B B I I J J L L A A G G E E N N
Bijlage I - B 1 - Organogram Smead Europe B.V.
Bijlage I. Organogram Smead Europe B.V.
Figuur I.1: Organogram Smead Europe Area Manager
Central Europe
& CCC's
Area Manager South Europe
& CCC's
Country Manager Netherlands
& CCC
Manager Bisley Benelux
& CCC
Country Manager Belgium
Country Manager United Kingdom
& Ireland
Export Managers Receptionist
Office Manager Manager
Legal, Taxes
& Finance
Manager Human Resources
Manager Finance
& Accountancy and ICT
Analist Logistics
Warehouses Netherlands and Abroad Manager Logistics
& Warehousing
Manager
Commercial Service Manager Corporate Accounts
Marketing Communication
Manager
Vice president Sales & Marketing
Staff Department Plants
Manager Plant Hoogezand
Manager Plant Coevorden
Manager Plant Reuver Vice President
Manufacturing General Manager
Bijlage II - B 3 - Organogram Productie Hoogezand
Bijlage II. Organogram Productie Hoogezand
Figuur II.1: Organogram productie Smead Europe
President Managing Director
Teamleider Productie Teamleider Productie Werkvoorbereiding:
DTP, AutoCAD, Plaatverv.
Productie Manager
Productiemedewerkers
Teamleider Productie
Operator C Operator B Operator A Productiemedewerkers
Operator A Productiemedewerkers
Operator C Operator B Assistent productie en
grondstof planning
Operator C Operator B Operator A Grondstofmagazijn
medewerkers Onderhoudsmonteur Elektro
Material and Production Flow Co-ordinator
Product Manager Inkoop Manager
Productie Secretariaat
Engineering Manager
Onderhoudsmonteur WTB
Bijlage III - B 5 - Theoretische achtergrond ABC
Bijlage III. Theoretische achtergrond ABC
III.a. Activity Based Costing
Bij Smead Europe wordt op dit moment gebruikt gemaakt van een traditioneel costing systeem. Dit costing systeem benoemd alle service kosten die de productie indirect ondersteunen tot de fabrieksoverhead. Deze overheadkosten worden vervolgens, aan de hand van discutabele maatstaven, aan de specifieke producten toegewezen. De fabrieksoverhead wordt bij Smead Europe opgedeeld in inkoopoverhead en arbeidsoverhead. De overhead wordt op basis van het aantal benodigde productie uren aan de verschillende producten toegekend. Deze allocatie wordt discutabel genoemd, aangezien er geen expliciet causaal verband tussen de kosten en het gebruik van de producten bestaat. De ABC-methode daarentegen maakt wél gebruik van plausibele kostendragers. De ABC-methode analyseert eerst alle activiteiten in de productie. Vervolgens worden voor elk van de activiteiten de gebruikers bepaald. Door de gebruikers van een serviceafdeling te onderscheiden kunnen vervolgens de juiste kostendragers bepaald worden, de kosten zullen hierdoor proportioneel met het gebruik van de afdeling variëren.
De invoering van de ABC-methode heeft het meest effect bij bedrijven met een gevarieerde productlijn, waarbij honderden of zelfs duizenden varianten geproduceerd worden [Kaplan, 1998, p.149]. Een dergelijke productielijn vertoont de 80/20 regel voor wat betreft de producten, 20% van de producten genereren 80%
van de verkopen. Sterker nog, bij deze bedrijven geldt vaak ook de 99-60 regel, waaruit volgt dat 60% van de producten voor 99% van de omzet zorgt. Een traditioneel costing systeem geeft echter vaak aan dat alle producten, en dus ook de producten met kleine volumes, winstgevend zijn. Dit komt doordat de indirecte kosten gelijkelijk over alle producten verdeeld worden.
III.b. De voor- en nadelen van ABC
Activity Based Costing levert naast een aantal voordelen ook nadelen. Hieronder volgt een opsomming van een aantal van deze voor- en nadelen [Bruggeman, 2001].
