• No results found

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 17.6.2021 C(2021) 4257 final

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 17.6.2021

tot aanvulling van Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft normen voor oplaadpunten voor elektrische bussen

(Voor de EER relevante tekst)

(2)

TOELICHTING

1. ACHTERGRONDVANDEGEDELEGEERDEHANDELING

Bij artikel 8 van Richtlijn 2014/94/EU1 is aan de Europese Commissie de bevoegdheid verleend om gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling of actualisering van de technische specificaties voor infrastructuur voor alternatieve brandstoffen als bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6 en in bijlage II bij de richtlijn.

Gedelegeerde handelingen zijn noodzakelijk om de verplichting op te leggen dat nieuwe of vernieuwde infrastructuur in overeenstemming moet zijn met de technische specificaties in de nog te ontwikkelen Europese normen (EN), onverminderd Verordening (EU) nr. 1025/2012, in gevallen waarin in de Europese normalisatieorganisaties (ENO’s) slechts één technische oplossing met technische specificaties als beschreven in een relevante Europese norm wordt aanbevolen.

Met het oog op de uitvoering van Richtlijn 2014/94/EU heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 bij het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) en het Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec) een verzoek2 (M533) ingediend tot ontwikkeling en vaststelling van passende Europese normen, of tot wijziging van bestaande normen door, op basis van eventuele internationale normen voor infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, technische interoperabiliteitsspecificaties met één oplossing naar voren te schuiven.

De normen die in het kader van verzoek M/533 door CEN/Cenelec moeten worden ontwikkeld, hebben betrekking op de technische specificaties voor infrastructuur voor alternatieve brandstoffen als bedoeld in Richtlijn 2014/94/EU. Deze specificaties zijn opgenomen in artikel 4, lid 14, en in de punten 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 en 1.8 van bijlage II — elektriciteitsvoorziening voor motorvoertuigen, zeeschepen en binnenschepen; artikel 5, lid 3, en punt 2 van bijlage II — waterstoftankpunten voor motorvoertuigen; en artikel 6, lid 11, en punt 3 van bijlage II — aardgas, met inbegrip van biomethaan, tankpunten voor motorvoertuigen en binnen- of zeeschepen.

Na de vaststelling van de relevante normen door dat CEN/Cenelec in het kader van verzoek M/533, heeft de Commissie op 13 augustus 2019 Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1745 vastgesteld tot aanvulling en wijziging van Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad op het gebied van oplaadpunten voor motorvoertuigen van categorie L, walstroomvoorziening voor binnenschepen, waterstofvoorziening voor het wegvervoer, en aardgasvoorziening voor het wegvervoer en de scheepvaart, en tot intrekking van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/674

Deze gedelegeerde verordening van de Commissie vormt een aanvulling op de technische specificaties voor oplaadpunten voor elektrische bussen als bedoeld in punt 1.6 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU.

1 Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol

van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (Voor de EER relevante tekst)

2 M/533 Uitvoeringsbesluit C(2015) 1330 final van de Commissie van 12 maart 2015 betreffende een normalisatieverzoek aan de Europese normalisatie-instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad voor de opstelling van Europese normen voor infrastructuur voor

(3)

Gemeenschappelijke normen voor oplaadpunten voor elektrische bussen zijn nodig om de technische en regelgevende belemmeringen in de hele EU weg te nemen en zo de ontwikkeling van een interne markt te bevorderen teneinde de juiste randvoorwaarden voor marktdeelnemers te creëren en te zorgen voor een soepele uitvoering van de herziene richtlijn schone voertuigen, die minimumstreefcijfers voor overheidsaankopen van schone bussen bevat, met inbegrip van een subdoelstelling voor de aankoop van emissievrije bussen3.

Die richtlijn voorziet in een overgangsperiode van ten minste 24 maanden alvorens de relevante technische specificaties, of de gewijzigde versies daarvan, bindend worden voor nieuwe of te vernieuwen infrastructuur.

