• No results found

Vraag nr. 111van 28 maart 1996van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 111van 28 maart 1996van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 111 van 28 maart 1996

van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Onderwijs Vlaams-Brabant – Staf-leerlingenratio Er bestaan speciale normen voor het Nederlandstalig onderwijs in Brussel.

Vastgesteld wordt dat meer en meer Nederlandstalige scholen in Vlaanderen zelf worden geconfronteerd met anderstaligen.

Het betreft hier zowel allochtonen als autochtonen. Heeft de minister reeds initiatieven genomen om spe-ciale staf-leerlingennormen voor het basis- en secundair onderwijs in Vlaams-Brabant in te voeren ?

Zo ja, wat zijn de financiële implicaties hiervan ? Welke uitvoering heeft de minister tot op heden gege-ven aan de regeringsverklaring inzake Vlaams-Brabant, waar gesteld werd : "Met het oog op het handhaven van een kwaliteitsonderwijs voor Nederlandstaligen in de Rand, zullen scholen met een groter aantal anders-taligen projectmatig ondersteund worden, teneinde reële integratiekansen te bieden" (Stuk 10 (BZ 1995) – Nr. 1, blz. 13) ?

Antwoord

Op dit ogenblik is er binnen de Vlaamse regering een werkgroep de problematiek m.b.t. de anderstaligen in Vlaams-Brabant aan het onderzoeken, namelijk de per-manente administratieve werkgroep voor beleid naar de gemeenten met een bijzonder taalstatuut. Het gaat hier om een interdepartementale werkgroep.

Ook in het departement Onderwijs zijn er gemengde werkgroepen aan het werken rond deze problematiek. Tot dusver werden er in deze werkgroepen nog geen definitieve conclusies getrokken.

Momenteel lopen reeds een aantal projecten ter onder-steuning om de integratiekansen van anderstaligen te vergroten, met name de extra-lestijden “onderwijsvoor-rang” en de extra-lestijden voor anderstalige nieuwko-mers in het basisonderwijs, de extra-uren “leraar onderwijsvoorrang” en de organisatie van een onthaal-jaar voor anderstalige nieuwkomers in het secundair onderwijs. Via de projecten “zorgverbreding” in het basisonderwijs kunnen aan scholen extra-lestijden wor-den toegekend ten behoeve van kinderen met ontwik-kelings- en leermoeilijkheden. Het spreekt vanzelf dat leerlingen die het Nederlands nauwelijks of niet beheersen ipso facto tot de doelgroep behoren waar-voor deze extra-lestijden bestemd zijn.

Het is evenwel de bedoeling om op termijn de boven-vermelde ondersteuningsprojecten tot één geheel om te vormen om te komen tot voorwaardelijke projectfinan-ciering, om de noden van alle kinderen met leermoei-lijkheden op te vangen.

Ten slotte wil ik er nog op wijzen dat de problematiek die door het Vlaams parlementslid wordt geschetst niet alleen eigen is aan Vlaams-Brabant, maar ook elders opduikt, voornamelijk rond de taalgrens. Het invoeren

van gunstigere normen in alle scholen waar autochtone anderstaligen worden opgevangen, zal alleszins een belangrijke impact hebben.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aanvullend op dit koninklijk besluit heeft de raad van bestuur van het Bloso op 17 juni 1992 een specifieke reglementering goedgekeurd betreffende de erkenning en de subsidiëring van

Het door de Raad van Bestuur van Bloso op 17 juni 1992 goedgekeurde specifieke reglement over de erkenning en de subsidiëring van de Bonden voor vormingswerk is

Artikel 36, paragraaf 2 van het decreet van 18 decem- ber 1991 betreffende het bestuurlijk beleid schrijft voor dat de Vlaamse Gemeenschap bepaalde roerende en onroerende goederen

Tot op heden geldt voor het Bloso het koninklijk besluit (KB) van 28 april 1965 als wettelijke basis voor het toekennen van subsidies voor activiteiten die de propaganda

In haar memorandum aan de Vlaamse regering van 20 september 1995 pleit de bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant voor het opzetten van een inventarisatieproject inzake

Voor de aanwerving van contractueel personeel voor bijkomende of specifieke opdrachten kan, in toepassing van artikel XIV 6 van het Vlaams personeelsstatuut, het

Elke codeur beschikt over codeerinstructies die wor- den aangepast en/of aangevuld wanneer de reglemente- ring wijzigt of wordt uitgebreid, of wanneer principiële beslissingen

Met name wordt ervoor gepleit om na te gaan, in samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap en in ruim overleg met de sector zelf, welk aanbod er op dit ogenblik is