• No results found

Bijlage 1: Organogram

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 1: Organogram "

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1: Organogram Bedrijf 2

Bijlage 2: Landkaart Rusland 3

Bijlage 3: Criteria Kornai 4

Bijlage 4: Interviewschema huidige strategische positie 6

Bijlage 5: Interviewschema’s interne analyse 8

Bijlage 6: Interviewschema’s externe analyse 11

Bijlage 7: Omgevingsanalyse 14

Bijlage 8: Opportunities for Dutch suppliers 16

Bijlage 9: SWOT-matrix 17

(2)

Bijlage 1: Organogram

Nederland

Rusland

Board of directors

Managing director

Managing assistent

S-HSE&Q manager

Finance department

Senior tax manager

Logistical manager

Administrative support

Technical manager Project

manager

Logistical assistent

Procurement assistent

Operations manager

Human resource administrator

Chief accountant

Accounting &

administration

Technical Superintendent

S-HSE&Q Co-ordinator(s)

(3)

Bijlage 2: Landkaart Rusland

(4)

Bijlage 3: Criteria van Kornai

SOCIALISME KAPITALISME

1: POLITIEKE CONTROLE

Centrale Partij Pro-particuliere, eigendom partij

2: Economische Controle

Staat domineert de economie. Particuliere eigendomsbelang domineert de economie 3: Economische

Coördinatie

Bureaucratische organisatie en coördinatie

Allocatie en productie

beslissingen zijn marktgericht.

4: Resource Efficiency Zachte budget constraints Harde budget constraints

5: Markt Efficiency verkoopmarkt;goederentekort;

en werktekort

koopmarkt; geen tekorten en werkloosheid

Tabel 1, 2004 Kornai benadrukt de punten 1 t/m 3: particulier eigendom is beschermd en domineert de economie en de particuliere partijen controleren de resources. Wanneer hier sprake van is, spreekt Kornai over een voltooide overgang en kan men spreken van een markteconomie. Neoklassieke economen, die in de begin jaren ’90 advies gaven aan de leiders in transformatie markten, waren ervan overtuigd dat de marktmechanismen spontaan zouden ontstaan wanneer de (staats)controles ophouden te bestaan.

Kornai geloofde ook dat bij het weghalen van de staatscontroles tegelijkertijd ook de barrières naar het kapitalisme verdwijnen. Dus het weghalen van politieke, economische barrières is een belangrijk onderdeel in de overgang van een planeconomie naar een markteconomie. Kornai beweert ook dat kapitalisme een noodzakelijke voorwaarde is voor democratie, maar dat democratie niet een noodzakelijke voorwaarde vormt voor het kapitalisme.

Voldoet Rusland nu aan de voorwaarden van een markteconomie, opgesteld door Kornai?

• Beschermt de dominerende politieke partij de particuliere eigendomsrechten? Rusland heeft al het eigendom geprivatiseerd met uitzondering van land. Er is op dit moment een

problematische landhervormingsplan opgesteld welke in 2007 in werking wordt gezet. Er is sprake van een faillissement – en eigendomwetgeving. Door de onduidelijkheid in de wetgeving en de hoge corruptiegraad kan de wetgeving de eigendomsrechten echter niet waarborgen. Rusland voldoet grotendeels, maar niet volledig aan de 1e criterium van Kornai.

• Is de rol van de Staat in het resource management en de productiebeslissingen minimaal? De olie - en gassector is de grootste sector in de Russische economie. De overheid controleert de olie en gas resources, en de investeringen in deze sector hebben geleid tot de ontwikkeling en oprichting van nieuwe grote staatsbedrijven. Het aandeel van staatsbeheerde industriële productie als een aandeel van het totaal is gezakt van 74.6% naar 2.5% tussen 1992 en 2000. 33.5% van de boerderijen zijn echter geprivatiseerd en 18.9% van het platteland was particulier eigendom.

• Wie of wat coördineert de economische beslissingen? Beslissingen over wat te produceren en hoe te produceren zijn meestal onafhankelijk van overheidscontrole. Een uitzondering zijn de beperkende arbeidswetten waardoor het moeilijk is om gespecialiseerde arbeiders te

importeren. Een andere uitzondering is de controle op de olie en gas resources.

• Harde budget constraints hebben de zachte vervangen waardoor wordt voldaan aan het derde criterium.

• Het vierde criterium is of de resources efficiënt worden verkregen? Arbeids – en

kapitaalmarkten zijn niet vatbaar voor overheidsbemoeienis. In beide markten is er sprake van een kleine hoeveelheid overheidsinvesteringen.

• Is de economie efficiënt? Efficiency wordt meestal vertaald in een normalisatie van de prijzen.

