Vraag nr. 115 van 12 maart 1996
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH BLOSO en VZW Clearing House – Kritiek Rekenhof Het Rekenhof heeft vastgesteld dat de VZW Clearing House van het Bloso een personeelslid ter beschikking heeft gekregen, wat neerkomt op indirecte subsidiëring. Ook de kostprijs en de werkingskosten van een fotoco-pieermachine werden door Bloso ten laste genomen. Dit komt neer op indirecte subsidiëring en benadeling van andere verenigingen die niet dezelfde faciliteiten konden genieten.
Welke maatregelen heeft de minister ter zake reeds getroffen ?
Antwoord
De V Z W Clearing House werd opgericht in september 1973 door de Belgische overheden onder de bescher-ming van de Raad van Europa. Het Clearing House heeft als doel het verzamelen, analyseren en versprei-den van (beleids)informatie met betrekking tot de sport. Dienaangaande publiceert het Clearing House verschillende documenten (waaronder een viermaande-lijks Bulletin), verschaft het rapporten en bereidt het de verschillende activiteiten voor die op het program-ma staan van het Comité voor de Ontwikkeling van de Sport (CDDS) van de Raad van Europa.
Sinds haar ontstaan wordt het Clearing House gefinan-cierd door de drie gemeenschappen en de Raad van Europa via directe subsidies en indirect via het ter beschikking stellen van personeel en het op zich nemen van verschillende werkingskosten. Zo subsidieert Adeps door middel van 1 miljoen frank en neemt het de huur van de lokalen, het onderhoud, telefoon, tele-fax verwarming op zich.
Het Bloso subsidieert sinds 23 jaar, en dus lang voor de oprichting van het Bloso als Vlaamse openbare instel-ling, het Clearing House als Bond voor Vormingswerk en dit volgens het koninklijk besluit van 28 april 1965. In uitvoering van een vroegere ministeriële beslissing (De Backer-Van Ocken) werd sinds 1978 een perso-neelslid ter beschikking gesteld en werden de kosten van een fotocopieermachine ten laste genomen. De raad van bestuur van het Bloso heeft de problema-tiek in dat verband zoals gesteld door het Rekenhof besproken en is van mening dat voor alle toegekende subsidies een decretale regeling moet worden uitge-werkt. Het is dan ook de bedoeling om voor deze speci-fieke gevallen de nodige maatregelen te treffen (decre-tale en andere), teneinde tegemoet te komen aan de opmerkingen van het Rekenhof.