• No results found

1.1: Organogram UMCG B 1: O UMCG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "1.1: Organogram UMCG B 1: O UMCG"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

B

IJLAGE

1:

O

RGANOGRAM

UMCG

EN RESULTATEN EERDER ONDERZOEK

(2)
(3)
(4)

B

IJLAGE

2:

C

ODELIJST EN

B

ESCHRIJVING AFDELINGEN

2.1: Codelijst

1 Standaardisatie van werkprocessen 2 Onderlinge afstemming

2.1 Gestructureerde overdrachtsmomenten 2.2 Niet gestructureerde overdrachtsmomenten 2.3 Multidisciplinaire overdrachtsmomenten 2.4 Schriftelijke overdrachtsmomenten

3 Supervisie / Verticale aansturing

3.1 Planning van de supervisie 3.2 Eigen patiënten supervisor?

3.3 Afspraken over aanvragen supervisie 3.4 Taken, vaardigheden, bevoegdheden 3.5 Supervisie op externe overdrachten 3.6 Supervisie op interne overdrachten 4 Wensen van de afdeling

4.1 Informatieoverdragende functie bij de overdracht 4.2 Onderwijzende functie bij de overdracht

4.3 Sociale functie bij de overdracht 5 Input variëteit

6 Atmosfeer

6.1 Atmosfeer / Cultuur

6.2 FONA-afhandeling / klachten 7 Overlegvormen

7.1 Redenen voor bepaalde overlegvormen Groen = meegenomen in dit onderzoek

(5)

2.2: Beschrijving afdelingen ANESTHESIOLOGIE

Anesthesiologie is het medisch specialisme dat zich bezighoudt met het stabiliseren van lichaamsfuncties, met verdoving en narcose bij chirurgische ingrepen en met pijnbestrijding in het algemeen. De Anesthesist is betrokken bij de zorg voor patiënten voor, tijdens en na een operatie. Hij zorgt ervoor dat de patiënt voor de operatie in optimale conditie is en kiest in overleg met de patiënt de meest geschikte verdovingsvorm. Tijdens de operatie bewaakt de Anesthesist samen met de Anesthesiologiemedewerkers de lichaamsfuncties van de patiënt. Na de operatie verzorgt hij de pijnbestrijding. De Anesthesist behandelt samen met andere specialisten patiënten die op de Intensive Care liggen. Hij is verantwoordelijk voor de beademing, pijnbestrijding en bloedsomloop van de patiënten. De Anesthesist behandelt verder patiënten die chronische pijn hebben als gevolg van bijvoorbeeld kanker of reuma (www.umcg.nl, 2005).

Op de afdeling Anesthesiologie werken 40 anesthesiologen, 30 arts-assistenten in opleiding tot Anesthesist en 120 Anesthesiologiemedewerkers. Per jaar vinden er ongeveer 15.000 operaties plaats (www.umcg.nl, 2005). Het gros van de patiënten die door een anesthesist behandeld worden, zijn echter door een andere afdeling opgenomen, waardoor de afdeling geen “eigen bedden” heeft. Aangezien voor dit onderzoek gewerkt is met ontslagdiagnoses, is het niet mogelijk gebleken om de input variëteit voor deze afdeling te berekenen.

CHIC

De Chirurgische Intensive Care is een onderafdeling van de afdeling Heelkunde, maar is in dit onderzoek apart meegenomen, omdat de afdeling een geheel eigen karakter heeft. Op de Chirurgische Intensive Care kunnen twaalf patiënten tegelijkertijd behandeld worden. Per jaar worden er ongeveer zevenhonderd patiënten behandeld. De Chirurgische Intensive Care speelt een belangrijke rol in de transplantatiegeneeskunde in het ziekenhuis en biedt gespecialiseerde zorg aan traumapatiënten uit de regio. Op de Chirurgische Intensive Care worden onder andere patiënten van de specialismen: Hepatobiliaire Chirurgie, Abdominale Chirurgie, Traumatologie, Vaatchirurgie, Oncologie en Urologie behandeld (www.umcg.nl, 2005). De CHIC is een kleine afdeling, zowel wat betreft het aantal medewerkers als het aantal bedden, met relatief veel patiënten met complexe pathologie. De behandelingen zijn

uitsluitende klinisch, waarbij de patiënt door de ernst van de aandoening vaak langdurig op de afdeling verblijft.

(6)

DERMATOLOGIE

De afdeling Dermatologie onderzoekt en behandelt patiënten met alle soorten huidziekten. Dit gebeurt voornamelijk poliklinisch. Behandelingen die meer tijd kosten vinden plaats in het behandelcentrum op de polikliniek Dermatologie. Hier krijgen patiënten bijvoorbeeld lichttherapie, zwachtelbehandelingen met zalftherapie, dagbehandelingen en intensieve behandelingen met medicijnen. Patiënten met een zeer ernstige huidziekte kunnen voor behandeling worden opgenomen. De afdeling Dermatologie heeft hiervoor twaalf bedden tot haar beschikking (www.umcg.nl, 2005). De gemiddelde opnameduur van deze patiënten is lang.

Op de afdeling Dermatologie werken in totaal 80 medewerkers, waarvan 6 Dermatologen en 8 artsen in opleiding. Op de afdeling worden per jaar ongeveer 4900 nieuwe patiënten gezien. Rond de 200 mensen worden elk jaar opgenomen. Verder zijn er jaarlijks circa 13.000 herhalingsconsulten.