2. RAADPLEGING VOORAFGAAND AAN DE AANNEMING VAN DE HANDELING

De normen voor infrastructuur voor alternatieve brandstoffen zijn in het Forum voor Duurzaam vervoer ter raadpleging voorgelegd aan de deskundigen van de lidstaten. Ook de leden van het Comité infrastructuur voor alternatieve brandstoffen hebben advies uitgebracht over de Europese normen waarop deze gedelegeerde verordening van de Commissie betrekking heeft.

3. JURIDISCHEELEMENTENVANDEGEDELEGEERDEHANDELING Deze gedelegeerde verordening van de Commissie vormt een aanvulling op Richtlijn 2014/94/EU overeenkomstig artikel 4, lid 14, van die richtlijn.

De technische normen moeten worden vastgesteld door middel van een verordening aangezien een verordening geen nationale omzettingsmaatregelen vereist en de tijdige harmonisatie en snelle toepassing van de normen in de lidstaten waarborgt.

3 Richtlijn (EU) 2019/1161 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/33/EG inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen (Voor de EER relevante tekst).

(4)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 17.6.2021

tot aanvulling van Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft normen voor oplaadpunten voor elektrische bussen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen4 en met name artikel 4, lid 14,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In Richtlijn 2014/94/EU is bepaald dat de technische specificaties voor de interoperabiliteit van oplaad- en tankpunten moeten worden vastgelegd in Europese of internationale normen. Voor nog niet goedgekeurde normen moet de normalisatie gebaseerd zijn op de normen die momenteel worden ontwikkeld.

(2) Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad5, heeft de Commissie het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) en het Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec) verzocht6 passende Europese normen (EN) te ontwikkelen en vast te stellen, of bestaande normen bij te werken, op het gebied van elektriciteitsvoorziening voor het wegvervoer, de zeevaart en de binnenvaart; waterstofvoorziening voor het wegvervoer; en aardgasvoorziening, met inbegrip van biomethaanbevoorrading, voor het wegvervoer, de zeevaart en de binnenvaart.

(3) In antwoord op verzoek M/533 van de Commissie hebben CEN en Cenelec de normen ontwikkeld met technische specificaties voor oplaadpunten voor elektrische bussen als bedoeld in punt 1.6 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU.

4 PB L 307 van 28.10.2014, blz. 1.

5 Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

6 M/533 Uitvoeringsbesluit C(2015) 1330 final van de Commissie van 12 maart 2015 betreffende een normalisatieverzoek aan de Europese normalisatie-instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad voor de opstelling van Europese normen voor

(5)

(4) Het CEN en Cenelec hebben de Commissie meegedeeld dat connectoren van type 2, zoals beschreven in norm EN 62196-2, het meest geschikte type zijn voor AC- oplaadpunten voor normaal en hoog vermogen voor elektrische bussen.

(5) Het CEN en Cenelec hebben de Commissie meegedeeld dat connectoren van het gecombineerde laadsysteem “Combo2”, zoals beschreven in norm EN 62196-3, moeten worden gebruikt voor DC-oplaadpunten voor normaal en hoog vermogen voor elektrische bussen.

(6) Het CEN en Cenelec hebben de Commissie meegedeeld dat norm EN 50696 moet worden toegepast op geautomatiseerde contactinterfaces voor conductief laden van elektrische bussen in modus 4, overeenkomstig EN 61851-23-1, teneinde de interoperabiliteit te waarborgen. Samen met de bovengenoemde normen, zal die norm een cruciale rol spelen bij de uitrol van elektrische bussen in steden.

(7) Overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/1161 van het Europees Parlement en de Raad7 zijn voor de aandelen van emissievrije bussen in overheidsopdrachten in de periodes 2021-2025 en 2026-2030 nationale minimumstreefcijfers vastgesteld van respectievelijk 22,5 % en 32,5 %. Nu steeds meer openbaarvervoersautoriteiten en exploitanten overschakelen op emissievrije bussen om die doelstellingen te halen, moet de volledige interoperabiliteit van de voertuig- en oplaadinfrastructuur worden gewaarborgd.