Dit is niet het geval in Rusland. Een onbehoorlijke infrastructuur levert bijvoorbeeld vaak problemen op voor producenten op het platteland. Er is sprake van lage werkloosheid (10- 11%), maar hoge underemployment. De lonen en pensioenen in de overheidssector zijn erg laag. Dit leidt tot een leegloop van talentvolle arbeiders uit deze sector. Wanneer men ook

(5)

rekening gaat houden met overheidszaken dan vormt de Index of Economic Freedom een belangrijke graadmeter van de economische efficiency. De Index of Economic Freedom plaatst landen op een nominale schaal van 1 (goed) tot 5 (slecht). In 1998 begon Rusland met een 4.28; in 2002 en 2004 een 3.7 (in 2003 was er sprake van een verslechtering). Rusland scoort negatief door de barrières in de kapitaalstromen. De fiscale druk van de regering, prijs – en loonliberalisatie, en lage overheidsbemoeienis waren de sterke punten van Rusland.

Een land dat uiteindelijk over wil gaan in een markteconomie moet zoveel mogelijk voldoen aan de criteria van Kornai, minimaal aan de punten 1 t/m 3. Rusland voldoet aan punt 3, maar mag op basis van punt 1 en 2 nog niet spreken van een markteconomie.

(6)

Bijlage 4: Interviewschema huidige strategische positie

Het doel van het vaststellen van het huidige strategische profiel is kort de belangrijkste kenmerken van de huidige situatie weer te geven; dit wordt ook wel situatieanalyse genoemd. In de praktijk is het nuttig gebleken in dit verband aandacht te besteden aan:

Hoe luidt de missie van de organisatie

Een missie definieert de reden van bestaan van een organisatie. De missie kan gedefinieerd worden rond de huidige activiteiten van de organisatie of rond de toekomstige activiteiten. Van oudsher formuleren bedrijven hun activiteiten in termen van producten of in technologische zin. Een

marktgerichte definitie valt echter te prefereren (Kotler). Deze geeft antwoord op de volgende vragen:

Wat is precies het activiteitenterrein van Bedrijf A afdeling X?

o Welke producten?

o Welke diensten?

o Welke markten?

Wie zijn de klanten van Bedrijf A afdeling X?

o Naam:

o Wat voor soort bedrijven (overheden, bedrijven,etc)?

Waarom is Bedrijf A afdeling X eigenlijk actief als organisatie?

Wat voor soort bedrijf is Bedrijf A afdeling X?

Waalewijn definieert de missie als bestaande uit de volgende onderdelen en daarmee samenhangend de vragen:

Waarom bestaat de onderneming? – doelstelling (zie boven)

Waar gelooft het bedrijf in/Wat vindt Bedrijf A afdeling X belangrijk? – waarden

Waarin blinkt Bedrijf A afdeling X uit? (concurrentievoordeel) – kracht

Hoe luidt de visie van Bedrijf A afdeling X?

De beste missies worden ingegeven door een visie. In de wetenschap wordt vaak het onderscheid gemaakt tussen de missie en de visie van een onderneming. Een missie geeft aan wat een onderneming op dit moment doet en de visie beschrijft wat de onderneming in de toekomst wil bereiken. Er bestaat een bepaalde relatie tussen de missie en de visie. De visie is het verschil tussen de huidige missie en de toekomstige missie.

Wat wordt het activiteitenterrein van Bedrijf A afdeling X in de toekomst?

• Nieuwe producten:

• Nieuwe diensten:

• Nieuwe markten:

Wie worden de nieuwe klanten van Bedrijf a afdeling X in de toekomst?

Waaraan moeten deze klanten voldoen?

Wat voor bedrijf wil Bedrijf A afdeling X in de toekomst zijn?

Waar wil Bedrijf A afdeling X in de toekomst in uit blinken?

Voor welke waardestrategie heeft Bedrijf A afdeling X gekozen?

Bedrijven kunnen diverse strategieën volgen om waarde te creëren voor hun klanten. Hoewel iedere strategie unieke elementen bezit kunnen we drie basisstrategieën onderscheiden (Treacy en

Wiersema):

1. uitmuntende operationele prestaties: Hierbij legt een bedrijf de nadruk op het optimaliseren van primaire processen.

2. productleiderschap: Hierbij creëert men waarde voor afnemers door voortdurend nieuwe producten te introduceren.

(7)

3. klantenintimiteit: Bedrijven die kiezen voor de strategie van

klantenintimiteit ontwikkelen hechte relaties met individuele klanten.

Welke van de drie bovenstaande basisstrategieën heeft Bedrijf A afdeling X gevolgd?

Hoe is dit precies vormgegeven?

Heeft Bedrijf A afdeling X op haar basisstrategieën een concurrentievoordeel?

Welke basisstrategie wil Bedrijf A afdeling X in de toekomst volgen?

Hoe moet dit worden vormgegeven?

Hoe kan de markt van Bedrijf A afdeling X worden afgebakend?

De reden van bestaan van een organisatie wordt omschreven in de missie. Van tijd tot tijd zal elke onderneming zich moeten bezinnen op de gekozen missie, alsmede op de daarmee samenhangende huidige en toekomstige activiteiten. Samenvattend kunnen we stellen dat markten gedefinieerd kunnen worden in termen van (Kotler):

• Producten, ook wel afnemerstechnologieën genoemd;

• Afnemersgroepen (segmenten);

• Afnemersbehoeften.

