• No results found

DE PUBLIEKE ACCOUNTANT EN DE OVERHEIDSVOORSCHRIF­ TEN MET BETREKKING TOT DE GEHEIMHOUDING

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DE PUBLIEKE ACCOUNTANT EN DE OVERHEIDSVOORSCHRIF­ TEN MET BETREKKING TOT DE GEHEIMHOUDING"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE PUBLIEKE ACCOUNTANT EN DE OVERHEIDSVOORSCHRIF­

TEN MET BETREKKING TOT DE GEHEIMHOUDING

door D rs L. /. M . R oozen In mijn artikel „D e accountant-am btenaar en de overheidsvoorschriften met betrekking to t de geheim houding”, opgenom en in het N ovem ber­ numm er 1948 van het M A B ,meen ik te hebben aangetoond, d at de vraag n aa r de rechten en verplichtingen in verband m et de geheim houding voor de accountant in overheidsdienst geen v raagstuk is zoals dit voor de publieke accountant het geval is. Immers: uit het w ezen van zijn functie volgt, d at hij enige zelfstandigheid bij de bepaling van zijn zwijg­ recht en zw ijgplicht noch bezit, noch nodig heeft, zodat hij voor zijn verantw oordelijkheid in dit opzicht slechts behoeft acht te geven op de voorschriften, w elke hem door de boven hem gestelde leiding zijn of w orden gegeven, terw ijl hij bij het ontbreken van concrete voorschriften zijn rechten en verplichtingen moet afleiden uit het door de boven hem gestelde leiding n agestreefde belang. H ieruit volgde d e conclusie, d at de concrete voorschriften, door de overheid aan de onder h aa r gestelde accountants in verband met de geheim houding gegeven, in de practijk slechts van voorbijgaande betekenis en voor het vraagstuk niet principieel zijn, om dat er van een conflict tussen die voorschriften m et een uit het wezen der functie voortvloeiende zelfstandige geheim houding nooit sprake kan zijn.

G eheel anders ligt het vraagstuk voor de accountants in het vrije be­ roep. U it het w ezen van hun functie: vertrouw ensm an van het m aatschap­ pelijk verkeer, ontlenen zij een door deze functie zelfstandig bepaald complex van zw ijgplichten en zw ijgrechten. E en aantasting v an deze rechten en verplichtingen door concrete wettelijke voorschriften moet dus onvermijdelijk ten gevolge hebben, d at aan die functie, en daarm ede aan de organisatie van het m aatschappelijk verkeer zelve, schade w ordt toe­ gebracht.

Dit w ordt nog duidelijker, w anneer wij het algem een bfcginsel, w a a r­ door zwijgplicht en zw ijgrecht van de accountant w orden bepaald, hebben gevonden. D it beginsel is neergelegd in lid 1 van artikel 2 van het R egle­ m ent van A rbeid van het N ederlandsch Instituut van A ccountants: het is de inhoud van de opdracht, w elke beslist over de vraag, w aarom trent en tegenover wie de accountant moet spreken of zwijgen.

Terw ijl nu de „o p d rach t” aan de accountant-am btenaar —■ en in het algem een van elke accountant in dienstbetrekking — eenzijdig w ordt verstrekt, kan een opdracht aan de publieke accountant in zijn functie van vertrouw ensm an van het m aatschappelijk verkeer eerst door deze w orden aanvaard en uitgevoerd, w anneer alle belanghebbende partyen (en dat zijn er altijd m instens tw ee) nopens het onderzoek overeenstem ­ m ing hebben bereikt. D it laatste zal eerst het geval zijn, w anneer die p a rty e n het eens zijn gew orden over de vraagstelling, welke inhoud van de o pdracht uitm aakt. U it het wezen van zijn functie volgt dan, d at de openbare accountant aan de partijen m ededeling m oet doen van alle feiten, w elke het antw oord op de in de opdracht vervatte vragen kunnen verduidelijken. O verigens is hij verplicht tot geheim houding, heeft hij zowel de zwijgplicht als het zw ijgrecht in de meest absolute zin t.o.v. alle feiten, w elke hem door de uitvoering van zijn opdracht ter kennis zijn gekomen.

