Vraag nr. 65 van 28 maart 1996
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH TF1 vs. kabelmaatschappijen – Stand van zaken In 1995 stak er een juridische storm op toen TF1 de rechtbank van koophandel te Brussel vatte met een vraag om de kabelmaatschappijen in Vlaanderen te verplichten TF1 te blijven uitzenden, ondanks het feit dat het hier om een particuliere commerciële zender gaat en die normalerwijze uitzendrechten moet betalen aan de kabelmaatschappijen.
Wat is de stand van zaken in de juridische afwikkeling van dit dossier ?
Heeft dit dossier gevolgen voor andere commerciële zenders ?
Heeft dit dossier en de afwikkeling ervan ook gevolgen voor de kostprijs van het TV-abonnement ?
Antwoord
De rechtbank van koophandel van Brussel heeft bij vonnis van 12 januari 1996 beslist dat de beslissing van de Vlaamse kabelmaatschappijen om TF 1 niet meer door te geven, een inbreuk vormt op artikel 86 van het EU-verdrag (verbod misbruik machtspositie).
De kabelmaatschappijen hadden tot de stopzetting van het doorgeven van TF 1 beslist zich steunend op artikel 7 van het kabelcontract. Volgens dit artikel zijn de kabelmaatschappijen ertoe gehouden voor 1995 een bedrag van 539 frank per abonnee aan de rechthebben-den te betalen, tenzij het gemiddelde abonnee-inkomen zo laag is dat 15 % ervan minder dan 539 frank bedraagt. In dat geval kunnen de kabelmaatschappijen beslissen 15 in plaats van 16 programma's door te geven.
Het omroepprogramma voor TF1 zou enkel worden doorgegeven wanneer door de omroep rechtstreeks met de rechthebbenden een regeling met betrekking tot de auteursrechten wordt getroffen.
De rechtbank van koophandel argumenteerde onder meer dat de auteursrechten door de kabelmaatschap-pijen aan de rechthebbenden moeten worden betaald en dat ze niet op de betrokken omroepen kunnen wor-den verhaald, wat de bedoeling van de bestrewor-den beslis-sing was.
De kabelmaatschappijen hebben tegen de uitspraak van de rechtbank van koophandel ondertussen beroep aangetekend.
Indien de kabelmaatschappijen verplicht zouden wor-den om zelf de kabelrechten te betalen voor alle omroepprogramma's die ze nu doorgeven, zou de abonnee het slachtoffer worden omdat de kabelmaat-schapijen wellicht niet anders zullen kunnen dan die extra uitgaven aan hun klanten door te rekenen. De omroepen die niet in het kabelakkoord zijn opge-nomen, betalen nu immers zelf de rechten voor het doorgeven via de kabel.
