• No results found

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 21.12.2020 C(2020) 9148 final

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 21.12.2020

tot wijziging van de technische reguleringsnormen van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 wat betreft de datum waarop de

clearingverplichting in werking treedt voor bepaalde soorten contracten

(Voor de EER relevante tekst)

(2)

TOELICHTING

1. ACHTERGRONDVANDEGEDELEGEERDEHANDELING Met betrekking tot intragroeptransacties

Op grond van artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 (“EMIR”) kunnen intragroeptransacties van de clearingverplichting worden vrijgesteld. Intragroeptransacties met een groepsentiteit uit een derde land kunnen tevens worden vrijgesteld indien de Commissie voor het derde land waar de groepsentiteit is gevestigd een gelijkwaardigheidsbesluit in de zin van artikel 13, lid 2, heeft vastgesteld. Tot op heden heeft de Commissie voor de toepassing van artikel 4, lid 2, geen gelijkwaardigheidsbesluiten vastgesteld.

De drie gedelegeerde verordeningen van de Commissie betreffende de clearingverplichting, d.w.z. Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie met betrekking tot klassen van rentederivaten alsook Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie met betrekking tot klassen van kredietderivaten, bevatten een bepaling met betrekking tot intragroeptransacties met een in een derde land gevestigde entiteit van de groep. Volgens die bepaling kan de toepassingsdatum voor de clearingverplichting voor die transacties tot drie jaar worden uitgesteld indien geen gelijkwaardigheidsbesluit werd vastgesteld.

Met de wijzigingen wordt voorgesteld de vrijstelling voor intragroeptransacties te verlengen om de Commissie meer tijd te geven om de nodige gelijkwaardigheidsbesluiten vast te stellen;

een abrupt einde van deze vrijstelling zou immers nefast zijn voor de ondernemingen van de EU en is economisch niet gerechtvaardigd.

Met betrekking tot transacties tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk

Nadat de bij het terugtrekkingsakkoord voorziene overgangsperiode voor het Verenigd Koninkrijk is verstreken, kunnen in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartijen niet langer in de EU zogenoemde “levenscyclusgebeurtenissen” uitvoeren in het kader van de regels voor de eengemaakte markt van de EU1. Voor de uitvoering van bepaalde herstructureringsoperaties bij bepaalde grensoverschrijdende (VK-EU) contracten kan in sommige lidstaten een vergunning vereist zijn, in overeenstemming met de eigen nationale regelingen voor derde landen. Die in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartijen zouden dan te maken krijgen met 27 nationale regelingen voor derde landen.

Om voor deze situatie een oplossing te bieden, kunnen tegenpartijen bij die transacties ervoor kiezen hun contracten te vernieuwen met entiteiten die in de EU gevestigd zijn en daar over een vergunning beschikken. Voor de nieuwe contracten die uit die novaties voortkomen, kunnen echter clearingverplichtingen gelden die niet van toepassing waren toen de oorspronkelijke contracten werden gesloten. Zonder de terugtrekking van het VK uit de EU zouden zij normaal gesproken nog steeds die vrijstelling genieten.

Met de voorgestelde wijzigingen worden de hinderpalen voor de overdracht van contracten naar in de EU gevestigde bedrijven aangepakt door de huidige vrijstellingen waarin de drie bestaande gedelegeerde verordeningen van de Commissie voorzien, gedurende een bepaalde termijn te verlengen.

1 Met name de vrijheid om beleggingsdiensten en -activiteiten te verrichten op grond van artikel 34 van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU

(3)

Schrapping van de frontloadingverplichting

In haar eindverslag grijpt de ESMA deze wijzigingsnormen aan om ook de gedelegeerde verordeningen met betrekking tot de clearingverplichting aan te passen aan de wijzigingen van EMIR die bij Verordening (EU) 2019/834 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 (Refit) zijn ingevoerd. Met name hier heeft Refit EMIR zodanig gewijzigd dat de frontloadingverplichting is geschrapt.

Met de wijzigingen wordt voorgesteld de verplichte minimale resterende looptijden in de drie gedelegeerde verordeningen van de Commissie te schrappen om ze in overeenstemming te brengen met het geactualiseerde mandaat krachtens artikel 5, lid 2, EMIR.