(7)

HEELKUNDE 2001/2003

Met ongeveer tweehonderd bedden is de afdeling Heelkunde één van de grootste afdelingen van het UMCG. De afdeling Heelkunde van het UMCG kent een aantal aandachtsgebieden: Traumatologie, Abdominale Chirurgie, Transplantatie en Orgaandonatie, Chirurgische Oncologie, Kinderchirurgie, Hepatobiliaire Chirurgie, Levertransplantatie en Vaatchirurgie. De afdeling Heelkunde is zowel in 2001 als in 2003 gevisiteerd. Hierdoor is de mogelijkheid ontstaan te kijken in hoeverre het gebruik van de coördinatiemechanismen en de input variëteit over de tijd constant is gebleven. Een grote fluctuatie zou er namelijk op kunnen duiden dat de berekening van de variabelen sterk afhankelijk is van een momentopname. Ondanks het feit, dat de afdeling Heelkunde in 2003 anders gestructureerd was dan in 2001, bleek het gebruik van de coördinatiemechanismen ongeveer gelijk gebleven evenals de input variëteit. Dit is gunstig voor de betrouwbaarheid van het onderzoek.

De input variëteit op de afdeling Heelkunde is vrij hoog. Op de afdeling Heelkunde zijn per jaar ongeveer 55.000 poliklinische bezoeken, worden ongeveer 7000 ingrepen verricht en zijn er meer dan 1000 dagbehandelingen. De opnameduur van de patiënten is gemiddeld.

KINDERGENEESKUNDE

Kindergeneeskunde is het medisch specialisme dat zich bezigt met onderzoek en behandeling van patiënten in de leeftijd van nul tot ongeveer 18 jaar. De Kinderarts behandelt niet alleen kinderen die een ziekte of aandoening hebben. Ook kinderen bij wie de normale ontwikkeling of groei verstoord is of dreigt te raken, worden onderzocht en behandeld door de kinderarts (www.umcg.nl, 2005).

Werkterrein Kindergeneeskunde

De kindergeneeskunde beslaat de gehele Interne Geneeskunde van het kind. Er zijn dan ook veel deelspecialismen binnen het specialisme te onderscheiden. Binnen het UMCG zijn dat:

- Algemene Kindergeneeskunde - Cardiologie (hart)

- Endocrinologie (hormonen)

- Gastroenterologie (maag, darm, lever) - Infectieziekten

- Intensive Care - Longziekten

(8)

- Metabole ziekten (stofwisseling) - Nefrologie (nieren)

- Neonatologie (pasgeborenen)

- Oncologie/Hematologie (kanker/ bloed)

- Reumatologie (chronische gewrichtsziekte reuma)

De kinderkliniek beschikt over vier verpleegafdelingen (M1, M2, M3 en M4) en twee intensive care-afdelingen (IC Kinderen en IC Neonatologie). De vier verpleegafdelingen van de Beatrix Kinderkliniek verlenen klinische zorg aan de patiënten van Kindergeneeskunde. De afdelingen KNO, Neurologie, Orthopedie en Oogheelkunde hebben ook bedden op de verpleegafdelingen van de Kinderkliniek. Kinderen die in acute levensbedreigende situatie verkeren gaan naar de IC Kinderen. Pasgeboren kinderen in een gelijke situatie gaan naar de IC Neonatologie (www.umcg.nl, 2005).

In 2002 bezochten 22.000 kinderen de kinderpoliklinieken. Er werden 800 patiënten op de oncologische dagbehandeling behandeld. Op de verpleegafdelingen van de Kinderkliniek werden in totaal 2.700 kinderen opgenomen die daar in totaal 29.000 dagen waren opgenomen (www.umcg.nl, 2005).

KNO

Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO) is het medisch specialisme dat zich bezighoudt met aandoeningen en ziekten van keel, neus en oren. Minder bekend is dat het specialisme zich ook bezighoudt met aandoeningen van de hals- en speekselklieren, afwijkingen in de slokdarm, duizeligheidsklachten en evenwichtsstoornissen, allergieën van de bovenste luchtwegen en communicatieve stoornissen (www.umcg.nl, 2005).

De afdeling KNO van het UMCG heeft een eigen polikliniek. Hier vinden de meeste onderzoeken en een aantal behandelingen plaats. De afdeling beschikt over een eigen verpleegafdeling, waar dertig KNO-patiënten opgenomen kunnen worden. Op de kinderkliniek zijn ook vier bedden voor KNO-patiënten beschikbaar.

De KNO-arts doet het medisch onderzoek van het hoofd-halsgebied. Sommige aanvullende onderzoeken, zoals evenwichts-, gehoor-, stem- en taalonderzoek, worden door paramedisch personeel verricht. Bijvoorbeeld door leden van het Communicatieve Stoornissen KNO-team (CSK-team). Dit team bestaat naast een KNO-arts uit een Audioloog, een Orthopedagoog, een Spraakpatholoog en een coördinator. Het team wordt ondersteund door een Logopedist en een Akoepedist. De KNO-arts stuurt ook patiënten door naar de afdeling Radiologie voor het maken van röntgenfoto’s en naar verschillende laboratoria voor bloed- en weefselonderzoek (www.umcg.nl, 2005).

(9)

In 2002 bezochten 6.123 mensen de KNO-polikliniek voor de eerste keer. In totaal werden er 24.605 patiënten gezien. Verder werden 876 mensen in dagbehandeling geholpen en 3.445 mensen werden in het operatiecentrum behandeld. Op de verpleegafdeling van KNO werden in totaal 1.407 mensen opgenomen (www.umcg.nl, 2005). Opvallend is de hoge input variëteit.