(2)

d eze lfd e feiten m eerdere conclusies kan afleiden, b.v. w anneer uit een verklaring over de rendabiliteit van een bedrijf over een bepaalde periode, ter m otivering van een verhoging van de w ettelijk toelaatbare prijzen, de overheid kan afleiden, d at hare prijsvoorschriften zijn overtreden. H ierop dient echter de ,,feiten p roducerende” partij (i.c. het bedrijf) zelf bedacht te zijn en deze moet bevorderen, d at de inhoud van de op ­ d rach t zodanig w ordt geform uleerd, d at deze com plicatie w o rd t opge­ heven, i.c. door een vraagstelling nopens de rendabiliteit bij een op­ brengst volgens de w ettelijk geoorloofde prijzen. D e accountant als ver­ trouw ensm an vindt in zijn adviserende functie (het v oorafgaande overleg met partijen over de inhoud van de opdracht is to t deze functie te rekenen) gelegenheid, op deze complicaties te wijzen. S ta a t echter de inhoud van de opdracht eenm aal vast, dan kan en mag de accountant geen feiten onverm eld laten, w elke tot verduidelijking van het antw oord op de vragen kunnen bijdragen. Immers: zou hij deze feiten onvermeld laten, dan zou hij zich schuldig m aken aan een onoprechte verklaring.

H e t spreekt vanzelf, d at de zw ijgplicht vervalt, w anneer en voorzover de feitenproducerende partij toestem m ing geeft, feiten bekend te maken. A nderzijds kunnen derden, noch d e partijen het zw ijgrecht, d a t aa n de accountant volgens de opdracht toekomt, aantasten, zonder vrije m ede­ w erking van de accountant, w an t deze is slechts gebonden door de op­ drachten, w elke hij aanvaardt.

*

D e O verheid, die als behoedster van het algem ene belang bepaalde gedragslijnen aan het economische verkeer voorschrijft, is uit hoofde d aarvan verplicht na te gaan, of die voorschriften w orden nageleefd. M en spreekt van distributie-, prijzen- en deviezen„contróle” .

D eze actie, waarbij alle m iddelen denkbaar zijn, w ordt door de taal­ kundige gelijkheid van termen, gemakkelijk verw ard met het begrip „con­ tro leren ” in accountants-technische zin, d at b estaa t in het verifiëren van quantitatieve en and ere voorstellingen van economische verschijnselen, — in het onderzoek n aar de vraag, of deze voorstellingen de leek een beeld geven van de werkelijkheid, zoals de accountant die w aarneem t. C onform de a a rd van zijn deskundigheid bew eegt de actie van de ac­ countant zich in hoofdzaak binnen de adm inistratieve sfeer. E en in het verkeer geconsolideerde opvatting is, d at de verantw oordelijkheid van de accountant niet verder strekt dan hetgeen uit de adm inistratieve gegevens

(in ruim e zin) blijkt.

N a deze vergelijking is het duidelijk, d at de overheid gebruik kan m a­ ken van de controlerende functie van de accountant als één der m iddelen voor de uitvoering van h aa r opsporende taak.

U it het voorafgaande volgt echter, d at de accountant deze functie alleen kan uitoefenen bij hem gebleken overeenstem m ing tussen de feiten­ producerende partij en de feitenverzam elende partij nopens de inhoud van elke opdracht. D e overheid zou dus die overeenstem m ing buiten de accountant om m oeten w eten uit te lokken. D aartoe staan h aar de geëigende m iddelen ter beschikking, bijvoorbeeld door een verzachting van bepalingen de voorw aarde te verbinden van een, al of niet periodieke, verantw oording of door zodanige verantw oording eenvoudig voor te schrijven. H ieruit vloeit dan vanzelf voort, d at beide partijen: overheids­ orgaan en bedrijf het eens w orden over een aan de accountant te v e r­ strekken opdracht.

(3)

geheel buiten dit probleem om. V a st sta a t slechts, d at de overheid alleen op deze wijze een rationeel gebruik kan m aken van de in het verkeer gegroeide functie van de openbare accountant.