2. RAADPLEGING VOORAFGAAND AAN DE AANNEMING VAN DE HANDELING

De voorgestelde wijzigingen zijn een aanpassing van de tijdschema’s en regels om de huidige tenuitvoerlegging van de gedelegeerde verordeningen van de Commissie met betrekking tot de clearingverplichting te vergemakkelijken en zijn beperkt van aard. Bovendien zal de huidige tijdelijke vrijstelling van de clearingverplichting voor intragroeptransacties met otc- derivaten binnenkort aflopen. Er zij op gewezen dat de maatregelen met betrekking tot de novatie van contracten waarbij tegenpartijen uit het Verenigd Koninkrijk worden vervangen door tegenpartijen uit de EU, reeds zijn aangenomen maar niet in werking zijn getreden. De redenering op basis waarvan zij de eerste keer zijn aangenomen is nog steeds geldig en wordt dus in dit verslag eenvoudigweg herhaald. Met het oog op het nakende einde van de overgangsperiode moet dringend in deze regelgevende oplossing worden voorzien om de overdracht van contracten aan in de EU gevestigde tegenpartijen te vergemakkelijken. Om zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen over de algemene tijdschema’s voor de uitvoering van de voorschriften inzake de clearingverplichting heeft de ESMA daarom in overeenstemming met artikel 10, lid 1, van de ESMA-verordening geen openbare raadpleging gehouden. De Stakeholdergroep effecten en markten werd echter op de hoogte gesteld. De ESMA heeft het Europees Comité voor systeemrisico’s geraadpleegd, dat heeft aangegeven vanuit macroprudentieel perspectief geen bezwaar te hebben.

3. JURIDISCHEELEMENTENVANDEGEDELEGEERDEHANDELING Met de gedelegeerde handeling worden de drie bestaande technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting gewijzigd.

Artikel 1 wijzigt de artikelen 3 en 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie met betrekking tot klassen van rentederivaten als volgt:

 Artikel 3, lid 2, wordt gewijzigd door de uitgestelde toepassingsdatum voor de clearingverplichting voor intragroeptransacties met een in een derde land gevestigde entiteit van de groep uit te stellen tot 30 juni 2022.

 Aan artikel 3 wordt een derde lid toegevoegd om mogelijk te maken dat contracten met een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij die momenteel van de clearingverplichting zijn vrijgesteld, kunnen worden vernieuwd voor een vaste periode van 12 maanden, mits de novatie uitsluitend tot doel heeft de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een in een lidstaat gevestigde tegenpartij.

 Artikel 4 wordt geschrapt.

(4)

Artikel 2 wijzigt de artikelen 3 en 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie met betrekking tot klassen van rentederivaten als volgt:

 Artikel 3, lid 2, wordt gewijzigd door de uitgestelde toepassingsdatum voor de clearingverplichting voor intragroeptransacties met een in een derde land gevestigde entiteit van de groep uit te stellen tot 30 juni 2022.

 Aan artikel 3 wordt een derde lid toegevoegd om mogelijk te maken dat contracten met een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij die momenteel van de clearingverplichting zijn vrijgesteld, kunnen worden vernieuwd voor een vaste periode van 12 maanden, mits de novatie uitsluitend tot doel heeft de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een in een lidstaat gevestigde tegenpartij.

 Artikel 4 wordt geschrapt.

Artikel 3 wijzigt de artikelen 3 en 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie met betrekking tot klassen van rentederivaten als volgt:

 Artikel 3, lid 2, wordt gewijzigd door de uitgestelde toepassingsdatum voor de clearingverplichting voor intragroeptransacties met een in een derde land gevestigde entiteit van de groep uit te stellen tot 30 juni 2022.

 Aan artikel 3 wordt een derde lid toegevoegd om mogelijk te maken dat contracten met een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij die momenteel van de clearingverplichting zijn vrijgesteld, kunnen worden vernieuwd voor een vaste periode van 12 maanden, mits de novatie uitsluitend tot doel heeft de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een in een lidstaat gevestigde tegenpartij.

 Artikel 4 wordt geschrapt.

(5)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 21.12.2020

tot wijziging van de technische reguleringsnormen van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 wat betreft de datum waarop de

clearingverplichting in werking treedt voor bepaalde soorten contracten (Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters2, en met name artikel 5, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/22053, (EU) 2016/5924 en (EU) 2016/11785 van de Commissie worden onder meer de data bepaald waarop de clearingverplichting voor de contracten die behoren tot de in de bijlagen bij die verordeningen vermelde klassen van otc-derivaten in werking treedt. In die verordeningen zijn uitgestelde data van toepassing van de clearingverplichting vastgesteld voor otc-derivatencontracten tussen tegenpartijen die deel uitmaken van dezelfde groep en waarbij de ene tegenpartij in een derde land gevestigd is en de andere in de Unie. Die uitgestelde data waren nodig om ervoor te zorgen dat de clearingverplichting voor dergelijke otc-derivatencontracten niet geldt voordat een uitvoeringshandeling in de zin van artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 is vastgesteld.