Producten, afnemersgroepen en afnemersbehoeften geven de begrenzing van het veld van strategische activiteiten genoemd.

Met welke producten en diensten houdt Bedrijf A afdeling X zich mee bezig?

Aan welke eisen moeten de producten / diensten voldoen?

Wat is het marktaandeel in de verscheidene producten en diensten?

Wat is de omvang, in waarde en in volume, van elk van deze producten en diensten binnen het bedrijf?

Voor welke afnemersgroepen levert Bedrijf A afdeling X?

Wat is de omvang, in waarde en in volume, van elk van deze afnemers binnen het bedrijf?

Op welke afnemersgroepen zou Bedrijf A afdeling X zich in de toekomst willen richten?

Op welke afnemersbehoeften richt Bedrijf A afdeling X zich?

Wat is het marktaandeel, in waarde en in volume, van elk van deze behoeften?

Op welke afnemersbehoeften zou Bedrijf A afdeling X zich in de toekomst willen richten?

Hoe waren de financiële resultaten van Bedrijf A afdeling X in de afgelopen jaren?

Het laatste element dat het huidige strategische profiel bepaalt, wordt gevormd door de (evaluatie van de) resultaten. Deze resultaten in termen van omzet, kosten, resultaat en winst geven een indicatie van de toestanden waarin Bedrijf A afdeling X in de verschillende product markt combinaties verkeert. Veranderingen in een van deze kengetallen kan een verandering in de markt aangeven.

Verder kunnen zij een indicatie zijn waarom sommige strategieën succesvol zijn geweest en of veranderingen in de huidige strategie nodig zijn.

Hoe zag het verloop in de afgelopen 3-5 jaar in achtereenvolgens de omzet, kosten, resultaat en winst eruit?

Bij het financieel beleid gaat het er ook om dat kan worden aangegeven wat de onderscheidende kenmerken zijn. Daarbij kan gedacht worden aan vermogensverkrijging, de hoogte van de kostprijs en de verhouding tussen vaste en variabele kosten. Verder kan het risico een factor zijn, denk aan grote projecten, valuta´s en kaspositie. Ook kan het belastingbeleid (gebruik maken van faciliteiten, subsidies) en het vermogensbeleid (verhouding vreemd/eigen vermogen) kunnen onderscheidende kenmerken zijn.

Wat zijn de onderscheidende kenmerken (positief/negatief) van Bedrijf A afdeling X op het gebied van het financiële beleid?

Conclusie: Financieel beleid is een sterkte/zwakte/normaal?

(8)

Bijlage 5: interviewschema’s interne analyse 1. Vragen interne analyse: Infrastructuur

Algemeen management

• Hoe zag het managementbeleid er de afgelopen jaren uit?

• Wie zijn er allemaal betrokken bij de strategische besluitvorming?

• Hoe was de kwaliteit van de strategische besluitvorming?

• Hoe was de kwaliteit van het management in het algemeen?

• Wat zijn de doelstellingen van het management m.b.t. Bedrijf A afdeling X?

• Zijn deze doelstellingen ambitieus te noemen?

• Hoe verloopt de communicatie tussen het hoger management en het lager management?

• Hoe ziet het management Bedrijf A afdeling X in de toekomst?

• Is zij het eens met eventuele veranderingen?

• Zijn er eventuele zwakke punten in het algemeen management?

• Wat zijn de sterke punten van het algemeen management?

• Onderscheidt het algemeen management zich van de concurrenten (concurrentievoordeel)?

Kwaliteitsbeheer

• Vormt kwaliteitsbeleid een integraal, alles omvattend, onderdeel van het totale beleid van Bedrijf A afdeling X?

• In hoeverre wordt de kwaliteit bepaald door de eisen van de klant en van het bedrijf?

• Wat zijn de kwaliteitseisen met betrekking op product/dienst, levering, kosten en service?

• Zijn er ook methoden aanwezig om kwaliteitsbeleid uit te voeren (werkoverleg, werving)?

• In hoeverre staat het belang van opleiden in verband met kwaliteitszorg?

• In hoeverre worden de medewerkers gemotiveerd om mee te denken over kwaliteitszorg?

• Vormt het milieu ook een onderdeel van het kwaliteitsbeheer?

Hoe worden kwaliteitsproblemen opgelost?

Wat zijn de sterke/zwakke punten op het gebied van kwaliteitsbeheer?

Is er sprake van een concurrentievoordeel?

• Hoe ziet het kwaliteitsbeheer er in de toekomst uit? (m.b.t. veranderingen) Hoe wil Bedrijf A afdeling X bijvoorbeeld kwaliteit uitstralen in de spotmarkt en transport?

Kan in de toekomst een concurrentievoordeel behaald worden m.b.t. kwaliteit?

Wat wordt belangrijker geacht: kostenbesparing of kwaliteit?

