Vraag nr. 114 van 12 maart 1996
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Toepassing taalwetgeving – Dienstorder Vlaams-Bra-bant
Bij beslissing van de bestendige deputatie van de pro-vincie Vlaams-Brabant van 31 augustus 1995, werd een strikte toepassing van artikel 35 paragraaf 1 van de taalwetgeving goedgekeurd.
Deze dienstorder nummer 7 van de provincie Vlaams-Brabant lijkt inderdaad niet alleen duidelijk te zijn, maar ook een correcte toepassing in te houden van de taalwetgeving in de gehele provincie Vlaams-Brabant. In het verleden werd reeds herhaaldelijk gewezen op het feit dat zelfs eigen diensten van de Vlaamse Gemeenschap blijkbaar onkundig zijn van de taalwet-geving zoals ze van kracht is, onder meer in Vlaams-Brabant en meer specifiek in de faciliteitengemeenten in de Vlaams-Brabantse rand.
Kent de minister de boven aangehaalde beslissingen van de bestendige deputatie van Vlaams-Brabant ? Heeft de Vlaamse regering reeds gelijkaardige initiatie-ven genomen ?
Antwoord
Ik kan het Vlaams parlementslid meedelen dat de bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant inderdaad in zitting van 24 augustus 1995 een tekst goedkeurde betreffende de toepassing van de taalwet-geving in de provincie Vlaams-Brabant.
Deze tekst werd als dienstorder meegedeeld aan het personeel van de provincie.
Wat de gelijkaardige initiatieven van de Vlaamse rege-ring betreft, verwijs ik naar de dienstorder 86/4 van 18 juli 1986 die steunt op de beslissing van de Vlaamse regering van 25 juni 1986 (VE/PV/1986/31-punt 6). Momenteel wordt een actualisering van de voormelde dienstorder 86/4 voorbereid.