LONGZIEKTEN

De afdeling Longziekten is een onderafdeling van Interne Geneeskunde. De Longafdeling heeft meerdere poliklinieken. Er is een algemene polikliniek Longziekten, een polikliniek Longoncologie, een polikliniek Longtransplantatie en er zijn speciale spreekuren voor patiënten met Cystic Fibrosis. Ook heeft de afdeling een polikliniek en een verpleegafdeling voor patiënten met tuberculose. Deze verpleegafdeling is gevestigd op locatie Beatrixoord. Hier is ook een afdeling Longrevalidatie waar patiënten met chronische longziekten als COPD en Astma terechtkunnen. Het Centrum voor Thuisbeademing (CTB) van het UMCG valt ook onder de verantwoordelijkheid van de afdeling Longziekten. Het CTB geeft patiënten met ademhalingsproblemen ondersteuning zodat ze thuis kunnen blijven wonen. Het centrum stelt ademhalingsapparatuur beschikbaar en verzorgt de medische, verpleegkundige en technische begeleiding van patiënten die thuis worden beademd (www.umcg.nl, 2005). De afdeling Longziekten beschikt verder over een endoscopie- en behandelcentrum waar patiënten door de longarts worden onderzocht en behandeld. Ook is er een longfunctiecentrum waar uitgebreid onderzocht kan worden hoe de longen van een patiënt functioneren. Verspreid over meerdere verpleegafdelingen heeft de afdeling bedden waar longpatiënten worden

verpleegd.

De afdeling is wat betreft het aantal artsen middelgroot en heeft verspreid over

verpleegafdelingen zo’n veertig bedden (www.umcg.nl, 2005). Op de afdeling vindt een mix van poliklinische en klinische zorg plaats, waarbij de gemiddelde opnameduur lang is.

(10)

MAAG DARM LEVER

Ook de afdeling Maag Darm Lever is een onderafdeling van de Algemene Interne. Deze afdeling houdt zich bezig met ziekten van het maagdarmkanaal, de lever, de galwegen en de alvleesklier. De afdeling behandelt bijvoorbeeld patiënten met de Ziekte van Crohn

(chronische ontsteking van de dikke en dunne darm), Hepatitis, Galblaasstenen en kanker aan het maag-darmstelsel (www.umcg.nl, 2005)

De input variëteit is voor deze afdeling relatief hoog. Maag Darm Lever is wat betreft het aantal medewerkers een middelkleine afdeling en wat betreft het aantal bedden een kleine afdeling. Op de afdeling wordt een mix van klinische en poliklinische behandelingen gegeven waarbij de opnameduur gemiddeld is.

MONDZIEKTEN

Mondziekten is een tandheelkundig specialisme. Het specialisme richt zich op de behandeling van afwijkingen en letselschade (bijvoorbeeld ontstaan door een ongeval) aan mond en kaken. Ook richt het specialisme zich op de behandeling van de weke delen van de mond, zoals de huid, slijmvliezen en speekselklieren.

Het werkterrein van een Mond- en Kaakchirurg bevindt zich op het raakvlak van de tandheelkunde en de geneeskunde. Zowel een huisarts als een tandarts kan patiënten doorverwijzen naar de afdeling. De Mond- en Kaakchirurg werkt nauw samen met tandheelkundigen: Tandartsen en Orthodontisten.

Het specialisme Kaakchirurgie vormt de kern van de afdeling. Alle patiënten worden eerst gezien op de polikliniek Kaakchirurgie. Daarna worden patiënten eventueel verder onderzocht en behandeld bij een van de andere onderdelen van de afdeling. Bijvoorbeeld bij Oncologie

(11)

(kanker), Traumatologie (letsel) of Mondhygiëne. Binnen de verschillende onderdelen wordt vaak nauw samengewerkt met andere specialismen. Zo wordt bijvoorbeeld binnen de

Oncologie nauw samengewerkt met Keel-, Neus- en Oorheelkunde, Plastische Chirurgie en Interne Geneeskunde in de werkgroep Hoofd-Hals Oncologie (www.umcg.nl, 2005). In 2004 werden 433 patiënten opgenomen op de afdeling Mondziekten die gemiddeld 5,8 dagen in het ziekenhuis verbleven. 9.274 patiënten bezochten de polikliniek voor de eerste keer en er werden er 422 patiënten behandeld in dagbehandeling (www.umcg.nl, 2005). De afdeling Mondziekten is qua medewerkers een middelgrote afdeling, maar heeft slechts weinig bedden, doordat veel patiënten poliklinisch behandeld worden en de opnameduur bij opname bovendien kort is.

NEFROLOGIE

Nefrologie maakt in het UMCG onderdeel uit van de Interne Geneeskunde. Bij het

specialisme Nefrologie staat het functioneren van de nieren centraal. De afdeling behandelt patiënten met nierproblemen als nierstenen, niercysten (holtes) en nierontstekingen. Ook patiënten die een kunstnier, nierdialyse of een niertransplantatie nodig hebben worden hier behandeld (www.umcg.nl, 2005).

De afdeling Nefrologie is een klein-middelgrote afdeling qua werkzame artsen. Wat betreft het aantal bedden is het een kleine afdeling. De afdeling werkt voornamelijk poliklinisch. De gemiddelde opnameduur van patiënten is kort.

(12)

NEUROLOGIE

Neurologie is het medisch specialisme dat zich bezighoudt met de diagnose en de behandeling van de ziekten van het zenuwstelsel (hersenen, ruggenmerg en perifere zenuwen) en de

spieren, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Ziektebeelden die op de afdeling Neurologie behandeld worden zijn bijvoorbeeld: Epilepsie, Multiple Sclerose, Parkinson, Dementie, spierziekten en hersentumoren. Patiënten met een beroerte (CVA: Cerebro Vasculair Accident), zware hersenschudding of coma worden opgenomen op de verpleegafdeling van Neurologie.

