• No results found

Vraag nr. 5 van 26 september 2003 van mevrouw ANN DE MARTELAER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 5 van 26 september 2003 van mevrouw ANN DE MARTELAER"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 5

van 26 september 2003

van mevrouw ANN DE MARTELAER Opvang thuisloze jongvolwassenen – Beleid Naar aanleiding van de sluiting van "Het Sas", B e-t e k o m , een deelwerking van hee-t Cene-trum voor A l-gemeen Welzijnswerk (CAW) "Hageland", g r o e i t de bezorgdheid in de sector dat opvang voor thuis-loze jongvolwassenen binnen het algemeen wel-zijnswerk afgebouwd wordt.

Graag had ik van de minister vernomen of het in-derdaad de bedoeling is om deze residentiële op-vang af te bouwen en als dit zo is, welke de beleids-lijnen zijn van de minister ten aanzien van jonge-renopvang ?

Antwoord

De boordtabellen 2002 – die een onderdeel vor-men van het jaarverslag – tonen aan dat de totale residentiële opvangcapaciteit van de autonome centra voor algemeen welzijnswerk 1.543 plaatsen b e d r a a g t . Het betreft hier de situatie op 31 decem-ber 2002. Daarvan zijn 147 plaatsen specifiek be-stemd voor de residentiële opvang van jongvolwas-senen (17-25 jaar). In vergelijking met 2001 bete-kent dit een lichte daling van 7 plaatsen, maar in vergelijking met 2000 een stijging van 11 plaatsen. Het aantal residentiële opvangplaatsen is dus nage-noeg constant gebleven. Daarnaast zijn er 1.180 plaatsen in het begeleid wonen, waarvan 126 voor j o n g v o l w a s s e n e n . De recentste uitbreiding, met 288 plaatsen (1.035 duizend euro) is operationeel ge-worden in 2003.

Blijkbaar heeft mijn keuze om de capaciteit van het begeleid wonen uit te breiden, samen met mijn toestemming tot reconversie van Het Sas, d e e l w e r-king van het CAW Hageland, de indruk gewekt dat ik de residentiële capaciteit afbouw. Dit is dus niet z o. Er moet voldoende residentiële opvangcapaci-teit blijven voor die thuislozen die een structure-rend kader nodig hebben en niet de vaardigheden hebben om het zelfstandig te redden in onze com-plexe samenleving. Tegelijk vind ik dat de opvang-capaciteit precies voor deze populatie gebruikt moet worden. Voor anderen moet er toegang zijn tot de sociale huisvesting, al of niet met een traject begeleid wonen.

Met de uitbouw van het begeleid wonen geef ik niet alleen uitvoering aan het regeerakkoord, m a a r hou ik eveneens rekening met de aanbevelingen

van de sector en van het HIVA in haar rapport "Maatzorg in de thuislozenzorg" ( H I VA : H o g e r Instituut voor de Arbeid – red.).

De resultaten van het onderzoek, "Begeleid wonen van appendix naar ruggengraat van de thuislozen-z o r g " , verricht door het Steunpunt Algemeen We l-z i j n s w e r k , verantwoordden del-ze keul-ze. I m m e r s, d e helft van de 12.000 thuislozen die jaarlijks worden opgevangen in de sector zou kunnen doorstromen naar een betaalbare woning en nog eens 28% kan via een traject begeleid wonen de noodzakelijke vaardigheden leren om zelfstandig te wonen. H e t probleem is echter het tekort aan betaalbare wo-n i wo-n g e wo-n . Door het gebrek aawo-n uitstroom ewo-n het ge-brek aan controle over de instroom dreigt de thuis-lozensector klem te geraken, en dus tekort te schie-ten in het vervullen van zijn kerntaken.

Daarom wil ik van de uitbouw van het begeleid wonen de ruggengraat maken van het beleid om thuisloosheid te reduceren. Begeleid wonen werkt preventief ten aanzien van uithuiszetting, v e r b e t e r t de overgang van een residentieel verblijf naar het opnieuw zelfstandig wonen en draagt bij tot de leefbaarheid van sociale woonwijken. Het terugval-percentage (5%) is bovendien zeer laag. Omdat de problematiek van thuislozen en de methode van begeleid wonen gesitueerd zijn op het snijvlak van zorg en wonen, en dit zowel op het Vlaamse als op het lokale beleidsniveau, wordt samengewerkt tus-sen de welzijns- en de huisvestingssector en de lo-kale besturen, en dit vanuit eenieders kerntaken. De resultaten uit de proefregio’s zijn positief. D e inzet van extra personele middelen vanuit We l z i j n , de oprichting van de bovenlokale stuurgroep en de werkbezoeken aan de respectieve proefregio’s heb-ben een positief proces op gang gebracht dat ook de huisvestingssector en de lokale besturen stilaan overtuigt van de win-winsituatie voor eenieder en van de noodzaak hiertoe een bijdrage te leveren. Er is echter meer.

