• No results found

Vraag nr. 271 van 28 januari 2005 van de heer JAN PEUMANS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 271 van 28 januari 2005 van de heer JAN PEUMANS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 271 van 28 januari 2005

van de heer JAN PEUMANS

Kanaal Brussel-Schelde – Gevolgen destijdse ver-bredingsplannen

De toenmalige NV Zeekanaal, thans NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, heeft destijds, met het oog op de ver-breding van het kanaal Brussel-Schelde, een 25-tal huizen onteigend op het grondgebied van de gemeente Willebroek. Achteraf werden deze wer-ken niet uitgevoerd omdat er blijkbaar geen finan-ciële middelen waren. De nabijgelegen "Brug der Zuchten" werd bovendien beschermd als monu-ment waardoor de verbreding zogezegd helemaal uitgesloten was. Deze laatste stelling is merkwaar-dig omdat de brug in Vroenhoven (Riemst), gele-gen over het Albertkanaal, eveneens beschermd is en toch afgebroken wordt. Terecht of niet, dat laat ik in het midden.

De onteigende gronden die blijkbaar bijna meer dan vijftien jaar braak bleven liggen, zijn dan uit-eindelijk in erfpacht gegeven aan de NV Exagoon, die er 26 appartementen op bouwde. Wonen aan het water is tegenwoordig "in".

Inmiddels is er een arrest van het Arbitragehof (nr. 64/2004 van 28 april 2004) dat bevestigt dat de wet van 17 april 1935 duidelijk is, namelijk dat als "het doel waarvoor de onteigeningen nodig waren niet is bereikt, de onteigenden het recht moeten heb-ben om de grond terug te nemen." Het arrest zegt bovendien dat de instelling die onteigende, de vroe-gere bewoners zelfs individueel moet contacteren om dat te melden.

1. Hoeveel onteigeningen zijn er gebeurd op welke plaats langs het kanaal Brussel-Schelde ?

2. Zijn al deze onteigeningen aangewend voor het oorspronkelijk beoogde doel ?

3. Hoeveel bedroeg de totale onteigenings-som van de 25 woningen op het grondgebied Willebroek in het kader van de zogenaamde verbreding van het kanaal aldaar ?

Graag verkreeg ik de totale eindsom opge-bouwd volgens het oorspronkelijk toegekend bedrag en de eventuele vermeerdering of

ver-mindering ingevolge uitspraken door gerechte-lijke instanties.

4. Wat was de reden om tot onteigening over te gaan en waarom is achteraf hieraan geen gevolg gegeven ?

5. Wat was de kostprijs voor de afbraak van de woningen ? Door wie werd dit betaald ? 6. Wanneer werd de "Brug der Zuchten"

beschermd als monument ?

Is er overleg geweest met de betrokken admi-nistratie over de verbreding van het kanaal ter plaat¬se ? Wat was het advies van de adminis-tratie en welk resultaat kwam er uit het overleg ?

7. Heeft deze bescherming consequenties naar een groter gabariet voor dit kanaal ? Met andere woorden, legt dit een hypotheek op de toekomstige ontwikkeling van dit kanaal ? 8. Op basis van welke criteria werden deze

gron-den toegewezen aan de NV Exagoon ?

Waarom verliep dit via een systeem van erf-pacht ?

En welke vergoeding wordt hiervoor betaald gedurende welke termijn ?

Wordt hiermee de volledige som van onteige-ningen terugbetaald ? Zo neen, waarom niet ? 9. Hoe valt te verklaren dat men de wet van 17

april 1935, bevestigd door het arrest van het Arbitragehof, niet toepast ?

10. Klopt het dat vroegere eigenaars nooit zijn benaderd met de vraag of zij hun gronden terug willen ?

11. Is er een klacht ingediend bij de Raad van State omtrent dit dossier ? Zo ja, op basis van welke motivatie ?

Wat is de stand van zaken van dit dossier ? 12. Zijn er meerdere bruggen over Vlaamse

(2)

N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Van Mechelen (vraag nr. 76) en Peeters (nr. 271).