Cultuur

Is er sprake van een resultaat – of proces georiënteerde bedrijfsvoering?

Is er sprake van een medewerker – of functie georiënteerde bedrijfsvoering?

Is er sprake van een normatieve of een pragmatische instelling van de medewerkers?

Is er sprake van een open of een gesloten systeem?

Is er sprake van een losse of een strakke leiding?

Is er sprake van een brede (professionele) of een smalle (eigen terrein) bedrijfscultuur?

Structuur

Ligt de besluitvorming centraal of decentraal?

Is de besluitvormingsbevoegdheid georganiseerd op basis van functies, projecten?

Moet de structuur in de toekomst aangepast worden? Sterke en zwakke punten?

Zijn er ook bepaalde adviesorganen?

Hoe functioneren de volgende systemen binnen de huidige structuur?

o Beloningssystemen o Beslissingssystemen o Informatiesystemen o Communicatiesystemen

• Is er sprake van een concurrentievoordeel?

2. Vragen interne analyse: Service

• Hoe ziet de service voor de dienstverlening eruit?

(9)

• Hoe ziet de service tijdens de dienstverlening eruit?

• Hoe ziet de service na de dienstverlening eruit?

• Hoe gaat Bedrijf A afdeling X met klachtenbehandeling om?

• Wat zijn de belangrijkste punten van de Wet Productaansprakelijkheid?

• Welke onderscheidende kenmerken (zowel positief als negatief) bezit Bedrijf A afdeling X op het gebied van service?

• In hoeverre moet de service in de toekomst veranderd worden?

3. Vragen interne analyse: Marketing en verkoop

Hoe groot is de kennis van de markt en de doelgroepen?

Hoe groot is de merkbekendheid van Bedrijf A afdeling X?

Wat is de reputatie van Bedrijf A afdeling X?

Zijn er ook sterke en zwakke punten m.b.t. verkoop/marketing?

Is er ook sprake van een concurrentievoordeel?

Hoe moet de functie marketing/verkoop er in de toekomst uit zien?

Hoe ziet het productbeleid eruit?

Hoe ziet het prijsbeleid eruit?

Hoe ziet het promotiebeleid eruit?

4. Vragen interne analyse: Dienstverlening

Wat is het activiteitenterrein van Bedrijf A afdeling X?

• Wat wordt het activiteitenterrein van Bedrijf A afdeling X in de toekomst? Of wat moet het nieuwe activiteitenterrein van Bedrijf A afdeling X worden?

o Nieuwe diensten o Nieuwe markten o Nieuwe producten o Nieuwe klanten

Wat verwacht de klant van de dienstverlening?

In hoeverre wordt hieraan voldaan?

Wat zijn de (kwaliteit)doelen van de dienstverlening?

Is er sprake naar een groeiende vraag naar de diensten?

In welke fase verkeren de diensten (introductie, groei, volwassen, neerwaarts)?

Wat zijn de sterktes van de diensten van Bedrijf A afdeling X?

Wat zijn de zwaktes van de diensten van Bedrijf A afdeling X?

Waar ligt het concurrentievoordeel van Bedrijf A afdeling X in haar dienstverlening?

5. Vragen interne analyse: Human Resource Management

• In welke mate is er sprake van de volgende onderdelen?

o Werkzekerheid o Selectie in werving o Hoge lonen o Prestatiebeloning o Personeelsparticipatie o Informatiedeling

o Participatie en medezeggenschap o Teams en functie herontwerp

o Training en vaardighedenontwikkeling o Roulatie en multiskilling

o Symbolische gelijkheid

o Beperken van salarisverschillen o Promoties van binnenuit o Lange termijn perspectief o Meten van HR praktijken

o Overkoepelende management filosofie

• Wat is de doelstelling van het HRM beleid?

• Wat vindt het HRM belangrijk in haar bedrijfsvoering?

• Waarin blinkt het HRM in uit?

(10)

• Hoe wordt door het HRM beleid kwaliteit gewaarborgd?

• Zijn er veranderingen noodzakelijk bij het HRM c.q. personeel bij een eventuele uitbreiding?

• Is dit ook mogelijk of levert dat problemen op? Zo ja, welke?

• Wat zijn de sterktes van Bedrijf A afdeling X op het gebied van HRM c.q. personeel?

• Wat zijn de zwaktes van Bedrijf A afdeling X op het gebied van HRM c.q. personeel?

• Is er sprake van een concurrentievoordeel op het gebied van HRM c.q. personeel?

Tenderprocedure:

• Hoe ziet de tenderprocedure eruit? Welke fases zijn te onderscheiden?

• Welke sterke punten haalt Bedrijf A afdeling X naar voren toe tijdens een tenderprocedure?

• Op grond waarvan neemt een afnemer tijdens een tenderprocedure een keuze?

• Hoeveel ondernemingen dingen mee tijdens een tenderprocedure?

6. Vragen interne analyse: Inkoop

• Wat is de doelstelling van de afdeling inkoop?

• Wat vindt de afdeling inkoop belangrijk?

