieven uit de gemeenten Drogenbos, K r a a i n e m , L i n k e b e e k , S i n t - G e n e s i u s - R o d e, Wemmel, Wezembeek-Oppem en Voeren. In nog eens twee andere gemeenten werd geen jeugdwerkbeleidsplan opgesteld (Bever en Her-stappe).
Op 31 december 1997 waren de werkingsversla-gen over 1996 van alle andere gemeenten aan-vaard, met uitzondering van de werkingsversla-gen van Aarschot, Bugwerkingsversla-genhout en Zwalm. De redenen hiervoor waren uiteenlopend :
– het in onvoldoende mate uitvoeren van het jeugdwerkbeleidsplan,
– het niet naleven van de verplichting inzake gewaarborgde subsidies,
– het niet innemen van een gemotiveerd stand-punt ten aanzien van de opmerkingen van de jeugdraad,
– het feit dat het ingediende verslag niet han-delde over 1996 maar over 1997,
– het niet indienen van een werkingsverslag. In deze gevallen werd het saldo in ieder geval niet uitbetaald en worden de reeds uitbetaalde voorschotten teruggevorderd, tenzij het gemeentebestuur zich alsnog in regel zou stel-len.
Voor volgende gemeentebesturen, die mede werden gesubsidieerd op basis van de prioritei-tenregeling opgenomen in artikel 6, § 2, 2 ° , b van het decreet van 9 juni 1993, werd het saldo verminderd, daar een deel van de werking voor maatschappelijk achtergestelde jeugd niet op peil werd gehouden :
– Antwerpen (achteruitgang van de werking van Weja en Kringloop),
– Genk (achteruitgang van de werking van Mardijk),
– Gent (achteruitgang van de werking van Open Hof – El Paso en vermindering van het bedrag voor De Werf, gelet op artikel 11 van het besluit van 22 december 1993 betreffende de subsidiëring van gemeentebe-sturen en de Vlaamse Gemeenschapscom-missie die een jeugdwerkbeleid voeren voor maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren),
– Neerpelt (achteruitgang van de werking van Lejo).
Daar de werkingsverslagen over 1997 van de meeste gemeentebesturen nog niet zijn inge-diend, kan hierover nog geen uitspraak worden gedaan.
2. In het decreet van 9 juni 1993 werd bepaald dat de lokale jeugdwerkinitiatieven bij ontstentenis van een gemeentelijk jeugdwerkbeleidsplan zelf een dergelijk plan aan de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur ter subsidiëring kunnen v o o r l e g g e n . Er wordt niet in een procedure voorzien voor situaties waar het gemeentebe-stuur wel over een goedgekeurd jeugdwerkbe-leidsplan beschikt, maar dit niet of niet volledig uitvoert of in andere opzichten tekortschiet. Elk gemeentebestuur dat in aanmerking wenst te komen voor subsidiëring krachtens het decreet van 9 juni 1993, is verplicht een verslag in te dienen over de wijze waarop het in het voorafgaande jaar uitvoering heeft gegeven aan het jeugdwerkbeleidsplan. Indien hieruit blijkt dat de subsidies voor de jeugdverenigingen niet werden uitbetaald, dan zal het saldo van de sub-sidies niet worden toegekend en eventuele voorschotten zullen worden teruggevorderd, tenzij het gemeentebestuur alsnog de nodige betalingen verricht.