(2) Sinds 2018 is met betrekking tot de clearingverplichting geen uitvoeringshandeling in de zin van artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgesteld. De toepassing van de clearingverplichting voor otc-derivatencontracten tussen tegenpartijen die deel uitmaken van dezelfde groep en waarbij de ene tegenpartij in een derde land gevestigd is en de andere in de Unie, is daarom bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/667 van de Commissie6 verschoven, hetzij tot en met 21

2 PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.

3 Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie van 6 augustus 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 13).

4 Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie van 1 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 103 van 19.4.2016, blz. 5).

5 Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie van 10 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 195 van 20.7.2016, blz. 3).

6 Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/667 van de Commissie van 19 december 2018 tot wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 teneinde de

(6)

december 2020, hetzij tot de vaststelling van deze uitvoeringshandelingen. Ondanks de inspanningen om voor de rechtsgebieden van derde landen te analyseren of een dergelijke uitvoeringshandeling gerechtvaardigd is, werd tot op heden met betrekking tot de clearingverplichting geen uitvoeringshandeling in de zin van artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgesteld. De toepassing van de clearingverplichting op die contracten moet daarom verder worden uitgesteld om te vermijden dat ondernemingen in de Unie onbedoelde nadelige economische gevolgen ondervinden wanneer die vrijstelling afloopt.

(3) Het Verenigd Koninkrijk is per 1 februari 2020 een derde land geworden en het Unierecht zal per 31 december 2020 ophouden van toepassing te zijn op en in het Verenigd Koninkrijk. De in Verordening (EU) nr. 648/2012 neergelegde clearingverplichting houdt echter geen rekening met de mogelijkheid dat een lidstaat zich terugtrekt uit de Unie. In de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 wordt vermeld vanaf welke datum de clearingverplichting in werking treedt voor contracten die tot bepaalde klassen van otc-derivaten behoren. Voorts bepalen deze verordeningen verschillende data naargelang van de categorie tegenpartij bij deze contracten. Tegenpartijen kunnen niet voorspellen wat de status van een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij wordt of in welke mate deze tegenpartij bepaalde diensten aan in de Unie gevestigde tegenpartijen kan blijven aanbieden. De problemen waarmee de partijen bij een otc- derivatencontract met in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartijen te maken krijgen, vloeien dus rechtstreeks voort uit een gebeurtenis die buiten hun macht ligt en kunnen hen benadelen in vergelijking met andere tegenpartijen in de Unie.

(4) Om die situatie te regelen, is het mogelijk dat tegenpartijen ervoor kiezen het contract te vernieuwen door de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een in een lidstaat gevestigde tegenpartij. Indien vanwege de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie wordt besloten de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een nieuwe in de Unie gevestigde tegenpartij, kan die vervanging de clearingverplichting in werking stellen indien deze plaatsvindt op of na de datum waarop de clearingverplichting voor dit soort contract in werking treedt. Als gevolg daarvan moeten de partijen dit contract misschien clearen in een vergunde of erkende CTP. Aangezien voor centraal geclearde contracten een andere zekerhedenregeling geldt dan voor niet centraal geclearde contracten, zouden bepaalde tegenpartijen door het in werking stellen van de clearingverplichting verplicht kunnen worden om hun transacties stop te zetten, waardoor bepaalde risico’s niet afgedekt zouden blijven. Om de vlotte werking van de markt en een gelijk spelveld tussen in de Unie gevestigde tegenpartijen te garanderen, moeten tegenpartijen in staat zijn in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartijen te vervangen door in een lidstaat gevestigde tegenpartijen zonder dat de clearingverplichting in werking wordt gesteld.

(5) Bovendien moeten de tegenpartijen voldoende tijd krijgen om hun in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartijen te vervangen. De datum vanaf wanneer voor de novatie van die contracten de clearingverplichting in werking kan worden gesteld, moet daarom worden uitgesteld.

uitgestelde data van toepassing van de clearingverplichting voor bepaalde otc-derivatencontracten te verschuiven (PB L 113 van 29.4.2019, blz. 1).

(7)

(6) Verordening (EU) nr. 648/2012 is gewijzigd bij Verordening (EU) 2019/834 van het Europees Parlement en de Raad7. Door die wijziging hoeven bepaalde otc- derivatencontracten die vóór de inwerkingtreding van de clearingverplichting zijn gesloten, niet langer te worden gecleard. Ook de in artikel 4 van Verordening (EU) nr.

648/2012 bedoelde minimale resterende looptijd van de otc-derivatencontracten hoeft niet langer te worden gespecificeerd. Daarom hoeven in de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 niet langer minimale resterende looptijden te worden gespecificeerd.

(7) De Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8) Deze verordening is gebaseerd op het ontwerp van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten bij de Commissie heeft ingediend.

(9) De wijzigingen van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 zijn beperkte aanpassingen van het bestaande regelgevingskader.