Voordelen
De integrale fabricage kostprijs kan nauwkeuriger berekend worden. Dankzij ABC zijn er betere homogene kostgroepen en de allocatie is op basis van betere verdeelsleutels.
De kostprijs is inzichtelijker, de kostprijs verschillen tussen producten is bij ABC eenvoudig aan te wijzen.
Bij investeringen kan eenvoudig gesimuleerd worden, hierdoor kan vooraf duidelijk de rentabiliteit van een bepaalde aanpassing bepaald worden.
Er wordt een drijfveer gecreëerd voor managers om continue op zoek te gaan naar verbeteringen in het productieproces.
Er zal een meer inzicht in het gedrag en de structuur van de indirecte kosten. Het management kan hierdoor de overheadkosten beter beheersen.
De hierboven genoemde voordelen zullen in de volgende paragraaf uitgewerkt worden en in de context van de efficiëntie factoren beschreven worden.
Nadelen
Naast de hierboven genoemde voordelen, brengt ABC uiteraard ook een aantal nadelen met zich mee.
Ten eerste is een ABC systeem zeer complex, bij de implementatie is daardoor veel tijd benodigd om de verschillende activiteiten de definiëren, de kostprijs van de activiteiten te bepalen en de cost drivers te vinden. Deze implementatiekosten moeten dan wel opwegen tegen de voordelen ervan.
Als ABC daarnaast in de kostenboekhouding en nacalculatie geïntegreerd wordt, zal er een
ingewikkelde kostenregistratie ontstaan. De kosten moeten dan niet alleen geboekt worden in
kostenplaatsen, maar ook in de juiste activiteitencentra.
Bijlage III - B 6 - Theoretische achtergrond ABC Het eerst genoemde nadeel, de hoge kosten van het invoeren van ABC, kan in de perken gehouden worden door de kostendragers op schattingen te baseren. De meerwaarde van het uitzoeken van een uiterst gedetailleerde kostenstructuur weegt vaak niet op tegen voordelen ervan. […] Het doel van een goed functionerend ABC systeem is om niet het meest accurate kostensysteem te maken dat zeer duur is om te realiseren, maar om een relatief eenvoudig en goedkoop systeem te creëren dat continu een redelijke nauwkeurigheid heeft. Het doel zou moeten zijn om het beste kostensysteem te ontwerpen, dat een balans tussen de kosten van foutieve schattingen en de kosten van het meten bezit. [Kaplan, 1998, p.111].
Alvorens ABC in te voeren, dienen de te verwachten kosten dus eerst tegen de baten afgezet te worden.
Indien de baten naar verwachting op zullen wegen tegen de kosten van de invoering, is de invoering ervan nuttig. Hoewel de kosten en baten van de invoering zeer moeilijk in te bepalen zijn, is het van belang om dus een inschatting te maken van het nut van de invoering.
III.c. Invloed van ABC op de efficiëntie
Door gebruik te maken van de ABC-methode kunnen verschillende facetten van de efficiëntie, zoals die in de paragraaf Error! Reference source not found. onderscheiden zijn, verbeterd worden. Hieronder zal een uitwerking gegeven worden van de verschillende facetten in combinatie met ABC.
Assortiment beoordelen
Het voornaamste nut van de ABC-methode is het geven van inzicht in de kosten, waarbij deze zoveel mogelijk per product gedifferentieerd worden. De ABC-methode bedeelt zoveel mogelijk indirecte kosten toe aan specifieke producten. Hierdoor kan de kostprijs van een product beter bepaald worden. Door het huidige traditionele costing systeem worden mogelijk een aantal producten ten onrechte als rendabel beschouwd. Met behulp van ABC kan bekeken worden of een product nog rendabel is en of het bewuste product dus nog bestaansrecht in het assortiment heeft. Indien dit niet het geval is, kan overwogen worden om één van de volgende maatregelen te treffen [Kaplan, 1998, p.151]:
Het product herprijzen zodat de verkoop ervan wel rendabel is.
