• No results found

Vraag nr. 7 van 26 september 2001 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 7 van 26 september 2001 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 7

van 26 september 2001

van de heer JOHAN MALCORPS Vlarem – Inrichtingen op het water

In Vlarem I wordt vastgesteld welke activiteiten m e l d i n g s- of vergunningplichtig zijn, en in V l a r e m II wordt bepaald aan welke algemene of sectorale milieuvergunningsvoorwaarden (alsook enkele n i e t-ingedeelde activiteiten) dergelijke inrichtingen moeten voldoen. Om een en ander sluitend te m a k e n , voorziet Vlarem I ook in handhavingsmaat-regelen die door de bevoegde diensten en ambte-naren kunnen worden genomen of opgelegd. H i e r-door is het mogelijk om op te treden in geval van klachten of schade voor of impact op mens en mi-lieu.

Mobiele inrichtingen blijken in de praktijk zowat de achillespees te vormen van de V l a r e m w e t g e-v i n g. In casu is het m.b. t . inrichtingen op het water een schier onmogelijke opdracht om op te treden krachtens de reguliere milieuhandhaving. I m m e r s, ingedeelde activiteiten op een boot/schip/drijvend platform worden beschouwd als een mobiele in-r i c h t i n g, waain-rvooin-r de ministein-r noin-rmalitein-r de vein-r- ver-gunning verleent. De uitvoeringsbesluiten hierop ontbreken echter.

Op de Schotense Vaart en het Albertkanaal zijn enkele werkplatforms en drijvende scheepswrak-ken gesitueerd waarop afval wordt gestockeerd, onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd voor derden, e n z o v o o r t . Vermits de boten elk mo-ment kunnen wegvaren of kunnen worden wegge-s l e e p t , dienen deze alwegge-s mobiele inrichtingen te wor-den beschouwd en zou het voor gemeente en Mi-l i e u-inspectie onmogeMi-lijk zijn op te treden. D e Dienst voor de Scheepvaart, die de aanmeertoela-tingen verstrekt, voert terzake geen handhavings-beleid en stelt enkel te kunnen optreden wanneer een schip een gevaar vormt voor de reguliere scheepvaart of effectief begint te zinken.

Dit wordt des te storender als het klaarblijkelijk gaat om "afvalboten" (in feite veeleer drijvende scheepswrakken) waarop afval (schroot e.a.) wordt gestockeerd en verwerkt (?).

1. Moet er terzake niet dringend een overleg komen tussen de afdeling Milieuvergunningen en de afdeling Milieu-inspectie van de admini-stratie Milieu-, N a t u u r-, L a n d- en Wa t e r b e h e e r (Aminal) en de betrokken gemeenten en hun V l a r e m-ambtenaren enerzijds, en de Dienst voor de Scheepvaart anderzijds ?

2. Werden er al initiatieven genomen om de V l a-r e m-wetgeving zodanig aan te passen dat het wateroppervlak evengoed als juridisch grondge-bied wordt beschouwd, vermits de ingedeelde inrichtingen toch de facto in een gemeente wor-den geëxploiteerd ?

3. Zijn ook de nodige voorzieningen getroffen om calamiteiten in en rond het water afdoende te voorkomen en/of op te lossen ?

4. Kan de minister mij ten slotte meedelen of de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) invoervergunningen voor afval afleverde aan firma's actief op sche-pen (of drijvende platforms) op het Kanaal D e s s e l-Schoten of op het Albertkanaal ? Wo r d t de naleving van deze vergunningen op het ter-rein afdoende gecontroleerd ?

Antwoord

1 , 2 en 3. In tegenstelling tot wat de Vlaamse volks-vertegenwoordiger stelt, zijn vaartuigen of voer-tuigen die zich op de openbare (vaar)weg bevin-den niet als een inrichting als bedoeld in het mi-lieuvergunningendecreet van 28 juni 1985 te be-schouwen.

