• No results found

Vraag nr. 69 van 29 november 2001 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 69 van 29 november 2001 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 69

van 29 november 2001

van de heer JOHAN MALCORPS Umicore Hoboken – Milieu

In de onmiddellijke omgeving van Umicore (Ho-boken) werden bij de laatste V M M-d e p o s i t i e m e-tingen opnieuw hoge dioxinewaarden gemeten (VMM : Vlaamse Milieumaatschappij). Ook de problemen van lood in het bloed van de kinderen van Moretusburg raken niet opgelost. Het loodge-halte in het bloed van de kinderen daalt minder snel dan gehoopt. Aangezien het schooltje op Mo-retusburg gesaneerd werd en ook de ertshopen vlakbij de wijk op het fabrieksterrein zelf ver-plaatst werden, moet de verklaring waarschijnlijk elders gezocht worden : bij het speelgedrag van de kinderen (die allicht ook spelen op vervuilde ter-reinen) en bij de historische vervuiling van de wijk Moretusburg.

In feite is het ook onvoorstelbaar dat er nog altijd geen voldoende bufferzone gecreëerd is tussen het bedrijf en aanpalende woonwijken.

Zo zou een volwaardige buffer van minstens hon-derd meter tussen het bedrijf en de wijk Moretus-burg gecreëerd worden, ofwel op de bedrijfsterrei-nen (wat de meest logische oplossing lijkt), o f w e l binnen de wijk (wat terecht op de nodige weer-stand stuit). Ook ter hoogte van de Den Haaglaan en de woonzone Nachtegalenhof wordt al jaren door de bewoners actie gevoerd voor een bufferzo-ne (zoals opgenomen in het gewestplan van 1979). Men vraagt daarbij zelfs naar een bufferbos. In de plaats van de noodzakelijke bufferzone wer-den vijf private voetbalterreinen aangelegd (op de gronden van een landbouwer), overigens met steun van de stad A n t w e r p e n , waardoor de bestemming als bufferzone in de feiten gehypothekeerd werd. 1. Welke verklaring is er volgens de minister voor

de nieuwe hoge dioxinedepositiewaarden en hoe zal dat eindelijk verholpen worden ?

2. Welke nieuwe maatregelen worden genomen om de blootstelling van de kinderen van de wijk aan zware metalen in te perken, zodat de geme-ten gehaltes in het bloed eindelijk fors dalen ? 3. Welke opvolging wordt gegeven aan de

bevin-dingen uit het grootschalige milieu- en gezond-h e i d s o n d e r z o e k , wat specifiek de gevonden waarden voor Hoboken betreft ?

4. Wie is nu juist verantwoordelijk voor de aanleg van een voldoende bufferzone : het bedrijf zelf krachtens de milieuvergunning ? De lokale overheid (de stad of eventueel de provincie) ge-zien de bepalingen van het gewestplan ?

Draagt het gewest hier ook verantwoordelijk-heid en zo ja, waarom wordt deze niet opgeno-men ?

Kan het bedrijf gewoon verder blijven functio-neren als het zijn plichten inzake voldoende buffering en sanering niet nakomt ?

5. Welke oplossingen stelt de minister voor om de kwestie van de buffer eindelijk op te lossen ? Neemt de minister het initiatief (eventueel samen met haar collega bevoegd voor Ruimte-lijke Ordening) om alle betrokken partijen rond de tafel te krijgen en deze kwestie eens en voor goed op te lossen ?

N.B. Een vraag over de ruimtelijke-o r d e n i n g s a s-pecten van deze problematiek werd gesteld aan de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams mi-nister van Financiën en Begroting, I n n o v a t i e, Media en Ruimtelijke Ordening.