De afdeling Neurologie van het UMCG beschikt over twee verpleegeenheden voor volwassen patiënten. Kinderen met een neurologische aandoening worden opgenomen op één van de verpleegeenheden van de Beatrix Kinderkliniek (de kinderafdeling van het UMCG). Patiënten met een neurologische aandoening die intensieve bewaking en verzorging nodig hebben, worden opgenomen op de Neuro-Intensive Care. Patiënten die voor het eerst op de afdeling Neurologie komen, komen op het algemene Neurologische spreekuur. Naast dit algemene spreekuur zijn er gespecialiseerde poli’s, onder meer voor Multiple Sclerose, spierziekten, bewegingsstoornissen en kinderneurologie.

De afdeling Neurologie is een middelgrote afdeling waar een mix van poliklinische en klinische zorg wordt verleend. De patiënten die opgenomen worden verblijven gemiddeld langdurig op de afdeling.

NEUROCHIRURGIE

Het terrein van de Neurochirurgie omvat het centrale zenuwstelsel, dat zijn de hersenen en het ruggenmerg, maar ook hun benige omhulsels. Verder omvat de Neurochirurgie het terrein van het perifere zenuwstelsel, dat zijn bijvoorbeeld de zenuwen die naar de ledematen verlopen. De Neurochirurg behandelt dus de aandoeningen van het zenuwstelsel die voor chirurgisch ingrijpen toegankelijk zijn. Dit zijn over het algemeen geen ziekten die het zenuwstelsel op meerdere plaatsen treffen, maar aandoeningen die plaatselijk zijn en daardoor chirurgisch verholpen kunnen worden, zoals een tumor of een vaatafwijking op een bepaalde plaats die verwijderd kan worden, een zenuw die op een bepaalde plaats is doorgesneden en gehecht kan worden (www.neurochirurgie-zwolle.nl).

De afdeling Neurochirurgie is een kleine afdeling wat betreft het aantal artsen. Doordat veel patiënten echter opgenomen worden en gemiddeld langdurig op de afdeling verblijven, zijn er echter relatief veel bedden op de afdeling.

(13)

OBSTETRIE EN GYNAECOLOGIE

De specialismen Obstetrie, Gynaecologie en Voortplantingsgeneeskunde vormen in het UMCG samen één afdeling. Obstetrie is het specialisme dat zich richt op zwangerschap en bevalling. Het is ook wel bekend onder de naam Verloskunde. Gynaecologie is het

specialisme dat zich bezighoudt met aandoeningen en afwijkingen van de vrouwelijke

geslachtsorganen. Het specialisme is ontstaan vanuit de Chirurgie. Een Gynaecoloog verricht dan ook zelf de operatieve ingrepen op zijn vakgebied. Hij voert bijvoorbeeld zelf operaties uit waarbij de baarmoeder wordt verwijderd. Voortplantingsgeneeskunde is het specialisme dat zich richt op menselijke voortplanting (www.umcg.nl, 2005).

De afdeling Obstetrie en Gynaecologie van het UMCG is verdeeld in twee onderafdelingen, namelijk onderafdeling Obstetrie en onderafdeling Gynaecologie. Aangezien deze twee onderafdelingen een geheel eigen karakter hebben en er voldoende gegevens over beide afdelingen voorhanden was, zijn deze twee onderafdelingen als zelfstandige entiteiten behandeld. In onderstaand schema staan de verschillende contingentiefactoren per onderafdeling uitgewerkt.

(14)

OOGHEELKUNDE

Oogheelkunde is het specialisme dat zich bezigt met het onderzoek en de behandeling van afwijkingen van het oog en stoornissen in het gezichtsvermogen. Patiënten worden naar Oogheelkunde verwezen door huisartsen en door oogartsen. Ook worden veel patiënten doorverwezen door specialisten in het UMCG (www.umcg.nl, 2005).

De afdeling Oogheelkunde is een kleine wat betreft het aantal artsen een middelkleine afdeling, qua bedden een kleine afdeling. Veel behandelingen zijn dan ook poliklinisch, daarnaast is de gemiddelde opnameduur van de opgenomen patiënten gering.

In 2004 bezochten 7.500 patiënten voor het eerst de polikliniek Oogheelkunde. Er werden in totaal 34.000 consulten gegeven op de polikliniek. Op de verpleegafdeling werden 760 oogheelkundige patiënten opgenomen, met een gemiddelde opnameduur van 2,8 dagen. In totaal ondergingen 1.900 patiënten een ingreep in dagbehandeling en werden er 3.100 operatieve oogheelkundige ingrepen uitgevoerd (www.umcg.nl, 2005).

ORTHOPEDIE

Orthopedie is het medisch specialisme dat zich bezigt met aandoeningen aan het steun- en bewegingsstelsel. Het steun- en bewegingsstelsel bestaat uit botten, gewrichten, spieren, pezen en banden. Veel patiënten hebben pijnklachten en beperkingen van het steun- en bewegingsstelsel. Deze klachten kunnen aangeboren zijn of verworven. De meeste patiënten op de afdeling Orthopedie worden poliklinisch behandeld. De patiënten die een operatieve behandeling nodig hebben, kunnen deze op de Operatieve Dagbehandeling of op het Operatiecentrum ondergaan (www.umcg.nl, 2005).