D e overheid heeft echter blijk gegeven een onvoldoende inzicht te hebben in het w ezen van het vrije accountantsberoep door te trachten de functie van de accountant te benutten op een wijze, w elke tot de vernieti­ ging van die functie moet leiden. Zij heeft n.1. in bepaalde gevallen in­ breuk gem aakt op de geheim houding, zoals deze voortvloeit uit het w ezen van de algem ene functie van vertrouw ensm an en in concreto uit de binnen het kader van deze functie aanvaarde opdrachten.

D e heer V a n E ssen heeft enkele sprekende voorbeelden g e n o e m d 1): In de B esluiten herstel rechtsverkeer (E 100) en vijandelijk verm ogen (E 133) is bepaald:

... accountants ... als getuigen of deskundigen opgeroe-,,pen of aangem aand tot het verstrekken van inlichtingen en het over­ l e g g e n van bescheiden of tot het toelaten van een onderzoek, kunnen „zich tegenover den R aad niet beroepen op eenig beroeps- of am bts- ,,geheim ”.

In het B uitengew oon N avorderingsbesluit ( F 159) heeft de fiscus op zijn b eurt in and ere bew oordingen de geheim houding van de openbare accountant tegenover de fiscus opgeheven:

„V o o r een w eigering om te voldoen aan een in dit artikel (10) „opgelegde verplichting (to t het verstrekken van gegevens en het „verlenen van inzage v an boeken en bescheiden), kan niem and zich „met vrucht beroepen op de om standigheid, d at hij uit eenigerlei „hoofde tot geheim houding is verplicht, (zelfs niet ... e n z .)”. H ieraan is nog toe te voegen: het Deviezenbesluit, w aarin precies de­ zelfde bepaling als in h et B uitengew oon N avorderingsbesluit is opge­ nomen.

D eze wettelijke bepalingen brengen mede, d a t de openbare accountants verplicht zijn, op vordering van bepaalde overheidsinstanties aan deze m ededeling te doen van feiten, die bun bij de uitvoering van geheel an­ dere opdrachten ter kennis zijn gekomen.

D e bedoeling van de w etgever is duidelijk: de openbare accountant is uit hoofde van zijn functie meer d an enig ander bekend m et feiten van vertrouw elijke a a rd en dus ook m et eventuele overtredingen van w e ts­ voorschriften. D it b re n g t nog m eer zijn adviserende functie d an zijn con­ trolerende functie met zich mede.

M en versta mij wel!

Ik wil hierm ede niet suggereren, d a t het op de w eg van de accountant ligt, adviezen te geven om trent de wijze, w aarop de voorschriften kunnen w orden ontdoken. Integendeel dient zijn advies rekening te hopden met de w etsvoorschriften, zomede met de strekking van deze voorschriften, voorzover de positieve voorschriften n a a r de letter voor m eerdere u it­ legging v atb aa r zijn. D e bedrijfsleiders m oeten echter vaak een vertrou­ w ensm an raadplegen over hun beleid in verband m et de voorschriften van de overheid. V a a k blijkt dan, d at dit beleid ongew eten overtredingen inhield. D e accountant kan dan bij zijn advies nuttig w erk verrichten. D aarto e is echter een onbevreesde raadpleging een condito sine qua non. D eze is niet gew aarborgd, indien de uit de functie van de accountant

*) „Het beroepsgeheim, in het bijzonder dat van de accountant" prae-advies (zie „De accountant”, No. 5/1946) blz. 34 e.v.

(4)

voortvloeiende geheim houding niet w ordt geëerbiedigd. H e t bedrijfsleven zal de accountants dan niet meer over deze zaken raadplegen.

Z o d o en d e schaadt dus de overheid zichzelf.

D aartegenover w erpen h aa r voorschriften, die de geheim houding op­ heffen, op den duur generlei nu t af, om dat de inform atiebron bij de open­ bare accountant zeer spoedig opdroogt.