Het product vervangen door alternatieve producten.
Het product herontwerpen opdat er goedkoper geproduceerd kan worden.
Het productieproces en de strategie verbeteren.
Technologische investeringen verrichten.
Producten uit het assortiment saneren.
Smead Europe biedt de klant circa 2.000 producten aan. Door een aantal producten te standaardiseren of te saneren kan de diversiteit in producten verkleind worden. De productie van de resterende producten kan dan opgeschaald worden. De haalbaarheid hiervan moet echter wel eerst onderzocht worden, er is een grote samenwerking met de marketing afdeling benodigd om te kijken of bepaalde klanten bereid zijn om de wijzigingen in haar productmix te accepteren.
Technologische investeringen
Als een technologische investering overwogen wordt, moet er vooraf bepaald worden of deze investering rendabel is, en wat globaal de terugverdien periode van de investering zal zijn. Deze berekening kan specifieker gemaakt worden, door naast de algemene gegevens van de machine en de vraag, ook alle overige kosten mee te nemen in de berekening. Op deze wijze wordt er een completer beeld van de investering gecreëerd.
Fabrieksindeling
Indien de logistieke handelingen door middel van ABC in kaart gebracht worden, wordt er een beter inzicht
gecreëerd waar de meeste logistieke kosten gemaakt worden. Indien er een vernieuwde indeling van de
fabriek gemaakt wordt, kan deze informatie als uitstekende bron dienen.
Bijlage III - B 7 - Theoretische achtergrond ABC
Activity Based Costing
Efficiency
GrondstofkostenLogistieke kosten Indirecte kosten
Voorraadkosten
Productiekosten
Optimale seriegrootte
De optimale seriegrootte, ook wel Economic Order Quantity (EOQ) genoemd, wordt bepaald door de balans tussen de voorraadkosten en de stelkosten. ABC zal deze twee kostenposten direct aan het product toewijzen. Waardoor het bepalen van de EOQ sterk vereenvoudigd wordt.
Inzichtelijkheid
De indirecte kosten worden op dit moment voor een groot deel als overhead gerekend.
Om te bepalen welke producten onrendabel en welke juist winstgevend zijn, is het van belang om een goed inzicht te krijgen in de kostenstructuur van deze producten. Indien gebruik gemaakt wordt van de ABC- methode, zullen er minder kosten, zoals bijvoorbeeld de stelkosten, als overhead beschouwd worden. Er zal hierdoor beter inzicht verkregen worden in de werkelijke overhead, waardoor de te beperken kosten duidelijker naar voren komen.
III.d. Resumé
Concluderend kan gesteld worden dat Activity Based Costing een eerste stap richting efficiëntie verbeteringen is. In Figuur III.1 is dit nog eens schematisch weergegeven.
Er dient echter wel rekening gehouden te worden met de nadelen van ABC, de introductiekosten en de operationele kosten ervan mogen de baten niet overschrijden. De baten zijn in het vorige figuur duidelijk aangegeven, de kosten zijn echter een nog onderbelicht punt.
Figuur III.1: Activity Based Costing en efficiency
Bijlage IV - B 9 - Kostenstructuur
Bijlage IV. Kostenstructuur
In de hieronder weergegeven figuren wordt de kostenstructuur weergegeven, zoals die bij Smead Europe in 2001 zich voor deed. In het eerste figuur is een uitsplitsing gegeven van de gemaakt kosten procentueel gezien ten opzichte van de omzet. Het aangegeven percentage geeft hierbij dus het aandeel aan dat de kostenpost meeweegt in de kostprijs. Het totaal van alle gemaakte kosten (zonder de market driven margin) bedraagt in dit figuur ca. 65%. Dit percentage is terug te vinden in het tweede figuur.