De afdeling beschikt over één verpleegafdeling, waar 32 patiënten kunnen worden

opgenomen. De afdeling laat zeer regelmatig bij patiënten röntgenfoto’s, MRI’s, EMG’s en CT-scans maken. Dit gebeurt op de afdeling Radiologie. Op basis van deze onderzoeken kan de orthopeed een diagnose stellen. De afdeling Orthopedie werkt nauw samen met

Sportgeneeskunde en met de afdelingen Revalidatie, Reumatologie, Neurochirurgie,

Traumatologie en het Instituut voor Bewegingswetenschappen. Ook neemt de afdeling deel aan vele multidisciplinaire samenwerkingsverbanden, zoals de werkgroep Diabetische Voet, het Reumaspreekuur, de Oncologische bespreking en het Spina Bifida spreekuur

(www.umcg.nl, 2005).

Op de afdeling Orthopedie werken naast het afdelingshoofd nog 7 Orthopedisch Chirurgen, 9 arts-assistenten, vier wetenschappelijk onderzoekers en 3 Nurse Practitioners. Er werkt een Orthopedisch instrumentenmaker en een Orthopedisch schoenmaker. In totaal werken er op

(15)

de afdeling Orthopedie 70 mensen (waarvan de helft in deeltijd). Op de polikliniek komen jaarlijks 17.000 patiënten, hiervan komt een derde deel voor de eerste keer en tweederde deel voor controle. Per jaar worden 1200 patiënten opgenomen. Op de operatieve dagbehandeling worden 600 patiënten geopereerd. Per jaar krijgen 180 patiënten een nieuwe heup en ongeveer 100 patiënten een nieuwe knie (www.umcg.nl, 2005).

PLASTISCHE CHIRURGIE

Plastische Chirurgie is het medisch specialisme dat zich bezigt met het operatief herstellen van vorm en functie van het lichaam. Hierbij gaat het om herstel van aangeboren of verkregen afwijkingen en verminkingen of gebreken. Voorbeelden van vormherstellende operaties zijn de reconstructie van de lip bij een hazenlip (Schisis) of de reconstructie van de borst (na het verwijderen van een gezwel). Een voorbeeld van een functieherstellende operatie is het opheffen van de buigstand van de vingers, zoals bij de Ziekte van Dupuytren. Aan de handen worden veel plastisch-chirurgische ingrepen verricht. Handchirurgie is daarmee een

belangrijk deelgebied van de Plastische Chirurgie.

Plastische Chirurgie houdt zich ook bezig met esthetische Chirurgie. Een voorbeeld van een esthetische operatie is een facelift of een ooglidcorrectie.

In 2001 bezochten bijna tweeduizend patiënten voor de eerste keer de polikliniek Plastische Chirurgie en werden ruim vijfhonderd patiënten opgenomen. Verder werden er bijna

drieduizend verrichtingen gedaan, waarvan het grootste deel op het Operatiecentrum. De overige werden gedaan op het Operatieve Dagbehandelingscentrum en op het Functiecentrum.

(16)

REVALIDATIE

Revalidatiegeneeskunde is het medisch specialisme dat zich bezighoudt met de (te

verwachten) gevolgen van ziekte, aandoening of ongeval. Ze maken gebruik van maatregelen op medisch, sociaal, psychologisch en arbeidstechnisch terrein om ervoor te zorgen dat de patiënt zo goed mogelijk kan functioneren (www.umcg.nl, 2005).

Op het spreekuur van de Revalidatiearts komen patiënten met chronische ziekten of aandoeningen van het houdings- en bewegingsapparaat (bijvoorbeeld beroerte, Multiple Sclerose, amputatie, pijn en dwarslaesie), maar ook slachtoffers van ernstige ongevallen. Van veel van deze ziekten en aandoeningen kunnen patiënten niet volledig genezen en zijn er blijvende gevolgen die het dagelijks functioneren beïnvloeden. Er zijn dan verschillende maatregelen nodig om de gevolgen van de ziekte zoveel mogelijk te verminderen

(www.umcg.nl, 2005).

Bij een revalidatietraject kunnen verschillende professionals betrokken zijn: Revalidatiearts, Psycholoog, Orthopedagoog, Orthopedisch instrumentmaker, Orthopedisch schoenmaker, verpleegkundige, Fysiotherapeut, Ergotherapeut, Logopedist, Psychomotore therapeut, Creatief therapeut, Maatschappelijk werk(st)er, Arbeidsdeskundige en anderen.

Op locatie UMCG wordt vooral diagnostisch onderzoek verricht en behandeling in de vroege fase uitgevoerd. De revalidatieartsen van het Centrum voor Revalidatie houden meer dan 25 verschillende spreekuren in samenwerking met meer dan tien verschillende medisch

specialismen. Het voordeel van deze zogenaamde ‘multidisciplinaire spreekuren’ is dat de patiënt minder doorverwezen hoeft te worden, omdat hij tegelijk door meerdere medisch specialisten wordt onderzocht. Naast de revalidatiestaf werken er op locatie UMCG enkele paramedische disciplines. Dit zijn fysiotherapie, ergotherapie, logopedie en verschillende psychosociale disciplines (www.umcg.nl, 2005).

De afdeling Revalidatie is een kleine afdeling qua artsen en heeft zelf geen bedden tot haar beschikking. Alle behandelingen zijn dan ook poliklinisch.

