• No results found

Vraag nr.79 van 11 januari 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.79 van 11 januari 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 79

van 11 januari 2001

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Reclame langs gewestwegen – Infrastructuur van openbaar nut

Het besluit van de Vlaamse regering van 4 april 2000 tot bepaling van de vergunningplichtige func-tiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, bepaalt dat zonder vooraf-gaande stedenbouwkundige vergunning geen pu-bliciteitsinrichtingen of uithangborden mogen wor-den geplaatst.

Langs gewestwegen gelden er bovendien vrij stren-ge restren-gels, zeker wat het plaatsen van reclamepane-len betreft. De regels worden blijkbaar niet altijd even consequent opgevolgd : in praktijk staan er heel wat reclamepanelen, vaak zelfs verlicht, l a n g s een gewestweg in combinatie met een bushalte, e e n s t r a t e n p l a n , . . . terwijl datzelfde reclamepaneel al-leenstaand niet is toegelaten. De visuele vervuiling is hier toch net hetzelfde.

1. Is al dan niet verlichte reclame langs gewestwe-gen toegelaten wanneer die gekoppeld is aan een infrastructuur van openbaar nut (bushokje, i n f o b o r d , . . . ) ? Wat zijn de regels en wat is de procedure terzake ?

2. Krijgt het gewest een vergoeding voor deze re-clameborden ?

Antwoord

Door de administratie Wegen en Verkeer en vanuit de vigerende onderrichtingen worden nooit ver-gunningen afgeleverd voor het plaatsen van publi-citeits- of aankondigingsborden op openbaar ge-w e s t d o m e i n , uitgezonderd voor tijdelijke aanplak-borden en andere visuele reclame of publiciteits-middelen naar aanleiding van occasionele en tijde-lijke manifestaties van culturele, c a r i t a t i e v e, g o d s-d i e n s t i g e, sportieve of recreatieve aars-d. Voor s-deze laatste wordt voor een beperkte tijdsduur en voor maximaal twee borden per invalsweg door de ad-ministratie Wegen en Verkeer een vergunning afge-l e v e r d , zoaafge-ls bepaaafge-ld in artikeafge-l 6 en 8 van het ko-ninklijk besluit van 14 december 1959.

Meer specifiek naar de constructieve elementen toe die behoren bij het wegmeubilair, worden wel vergunningen afgeleverd via het dubbel vergunnin-genstelsel (gemeente en wegbeheerder), zoals

be-paald in de ministeriële circulaire van 31 juli 1966. Aangezien deze elementen echter worden ge-plaatst en onderhouden door openbare instanties ( g e m e e n t e, De Lijn, e n z . ) , wordt geen retributie (cijns) aangerekend voor de bezetting van het openbaar gewestdomein.

In de vergunningen die door de administratie Wegen en Verkeer voor dergelijke elementen wor-den afgeleverd, zijn algemene en bijzondere voor-waarden bijgevoegd die voorschrijven dat aan deze elementen :

– aankondigingen (niet publicitair of commer-cieel) altijd toegelaten zijn,

– publiciteit enkel mag worden geplaatst indien dit toegelaten is in het koninklijk besluit van 14 december 1959, dus buiten de beschermde land-schappen en de beschermde toeristische en niet-toeristische wegen en voorzover die publiciteit gericht is naar binnen (schuilhuisje) of tegenge-steld aan het aankomende verkeer ;

– verlichting kan worden toegestaan, maar dat ter bestrijding van de lichtvervuiling en uit veilig-heidsoogpunt de luminantie wordt beperkt tot 400 cd/m2(cd : candela = eenheid van lich t s t e r k t e

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie.

De Vlaamse regering besliste dat bij de herverde- ling van het provisioneel krediet ingeschreven op programma 41.1, basisallocatie 01.03, minstens re- kening moest worden gehouden

2. Zijn er maatregelen mogelijk binnen de be- voegdheden van de minister, die ertoe leiden dat bij verkoop van de gebouwen in kwestie de koper systematisch op de hoogte

– een voltijds werkend personeelslid dat reeds voor zijn/haar vijftigste vrijwillig deeltijds gaat werken (vermindering van de arbeids- duur) krijgt enkel een halftijdse wedde;

Vermits in de toekomstige organisatie wordt uitge- gaan van een één-éénrelatie tussen de bevoegde minister en zijn (of haar) diensten, hebben de bij- zondere commissarissen

Het koninklijk besluit van 24 juni 1999 tot wijzi- ging van het koninklijk besluit van 2 december 1982 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van

Tegen 23 februari worden de voorstellen inge- wacht in het kader van de procedure voor de selec- tie van een extern orgaan dat wordt belast met de begeleiding van de oproep

Indien een aanvraag ontvankelijk wordt verklaard, wordt het dossier – zoals andere dossiers – door- verwezen naar de provinciale evaluatiecommissie, die bepaalt of het kind