Gecoördineerd antwoord

1. In het verleden zijn er honderden onteigenin-gen gebeurd ten behoeve van het Zeekanaal. Deze kunnen in hoofdzaak gegroepeerd wor-den in drie clusters:

– Bornem - Puurs: voor de aanleg van de nieuwe kanaalarm naar de Schelde

– Willebroek - Kapelle-op-den-Bos - Zemst voor de modernisering van het kanaal; – het terrein "Bos van Aa" in Zemst voor

de berging van de baggerspecie afkom-stig van het verlagen van het kanaalpand Willebroek - Kapelle-op-den-Bos.

2. Al deze onteigeningen zijn aangewend voor hun oorspronkelijk doel. Bij infrastructuur-werken, inzonderheid deze die zich zoals in voorliggend geval uitspreiden over meerdere jaren en zelfs decennia, is het onvermijdelijk wegens gewijzigde omstandigheden, technie-ken en inzichten, dat de uiteindelijke realisatie van de infrastructuur niet geheel overeenkomt met het oorspronkelijk opzet. Hierdoor kun-nen restgronden ontstaan. Ook gebeurt het dat meer onteigend wordt dan strikt noodza-kelijk voor de werken. Dit gebeurt dan enkel op verzoek van of in akkoord met de ontei-gende die niet met restgronden wenst te blijven zitten.

Het ontstaan van restgronden is dus geen gevolg van het niet aanwenden van onteigende gronden voor hun oorspronkelijk doel, maar het resultaat van een normale manier van wer-ken.

Beschouwd op het onteigeningsplan voor de zone aan de Oostdijk in Willebroek bedraagt de oppervlakte aan restgronden circa 11,5 % van de onteigening, waaronder 4,7 % opgeno-men in de erfpacht.

3. In Willebroek, Oostdijk, werden 94 wonin-gen onteiwonin-gend. Aanwonin-genomen wordt dat in de

vraag de woningen bedoeld worden tussen de Mechelsesteenweg en de Welvaartstraat. De totale onteigeningssom hiervoor bedroeg 27.121.000 frank, zijnde thans 672.312,03 euro. Er waren geen gerechtelijke onteigenin-gen.

4. De onteigening is bestemd voor de moderni-sering van het kanaal. Het oorspronkelijke opzet wordt uitgevoerd, zij het met vertra-ging. Hiertoe zijn reeds nieuwe oevermuren gebouwd, de woningen afgebroken en wegen verlegd en herbouwd. Na de verdere afwer-king van oevermuren en wegen kunnen de oude constructies worden uitgebroken om de bedoelde verbreding van het kanaal te reali-seren. De vernieuwing van de Vredesbrug (= "Brug der Zuchten") behoorde en behoort niet tot het programma van de moderniseringswer-ken.

5. De totale som van de aanneming voor de afbraak bedroeg 1.289.600 frank exclusief BTW. Dit bedrag heeft betrekking op alle ont-eigeningen in Willebroek. De aanneming werd betaald door de toenmalige unitaire vennoot-schap NV Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel.

7. De ontwikkeling van het 10.000-tonvak is gepland tot afwaarts de Spoorbrug van Willebroek. Door de bescherming van de brug wordt de ontwikkeling van het Zeekanaal met andere woorden niet gehypothekeerd.

(3)

een gebruiksperspectief van meerdere eeu-wen, op zeer lange termijn moet denken. Het is daarom de opvatting dat deze overheid haar gronden in principe nooit verkoopt in de wetenschap dat gronden gelegen aan of in de nabijheid van haar infrastructuur in de toe-komst steeds een potentieel behouden.

Anderzijds vereisen de regels van goed bestuur dat de overheid activa die zij hic et nunc niet voor haar kernactiviteit kan aanwenden, valo-riseert.

Het toestaan van een erfpacht (of van zakelijke rechten in het algemeen) is een formule die aan beide bekommernissen tegemoet komt.