Het tweede figuur geeft het onderscheid aan tussen de directe en de indirecte kosten. De marge op een product moet hierbij nog gebruikt worden voor de dekking van de indirecte kosten. De linker kolom in dit figuur betreft de handelsgoederen, de andere kolom betreft de productiegoederen.
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat 24,7% van de omzet van de artikelen de marginale kosten bedragen.
Binnen die 24,7% marginale kosten kan vervolgens de volgende verdeling gemaakt worden:
Grondstoffen: 66,4%
Uitbesteedt werk: 1,6%
Personeelskosten 19,8%:
Machinekosten: 12,1%
Figuur IV.1: Vroegere
kostenstructuurFiguur IV.2:
Toekomstigekostenstructuur
RAW MATERIALS (16,4%)CONTRACTED OUT (0,4%) MAN HOURS (4,9%) MACHINE HOURS (3,0%) MARKET DRIVEN MARGIN (6,0%)
Soft Money (6,5%) Sales Expenses (11,8%) CCC (1,8%) Logistics (10,5%) Services (8,9%) GROSS SALES PRICE
EUR. PURCHASE PRICE = STOCK VALUATION (62%)
59% COST 65% COST
41% MARGIN 35% MARGIN
Bijlage V - B 11 - Machinebeschrijving
Bijlage V. Machinebeschrijving
In deze bijlage wordt een beschrijving gegeven van de meest gebruikte machines. Smead Europe beschikt over circa 100 machines, gezien het tijdsbestek voor dit onderzoek, is dit teveel om allemaal te behandelen.
De afbakening naar de hieronder genoemde machines, is op advies van de productiemanager gebeurd. Voor de verschillende machines te beschrijven, zal hieronder een overzicht gegeven worden van de inrichting van de productiehallen. In hal II staan de meeste grotere machines, hal I is ingericht voor hoofdzakelijk handwerk.
Figuur V.1: Machine indeling Productiesite Hoogezand
3151 3112
1404 5408
<--
1353
5401
1233 3171
Grondstof magazijn
1324
-->
2239
1102 <--
Grondstof magazijn
Kantoren
Technische Dienst Kantoren
3560
--> 1695 --> 1392
2262
1991
Kantoren Distributiecentrum
Grondstof magazijn
<-- 4983 --> 4521
--> 4987
--> 1356 --> 4522
--> 1352
5407
1612 1254
--> 1290
--> 1291
<-- 2223
2320
1696
1403
5414
Kantoren
9395 1324 1405
Kantoren <-- 1393
2128 2248
-->
Compressoren
4251 1713
4171 4202
Hoofd-kantoor
2132
DTP Heftrucks
Bijlage V - B 12 - Machinebeschrijving
• 1290/1291 Snelhechter machine voor hechtmappen
Deze machine wordt ook wel hechtmachine genoemd, dit is een machine die de hechtmappen produceert. De machine maakt van een halffabrikaat (karton bedrukt en gerild) een eindproduct, en wordt bediend door 1½ respectievelijk 2 personen. Doordat deze machine een verscheidenheid aan stations heeft (vouwen, ponsen, monteren hechtstrip + dekplaatje of schuifdeklijst, kan de machine diverse soorten mappen maken, bijvoorbeeld: snelhechters en duplex mappen en hangehefter.
• 1352/1353 Hangmappen lijmmachine Kugler met Frosch machine Zander, flits
Deze machine wordt ook wel flitsmachine genoemd en maakt onder andere de Euroflex mappen. De flitsmachine maakt eveneens van een halffabrikaat (karton bedrukt en gerild) een eindproduct. Op deze machine wordt het karton geponst, gevouwen en het ijzer er ingeplakt. Ook kan de map voorzien worden van een linnen zijkant (frosch genoemd). Vervolgens worden de mappen in een doos verpakt.
Deze machines worden beiden door twee personen bediend, en kunnen 2700 producten per uur verwerken.
