• No results found

Vraag nr. 248 van 13 mei 1998 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 248 van 13 mei 1998 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 248 van 13 mei 1998

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Zevende jaar Verzorging – Meerwaarde

Enkele jaren geleden werden in het BSO (beroeps-secundair onderwijs) de opleiding Kinderverzor-ging en Gezins- en Sanitaire hulp geherstructu-r e e geherstructu-r d . De twee opleidingen wegeherstructu-rden samengebgeherstructu-racht in de richting Ve r z o r g i n g, en een bijkomend zeven-de jaar werd opgericht waarin men en het diploma HSO (hoger secundair onderwijs) kan halen en kan specialiseren in de thuiszorg, de kinderverzor-ging of ouderenzorg.

Voor tewerkstelling in de welzijnssector (rustoor-d e n , rust- en verzorgingstehuizen, g e h a n (rustoor-d i c a p t e n-z o r g, k i n d e r k r i b b e, buitenschoolse kinderopvang, ...) stelde men in het verleden als voorwaarde dat men het brevet Kinderverzorging of Gezins- en Sanitaire Hulp moest hebben behaald.

De vraag rijst nu in welke mate deze nieuwe oplei-ding nog overeenkomt met de decretaal bepaalde eisen en wat de meerwaarde is van een zevende jaar bij tewerkstelling in de bovenvermelde wel-zijnssector.

l. Blijft voor tewerkstelling in bovenvermelde welzijnsvoorzieningen een getuigschrift zesde jaar verzorging volstaan ?

2. Wat is de meerwaarde van dit zevende jaar voor de welzijnsvoorzieningen zelf ?

3. Voor welke voorziening of functie is een zeven-de jaar nodig ?

4. Kan men – wanneer men bijvoorbeeld de spe-cialisatie Ouderenzorg heeft gevolgd – ook terecht in een kinderkribbe op basis van het behaalde getuigschrift van het zesde jaar Ve r-zorging ?

Antwoord

De Vlaamse volksvertegenwoordiger gaat uit van drie verschillende sectoren in de welzijnssector, namelijk de ouderenzorg, de kinderopvang en de g e h a n d i c a p t e n z o r g. Ik zal de vraag dan ook driele-dig beantwoorden.

De sector van de ouderenzorg

1. Noch in de residentiële ouderenzorg, noch in de thuiszorg, met name de diensten voor gezins- en b e j a a r d e n z o r g, worden de initiatiefnemers ver-plicht om verzorgenden aan te werven die in het bezit zijn van het getuigschrift van het zevende specialisatiejaar Ouderenzorg.

De Vlaamse reglementering betreffende de bejaardenvoorzieningen bepaalt dat met betrekking tot de normen inzake het verple-gend en verzorverple-gend personeel de verhouding van 2,5 voltijdse functies voor 15 opgenomen bejaarden wordt gehanteerd, waarvan ten min-ste één verplegend personeelslid. Om in aan-merking te komen als verzorgende hanteert de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn een lijst van de door de minister goedgekeurde g e t u i g s c h r i f t e n , brevetten en diploma's die in aanmerking komen. Voor het verkrijgen van de ROB- en RV T-forfaits van het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering (Riziv) volstaat het getuigschrift van het zesde jaar Ver-zorging.

Het besluit van de Vlaamse regering houdende de erkenning en subsidiëring van de gezins- en bejaardenhulp van 24 juli 1997 bepaalt dat om in dienst te treden als verzorgend personeelslid aan één van de volgende vereisten moet worden voldaan :

– beschikken over een diploma, g e t u i g s c h r i f t , attest of brevet uit een pedagogische richting of een richting in de zorgsector dat aantoont dat betrokkene ten minste geslaagd is in het hoger beroeps- of technisch secundair onder-wijs ;

– beschikken over een bekwaamheidsattest van verzorgende, uitgereikt door een erkend opleidingscentrum ;

– beschikken over een bekwaamheidsattest uitgereikt door een andere dan de V l a a m s e Gemeenschap of een buitenlands diploma of getuigschrift, mits het door het departement Onderwijs van het ministerie van de Vlaam-se Gemeenschap is gelijkgesteld.

(2)

die slechts de zesjarige opleiding volgde, z o w e l theoretisch als praktisch meer vertrouwd is met complexe zorgsituaties, de zorg voor demente-rende ouderen, palliatieve zorgsituaties, e n andere.

3. Noch in de residentiële, noch in de thuiszorg geeft het in het bezit zijn van het getuigschrift van het zevende specialisatiejaar Ouderenzorg aanleiding tot het verkrijgen van een verhoogd loonbarema.

