Vraag nr. 266 van 28 juni 1996
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Verstedelijking Rand – Beheersing woonreservegebie-den
De toenemende verstedelijking bedreigt vooral de Vlaams-Brabantse rand rond Brussel ; daarenboven is er de problematiek van de sociale verdringing.
1. Heeft de Vlaamse regering reeds initiatieven genomen om een moratorium op woonreserve en woon -uitbreidingsgebieden op te leggen in een aantal Vlaams- Brabantse gemeenten, en om i n deze gemeenten een prioritair wooninbreidingsbeleid te voeren ?
2. Heeft de Vlaamse regering reeds stappen gezet om in een aantal Vlaams-Brabantse gemeenten zelf alle woonreservegebieden in handen te krijgen ? Antwoord
1. Zowel het aansnijden van woonreservegebieden als van woonuitbreidingsgebieden moet het voorwerp uitmaken van een woonbehoeftestudie op gemeen-telijk niveau.
Een richtlijn van 27 september 1993 aan de Arohm (administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen) bepaalt de modaliteiten hiervan. Op 14 december 1995 is deze richtlijn bevestigd en werd een coördinatie van deze woonbehoeftestudies op het niveau van de afdeling Ruimtelijke Planning doorgevoerd.
Deze werkwijze betekent niet dat een moratorium is ingevoerd op het aansnijden van woonreserve- en woonuitbreidingsgebieden, maar wel dat bij de behoeftebepaling op geen enkele wijze kan worden rekening gehouden met een verdere suburbanisatie vanuit Brussel of andere stedelijke gebieden. Bij het invullen van de woonbehoeften zal ook steeds voor-rang worden gegeven aan inbreidingsprojecten. 2. Het verwerven van gronden in woonzones door het
Vlaams Gewest zelf behoort niet tot mijn bevoegd-heid.