Antwoord

1. Dioxinedepositiemetingen worden tweemaal per jaar, gedurende één maand, uitgevoerd in H o b o k e n . In 1998 werden voor het eerst dioxi-nedepositiemetingen georganiseerd in de Curie-straat in Hoboken. Om de pollutie beter in kaart te brengen, werd het aantal meetposten in 1999 uitgebreid tot zeven. Omdat er a a n v a a r d-bare dioxinedeposities vastgesteld werden op punten die verder van Umicore gelegen zijn, werd in 2001 het aantal meetposten terugge-bracht tot drie. De pollutie is in hoofdzaak gesi-tueerd in de directe omgeving van Umicore. Om de evolutie beter te kunnen volgen, w e r d vanaf oktober 2000 van start gegaan met de uit-voering van maandelijkse depositiemetingen in de Curiestraat. De gemiddelde depositie voor de periode van oktober 2000 tot september 2001 bedroeg 30 pg T E Q / m2. d a g. Acht van de elf

me-tingen lagen hoger dan 20 pg T E Q / m2.d a g, waarvan vier hoger dan 40 pg T E Q / m2. d a g.

(2)

Op heden is de reden van deze verhoogde dioxinedepositie niet bekend. Umicore voert momenteel emissiemetingen op de voornaamste schouwen uit en zal de frequentie van die me-tingen nog verder opdrijven. Ook worden, i n opdracht van Umicore, metingen van dioxinede-positie op en rond het bedrijfsterrein zelf uitge-v o e r d . De reeds uitgeuitge-voerde emissiemetingen wijzen echter niet op een dermate hoge uitstoot dat hij de hoge deposities kan verklaren. D a a r-om wordt veeleer gedacht aan onbekende bronnen op het fabrieksterrein en/of stockering en transport van dioxinerijk materiaal.

Het eindrapport van de huidige studie naar mo-gelijke bronnen van dioxinen, uitgevoerd in op-dracht van Umicore, wordt verwacht in het na-jaar van 2002.

Indien er binnen mijn administratie meer duide-lijkheid is over de mogelijke bronnen, zullen de nodige acties worden ondernomen door de af-deling Milieu-inspectie.

2. De Vlaamse Gezondheidsinspectie heeft op vraag van de minister van We l z i j n , G e z o n d h e i d en Gelijke Kansen een adviesnota opgesteld waarin de problematiek van de wijk Moretus-burg geschetst wordt.

Uit onderzoek naar de loodconcentraties in bloedwaarden blijkt dat in het voorjaar 2001 nog steeds een aanzienlijke groep kinderen boven de richtwaarde (< 9 µg/dl) scoort en dat de gemeten gemiddelde gehaltes in de wijk ( s c h o l i e r e n : 11,5 µg/dl ; k l e u t e r s : 13 µg/dl) onge-veer een factor twee hoger liggen dan bij de controlepopulatie in dezelfde deelgemeente (scholieren en kleuters: 5,6 µg/dl). Toch kan worden opgemerkt dat de loodwaarden in bloed gedaald zijn ten opzichte van vroegere metin-gen : bij kinderen van Moretusburg werden in 1977 waarden opgetekend van 39 µg lood/dl. (µg : microgram ; dl : deciliter – red.)

In de adviesnota worden tevens een aantal mo-gelijke maatregelen opgesomd die moeten lei-den tot een verdere verbetering van de gezond-heid van de bewoners van Moretusburg. Uit ge-gevens van het bedrijf blijkt dat de geschatte n i e t-geleide loodemissies momenteel groter zijn dan de geleide. Deze niet-geleide emissies zijn het moeilijkst te kwantificeren. Het bedrijf is een onderzoek aan het verrichten naar het be-lang van verschillende bronnen in de diffuse e m i s s i e s. Binnen dit kader werd door de afde-ling Milieu-Inspectie van mijn administratie aan

het bedrijf onder meer gevraagd om de diffuse loodemissies via het dak van de loodraffinaderij te kwantificeren via metingen. De afdelingen M i l i e u-inspectie en Milieuvergunningen worden van de resultaten van het onderzoek op de hoogte gehouden en zullen zo nodig reageren met de nodige acties. De sanering van de diffuse emissies van de loodraffinaderij lijkt daarbij een belangrijke prioriteit. Bovendien is de wijk Mo-retusburg zelf dermate gecontamineerd dat deze als vermoedelijke secundaire emissiebron f u n g e e r t . Van belang zijn dan ook maatregelen die het opwaaien van stof beperken en die de "meesleep" van de vervuilde fabrieksgrond naar de wijk tegengaan.