De laatste 20 jaar is het profiel van "de thuisloze" gewijzigd en daarmee ook zijn zorgvraag. B e l a n g-rijk in de context van de vraag van de V l a a m s e volksvertegenwoordiger is de vaststelling dat het aandeel jongeren (<30 jaar) steeds groter wordt en dat ze vaker een instellingsverleden achter de rug h e b b e n . Bovendien wordt de aard van hun proble-men complexer (thuisloosheid, w e r k l o o s h e i d , d r u g-p r o b l e m a t i e k , r a n d g-p s y c h i a t r i e, licht mentale handi-cap, asielzoeker, …).

(2)

dat slechts 10% van de jongeren in de bijzondere jeugdzorg gebruikmaakt van de mogelijkheid tot verlengde hulpverlening. Daarnaast signaleert de thuislozensector dat de jongeren die ze opvangen vaak na hun 18de de deur van de hulpverlening achter zich toe trekken en geen beroep meer willen of kunnen doen op familiale banden. Zij willen na jaren in "leefgroep" leven op eigen benen staan en een aantal lukt daar duidelijk niet in. Een aantal jaren na hun 18de staan sommige jongeren op de stoep van de thuislozensector, waar ze zich op-nieuw zouden moeten inpassen in een verplicht leefgroepsysteem.

Ko r t o m , de thuislozensector is aan vernieuwing toe om opnieuw het hoofd te kunnen bieden aan de zeer gedifferentieerde vragen en noden vaan een zeer heterogene populatie. In de studie van het H I VA "Maatzorg in de thuislozenzorg" werd hier-op reeds gewezen. Een aanbod dat echt aansluit bij de vraag moet veel gedifferentieerder zijn, v a n meer intensief tot weinig intensief, van residentieel over semi-residentieel naar ambulant, van preven-tief tot nazorg, van meer praktische, materiële hulp tot individuele psychosociale hulpverlening. H e t verplicht samenwonen in leefgroep maakt dit niet altijd mogelijk en is in die zin soms contraproduc-tief in de groei naar zelfstandigheid. B o v e n d i e n stelt deze werkvorm een aantal beperkingen in op-name.

Ik ben ervan overtuigd dat investeren in begeleid wonen een antwoord kan zijn én op de verande-rende vraag, én op de nood aan meer plaatsen; plaatsen die zowel bruikbaar zijn in een preventief kader om escalatie te vermijden als in het kader van de nazorg. Het geeft ook kansen om de doel-groep meer te laten aansluiten bij een lokale ge-m e e n s c h a p, wat hen ge-moet toelaten opnieuw een netwerk op te bouwen, zowel op sociaal als op eco-nomisch vlak.

Het is tegen deze achtergrond dat mijn instemming met de wijziging van het beleidsplan van CAW Ha-geland moet worden geplaatst. De reconversie en de herdenking en aanpassing van de opvang voor de doelgroep van jongvolwassenen zullen overi-gens gebeuren in samenspraak met de CAW ’s van de omliggende regio’s, zodat continuïteit in de hulpverlening wordt gegarandeerd.

In het licht van wat voorafgaat, is ten slotte ook het onderzoek ("Thuisloosheid : strategie voor een ge-deelde zorg") gesitueerd dat momenteel wordt uit-gevoerd door het Hoger Instituut voor de A r b e i d en waarvan het eindrapport wordt verwacht tegen eind mei 2004. Het HIVA richt zich niet, zoals een

voorgaand onderzoek, op het hulpverleningsper-s p e c t i e f, maar focuhulpverleningsper-st veeleer op het cliëntperhulpverleningsper-spec- cliëntperspec-t i e f, in casu de cliëntperspec-thuisloze zelf, ongeachcliëntperspec-t of deze al dan niet bereikt wordt en een beroep op de hulp-verlening doet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de nota van de administratie met betrekking tot de evaluatie van de nieuwbouw- en renova- tiepremie werd door de administratie aangege- ven dat het effect van de

In sommi- ge gevallen door foutjes bij de softwareleveran- cier die niet onmiddellijk te detecteren waren ( b v. bij het aantal personen werd geen rekening gehouden met

Instelling Aantal Vraag Situatie medio 2002 Geboden overbruggingszorg Ado Icarus 1 ZelfstWo thuis ADL assistentie thuis.. 2 ZelfstWo thuis ADL assistentie thuis 3 ZelfstWo thuis

De Vlaamse volksver- tegenwoordiger zal het immers met mij eens zijn dat het niet toekennen van subsidies of leningen aan gemeenten die geen sociale woningbouw op hun

In het kader van Beter Bestuurlijk Beleid wordt momenteel onderzocht of een bevoegdheids- overheveling binnen de Vlaamse overheid inza- ke revalidatie geen beter bestuurlijk

Het spreekt vanzelf dat deze maatregelen niet de enige zijn waardoor het Fonds naar buiten treedt ; ik denk hierbij aan de inbreng van deze admini- stratie bij de plannen voor

Na mondelinge contacten met de directeur van de cel SOS – grote infrastructuurprojecten, i s gebleken dat dit fonds enige tijd geleden afge- sloten is, daar de HST-werken langs

Binnen de middelen van 2002 voor gehandicapten- zorg werd 495.787 euro gereserveerd voor een re- ferentienetwerk – kenniscentrum (of steunpunt voor netwerking rond