• Waarin blinkt de afdeling inkoop uit?

• Hoe wordt de kwaliteit gewaarborgd?

• Welke functies/activiteiten worden door de afdeling inkoop beheerd?

• Hoe ziet het inkooppakket eruit?

• Wat zijn de sterktes en zwaktes van de afdeling inkoop?

• Waar ligt het concurrentievoordeel?

• Is de afdeling inkoop klaar voor een eventuele uitbreiding?

1. Vragen interne analyse: Research and Development

• Hoe belangrijk is innoveren in de markt waar Bedrijf A afdeling X deel uit maakt?

• Is Bedrijf A afdeling X tijdig op de hoogte van de technische vernieuwingen van concurrenten?

• In hoeverre beschikt Bedrijf A afdeling X (ten opzichte van de concurrenten) over technische productsuperioriteit?

• In hoeverre voert Bedrijf A afdeling X (ten opzichte van de concurrenten) nieuwe producten of technologieën in?

• In hoeverre doet Bedrijf A afdeling X (ten opzichte van de concurrenten) aan onderzoek en productontwikkeling?

• In hoeverre maakt Bedrijf A afdeling X (ten opzichte van de concurrenten) gebruik van toepassingen van nieuwe technologieën met als doel een concurrentievoordeel te behalen?

• Onderhoudt de onderneming een netwerk met o.a. kennisinstituten?

• Wat zijn recente ontwikkelingen op het gebied van R&D binnen Bedrijf A afdeling X?

• Vindt er bij productontwikkeling ook overleg plaats met de klant?

• Moet R&D in de toekomst een grotere rol van betekenis spelen?

• Wat zijn de sterke punten van het R&D beleid van Bedrijf A afdeling X?

• Wat zijn de zwakke punten van het R&D beleid van Bedrijf A afdeling X?

• Heeft Bedrijf A afdeling X op technologisch gebied een concurrentievoordeel?

(11)

Bijlage 6: Interview schema’s externe analyse

Vragen leveranciers

• Welke leveranciers zijn er allemaal? En wat is hun aandeel in het proces?

• Beschrijf eens de afhankelijkheid van Bedrijf A afdeling X t.o.v. de leveranciers?

• Hoe ziet het programma van eisen eruit t.o.v. de leveranciers?

• Op grond waarvan worden de producten en leveranciers geselecteerd en gecontracteerd?

• Bezitten de leveranciers ook enige onderhandelingsmacht?

• Wat is de verhouding Westerse leveranciers en lokale leveranciers?

• Op het gebied van de relatie leverancier – Bedrijf A afdeling X, wat zijn de sterke punten?

• Op het gebied van de relatie leverancier – Bedrijf A afdeling X, wat zijn de zwakke punten?

• Op het gebied van de relatie leverancier – Bedrijf A afdeling X, is er ook sprake van een concurrentievoordeel?

Vragen concurrentie intensiteit

• Hoe groot is het aantal aanbieders op de supply markt van Bedrijf A afdeling X (concentratiegraad aanbieders)?

• Hoe groot is het aantal afnemers op de supply markt van Bedrijf A afdeling X (concentratiegraad afnemers)?

• Hoe ziet de kostenstructuur eruit in de supply markt van Bedrijf A afdeling X (verhouding vaste en variabele kosten)?

• Wat zijn de toe – en uittredingsbarrières van de supply markt?

• Is er ook sprake van een overcapaciteit op de supply markt?

• Hebben capaciteitsaanpassingen grote gevolgen voor een onderneming in de supply markt?

• Hoe groot is de samenwerkingsbereidheid binnen de supply markt?

• Is er veel bekend over marktaandelen, strategieën en doelstellingen van de concurrenten?

• Hoe groot is de dreiging van potentiële toetreders?

• Welke belemmeringen zijn er aanwezig voor diezelfde potentiële toetreders?

• Zijn er ook mogelijke substituten voor supply diensten?

• Hoe groot zijn de overstapkosten voor een afnemer (Klant A) om te veranderen van een supplier?

• Hoe groot is de kans dat een afnemer (Klant A) besluit om de supply diensten zelf uit te voeren?

• Hoe goed zijn afnemers (Klant A) geïnformeerd over de kostenopbouw van leveranciers (Bedrijf A afdeling X)

• Hoe conjunctuurgevoelig is de zoutwinning markt?

• Wie zijn de drie belangrijkste concurrenten van Bedrijf A afdeling X uit het onderstaande rijtje?

o Concurrent A

o Concurrent B o Concurrent C o Concurrent D o Concurrent E o Concurrent F o Concurrent G o Concurrent H o Concurrent I o Concurrent J

Questions customer analysis

• Based on which criteria does Customer A choose its suppliers for services?

• Can marketing play a role in its decision making?

• Why did Customer A choose Bedrijf A afdeling X as its supplier of its services?

• Which elements of the service of Bedrijf A afdeling X do you value most?

• What could be possible reasons Customer A will choose another supplier for its services?

• Could you name three suppliers of services besides Bedrijf A afdeling X?