Wat het aspect bodemsanering betreft, werd in november 1997 tussen het toenmalige Union Minière en de Vlaamse overheid een convenant afgesloten om de sanering van de diverse bdrijfssites op een gestructureerde, p r i o r i t e i t s g e-r i c h t e, gefaseee-rde en vooe-r het bede-rijf haalbae-re wijze aan te pakken over een periode van jaar. Op basis van de beschrijvende bodemonderzoe-ken en bodemsaneringsprojecten voor de diver-se sites wordt een prioriteitsvolgorde vastge-l e g d . Op dit ogenbvastge-lik is het nog niet duidevastge-lijk welke sites prioritair gesaneerd zullen worden. Ook wordt vastgesteld dat allerlei administra-tieve procedureslagen de uitvoering van de sa-nering vertragen, zodat een evaluatie van bo-vengenoemd protocol noodzakelijk is. D a a r t o e zal ik Umicore uitnodigen voor een gesprek. Conform de richtlijn 1999/30/EG (1s t ed o c h t e

r-richtlijn luchtkwaliteit) treedt in 2005 een nieu-w e, strengere luchtknieu-waliteitsnorm voor lood in werking van 0,5 µg/m3. Op dit ogenblik gelden

er overschrijdingsmarges die dalen naar 2005. Via het meetnet van de VMM wordt deze toe-komstige norm bewaakt. Indien blijkt dat de norm niet gehaald wordt (overschrijding grens-waarde + overschrijdingsmarge), moet er een saneringsplan opgesteld en uitgevoerd worden dat bezorgd wordt aan de Europese Commissie en dat ervoor zorgt dat de grenswaarde bereikt wordt in 2005. Indien de grenswaarde na 2005 overschreden wordt, impliceert dit eveneens het opstellen van een saneringsplan.

(3)

samenwerking met mijn collega bevoegd voor Gezondheid.

Dit programma wordt op dit moment geëva-lueerd in samenspraak met vermelde collega. 4 en 5. Hierbij verwijs ik naar mijn antwoord op de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik zal alvast opdracht geven aan de OVAM om na te gaan of diegenen die niet gereageerd heb- ben op de aanmaning toch niet in aanmerking kunnen komen voor het verkrijgen van het

Onder impuls van de Dienst voor de Scheep- vaart werden voor een deel van de terreinen van de firma Van Damme in staat van faillisse- m e n t , intussen nieuwe huurders

Het ta- rief voor het geregeld vervoer op het net van het s t a d s- en streekvervoer van het Vlaams Gewest voor de -25-jarigen (Buzzy Pazz) kon daarentegen vanaf 1 juli 2001

Moet het niet de bedoeling zijn de drempel tot het minimumniveau zo laag mogelijk te houden, opdat zoveel mogelijk gemeenten mee zouden instappen in het systeem, in plaats van vast

Het verslag over de stand van zaken en uitvoering van de preventieve maatregelen en aanbevelingen in- zake de veiligheid werd opgesteld tegen 1 juni 2001 door een extern deskundige,

Daarbij is het &#34;inkomensverlies&#34; dat volgens arti- kel 19, § 1 in aanmerking komt voor de toekenning van de bedoelde vergoeding, het actuele verlies dat een mandataris

In het ministerieel besluit van 10 juli 2001 tot goed- keuring van het Provinciaal Structuurplan A n t w e r- pen wordt vermeld dat bij de uitwerking van de streefbeelden voor de

Opgemerkt dient te worden dat OVAM uitslui- tend op de hoogte wordt gebracht wanneer het de overbrenging betreft van zogenaamde oran- je- en rodelijstafvalstoffen, dit zijn