D och er is meer: de openbare accountant kan ook de and ere specifieke functies voor het openbare verkeer, met nam e de controle van de ja a r­ rekening, niet meer zo efficiënt vervullen, om dat het volstrekte vertrou­ w en van de zijde der bedrijfsleiders niet meer kan w orden geschonken. D e schade, w elke hierdoor voor de organisatie van het m aatschappelijke verkeer ontstaat, is onberekenbaar.

M ijn conclusie is, d a t de opheffing van de geheim houding van de open­ bare accountant tegenover de overheid, voor deze overheid van geen enkel blijvend nut is. S terker nog: zij zal diezelfde overheid en nog meer de organisatie van m aatschappelijk verkeer zelfs schade berokkenen.

H e t is nu ook duidelijk, d at zodanige opheffing niet is een afw eging van het algem een belang, d at gemoeid is m et de onbevreesde raadpleging van vertrouw enslieden, en het algem een belang, d at gelegen is in de n a­ leving van bepaalde w etsvoorschriften resp. de opsporing van economische delicten. W a n t die opsporing w ordt door de opheffing van de geheim ­ houding op den du u r niet bevorderd en de kans op naleving kan door die opheffing slechts afnem en. D aarenboven bezit de overheid de door mij aangeduide m iddelen, om van de functie van de openbare accountant gebruik te m aken ten behoeve van de naleving en de opsporing van hare voorschriften, zonder d at deze functie in h aa r essentiële w a ard e voor het m aatschappelijk verkeer w ordt aangetast.

DE

VERVANGINGSWAARDE EN DE ECONOMISCHE

POLITIEK IN DE VERENIGDE STATEN

door J. E . Spinosa Cattela O ok in de V e ren ig d e staten w ordt veel aa n d ach t gewijd aan het v raag stu k v an de vervangingsw aarde bij de w instbepaling, niet alleen bij allerlei beschouw ingen om trent fiscale problem en, doch eveneens bij de vraagstukken, die de toekom stige economische politiek van dit land be­

treffen.

In de door de N ational C ity B ank of N ew Y ork uitgegeven „M onthly B ank L etter” van Januari 1949 w ordt een overzicht gegeven van de v er­ horen en beraadslagingen van de S enate-H ouse Joint Com m ittee, welke commissie de o pdracht heeft ra p p o rt uit te brengen om trent de w insten, w elke behaald w erden door de d aar te lande gevestigde ondernem ingen. D it rap p o rt zal aan het C ongres voorgelegd w orden, teneinde te kunnen dienen bij het vaststellen der toekom stige prijzen-, lonen- en belasting- politiek.

D e Commissie hoorde allerlei personen, ,,labor-econom ists”, p rofesso­ ren in de economie, bedrijfshuishoudkundigen, accountants en personen uit industriële kringen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Want ontoegankelijk zijn de moerassen Waar geen den doodelijken misstap waagt, Natuur in haren sluimer te verrassen En enkel een verlaten vogel klaagt .••... Maar

Doch als de trein eindelijk die hooggeroemde groene weiden achter zich laat, wanneer het coup I raam langs zandheuvels en bosschen vliegt, bekruipt de angst

cn sicrlijk VBn ledcn ; hij beeft fij ne pootc!1 cn eene prachtig gcteekende huid. Tot op het midden zijn de stieren nn voren zwart, de wljfjes of kocijen rood, van

uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te

De hooghartige moeder zag wel, dat het jonge echtpaar zeer gelukkig was, maar zij kon toch haar woede niet verkroppen , dat de heer en mevrouw V an Waarde

't Was veilig! Nog nooit was er een ongeluk mee gebeurd en al zou 't kunnen gebeuren, John wist dat zijn Moeder ver- trouwen had in 't werk van haar man en dat stelde hem gerust.

karweitjes op te knappen. Zoo goed hij kon, ruimde hij op, wat er op te ruimen viel. En dat was héél wat. Zoo af en toe kwam er wel eens een van de bemanning naar beneden en zette

_ ... 0, wat dat betreft, daarvoor behoefde zij geen angst te hebben, want in de laatste dagen was el' niets ernstigs gebeurd, en als er dooden waren, dan zou dit al dadelijk naar