Gezien de beperkte reikwijdte van de wijzigingen en de urgentie van de zaak zou het bijzonder buitensporig zijn indien de ESMA publieke raadplegingen zou houden of de potentiële kosten en baten zou analyseren. Om dezelfde redenen heeft de ESMA de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad 8 opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten niet geraadpleegd en heeft zij die groep daarvan in kennis gesteld.

(10) De marktdeelnemers moeten zo snel mogelijk rechtszekerheid krijgen zodat zij zich naar behoren kunnen voorbereiden om te voldoen aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012, waarvan de toepassing door deze verordening zal worden beïnvloed, met name wat betreft de vereisten waarvoor de huidige toepasselijke termijn snel nadert. Deze verordening moet derhalve met spoed in werking treden, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

(a) in lid 2, eerste alinea, wordt punt a) vervangen door:

“a) 30 juni 2022 ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 geen gelijkwaardigheidsbesluit in de zin van artikel 13, lid 2, van genoemde

7 Verordening (EU) 2019/834 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de clearingverplichting, de opschorting van de clearingverplichting, de rapportagevereisten, de risicolimiteringstechnieken voor otc- derivatencontracten die niet door een centrale tegenpartij worden gecleard, de registratie van het toezicht op transactieregisters en de vereisten voor transactieregisters (PB L 141 van 28.5.2019, blz. 42).

8 Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(8)

verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten;”;

(b) het volgende lid 3 wordt toegevoegd:

“3. In afwijking van de leden 1 en 2 treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben in werking vanaf [OP: Insert the date that is 12 months after the date of entry into force of this Amending Regulation] indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de clearingverplichting is niet in werking gesteld vóór [OP: Insert the date of entry into force of this Amending Regulation];

b) de contracten worden alleen vernieuwd om de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een in een lidstaat gevestigde tegenpartij.”;

(2) Artikel 4 wordt geschrapt.

Artikel 2

Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie wordt als volgt gewijzigd:

1) Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

(a) in lid 2, eerste alinea, wordt punt a) vervangen door:

“a) 30 juni 2022 ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 geen gelijkwaardigheidsbesluit in de zin van artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten;”;

(b) het volgende lid 3 wordt toegevoegd:

“3. In afwijking van de leden 1 en 2 treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben in werking vanaf [OP: Insert the date that is 12 months after the date of entry into force of this Amending Regulation] indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de clearingverplichting is niet in werking gesteld vóór [OP: Insert the date of entry into force of this Amending Regulation];

b) de contracten worden alleen vernieuwd om de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een in een lidstaat gevestigde tegenpartij.”;

2) Artikel 4 wordt geschrapt.

Artikel 3

Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie wordt als volgt gewijzigd:

1) Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

(a) in lid 2, eerste alinea, wordt punt a) vervangen door:

(9)

“a) 30 juni 2022 ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 geen gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten;”

(b) het volgende lid 3 wordt toegevoegd:

“3. In afwijking van de leden 1 en 2 treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben in werking vanaf [OP: Insert the date that is 12 months after the date of entry into force of this Amending Regulation] indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de clearingverplichting is niet in werking gesteld vóór [OP: Insert the date of entry into force of this Amending Regulation];

b) de contracten worden alleen vernieuwd om de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een in een lidstaat gevestigde tegenpartij.”;

2) Artikel 4 wordt geschrapt.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21.12.2020

Voor de Commissie De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(b) zij sluit de marktdeelnemer voor het betrokken invoer- of uitvoertariefcontingent uit het certificaataanvraagsysteem uit voor een.. tariefcontingentperiode die

c) de economische voorwaarden hoefden niet te worden onderzocht overeenkomstig artikel 166. Artikel 86, lid 3, van het wetboek is ook van toepassing zonder een verzoek van de

(5) Aangezien de voornaamste reden voor het wijzigen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 erin bestaat een al lang bestaande kennisgevingsverplichting officieel

1. De informatie over de pensioendoelstellingen op lange termijn van het PEPP en de middelen om die doelstellingen te bereiken, wordt kort, duidelijk en

13) „gewogen energieverbruik (E W )”: het gewogen gemiddelde van het energieverbruik, uitgedrukt in kilowattuur per cyclus, van de wascyclus van een

(3) Op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/x van de Commissie 2 mogen erkende producentenorganisaties, unies daarvan en erkende brancheorganisaties in de sector

2 Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1549 van de Commissie van 17 september 2015 tot vaststelling van tijdelijke buitengewone maatregelen voor de sector melk en

Elke bevoegde autoriteit stelt informatie over de in lid 1 bedoelde centrale contactpunten ter beschikking van de andere bevoegde autoriteiten en van de