Vraag nr. 104 van 28 januari 1999
van de heer JOHAN MALCORPS
Dioxinenormen – Vlarem
In februari 1998 werd een studie afgerond door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) in opdracht van de Vlaamse Milieumaat-schappij (VMM) met een onderbouwd voorstel van normen voor dioxines in lucht en depositie. Het parlement keurde overigens een resolutie goed waarin sterk werd aangedrongen op het snel invoeren van dergelijke normen, overigens ook voor dioxines in de bodem. Dit in aansluiting op fe-derale grenswaarden voor de dagelijkse inname van dioxines door mensen en de aanwezigheid van dioxines in voedsel.
In de recente wijzigingen van Vlarem werden de nieuw uitgewerkte dioxinenormen niet opgeno-men.
Waarom niet ?
Op welke wijze worden deze normen dan wel in wetgeving omgezet ? En op welke termijn ?
Antwoord
In de op 19 januari 1999 door de Vlaamse regering goedgekeurde wijziging van titel II van Vlarem zijn sectoriële emissienormen opgenomen voor een reeks van bedrijfssectoren. Met deze dioxinenor-mering neemt het Vlaams Gewest inzake aanpak van de dioxineverontreiniging het voortouw in Eu-ropa.
De door de Vlaamse volksvertegenwoordiger be-doelde normen betreffen immissienormen. De stu-die van februari 1998 uitgevoerd door VITO, waar-naar de Vlaamse volksvertegenwoordiger verwijst, werd mee opgenomen in het onderzoek over de aanpassingen van de Vlarem-milieukwaliteitsdoel-stellingen, dat werd uitgevoerd door de Commissie Evaluatie Milieu-uitvoeringsreglementering (CEM) die op 9 mei 1996 door de Vlaamse regering werd opgericht. Het desbetreffende rapport van de CEM werd mij bezorgd op 9 februari 1999.
Het is derhalve duidelijk dat de voorstellen van dit rapport niet konden zijn opgenomen in het besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van titel II van Vlarem dat dateert van 19 januari 1999. Na ontvangst van bedoeld CEM-rapport werd de be-voegde administratie opdracht gegeven een