• 1356 Smeadmachine
Deze machine is de opvolger van de 1352, de machine produceert vanaf rol, en kan het karton dus zowel bedrukken als rillen, vouwen en in dozen stoppen. Deze machine wordt gebruikt voor flitsmappen met geplakte hangijzers (vanaf de 2223), wordt door 3 personen bediend en in 2 ploegen gebruikt. Het heeft een capaciteit van 7600 producten per uur (ca. 125 producten / minuut).
• 1392 Lijmmachine kleppen / mappen Zander
Ook wel kleppenmachine genoemd, maakt onder andere de dossiermappen en huispost mappen. De machine maakt van een halffabrikaat (karton bedrukt en gerild) een map. Op deze machine wordt het karton aan de uiteinden aan elkaar gelijmd zodat er een dichte map met één zijde open (de huispostmap) ontstaat. De machine kan ook mappen maken met aan de uiteinden 3 stof kleppen (dossiermappen).
• 1393 Bloksmachine, Kugler
De Bloksmachine fabriceert bedrijfsformulieren. Bedrijfsformulieren worden als halffabrikaat (los binnenwerk + achterplat) aangeleverd. Op de bloksmachine worden ze gelijmd, voorzien van een dekblad, per stuk gesneden, geseald per 5 en tot slot verpakt in een doos. Meest voorkomende producten over deze machine zijn: Telefoon bloks, Rekening bloks, Nota bloks, Kwitantie bloks (Allen uitgevoerd in meer talen). De capaciteit hiervan is 2200 producten per uur.
• 1403 Wire-O binding 9/16, Pfaffle
Deze machine uit 1996 heeft een capaciteit van ca. 500 producten per uur. Deze machine plaatst de ringback boeken in de boeken.
• 1695 U-bodem machine
Deze machine kan mappen produceren met een U- of V-bodem met geklonken ijzers. De klanten voor deze producten komen uit Nederland, Engeland en Zwitserland. De machine heeft een capaciteit van 3000 producten per uur.
• 1696 Kugler
Deze machine wordt voor extra stevige hangmappen gebruikt. Deze mappen wordt van zwart hardboard gemaakt. De machine heeft een capaciteit van 1500 producten per uur en wordt bediend door 2 personen. Deze machine wordt slecht weinig gebruikt, en zal niet mee worden meegenomen in het onderzoek.
• 2223 Stansautomaat Bruderer met coating machine
Ook wel coating machine genoemd, fabriceert hangijzers voor de flitsmappen. De coating machine
stanst hangijzers en transporteert deze naar een hoogfrequent verwarmingsstation alwaar de uiteinden
van de ijzers worden voorzien van een gekleurde (coating) laag. Deze hangijzers worden vervolgens op
Bijlage V - B 13 - Machinebeschrijving de 1356 en de 1352 in de hangmappen geplakt. De machine hoeft door slechts één persoon bedient te worden, en heeft een capaciteit van 14000 producten per uur.
• 4202 Roland Rekord 2 kleuren pers
De Roland Rekord is een vellenoffset drukmachine, die in 1 drukgang 2 kleuren kan drukken. Een uitgebreid orderpakket - bedrukking voor ca. 500 verschillende artikelen - wordt op deze machine verwerkt. De bedrukking varieert van eenvoudige belijningen (bedrijfsformulieren en message books) tot een full colour-druk aan 2 zijden (bijv. leaflets en Atlanta bleu).
De Roland Rekord bedrukt maximaal 10.000 vellen -formaat 1.020 x 720 mm -per uur. De bedrukte vellen ondergaan vervolgens als halffabrikaat verdere bewerkingen tot eindproduct op o.a. de bloksmachine Kugler (1393) of de Wire-O-machine (1404). De machine wordt bediend door een persoon en produceert 800 producten per uur.
• 4522 Castagnoli
Deze machine produceert bedrijfsformulieren, ringback boeken en designpaper. Deze machine is net nieuw, er zijn vooralsnog weinig productiegegevens over deze machine beschikbaar, de machine zal dan ook niet meer worden genomen in het onderzoek.
