Vraag nr. 75 van 26 januari 2001
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Asbest in privé-gebouwen – Informatie
Onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in voor het publiek toegankelijke gebouwen wordt systematisch gedaan : er is een inventaris van de "gevaarlijke" gebouwen. Bij aankoop van een der-gelijk gebouw weet de koper dus waar hij aan toe is.
Men kan echter ook een privaat huis/gebouw kopen waarin asbest verwerkt is, zonder dit te w e t e n . Dit kan nadien én extra kosten met zich meebrengen én een gevaar zijn voor de volksge-z o n d h e i d . Een dergelijk huis wordt bij aankoop door een privé-persoon vaak (eigenhandig) ver-b o u w d . Noch de koper, noch de verver-bouwer, n o c h de arbeiders of de omgeving zijn dan op de hoogte van het gevaar voor hun gezondheid bij dergelijke w e r k e n . Minister Vogels antwoordde op mijn schriftelijke vraag over dezelfde problematiek dat hiervoor in feite geen regelgeving bestaat en dat kopers aangewezen zijn op zichzelf om zich via de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest over deze problematiek te infor-meren ( S chriftelijke vraag nr. 20 van 22 nov e m b e r 2000 ; Bulletin Vragen en antwoorden nr. 7 van 2 fe -bruari 2001, blz. 936 – red.).
1. Hoe wordt dit probleem ingeschat uit het oog-punt van milieubeleid ?
2. Zijn er maatregelen mogelijk binnen de be-voegdheden van de minister, die ertoe leiden dat bij verkoop van de gebouwen in kwestie de koper systematisch op de hoogte wordt ge-bracht van mogelijke aanwezigheid van asbest ? Zo ja, worden dergelijke maatregelen in het vooruitzicht gesteld ?
Antwoord
1. Mijn administratie onderkent het belang van de asbestproblematiek en beseft de noodzaak van degelijke informatieverstrekking naar de parti-culieren toe. Bewijs hiervan is de geplande sen-s i b i l i sen-s e r i n g sen-s c a m p a g n e, waarover meer in mijn antwoord op vraag 2.
2. Zoals gesteld door minister Vo g e l s, is er geen regelgeving met betrekking tot het opstellen van een asbestinventaris bij particulieren. D e
Vlaamse milieureglementering Vlarem II, h e t besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen in-zake milieu, bevat m.b. t . particulieren (nl. bij de voorwaarden voor niet-ingedeelde inrichtingen) wel enkele algemene bepalingen over het be-werken van asbest en over asbesthoudende af-valstoffen.
Deze problematiek wordt evenmin geregeld door het decreet van 22 februari 1995 betreffen-de betreffen-de bobetreffen-demsanering, zoals gewijzigd bij betreffen- de-creet van 26 mei 1998. De asbestinventarisatie vermeld in de vraag wordt behandeld door het federaal Ministerie van Tewerkstelling en A r-beid en heeft voornamelijk betrekking op de ar-beidsveiligheid.
In het kader van de wetgeving inzake bodemsa-nering wordt er wel informatie in het register van verontreinigde gronden opgenomen indien het bodemverontreiniging betreft. In dit ver-band denken we vooral aan asbeststortmateri-a asbeststortmateri-a l . De asbeststortmateri-aasbeststortmateri-anwezigheid vasbeststortmateri-an asbeststortmateri-asbest in gebouwen valt niet onder de definitie van bodemverontrei-n i g i bodemverontrei-n g, ebodemverontrei-n bijgevolg zijbodemverontrei-n hierover geebodemverontrei-n gegevebodemverontrei-ns beschikbaar in het register van verontreinigde gronden.
Om bij een verkoop van een particulier gebouw de koper op de hoogte te stellen van de mogelij-ke aanwezigheid van asbest, zou er in feite tel-kens een asbestinventaris dienen te worden op-gesteld door een gespecialiseerd bedrijf. G e z i e n het groot aantal woningen dat wordt verkocht, zou dit een enorme inzet van mensen en midde-len vergen. Vooraleer zulk een systeem wordt i n g e v o e r d , dient dus eerst de haalbaarheid te worden nagegaan.
Ter bescherming van particulieren in privé-w o-ningen wordt er echter wel een sensibiliserings-carnpagne naar particulieren overwogen. D a a r-in zouden kunnen worden opgenomen :
– illustraties van asbesttoepassingen die kun-nen voorkomen in en rondom een woning, – beschrijving van het onderscheid tussen
ge-vaarlijke en minder gege-vaarlijke toepassin-gen,