• Which decision criteria is more important for Customer A: price or quality?

(12)

• Could you describe what you mean by quality?

• Do you believe in a long term relationship with your suppliers?

• Where should the relationship be built on?

What are unmet needs that you can identify when looking at the supply services?

Vragen concurrentieanalyse

• Wie zijn de belangrijkste concurrenten van Bedrijf A afdeling X?

• Hoe luidt de missie van de concurrent?

• Wat is de visie van de concurrent?

• Wat zijn de huidige strategieën van de concurrenten, en welke strategieën zijn in het verleden gevolgd?

• Wat is de bedrijfsgrootte, wat zijn de groeimogelijkheden en wat is de winstgevendheid van de concurrent?

• Welke kostenstructuur heerst er bij de concurrent?

• Welke beperkingen is er bij de concurrent om zich uit de bedrijfstak terug te trekken?

• Wat is de bedrijfscultuur bij de concurrent?

• Is de concurrent tevreden met de huidige positie?

• Welke strategische beslissingen van de concurrent liggen het meest voor de hand?

• Welke reactiepatronen van de concurrent mogen worden verwacht?

• Welke marketing strategieën gebruikt de concurrent?

• Wat zijn de zwakke punten van de concurrent?

• Wat zijn de sterke punten van de concurrent?

Vragen afnemer (relatiemarketing) Questions about the future of Russia:

¾ How does Customer A see the future of the Salt winning industry in Russia?

¾ Will the involvement of the subcontractors like A, B and C grow in the salt industry of Russia?

¾ At this moment the suppliers and their materials are contracted for several years by the companies. Is there a future for contracts for several days; the so called spot market?

¾ Does Customer A expect the entrance of new suppliers in the Russian Salt market?

¾ What are possible opportunities in the Russian Salt industry?

¾ What are possible threats in the Russian Salt industry?

Questions about quality of the supply services (tender procedures)

¾ What are the skills the supplier has to possess in order to be noticed by Customer A?

¾ How would Customer A define quality of the supply services?

¾ Suppose there are only two suppliers. One has his emphasis on reducing costs and so the quality is not so high and the other has his emphasis on quality and so the price is high.

Which of the two will Customer A choose as his supplier? And when the competition all chooses for the low cost supplier?

¾ How would you define a long-term relationship with an supplier?

¾ How important is the reputation of a supplier during a contract procedure?

¾ How important is the quality of a supplier during a contract procedure?

¾ How important is the price/costs of a supplier during a contract procedure?

¾ How important is the local content of a supplier during a contract procedure?

¾ How important is the financial position of a supplier during a contract procedure?

¾ One day your supplier decides not to supply you because of for example bad weather conditions. Do you appreciate it when they do try?

¾ Which of the following factors is the most important one? Also give the other ones a score.

o Local content o Quality o Costs o Reputation

o Listen to customer o Know how, experience o Other,……….

(13)

Questions about Bedrijf A afdeling X:

¾ What does Customer A appreciate the most about the services supplied by Bedrijf A afdeling X?

¾ What does Customer A appreciate the least about the services supplied by Bedrijf A afdeling X?

¾ What are possible points of improvement in the services supplied by Bedrijf A afdeling X?

¾ What are the strengths and weaknesses of Bedrijf A afdeling X?

¾ What are the strengths and weaknesses of Competitor A, a major competitor of Bedrijf A afdeling X?

¾ What is in your eyes the reputation of Bedrijf A afdeling X?

¾ What should Bedrijf A afdeling X do about their local content?

¾ When Bedrijf A afdeling X decides to cut in her quality in order to decrease her costs, what are the possibilities?

¾ Do you think Bedrijf A afdeling X always listens (enough) to Customer A?

¾ Which of the following strategies do you think Bedrijf A afdeling X follows?

o Strategy based on quality o Strategy based on innovation

o Strategy based on customer intimacy

¾ Which of the mentioned strategies above should Bedrijf A afdeling X in your eyes follow?

¾ Do you think Bedrijf A afdeling X has a competitive advantage?

(14)

Bijlage 7: Omgevingsanalyse Opleiding

De opleiding vormt een essentieel onderdeel om groei voor de lange termijn te bewerkstelligen. Door de overgang naar een vrije economie zijn er hernieuwde eisen gesteld aan het onderwijs. Er is

behoefte om de bestaande onderwijssysteem te hervormen om zodoende te voldoen aan de eisen van de vrije markteconomie. De Russische overheid is al begonnen, echter veel werk moet nog verzet worden om dit allemaal te bereiken. De overheid heeft ervoor gekozen om een effectieve en efficiënte onderwijssysteem te ontwikkelen welke inspeelt op de behoefte aan een langdurige ontwikkeling van Rusland.

De huidige prioriteiten van de overheid op het gebied van onderwijs bestaan onder andere uit de volgende aspecten: verbeteren efficiency op het verbruik van de resources; het versterken van het onderwijsmanagement; het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden die nodig zijn in de opkomende arbeidsmarkt; het aanmoedigen van privé-onderwijs; het trainen van onderwijzers en het aanleveren van boeken, materialen en uitrustingen om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen.