(17)

B

IJLAGE

3:

R

ESULTATEN KWANTITATIEF ONDERZOEK

Fig. 3.1: Correlatiematrix: input variëteit en onderlinge afstemming

Input variëteit Onderlinge afstemming Pearson Correlation 1 ,770(**) Sig. (1-tailed) ,000 Input variëteit N 16 16 Pearson Correlation ,770(**) 1 Sig. (1-tailed) ,000 Onderlinge Afstemming N 16 18

** Correlation is significant at the 0.01 level (1-tailed).

Fig. 3.2a: Correlatiematrix: grootte van de afdeling in bedden en onderlinge afstemming

Grootte van de afdeling in aantal bedden Onderlinge afstemming Correlation Coefficient 1,000 ,181 Sig. (1-tailed) . ,236

Grootte van de afdeling in aantal bedden N 18 18 Correlation Coefficient ,181 1,000 Sig. (1-tailed) ,236 . Onderlinge afstemming N 18 18

Fig. 3.2b: Regressieanalyse - samenvatting

Model R R Square Adjusted R Square Std. Error of the Estimate

1 ,414(a) ,171 ,061 ,71053

a Predictors: (Constant), bed3, bed2

b Dependent Variable: Onderlinge afstemming

Fig. 3.2c: Coëfficiëntenmatrix

Unstandardized Coefficients

Standardized Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 3,127 ,225 13,919 ,000

bed2 ,051 ,367 ,034 ,139 ,891

1

bed3 ,955 ,550 ,421 1,735 ,103

a Dependent Variable: Onderlinge afstemming

Fig. 3.2d: Correlatiematrix: grootte van de afdeling in FTE en onderlinge afstemming

Grootte van de afdeling in FTE Onderlinge afstemming Correlation Coefficient 1,000 ,255 Sig. (1-tailed) . ,153

Grootte van de afdeling in FTE

N 18 18

Correlation Coefficient ,255 1,000

Sig. (1-tailed) ,153 .

Onderlinge Afstemming

(18)

Fig. 3.2e: Regressieanalyse - samenvatting

Model R R Square Adjusted R Square Std. Error of the Estimate

1 ,542(a) ,294 ,142 ,67896

a Predictors: (Constant), fte3, fte2, fte1 b Dependent Variable: Onderlinge afstemming

Fig. 3.2f: ANOVA-test

Model

Sum of

Squares df Mean Square F Sig.

Regression 2,685 3 ,895 1,941 ,169(a)

Residual 6,454 14 ,461

1

Total 9,138 17

a Predictors: (Constant), fte3, fte2, fte1 b Dependent Variable: Onderlinge afstemming

Fig. 3.2g: Coëfficiëntentest

Unstandardized Coefficients

Standardized Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 3,243 ,257 12,638 ,000

fte1 -,472 ,398 -,297 -1,187 ,255

fte2 ,203 ,426 ,119 ,477 ,640

1

fte3 ,839 ,544 ,370 1,541 ,146

a Dependent Variable: Onderlinge afstemming

Fig. 3.3a: Correlatiematrix: opnameduur en onderlinge afstemming

Opnameduur Onderlinge afstemming Correlation Coefficient 1,000 -,171 Sig. (1-tailed) . ,249 Opnameduur N 18 18 Correlation Coefficient -,171 1,000 Sig. (1-tailed) ,249 . Onderlinge Afstemming N 18 18

Fig. 3.3b: Regressieanalyse - samenvatting

Model R R Square Adjusted R Square Std. Error of the Estimate

1 ,295(a) ,087 -,035 ,74584

a Predictors: (Constant), Opnameduur

Fig. 3.3c: Coëfficiëntentest

Unstandardized Coefficients

Standardized Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 3,238 ,304 10,633 ,000

Turnover2 ,276 ,431 ,183 ,642 ,531

1

Turnover3 -,238 ,431 -,157 -,552 ,589

(19)

Fig. 3.4: Correlatiematrix: poliklinische patiënten en onderlinge afstemming Verhouding klinisch - poliklinisch Onderlinge afstemming Correlation Coefficient 1,000 -,177 Sig. (1-tailed) . ,241 Verhouding klinisch - poliklinisch N 18 18 Correlation Coefficient -,177 1,000 Sig. (1-tailed) ,241 . Onderlinge Afstemming N 18 18

Fig 3.5a: Correlatiematrix: input variëteit en directe supervisie

Input variëteit Supervisie

Correlation Coefficient 1,000 -,158 Sig. (1-tailed) . ,280 Input variëteit N 16 16 Correlation Coefficient -,158 1,000 Sig. (1-tailed) ,280 . Supervisie N 16 18

Fig 3.5b: Correlatiematrix: input variëteit en supervisie actief - passief

Input variëteit Supervisie actief versus passief Correlation Coefficient 1,000 ,432(*) Sig. (1-tailed) . ,048 Input variëteit N 16 16 Correlation Coefficient ,432(*) 1,000 Sig. (1-tailed) ,048 .

Supervisie actief versus passief

N 16 18

* Correlation is significant at the 0.05 level (1-tailed).

Fig 3.6a: Correlatiematrix: grootte van de afdeling in bedden en directe supervisie

Input variëteit

Supervisie actief versus passief

Correlation Coefficient 1,000 -,314

Sig. (1-tailed) . ,103

Grootte van de afdeling in aantal bedden N 18 18 Correlation Coefficient -,314 1,000 Sig. (1-tailed) ,103 . Supervisie N 18 18

* Correlation is significant at the 0.05 level (1-tailed).

Fig 3.6b: Kruskal Wallis test

Grootte van de afdeling naar

aantal bedden N Mean Rank

gering tot 30 bedden 11 11,14

midden 30-100 5 7,30 meer dan 100 2 6,00 Supervisie Total 18

(20)

Fig 3.6c Correlatiematrix: grootte van de afdeling in bedden en supervisie actief - passief Grootte van de afdeling in aantal bedden Supervisie actief versus passief Correlation Coefficient 1,000 -,144 Sig. (1-tailed) . ,285

Grootte van de afdeling in aantal bedden

N 18 18

Correlation Coefficient -,144 1,000

Sig. (1-tailed) ,285 .