Dit wordt inzonderheid geïllustreerd door de eis dat de aanvrager in zijn milieuvergunnings-aanvraag de juridische grondslag moet aanto-nen op basis waarvan hij de beschikking heeft over de percelen waarop de exploitatie gebeurt (artikel 5, § 2, 2° van titel I van het V l a r e m ) . Z o ook zijn in de Vlarem-indelingsrubriek 32.9 om-lopen voor motorvoertuigen of motorvaartui-gen enkel geviseerd in zoverre deze niet geheel op de openbare weg of openbare waterweg zijn gelegen.

Vooral is in deze echter belangrijk dat het ge-bruik van openbare wegen en openbare water-wegen door geëigende wetgevingen is geregle-m e n t e e r d . Deze aangelegenheid valt dan ook on der de bevoegdheid van mijn collega bevoegd voor Mobiliteit.

(2)

Onder "verplaatsbare inrichtingen" bedoeld in artikel 2, 6° van het milieuvergunningendecreet en waarvoor in artikel 15bis van dit decreet een vergunningsprocedure is bepaald (die inder-daad tot op heden nog niet in een uitvoerings-besluit is gegoten), zijn trouwens enkel die mo-biele installaties gevat die zouden worden ingzet op vergunde of gemelde bedrijven (cfr. m e-morie van toelichting van het decreet van 22 de-cember 1993 houdende wijziging van het milieu-vergunningendecreet).

4. De Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest heeft tot op heden, in het kader van de procedures vastgelegd in verorde-ning 259/93/EG inzake de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen, nog nooit een toestemming gegeven voor de invoer van afval-stoffen bestemd voor verwerking of opslag op drijvende inrichtingen op het Kanaal Dessel-Schoten of op het Albertkanaal.

Tussenopslag en/of verwerking van "landafval-stoffen" aan boord van drijvende inrichtingen zijn trouwens handelingen die niet in overeen-stemming zijn met het Vlaamse afvalstoffenbe-l e i d . OVAM zaafvalstoffenbe-l dus ook in de toekomst zeker geen toestemming verlenen voor dergelijke praktijken.

Opgemerkt dient te worden dat OVAM uitslui-tend op de hoogte wordt gebracht wanneer het de overbrenging betreft van zogenaamde oran-je- en rodelijstafvalstoffen, dit zijn de afvalstof-fen waarvoor door de betrokken overheden een schriftelijke toestemming tot overbrenging dient te worden gegeven. Voor de zogenaamde g r o e n e l i j s t a f v a l s t o f f e n , bestemd voor nuttige t o e p a s s i n g, geldt deze schriftelijke procedure n i e t , waardoor het voor OVAM dus onmogelijk is om hierover gedetailleerde en overzichtelijke informatie te hebben.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het ta- rief voor het geregeld vervoer op het net van het s t a d s- en streekvervoer van het Vlaams Gewest voor de -25-jarigen (Buzzy Pazz) kon daarentegen vanaf 1 juli 2001

Het verslag over de stand van zaken en uitvoering van de preventieve maatregelen en aanbevelingen in- zake de veiligheid werd opgesteld tegen 1 juni 2001 door een extern deskundige,

Daarbij is het "inkomensverlies" dat volgens arti- kel 19, § 1 in aanmerking komt voor de toekenning van de bedoelde vergoeding, het actuele verlies dat een mandataris

In het ministerieel besluit van 10 juli 2001 tot goed- keuring van het Provinciaal Structuurplan A n t w e r- pen wordt vermeld dat bij de uitwerking van de streefbeelden voor de

Verder zijn er nog tal van inspectiediensten (sociale inspectie, e c o- nomische inspectie, lokale politie, ...) Daarenbo- ven blijkt uit de praktijk dat het voor een leer- ling

Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Jaak Gabriels, Vlaams minister van Eco- nomie, Buitenlandse Handel en

Aangezien de Stichting Vlaams Erfgoed erf- pachthouder is van de site, kan deze vraag niet beantwoord worden vanuit mijn bevoegdheden5. De Vlaamse Vervoermaatschappij

b) Uit de ervaring op het terrein blijkt dat er meer schroot onder het groenelijstregime wordt uitgevoerd dan ingevoerd, en dit ge- beurt vooral via zeeschepen en per spoor.