De vergoeding bedraagt dit jaar 2,57 euro/m2,

geïndexeerd en exclusief BTW. De erfpacht heeft een duur van 99 jaar.

De volledige som van de onteigeningskos-ten voor de desbetreffende grond wordt alzo meer dan eens terugbetaald. Bovendien is de overheid na afloop van de erfpacht (die kan worden vernieuwd) nog altijd eigenaar van de grond.

9. Uit niets in dit dossier blijkt dat Waterwegen en Zeekanaal NV de wet van 17 april 1835 niet toepast. Volgens deze wet is een onteigende overheid die beslist om te herverkopen omdat de onteigende gronden hun bestemming niet krijgen, gehouden de oorspronkelijke eige-naars of hun rechtverkrijgenden hiervan in te lichten.

Het materieel voorwerp van deze wetsbepa-ling, waarover het Arbitragehof geen enkele uitspraak doet (het "citaat" uit het arrest komt niet voor in het arrest, althans niet in de versie gepubliceerd in het BS), is niet van toepassing op de onteigeningen in Willebroek, omdat: – de onteigende gronden hun bestemming

gekregen hebben of nog zullen krijgen; – de onteigenende overheid – a fortiori – niet

beslist heeft te verkopen;

– zelfs in de hypothese dat de onteigende gronden hun bestemming niet zouden krij-gen – wat zeker niet het geval is –, de ont-eigende overheid niet beslist heeft om te verkopen.

De valorisatie van restgronden in concreto heeft dan ook geen uitstaans met de wet van 17 april 1835.

10. Aangezien er geen grond is om de vroegere eigenaars te benaderen, is dit uiteraard niet gebeurd.

11. Waterwegen en Zeekanaal heeft via de pers geruchten gehoord dat er een procedure in dit verband zou lopen bij de Raad van State, doch concreet kon hier niets van gevonden wor-den, noch bij de vennootschap zelf, noch bij de afdeling Juridische Dienstverlening bij het departement Leefmilieu en Infrastructuur. 12. Er zijn meerdere bruggen over Vlaamse

kana-len beschermd. Van de beschermde bruggen is er nog geen enkele afgebroken omwille van ver-bredingswerkzaamheden. Evenmin werden er, afgezien van de brug in Vroenhoven, voorstel-len tot afbraak ingediend.

Via de website www.monument.vlaanderen. be onder "brug" is de lijst terug te vinden van beschermde bruggen over waterwegen (kana-len, rivieren, haveninfrastructuur).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een procedure tot het vaststellen van de juri- dische verantwoordelijkheid voor het incident en tot het verhalen van geleden schade kan in voorkomend geval gestart worden nadat

Vraag 2: Zijn er aanwijzingen dat deze categorie niet bereikt kan worden via de normale kanalen (VDAB en reguliere uitzendkantoren)?. Zo

De investeringssubsidies die het OCMW van Leuven ontving, werden eerst door de Belgische staat, daarna door de Vlaamse Gemeenschap verleend voor de constructie van de derde

In het geval van de N79 werd door het gemeentebestuur al geld uitgetrok- ken voor een mobiliteitsplan (in het kader van het mobiliteitsconvenant), een eigen verkeersstudie, een

Ondertussen is ook het reeds bestaande contract in Limburg afgelopen en zal voor de 3 resterende provincies bekeken worden op welke manier alsnog een bereikbaarheidsad- viseur

Klopt het dat men bij de waterwegen wel jaar- lijks in de nodige middelen voorziet voor onder- houd, maar dat de desbetreffende kredieten niet vastgelegd worden omdat er geen

– Studies : sinds 1990 werd voor een bedrag aan 402.943 euro aan studies betaald voor onderzoeken die rechtstreeks en uitsluitend te maken hadden met de Noord- Zuid2. –

Dat Vlaamse boeren niet in aanmerking komen voor Waalse subsidiëring lijkt echter onlogisch als de bescherming van de Waalse bodem tegen erosie en het voorkomen van stroomafwaartse