(8) De interoperabiliteit van de verschillende oplaadsystemen voor elektrische bussen moet worden gewaarborgd om een gelijk speelveld voor fabrikanten en exploitanten te creëren en schaalvoordelen mogelijk te maken, zonder de deur te sluiten voor technologische oplossingen. Een en ander moet het gebruik van slimme oplaadsystemen, met inbegrip van Vehicle-to-Griddiensten, bevorderen.

(9) De deskundigen van de lidstaten, die zijn geraadpleegd via het Comité voor infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, en de vervoersattachés van de lidstaten, hebben advies uitgebracht over de Europese normen en technische specificaties die het voorwerp uitmaken van deze gedelegeerde handeling.

(10) De Commissie dient punt 1.6 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU dienovereenkomstig te wijzigen en aan te vullen met de verwijzingen naar de door CEN en Cenelec ontwikkelde Europese normen en technische specificaties.

(11) Wanneer nieuwe technische specificaties als genoemd in bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU moeten worden ingevoerd door middel van gedelegeerde verordeningen, moet in een overgangsperiode van 24 maanden worden voorzien.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De oplaadpunten voor elektrische bussen als bedoeld in punt 1.6 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU worden met het oog op de interoperabiliteit als volgt uitgerust:

7 Richtlijn (EU) 2019/1161 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/33/EG inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen (PB L 188 van 12.7.2019, blz. 116).

(6)

– AC-oplaadpunten voor normaal en hoog vermogen voor elektrische bussen moeten ten minste zijn uitgerust met connectoren van type 2, zoals beschreven in norm EN 62196-2;

– DC-oplaadpunten voor normaal en hoog vermogen voor elektrische bussen moeten ten minste zijn uitgerust met connectoren van het gecombineerde laadsysteem

“Combo 2”, zoals beschreven in norm EN 62196-3;

– automatische contactinterfaces voor conductief laden van elektrische bussen in modus 4, overeenkomstig EN 61851-23-1, betreffende op de infrastructuur gemonteerde geautomatiseerde connectiesystemen (ACD, pantograaf), op het dak van het voertuig gemonteerde ACD, onder het voertuig gemonteerde ACD en op de infrastructuur gemonteerde ACD die op de zijkant of het dak van het voertuig worden aangesloten, moeten zijn uitgerust met mechanische en elektrische interfaces, zoals gedefinieerd in norm EN 50696.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van [Publicatiebureau: datum toevoegen – 24 maanden na de datum van inwerkingtreding].

Deze verordening is alleen van toepassing op oplaadpunten voor elektrische bussen die na de toepassingsdatum van deze verordening zijn geïnstalleerd.

De verordening is niet van toepassing op oplaadinfrastructuur voor bovenleidingen voor trolleybussen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17.6.2021

Voor de Commissie De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

g) de dieren zijn niet in contact geweest met gehouden dieren van soorten die voor de in de punten a) tot en met f) bedoelde ziekten in de lijst zijn

Indien het antwoord op punt 5 bevestigend is, vermeld hieronder dan de details (score) voor elke benchmark met betrekking tot de in bijlage II opgesomde

(3) Op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/x van de Commissie 2 mogen erkende producentenorganisaties, unies daarvan en erkende brancheorganisaties in de sector

2 Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1549 van de Commissie van 17 september 2015 tot vaststelling van tijdelijke buitengewone maatregelen voor de sector melk en

(b) zij sluit de marktdeelnemer voor het betrokken invoer- of uitvoertariefcontingent uit het certificaataanvraagsysteem uit voor een.. tariefcontingentperiode die

c) de economische voorwaarden hoefden niet te worden onderzocht overeenkomstig artikel 166. Artikel 86, lid 3, van het wetboek is ook van toepassing zonder een verzoek van de

(5) Aangezien de voornaamste reden voor het wijzigen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 erin bestaat een al lang bestaande kennisgevingsverplichting officieel

1. De informatie over de pensioendoelstellingen op lange termijn van het PEPP en de middelen om die doelstellingen te bereiken, wordt kort, duidelijk en