• No results found

Vraag nr. 13 van 2 oktober 1996 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 13 van 2 oktober 1996 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 13 van 2 oktober 1996

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Gehandicaptenvoorzieningen – Capaciteit en bezettingsgraad

Op voorstel van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap stemde de Vlaamse regering in met een besluit dat maatre-gelen in verband met de capaciteit van gehandicap-tenvoorzieningen aanpaste aan de reële bezettings-g r a a d , zo vermeldt althans de nota verspreid na de ministerraad.

1. Voor welke voorzieningen heeft dit voorstel gevolgen (erkenningsaanpassing, s u b s i d i ë-ring, ...) op het gebied van opvang, begeleiding en behandeling van gehandicapten ?

2. Wat zijn de concrete gevolgen en vanaf welke datum gaan ze in ?

3. Zijn er budgettaire gevolgen en hoe worden die verrekend ?

Antwoord

1. Het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 houdende maatregelen om de capaciteit van de voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap in overeenstemming te brengen met de reële bezettingsgraad, is genomen met het oog op een betere beheersing van de bezetting en de daar-aan verbonden subsidiëring van voorzieningen. De maatregelen impliceren een aanpassing van de erkende capaciteit en van de personeelsfor-matie bij een langdurige lage bezetting. Zij zijn van toepassing op alle residentiële en semi-resi-dentiële voorzieningen die in het raam van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Per-sonen met een Handicap worden erkend en gesubsidieerd, met uitzondering van de diensten voor plaatsing in gezinnen, zolang die niet aan een afzonderlijke erkende capaciteit gebonden zijn.

De tehuizen van kort verblijf en de centra voor observatie, oriëntering en medische, psychologi-sche en pedagogipsychologi-sche behandeling voor gehan-cicapten zijn vrijgesteld van de bepalingen inza-ke aanpassing van de erinza-kende capaciteit.

2. Het besluit treedt in werking vanaf de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Tot op heden gebeurde dit nog niet.

Concreet betreft het de volgende aanpassingen : a) de erkende capaciteit wordt teruggebracht tot de reële bezetting, verhoogd met 10 % indien de gemiddelde bezetting gedurende de laatste drie jaren of schooljaren

– minder bedraagt dan 85 % van het erken-ningscijfer voor de types :

- internaat, - semi-internaat,

- tehuizen voor werkenden met een capaciteit tot 30 personen,

- dagcentra, tehuizen voor niet-werken-den en nursingtehuizen met een capa-citeit tot 10 personen ;

minder bedraagt dan 90 % van het erkenningscijfer voor de types :

tehuizen voor werkenden met een capaciteit vanaf 31 personen,

- dagcentra, tehuizen voor niet-werken-den en nursingtehuizen met een capa-citeit vanaf 11 personen ;

b) de subsidieerbare personeelsbezetting wordt herleid op basis van de werkelijke onder-houdsdagen en van de wettige afwezigheden indien het aantal onderhoudsdagen geboekt tijdens twee opeenvolgende jaren, voor elk van deze jaren

– minder bedraagt dan 80 % van het erken-ningscijfer voor de types :

- internaat, - semi-internaat,

- centra voor observatie, oriëntering en behandeling,

- tehuizen voor kort verblijf, - dagcentra ;

(= behoud van de totnogtoe vigerende bepalingen)

– minder bedraagt dan 90 % van het erken-ningscijfer voor de types :

- tehuizen voor werkenden,

- tehuizen voor niet-werkenden of nur-singhuizen met een capaciteit tot 10 personen ;

(2)

– minder bedraagt dan 95 % van het erken-ningscijfer voor de types tehuizen voor niet-werkenden of nursingtehuizen met een capaciteit vanaf 11 personen.

3. Vooreerst moet worden benadrukt dat deze maatregelen veeleer zijn ontstaan vanuit de bekommernis om de voortdurende nood aan opvangplaatsen te lenigen, inzonderheid voor volwassen mentaal gehandicapten, dan uit financiële overwegingen. Zij zijn dan ook bedoeld om het gevoerde reconversiebeleid in positieve zin te stimuleren.

Daarom zullen de verwachte besparingen wor-den aangewend om aan andere voorzieningen bijkomende middelen te verschaffen.

Zodoende kan men stellen dat een en ander uit-eindelijk een financieel neutraal effect zal heb-ben.

Het is onmogelijk nu reeds een becijfering te geven van de budgettaire operaties die daarmee gepaard zullen gaan, temeer daar deze gradueel zullen worden doorgegeven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangele- genheden, Wetenschap en Technologie.

– zone B : de zone van 50 meter rond het stelsel van de openbare riolering en collectoren waar- van de aansluiting op een operationele zuive- ringsinstallatie

Daarbij maakt men voor die personen onderscheid volgens leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, beroep, aard van het inkomen, en voor gezinnen volgens gezinstype, aantal

Dit decreet bepaalt dat bij bouw of verbouwing die geheel of gedeeltelijk ten laste komt van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap, een bepaald percentage van de kosten moet

Lesgevers die als educatief perso- neelslid worden gesubsidieerd en prestaties verrichten die volgens het reglement van de spellingsactie worden vergoed, kunnen deze prestaties

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cul- tuur, Gezin

Een vastbenoemde leerkracht in het gemeenschapson- derwijs heeft niet automatisch recht op één of meerde- re dagen verlof indien hij/zij examen wil afleggen voor een

Indien de Vlaamse volksvertegenwoordiger ana- loge informatie wenst over de arbeidsherverde- lende initiatieven in de Vlaamse openbare instel- lingen, moet worden verwezen naar