Vraag nr. 118 van 2 februari 1998
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Ambtenarenvergoedingen – Bijkomende vergoe-dingen
Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 2 7 5 van 12 september 1997 blijkt dat de opgesomde vergoedingen steeds ten laste vallen van de V l a a mse Gemeenschap (Bulletin van Vragen en A n t w o o r -den nr. 3 van 30 oktober 1997, blz. 427 – red.). Er zijn echter ook ambtenaren die – namens of aangewezen door de Vlaamse Gemeenschap – een bijkomend mandaat uitoefenen, zoals lid van een raad van bestuur of een algemene vergadering van een instelling, r e g e r i n g s c o m m i s s a r i s, h o u d e r van een mandaat of opdracht, s e c r e t a r i s, v o o r z i t t e r of lid van een commissie/raad of een dergelijke instelling.
1. Kunnen deze ambtenaren hiervoor een extra vergoeding ontvangen, niet lastens de V l a a m s e Gemeenschap ?
Zo ja, wie kan deze vergoedingen betalen ? 2. Wordt de Vlaamse Gemeenschap hiervan op de
hoogte gebracht ?
Zo ja, voor welke functie worden welke vergoe-dingen betaald ?
Antwoord
Op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatrege-len tot harmonisatie van de toelagen en presentie-gelden aan commissarissen, gemachtigden van f i n a n c i ë n , afgevaardigden van de Vlaamse rege-r i n g, voorege-rzitterege-rs en leden van n i e t - a d v i s e rege-re n d e b i j-zondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse regering behoren, betaalt het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap toelagen, v e r g o e-dingen en presentiegelden uit.
1. De toelagen voor commissarissen, g e m a c h t i g-den van financiën en afgevaardigg-den van de Vlaamse regering als gedelegeerden van de Vlaamse regering
De toelagen voor commissarissen, g e m a c h t i g-den van financiën en afgevaardigg-den van de Vlaamse regering als gedelegeerden van de
Vlaamse regering vallen ten laste van de instel-l i n g, onderneming of bijzondere commissie waarbij de bedoelde personen aangewezen wor-den (deze toelage bedraagt 30.000, 45.000 of 60.000 frank per jaar tegen 100 %). D a a r n a a s t kan hun nog een presentiegeld en een vergoe-ding voor reis- en verblijfkosten worden betaald.
2. De toelagen voor de voorzitters van niet-advise-rende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen of ondernemingen die bij decreet of bij besluit van de Vlaamse rege-ring werden opgericht
De toelagen voor de voorzitters van niet-advise-rende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen of ondernemingen die bij decreet of bij besluit van de Vlaamse rege-ring werden opgericht (het maximumbedrag van de toelage varieert van 45.000 frank tot 90.000 frank naargelang de categorie van de i n s t e l l i n g, onderneming of bijzondere commis-s i e ) , vallen ten lacommis-ste van het minicommis-sterie van de Vlaamse Gemeenschap of van de betrokken i n s t e l l i n g, onderneming of bijzondere commis-sie. Daarnaast kan aan hen en aan de leden van de raden van bestuur nog een presentiegeld en een vergoeding voor reis- en verblijfkosten wor-den toegekend. Deze vallen ten laste van de betrokken instelling, onderneming of bijzondere commissie.
In artikel 15 van voornoemd besluit wordt bepaald dat aan de bij dit besluit bedoelde personen geen andere toelagen en presentiegelden kunnen wor-den toegekend. Artikel 16 bepaalt evenwel dat, o p basis van gemotiveerde voorstellen van de betrok-ken Vlaamse minister, de Vlaamse regering kan afwijken van onderhavige bepalingen.
Theoretisch is het dus mogelijk dat aan betrokke-nen nog andere vergoedingen of toelagen worden t o e g e k e n d . Het ministerie van de V l a a m s e Gemeenschap wordt hiervan evenwel niet op de hoogte gebracht.
De toekenning van presentiegelden en vergoedin-gen van a d v i e s o r g a n e n wordt geregeld door het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmoni-satie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen.
Hierin wordt bepaald dat de voorzitters, de onder-v o o r z i t t e r s, de leden, de plaatsonder-veronder-vangers en de deskundigen aanspraak kunnen maken op een
pre-sentiegeld per zitting en per dag (variërend van 275 tot 350 frank) en op de terugbetaling van hun en verblijfkosten. De presentiegelden en de reis-en verblijfkostreis-en wordreis-en aangerekreis-end op de begroting van het ministerie van de V l a a m s e Gemeenschap.
Naast voormelde presentiegelden en vergoeding voor reis- en verblijfkosten worden aan betrokke-nen geen andere vergoedingen of toelagen toege-kend.
Voor alle duidelijkheid wens ik hier nog aan toe te voegen dat de personen aangewezen als voorzitter, r e g e r i n g s c o m m i s s a r i s, lid van een raad van bestuur, . . . , zowel ambtenaren als niet-ambtenaren kunnen z i j n . Voor de betaling van de toelagen en presentie-gelden maakt dit evenwel geen verschil uit.