Supervisie actief versus passief

N 18 18

Fig 3.6d Correlatiematrix: grootte van de afdeling in FTE en directe supervisie

Grootte van de afdeling in aantal bedden Supervisie actief versus passief Correlation Coefficient 1,000 -,182 Sig. (1-tailed) . ,235

Grootte van de afdeling in aantal bedden

N 18 18

Correlation Coefficient -,182 1,000

Sig. (1-tailed) ,235 .

Supervisie actief versus passief

N 18 18

Fig 3.6e: Kruskal Wallis test

Grootte van de afdeling in FTE N Mean Rank

klein 7 10,57 klein-middel 5 8,60 middelgroot 4 10,50 Supervisie groot 2 6,00 Total 18

Fig 3.6f Correlatiematrix: grootte van de afdeling in FTE en supervisie actief - passief

Grootte van de afdeling in aantal bedden Supervisie actief versus passief Correlation Coefficient 1,000 -,021 Sig. (1-tailed) . ,468

Grootte van de afdeling in aantal bedden

N 18 18

Correlation Coefficient -,021 1,000

Sig. (1-tailed) ,468 .

Supervisie actief versus passief

N 18 18

Fig 3.7a: Correlatiematrix: opnameduur van de patiënten en directe supervisie

Opnameduur Supervisie Correlation Coefficient 1,000 -,021 Sig. (1-tailed) . ,467 Opnameduur N 18 18 Correlation Coefficient -,021 1,000 Sig. (1-tailed) ,467 . Supervisie N 18 18

(21)

Fig 3.7b: Kruskal Wallis toets

Opnameduur N Mean Rank

kort minder 5 dagen 6 11,17

midden 5-10 dagen 6 6,42

lang meer dan 10 dagen 6 10,92

Supervisie

Total 18

Fig 3.7c: Correlatiematrix: opnameduur van de patiënten en supervisie actief - passief

Opnameduur Supervisie Correlation Coefficient 1,000 -,208 Sig. (1-tailed) . ,203 Opnameduur N 18 18 Correlation Coefficient -,208 1,000 Sig. (1-tailed) ,203 .

Supervisie actief versus passief

N 18 18

Fig 3.8: Correlatiematrix: input variëteit en standaardisatie van werkprocessen

Input variëteit Standaardisatie van Werkprocessen Correlation Coefficient 1,000 -,280 Sig. (1-tailed) . ,156 Input variëteit N 16 15 Correlation Coefficient -,280 1,000 Sig. (1-tailed) ,156 . Standaardisatie van Werkprocessen N 15 17

Fig 3.9a: Correlatiematrix: grootte van de afdeling in bedden en st. van werkprocessen

Input variëteit Standaardisatie van Werkprocessen Correlation Coefficient 1,000 -,117 Sig. (1-tailed) . ,327 Input variëteit N 18 17 Correlation Coefficient -,117 1,000 Sig. (1-tailed) ,327 . Standaardisatie van Werkprocessen N 17 17

Fig 3.9b: Correlatiematrix: grootte van de afdeling in FTE en st. van werkprocessen

Grootte van de afdeling in FTE Standaardisatie van Werkprocessen Correlation Coefficient 1,000 -,351 Sig. (1-tailed) . ,083

Grootte van de afdeling in FTE

N 18 17 Correlation Coefficient -,351 1,000 Sig. (1-tailed) ,083 . Standaardisatie van Werkprocessen N 17 17

(22)

Fig 3.9c: Kruskal Wallis toets

Grootte van de afdeling in FTE N Mean Rank

klein 6 10,75 klein-middel 5 9,10 middelgroot 4 8,38 groot 2 4,75 Standaardisatie van Werkprocessen Total 17

Fig 3.10: Correlatiematrix: opnameduur van de patiënten en st. van werkprocessen

Opnameduur Standaardisatie van Werkprocessen Correlation Coefficient 1,000 -,407 Sig. (1-tailed) . ,053 Opnameduur N 18 17 Correlation Coefficient -,407 1,000 Sig. (1-tailed) ,053 . Standaardisatie van Werkprocessen N 17 17

Fig. 3.11: Correlatiematrix: aantal poliklinische behandelingen en st. van werkprocessen

Verhouding klinisch - poliklinisch Standaardisatie van Werkprocessen Correlation Coefficient 1,000 ,650(**) Sig. (1-tailed) . ,002 Verhouding klinisch - poliklinisch N 18 17 Correlation Coefficient ,650(**) 1,000 Sig. (1-tailed) ,002 . Standaardisatie van Werkprocessen N 17 17

** Correlation is significant at the 0.01 level (1-tailed).

Fig. 3.12: Correlatiematrix: type afdeling st. van werkprocessen

Snijdend - Niet-snijdend Standaardisatie van Werkprocessen Correlation Coefficient 1,000 ,252 Sig. (1-tailed) . ,164 Snijdend - Niet-snijdend N 18 17 Correlation Coefficient ,252 1,000 Sig. (1-tailed) ,164 . Standaardisatie van Werkprocessen N 17 17

(23)

Input variëteit Grootte van de afdeling in FTE Grootte van de afdeling in bedden Verhouding klinisch – poliklinisch Opname-duur Snijdend - Niet-snijdend Correlation Coefficient 1,000 Sig. (2-tailed) . Input variëteit N 16 Correlation Coefficient ,162 1,000 Sig. (2-tailed) ,550 . Grootte van de afdeling in FTE N 16 18 Correlation Coefficient ,185 ,554(**) 1,000 Sig. (2-tailed) ,493 ,009 . Grootte van de afdeling in aantal bedden N 16 18 18 Correlation Coefficient -,095 -,284 -,410(*) 1,000 Sig. (2-tailed) ,726 ,127 ,045 . Verhouding klinisch - poliklinisch N 16 18 18 18 Correlation Coefficient -,191 ,062 ,236 -,711(**) 1,000 Sig. (2-tailed) ,479 ,404 ,173 ,001 . Opnameduur N 16 18 18 18 18 Correlation Coefficient -,190 -,181 ,097 ,179 -,411 1,000 Sig. (2-tailed) ,481 ,237 ,351 ,478 ,090 . Snijdend - Niet-snijdend N 16 18 18 18 18 18

Fig. 3.13: Correlatiematrix contingentiefactoren ** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed). * Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed).