Arbeidsmarkt

Sinds 2002 heeft Rusland de methodologie van de ILO (International Labour Organisation) aangenomen om de werkloosheid te berekenen. In de tweede helft van 2002 bedroeg de

werkloosheid 8.3% van de beroepsbevolking; een daling vergeleken met dezelfde periode in 2001;

9.2% van de beroepsbevolking. Het beleid van de regering van importsubstitutie is vervangen door een beleid van labour substitutie. Dit houdt in dat buitenlandse investeerders die illegaal buitenlandse werknemers aannemen, gestraft zullen worden. Het resultaat van dit alles is dat de buitenlandse bedrijven gedwongen worden om aanzienlijke investeringen te doen in de training van Russische burgers en daarmee indirect het opleidingsysteem te subsidiëren. Echter, zelfs in deze situaties komen Westerse bedrijven bureaucratische obstakels tegen. Kleine bedrijven die proberen om mankracht en employment agencies op te zetten, soms met Westerse kapitaal en expertise, worden beperkt in hun werk door de bureaucratische verplichtingen en omkoperij die doorgedrongen zijn in het midden - en kleinbedrijf. Dit is erg frustrerend in een situatie waarin, volgens de Ministerie van Werk en Sociale Bescherming in de eerste 8 maanden van 2002, 282.000 mensen naar officiële arbeidsbureaus gingen op zoek naar werk. De issue van werkloosheid, job placement en training moet daarom positiever worden benaderd door de overheid.

Overige sociale problemen

In datzelfde onderzoek van de Research Centre, hebben vele Russen gewezen op de vele

maatschappelijke problemen die er in Rusland zijn. Dit terwijl de levensomstandigheden aanzienlijk beter zijn vergeleken met andere landen in de regio. Dit komt onder andere door de relatieve stabiliteit in zowel het interne als het externe beleid.

De burgers in Rusland vinden de volgende punten als belangrijke maatschappelijke problemen:

• Een gebrek aan sociale en rechterlijke consequenties wat corruptie kan veroorzaken.

• Slechte kwaliteit van publieke diensten, bureaucratie en afzetterij.

• Gebrek aan publieke controle over de officials.

• Steekpenningen in hogere instellingen, ziekenhuizen en scholen.

• Het niet uitvoeren van de arbeidswetgeving door werkgevers.

• Onduidelijkheid van burgers in hun eigen rechten.

• Een groot aantal dakloze mensen.

• Het negeren van de wet door officials.

• Onvoldoende prestaties van de controlerende instellingen.

• Het regelmatig veranderen van het parlement.

• Een niet goed en oneerlijke personeelsbezetting.

• Afname in onderwijsniveau welke resulteert in de mogelijkheid om diploma’s op te kopen.

• Gebrek aan een medisch en gezondheid verzekering.

• Verdeling van de maatschappij in twee delen: de wet gaat echter op voor alleen het armere deel.

• Corruptie.

De belangrijkste sociale problemen volgens de ondernemers zijn:

(15)

• Buitensporige belastingstarieven en accijnzen.

• Hoge interesttarieven op leningen.

• Slechte kwaliteit van publieke diensten in de industriële sector en de publieke sector.

• Gebrek aan publieke controle op de activiteiten van de Staat welke gerelateerd zijn op het management van de eigendom en tenders van de Staat.

• Imperfectie in de wetgeving (met technische procedures kan men elke wet omzeilen).

• Onevenredigheid in de staatsideologie.

• Hoge importcijfers (het is goedkoper om producten te importeren dan ze lokaal te produceren).

• Corruptie.

• Onrechtvaardige inflatie op de machinerieën van de Staat.

Culturele factoren

Door de Academy of Preventive Medicine is in 1999 een demografische en health survey uitgevoerd.

Daarin kwamen zij de volgende culturele kwesties tegen. Deze kwesties vormen niet zozeer een kans of een bedreiging voor Bedrijf A afdeling X, maar is wel iets waar zij rekening mee moet houden.

Discriminatie

In de grondwet staat dat iedereen gelijk is aan de wet. Niemand mag enige vorm van discriminatie op grond van afkomst, sociale positie, werk, status, geslacht, ras, nationaliteit, taal, religie, enz

ondergaan. De Russische overheid ondersteunt haar grondwet echter niet altijd even consistent. De overheid heeft in het verleden vaak de Russische mensen voorgetrokken op bijvoorbeeld het gebied van werkaanbod en privatisering. Verder worden Islamitische en Christelijke groepen af en toe lastig gevallen. Tenslotte zijn de rechten van de vrouw niet altijd even goed geregeld.