• 4983 Mappen productiestraat Zander/Styner & Bienz
Ook wel Mappenstraat genoemd, is een machine die de Alzicht hangmap produceert.
Deze machine produceert zowel ijzers als het karton vanaf de rol tot een eindproduct. Het karton vanaf de rol wordt gesneden en bedrukt, gestanst, en gerild tot er een map ontstaat zonder hangijzer.
Het bandstaal wordt vanaf de rol stap voor stap gestanst tot hangijzer en voorzien van een inzetstukje.
Vervolgens wordt het ijzer aan de map geklonken. De hangmap wordt gevouwen, gestapeld en in dozen verpakt. Deze machine is uniek in de wereld en heeft een capaciteit van 6250 producten per uur (ca. 105/ min).
• 4987 Mappenmachine Paulzen
Deze machine produceert voor een groot gedeelte halffabrikaten voor andere machines.
De Paulzen werkt vanaf de rol, waarna karton bedrukt, gerild, gesneden en uiteindelijk gestapeld
wordt. Indien producten niet gelijmd hoeven te worden of als er geen hangijzer benodigd is, kan de
machine ook eindproducten maken (vb. de Spectrum omslag). Deze machine heeft een capaciteit van
13000 producten per uur.
Bijlage VI - B 15 - Productiegegevens 2001
Bijlage VI. Productiegegevens 2001
In het hieronder weergegeven diagram wordt de efficiency van de verschillende machines weergegeven in zowel werkelijke uren als in percentages.
Figuur VI.2: Efficiëntie gegevens
Machinenummer Onderhoud Ontwikkeling Storingen Stellen Totaal Effeciency
1290 2,78% 0,41% 11,63% 8,64% 23,46% 76,54%
1292/1292 0,69% 0,00% 9,53% 3,75% 13,96% 86,04%
1352 2,86% 0,72% 3,38% 12,36% 19,32% 80,68%
1353 3,18% 0,00% 10,00% 8,43% 21,61% 78,39%
1356 8,52% 10,30% 6,57% 11,02% 36,41% 63,59%
1392 3,66% 0,39% 13,49% 11,53% 29,07% 70,93%
1393 7,83% 0,00% 10,50% 13,81% 32,14% 67,86%
1403 3,78% 0,00% 22,68% 1,15% 27,61% 72,39%
1695 3,06% 0,00% 12,00% 4,29% 19,35% 80,65%
2223 1,82% 0,89% 9,97% 7,42% 20,10% 79,90%
4202 10,77% 0,00% 2,16% 35,13% 48,06% 51,94%
4983 6,11% 0,00% 15,10% 9,91% 31,12% 68,88%
4987 3,06% 0,15% 4,37% 19,04% 26,62% 73,38%
Machinenummer Onderhoud Ontwikkeling Storingen Stellen Improductief Productief Totaal
1290 39,1 5,8 163,5 121,4 329,7 1075,8 1405,5
1291/1292 4,6 0,0 63,3 24,9 92,8 571,9 664,7
1352 82,4 20,7 97,4 356,1 556,6 2324,5 2881,1
1353 30,9 0,0 97,3 82,0 210,3 762,7 973,0
1356 74,9 90,6 57,8 96,9 320,2 559,3 879,5
1392 48,9 5,2 180,3 154,1 388,4 947,8 1336,2
1393 87,7 0,0 117,6 154,7 360,1 760,2 1120,3
1403 57,8 0,0 346,6 17,6 421,9 1106,2 1528,1
1695 44,8 0,0 175,8 62,9 283,5 1181,8 1465,3
2223 46,7 22,8 255,7 190,3 515,5 2049,0 2564,5
4202 170,8 0,0 34,2 557,0 762,0 823,6 1585,6
4983 151,5 0,0 374,5 245,8 771,8 1708,4 2480,2
4987 80,6 4,0 115,1 501,4 701,0 1932,5 2633,5
PROCENTUEEL T.O.V. MACHINE UREN
AANTAL MACHINE UREN