Vraag nr. 115 van 14 februari 2000
van mevrouw ISABEL VERTRIEST
Visserijsector – Structurele samenwerking met de overheid
Naar aanleiding van het bezoek aan de visserijsec-tor met de Commissie voor Economie, L a n d b o u w, Werkgelegenheid en Toerisme van het Vlaams Par-l e m e n t , heb ik de vraag gestePar-ld wePar-lke verschiPar-lPar-lende organen er in de sector bestaan en wie ze vertegen-woordigen.
Daar is toen vanuit de sector geen afdoend ant-woord op gekomen. Vandaar deze vraag.
1. Welke verschillende adviesorganen en instellin-gen bestaan er voor deze sector die een structu-rele band hebben met de Vlaamse Gemeen-schap ?
2. Hoe zijn ze samengesteld ?
3. Welke instellingen en verenigingen in de visse-rijsector krijgen subsidies van de Vlaamse over-heid ?
4. Op welke manier gebeurt de samenwerking met de provincie We s t-Vlaanderen en hoe structu-reel is ze ?
Antwoord
1. De bevoegdheden van het Vlaams Gewest in deze sector zijn beperkt tot de steunverlening aan structuurmaatregelen. Het Vlaams Vi s s e r i j-c o m i t é , opgerij-cht bij besluit van de Vlaamse re-gering van 23 november 1993 betreffende de ondersteuning van de zeevisserij en de aquicul-t u u r, aquicul-treedaquicul-t op als adviesorgaan voor de minis-ter m.b. t . allerlei structuurmaatregelen (Vlaam-se regelgeving in hoofde van het FIVA / P e s-ca/visserijstructuurmaatregelen binnen 5b-pro-gramma Westhoek).
Een nieuwe samenstelling en duidelijker om-schreven opdracht voor dit comité zijn noodza-k e l i j noodza-k . Aan de administratie Land- en Tu i n b o u w ( A LT) is net opdracht gegeven een ontwerp van besluit voor de Vlaamse regering te maken dat, naar stemgerechtigden, de totale bedrijfskolom bevat van reders tot consumenten.
De diensten, p r o v i n c i a a l , Vlaams en federaal, kunnen als waarnemer zetelen. Er werd ook
ge-vraagd de opdracht en werking naar het voor-beeld van de Vlaamse Land- en Tu i n b o u w r a a d (VLTR) verder uit te schrijven.
2. De samenstelling van het Vlaams Vi s s e r i j c o m i t é wordt geregeld bij ministerieel besluit van 3 juli 1996.
3. De ondersteuning richt zich niet naar de wer-kingskosten van instellingen of verenigingen. Afhankelijk van het reglement worden of inves-teringsprojecten gesubsidieerd, of demonstratie-projecten tot reconversie in de sector of met een socio-economisch doel. Deze projecten worden ingediend door zowel instellingen, a l s verenigingen en reders of eventueel bedrijven in de omkadering van de visserijsector.
De rederijen terzijde latend (FIVA-steun) wer-den in het kader van een structurele steunverle-ning (5b- en Pescaprogrammering periode 1994-99) projecten gesubsidieerd zoals weergegeven op de lijst als bijlage.
4. De samenwerking tussen het Vlaams Gewest en de provincie West-Vlaanderen is complementair tegen de achtergrond van de bevoegdheden. Dientengevolge is de provincie We s t - V l a a n d e-ren vertegenwoordigd in het Vlaams Vi s s e r i j c o-mité (structurele samenwerking), en wanneer nodig zijn er contacten ad hoc tussen de betrok-ken Vlaamse en provinciale ambtenaren bij de behandeling van FIVA d o s s i e r s ( F i n a n c i e r i n g s instrument voor de Vlaamse Visserij en A q u i c u l -tuursector – red.), aangezien de provincie uit hoofde van een regelgeving over veiligheid op zee in beperkte mate aanvullende subsidies toe-kent aan de vissersvloot, en erover dient te wor-den gewaakt dat subsidieplafonds niet worwor-den overschreden (occasionele samenwerking). Daarnaast staat de provincie We s t - V l a a n d e r e n ook in voor het visserijonderwijs.