Demografische factoren

De Russische regering heeft ongeveer 5.4% van de GDP aan de gezondheidszorg uitgegeven. De gezondheidsindicatoren scoren laag. De leeftijdsverwachting was in 2002 gemiddeld 63.4: voor mannen 58 jaar en voor vrouwen 69 jaar. Het aantal doodgeboren kinderen ligt op gemiddeld 59 op de 1000 in 2002. De Russische overheid was niet in staat om de communistische gezondheidssysteem in stand te houden. Dit heeft niet alleen geleid tot een aanzienlijke verslechtering in de

gezondheidszorg maar ook tot een expansie in de private sector. De primaire gezondheidszorg is onderontwikkeld en minder dan 1% van de populatie had in 2000 een gezondheidsverzekering.

De zorgsector in Rusland is onderontwikkeld. Vooral het platteland heeft veel te leiden onder de val van een groot deel van de Sovjet zorgsysteem. Dit heeft ertoe geleid dat slechts 2/3 van de populatie toegang heeft tot medicijnen. De sector wordt gekenmerkt door onbekwaamheden welke voortkomen uit een gebrek aan investering en langzame hervormingen. De medische uitrusting is verouderd en bijna al het materiaal wordt verkregen via de import.

(16)

Bijlage 8: Opportunities for Dutch suppliers

Taking into consideration current purchasing trends and announcements related to future projects, the list of services with the most sales potential in Russia includes the following goods and services:

1. Geological exploration

¾ Organization of geological surveys

¾ Aerophotogrammetric surveys

¾ Mapping drilling

¾ Development of exploratory trenches and pits 2. Geophysics

¾ 2D & 3D seismological exploration

¾ Topogeodetic works

¾ Development of vertical seismic profiles

¾ Geophysical research of wells in open and closed shafts

¾ Well shooting

¾ Geological and technological research in the process of well drilling

¾ Interpretation of geophysical data

¾ Development of basic I, II and III class gravimetric networks

¾ Metrological survey of gravimeters 3. Hydrogeology

¾ Opening of water bearing horizons

¾ Mapping of the areas of underground waters possessing various chemical properties

¾ Development of projects for water intake wells 4. Drilling

¾ Construction of drilling sites

¾ Drilling of secondary shafts

¾ Impulsive mechanical drilling of small wells

¾ Vibratory drilling

¾ Column drilling

5. Laboratory studies

¾ Petrographic analysis

¾ Mineralogy analysis

¾ Spectrographic analysis

6. Research and data management

¾ Development of maps, 2D and 3D models

¾ Software development

¾ Field monitoring services

¾ Development of reports confirming the volume of resources, submission and approval of reports by the state officials

7. Logistics, transportation

¾ Transportation of drilling mud

¾ Transportation of spare parts for oil field equipment

¾ Catering services

¾ Housing and associated services 8. Construction, road construction

(17)

Bijlage 9: SWOT-matrix

De SWOT confrontatie bestaat uit enkele stappen. Deze stappen zullen hieronder worden beschreven.

1. Alle sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen uit het verslag worden herhaald;

2. Er zal gekeken worden of enkele sterktes met elkaar gecombineerd kunnen worden tot een overkoepelende sterkte. Hetzelfde gaat op voor de zwaktes, kansen en bedreigingen;

3. Vervolgens zal er gekeken worden of er ook kansen en bedreigingen geschrapt kunnen worden. Belangrijk hierbij is om na te gaan of Bedrijf A afdeling X invloed kan uitoefenen (middels een strategie) op diezelfde kansen en bedreigingen;

4. De overgebleven sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen zullen gecombineerd worden tot strategische opties.

5. Bij de verschillende combinaties zal er een onderscheid gemaakt worden tussen korte en lange termijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

worden die niet in een van deze groepen kunnen worden ingedeeld, zoals individuele boeren die incidenteel zelf een aandrijfriem afnemen bij Bedrijf X of een timmerman die

onderzoeksvraag luidt als volgt: “Hoe kan een publieke organisatie tijdens het inkoopproces van een IT-Outsourcingproject ervoor zorgen dat de kans op toekomstig opportunistisch

Vanuit de literatuur moet er gekeken worden naar hulpmiddelen die invloed uit kunnen oefenen om het product van meer ‘waarde’ te laten voorzien aangezien er op

Daarnaast moet ook de data die gebruikt wordt als input voor het model worden getoetst op validiteit, evenals dat de uitkomsten van het model te maken hebben met het doel van

Deze wordt genomen op basis van de totale kosten omdat bedrijf X na de beslissing alle kosten in de tool zet zodat de CPU berekend kan worden.. Hiermee wordt bedoeld

In deze paragraaf wordt gekeken naar de grootste verschillen tussen de situatie bij de aanbieders van Self Storage en de huidige situatie bij Bedrijf x.. Momenteel wordt er

Om na te gaan hoe Bedrijf A Afdeling X moet inspelen op haar huidige en potentiële afnemers moet er gekeken worden naar het profiel van Klant A?. Vervolgens wordt er gekeken

De eerste dimensie gaat over het feit dat Jumbo Supermarkten aangeeft dat de leveranciers die geen Category Captain zijn, geen inzicht krijgen in de data op filiaalniveau in