Onderlinge afstemming Supervisie Supervisie actief – passief Standaardisatie. van Werkprocessen Correlation Coefficient 1,000 Sig. (1-tailed) . Onderlinge afstemming N 18 Correlation Coefficient ,029 1,000 Sig. (1-tailed) ,455 . Supervisie N 18 18 Correlation Coefficient ,526(*) ,551(**) 1,000 Sig. (1-tailed) ,012 ,009 .

Supervisie actief versus passief N 18 18 18 Correlation Coefficient -,358 -,099 -,161 1,000 Sig. (1-tailed) ,079 ,353 ,269 . Standaardisatie van Werkprocessen N 17 17 17 17

Fig. 3.14: Correlatiematrix coördinatiemechanismen * Correlation is significant at the 0.05 level (1-tailed). ** Correlation is significant at the 0.01 level (1-tailed).

(24)

Gestructureerde mondelinge overdracht Niet-gestructureerd mondelinge overdracht Multi-disciplinaire overdracht Schriftelijke overdracht Correlation Coefficient ,609(**) -,055 ,545(*) ,403 Sig. (1-tailed) ,006 ,422 ,014 ,068 Input variëteit N 16 15 16 15 Correlation Coefficient ,385 -,178 ,222 -,302 Sig. (1-tailed) ,057 ,255 ,188 ,120

Grootte van de afdeling in FTE

N 18 16 18 17

Correlation Coefficient ,608(**) -,345 ,029 -,113

Sig. (1-tailed) ,004 ,095 ,455 ,333

Grootte van de afdeling in aantal bedden N 18 16 18 17 Correlation Coefficient -,375 -,266 ,203 ,331 Sig. (1-tailed) ,063 ,160 ,209 ,097 Verhouding klinisch - poliklinisch N 18 16 18 17 Correlation Coefficient ,161 ,147 -,448(*) -,326 Sig. (1-tailed) ,261 ,293 ,031 ,101 Opnameduur N 18 16 18 17 Correlation Coefficient -,066 -,241 -,123 -,199 Sig. (1-tailed) ,397 ,184 ,314 ,222 Snijdend - Niet-snijdend N 18 16 18 17

Fig. 3.15: Correlatiematrix contingentiefactoren en items onderlinge afstemming ** Correlation is significant at the 0.01 level (1-tailed).

* Correlation is significant at the 0.05 level (1-tailed).

Gestructureerde mondelinge overdracht Niet-gestructureerde mondelinge overdracht Multi-disciplinaire overdracht Schriftelijke overdracht Correlation Coefficient 1,000 -,227 ,044 ,194 Sig. (1-tailed) . ,199 ,432 ,228 Gestructureerde mondelinge overdracht N 18 16 18 17 Correlation Coefficient -,227 1,000 ,179 ,446(*) Sig. (1-tailed) ,199 . ,254 ,048 Niet-gestructureerde mondelinge overdracht N 16 16 16 15 Correlation Coefficient ,044 ,179 1,000 ,301 Sig. (1-tailed) ,432 ,254 . ,120 Multi-disciplinaire overdracht N 18 16 18 17 Correlation Coefficient ,194 ,446(*) ,301 1,000 Sig. (1-tailed) ,228 ,048 ,120 . Schriftelijke overdracht N 17 15 17 17

Fig. 3.15: Correlatiematrix items onderlinge afstemming ** Correlation is significant at the 0.01 level (1-tailed). * Correlation is significant at the 0.05 level (1-tailed).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hierbij delen wij u mede dat tegen ons besluit van 9 maart 2004 inhoudende het oordeel dat voor de uitvoering van verbeteringswerkzaamheden van de gezette steenbekleding van

Uiterlijk per 1 april 2013 wordt de vrije inloop beperkt ten faveure van het werken op afspraak.. Dat heeft grote gevolgen voor

نيخدتلا لا حمسي يف طقف نيخدتلاب كياودرود عقوم يف حمسي .هطيحم يف وأ انافشتسم يف نيخدتلاب نلآا دعب يعقوم يف تارايسلا فوقو ناكم نإ .)ىفشتسملا لباقم( جراخلا

W razie pytań, które pojawią się po przeczytaniu niniejszej broszury, w trakcie pobytu w szpitalu, pacjent może zwrócić się z nimi do pielęgniarki.. W przypadku skarg lub

Kardiyak izleme bölümünde geçerli olan ziyaret saatleri, diğer hasta bakımı bölümlerinden farklıdır... Her gün saat 13.00-19.30 arasında ziyaretçi

Wij vragen u om na het verlof voor 22:00 uur weer op de afdeling terug te zijn, tenzij we dit anders met u hebben afgesproken.. Verlof kan op verschillende manieren in de

Omdat op de Acute Opname Afdeling patiënten voor diverse specialismen worden opgenomen, kan het zijn dat u allerlei artsen zien maar nog niet uw arts. Dit heeft te maken met de

De aanvraag voor een vergunning tot het plaatsen van een terras dient schriftelijk (op papier of digitaal) ingediend te worden aan de hand van het aanvraagformulier bij het college