4. Zowel in de erkende residentiële ouderenzorg als in de erkende, en dus gesubsidieerde dien-sten voor gezins- en bejaardenhulp kunnen ver-zorgenden met het getuigschrift van het zesde jaar Verzorging terecht.

De sector van de kinderopvang

1. Voor de sector van de kinderopvang moet een onderscheid worden gemaakt tussen crèches en peutertuinen enerzijds en initiatieven buiten-schoolse opvang (IBO) anderzijds.

In crèches en peutertuinen is voortaan enkel een gesubsidieerde tewerkstelling mogelijk wanneer het gespecialiseerde zevende jaar is g e v o l g d . Het ministerieel besluit dat daarvoor de vereiste basis legt, bepaalt wel een over-gangsmaatregel in die zin dat afgestudeerden van het zesde jaar van het schooljaar 1996-1997 nog in een kinderdagverblijf kunnen worden tewerkgesteld en gesubsidieerd.

Het besluit van de Vlaamse regering houdende erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden van initiatieven voor buitenschoolse opvang bepaalt dat de begeleider in een IBO een attest Begelei-der Buitenschoolse Opvang moet hebben behaald van een door Kind en Gezin erkende opleiding. Aangezien Kind en Gezin tot hiertoe nog geen opleidingen heeft erkend, gelden nog geen specifieke diplomavereisten. Het erkennen van opleidingen, zowel schoolse als specifieke v o r m i n g s o p l e i d i n g e n , i s, onder meer in overleg met de Vlaamse Dienst voor A r b e i d s b e m i d d e-ling en Beroepsopleiding (VDA B ) , g e p l a n d voor het najaar van 1998.

2. De meerwaarde van een specifieke opleiding tijdens het zevende jaar is dat de kinderdagver-blijven een beroep kunnen doen op personeels-leden die gericht zijn voorbereid op het werken met kleine kinderen. Dit komt ongetwijfeld de kwaliteit van de opvang ten goede.

3. Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik naar punt 1.

4. Het feit dat een zevende jaar Kinderverzorging een vereiste is voor gesubsidieerde tewerkstel-ling in een kinderdagverblijf impliceert dat iemand die de specialisatie Ouderenzorg heeft g e v o l g d , op basis van het getuigschrift van het zesde jaar Verzorging niet terechtkan in een kinderdagverblijf wanneer het erom gaat een erkende en gesubsidieerde betrekking in te vul-len.

De sector van de gehandicaptenzorg

1. Een opleiding van zes jaar volstaat voor tewerk-stelling in de gehandicaptensector.

2. De meerwaarde voor de instellingen ligt in het feit dat iemand die het zevende jaar heeft gevolgd beter geschoold is en dus, t h e o r e t i s c h , zijn/haar job beter zal uitoefenen.

3. Iemand die het zevende jaar heeft gevolgd, i s gekwalificeerd voor de functie van begeleidend en verzorgend personeel klasse 2 A en voor alle andere functies die openstaan voor afgestudeer-den van het hoger secundair technisch onder-wijs.

Iemand die het zesde jaar BSO heeft gevolgd, komt in aanmerking voor de functie van bege-leidend en verzorgend personeel klasse 2 B (in sommige gevallen klasse 2 A ) ; voor de andere functies wordt hij/zij gelijkgesteld met een afge-studeerde van het lager secundair technisch onderwijs.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze cijfers worden gegenereerd voor Vlaanderen en de subregionale tewerkstel- lingsdiensten (STD), maar ook per opleidingssec- tor en per opleiding in een centrum.. Deze

Meer bepaald werd in de plenaire vergadering van het Vesoc op 13 februari 1998 een akkoord bereikt inzake de afschaffing van de vereiste motieven bij loopbaanonderbreking enerzijds

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Babysterfte bij Turkse migranten – Preventie Een van de oorzaken van de grote babysterfte bij Turkse migranten is dat de toekomstige vaders

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Kinderdagverblijven – Cytomegaliepreventie Het cytomegalievirus (CMV) blijkt een beroepsri- sico in de gezondheidszorg te zijn. De overdracht

Voor volgende gemeentebesturen, die mede werden gesubsidieerd op basis van de prioritei- tenregeling opgenomen in artikel 6, § 2, 2 ° , b van het decreet van 9 juni 1993,

D e minister zette dit beleid voort en nam bovendien andere beslissingen, namelijk om een huurprijs te vragen voor het materiaal, materiaal tegen gunst- voorwaarden door te verkopen

Hierbij handelt het voornamelijk om projecten die de scholen zelf indienen, al dan niet in samenwerking met een externe partner (zie over de activiteiten van Dynamo2 :

Beschikt de minister over vergelijkbare gege- vens over de aandacht die andere V l a a m s e radio- of televisiezenders voor deze twee ploe- gen en hun