• No results found

Vraag nr. 204van 12 juni 1996van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 204van 12 juni 1996van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 204 van 12 juni 1996

van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Biënnale van Venetië – Communautair dispuut

Volgens La Libre Belgique van zaterdag 25 mei en Le Soir van 28 mei laatstleden is minister Jean-Pierre Grafé van de Franse Gemeenschap geschokt omdat de minister afgesloten akkoorden niet zou respecteren en de communautaire vrede in gevaar zou brengen door toch aanwezig te willen zijn op de Biënnale van Vene-tië, terwijl dit jaar de Franse Gemeenschap de inzen-dingen dient te verzorgen. Minister Grafé zou de com-missaris van de Biënnale, de Belgische minister van Buitenlandse Zaken en Vlaams minister-president Luc Van den Brande aangeschreven hebben met het ver-zoek verantwoording af te leggen.

Is er inderdaad sprake van een inbreuk op de commu-nautaire vrede in deze zaak ?

Hoe zit de vork in de steel ?

Neemt Vlaanderen, zoals de heer Grafé vreest, de "Belgische" zetel in ten nadele van de Franse Gemeen-schap ?

Antwoord

Het Belgische paviljoen op de Biënnale van Venetië werd door de federale overheid in 1994 in onverdeeld-heid overgedragen aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschap. Voor het gebruik van het paviljoen geldt een beurtrol tussen de twee gemeenschappen. Volgens dit beurtsysteem komt het gebruik van het paviljoen nu aan de Franse Gemeenschap toe, vermits de Vlaamse Gemeenschap in 1991 aan de laatste archi-tectuurbiënnale deelnam. Over het alternerend gebruik van het paviljoen is er geen enkele discussie.

Over de eventuele aanwezigheid van een van de gemeenschappen buiten het paviljoen bestaan geen afspraken. Dit behoort dus tot het uitsluitende initia-tiefrecht van de betrokken gemeenschap.

De Biënnale van Venetië vormt, naast het vijfjaarlijkse Documenta in Kassel, het belangrijkste Europese forum voor hedendaagse beeldende kunstenaars. De Vlaamse regering hecht veel belang aan de internatio-nale uitwisseling en samenwerking binnen de kunsten-sector. Ze wil interessante mogelijkheden maximaal benutten om Vlaanderen mondiaal te profileren. De Vlaamse Gemeenschap tracht dan ook bij elke Biënna-le in Venetië vertegenwoordigd te zijn. Zo werd in 1990 het Palazzo Sagredo afgehuurd terwijl de Franse Gemeenschap het paviljoen gebruikte, en werd in 1993 en 1995 een gezamenlijke Vlaams-Nederlandse presen-tatie gebracht in het klooster San Francesco della Vigna.

Voor de Architectuurbiënnale die van september tot november van dit jaar loopt, was het de bedoeling om een verplaatsbare constructie van de befaamde Vlaam-se architect Stéphane Beel naar Venetië te brengen. In deze constructie zou recente kwaliteitsvolle architec-tuur uit Vlaanderen worden getoond. Als locatie werd de open ruimte tussen het Belgische en Nederlandse

paviljoen voorgesteld. In 1995 kon het Groothertog-dom Luxemburg van deze open ruimte gebruik maken. Aan de organisatoren van de Biënnale en aan de stad Venetië werd de toelating gevraagd om dit project te realiseren. Door de Franse Gemeenschap werd hierte-gen officieel protest aangetekend bij de organisatoren, met de bedoeling de Vlaamse aanwezigheid te verhin-deren. Op basis daarvan besliste de directie van de Biënnale om het project van de Vlaamse Gemeenschap niet in aanmerking te nemen.

Minister Picqué, bevoegd voor het cultuurbeleid bin-nen de Franse Gemeenschap, werd door mij van onze plannen op de hoogte gebracht. Volgens zijn antwoord negeert ons voorstel het principe van de afgesproken beurtrol. De voorgestelde formule zou verwarring scheppen, zowel bij de organisatoren als bij het publiek.

In een schrijven aan Vlaams minister-president Luc Van den Brande deelt minister Grafé volledig de ziens-wijze van zijn collega Picqué. Hij vindt dat de Vlaamse Gemeenschap geen toegang mag krijgen tot de ten-toonstellingstuin (de Giardini).

Het spreekt vanzelf dat ik de meningen van de minis-ters Picqué en Grafé niet deel. Het protest van de Fran-se Gemeenschap tegen dit artistiek kwaliteitsvol pro-ject stemt tot nadenken. De houding van de Franse Gemeenschap druist in tegen het goede nabuurschap dat we nastreven in Venetië.

De dynamiek van de staatshervorming brengt immers mee dat Vlaanderen en de Franse gemeenschap zich als autonome entiteiten naast mekaar – en dus niet tegen mekaar – kunnen voorstellen op het internationale forum. Het is in deze geest dat de samenwerking voor het gemeenschappelijke gebruik van het paviljoen dient te verlopen.

Mijn diensten hebben ondertussen alle mogelijkheden onderzocht om alsnog op een andere locatie in Venetië onze tentoonstelling te kunnen tonen. Tot nu toe werd geen andere locatie gevonden. De voorbereidingstijd is wellicht te krap. Daarenboven mag de relevantie van een presentatie buiten het officiële Biënnale-program-ma in vraag worden gesteld. Niettemin zal de Vlaamse Gemeenschap aanwezig zijn op de Biënnale door het Jaarboek Architectuur Vlaanderen te promoten tijdens de openingsdagen in september en via Internet. Het jaarboek zal ook ter beschikking zijn in de boekhandel van de Biënnale, die zich schuin tegenover ons pavil-joen in de Giardini bevindt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Welke maatregelen zijn reeds uitgewerkt om de provincie Vlaams-Brabant en de gemeenten via hun eigen structuurplan in te schakelen en in te passen in een beleid dat de

Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger ongetwijfeld weet, hebben de decreten die in deze materies door het Vlaams Parlement worden goedgekeurd territoriaal enkel werking in

Deze werkwijze betekent niet dat een moratorium is ingevoerd op het aansnijden van woonreserve- en woonuitbreidingsgebieden, maar wel dat bij de behoeftebepaling op

Als deze inventaris is opgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 januari 1980 betreffende de inventaris van onbebouwde perce- len in

van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Huisvestingsbeleid Rand – Sociale verhuurkantoren De provincie Vlaams-Brabant heeft reeds de wens uit- gesproken om ter bestrijding

In een Europees kader worden om de vijf jaar korte visuele tellingen gehouden waarbij het verkeer wordt opgedeeld in enkele categorieën.. Deze tel- posten bevinden

In antwoord op mijn schriftelijke vraag van 28 maart 1996 zei de minister dat er geen specifieke inventaris bestaat van het aanbod van bouw- en woongelegenhe- den in

De Vlaam- se regering stelt anderzijds in haar regeringsverklaring dat de niet-bebouwde ruimte in de brede Vlaams-Bra- bantse rand rond Brussel maximaal moet worden