Vraag nr. 99 van 25 april 2003
van mevrouw ANN DE MARTELAER
Gemeenten zonder sociale huurwoningen – Stand van zaken
In een recent persartikel onder de titel "hier wonen geen armen, mijnheer" werd de aandacht gevestigd op gemeenten die in 2003 nog steeds geen sociale huisvesting aanbieden. Het blijkt vaak te gaan over rijkere gemeenten, die een bewuste politiek zouden hanteren om alle sociale gevallen naar de stedelijke gebieden te draineren.
1. Kan de minister een overzicht geven van de ge-meenten die momenteel over geen sociale huis-vesting beschikken ?
2. Welke beleidsmaatregelen neemt de minister om op korte termijn deze zwarte vlekken weg te werken ?
Antwoord
Gemeenten zonder sociale huurwoningen
Op 31 december 2001 zijn er 24 Vlaamse gemeen-ten die niet beschikken over sociale huurwoningen. Het betreft : – in de provincie Antwerpen : A a r t s e l a a r, R a n s t en Zandhoven ; – in de provincie Vlaams-Brabant : H e r n e, P e p i n-g e n , L i n k e b e e k , L e n n i k , B e n-g i j n e n d i j k , B e k k e-v o o r t ,B i e r b e e k , B o u t e r s e m ,G e e t b e t s, H o e g a a r-den, Holsbeek, Kortenaken en Glabbeek ; – in de provincie OostVlaanderen : S i n t L i e v e n s
-H o u t e m , S i n t - L a u r e i n s, De Pinte, D e s t e l b e r g e n , Kruishoutem en Horebeke ;
– in de provincie Limburg : Opglabbeek en Her-stappe.
In 1999 waren dat nog drie gemeenten meer, m e t name Schilde, Linter en Zoutleeuw. Zij beschikken op 31 december 2001 respectievelijk over 1, 9 en 14 sociale huurwoningen.
Algemeen
Op 31 december 2001 zijn er in Vlaanderen 130.962 sociale huurwoningen, wat neerkomt op 5,8 % van
het totale patrimonium. Deze sociale huurwonin-gen zijn zeer ongelijk verspreid over de V l a a m s e g e m e e n t e n , namelijk van 0 % in bovengenoemde gemeenten (waarvan geen enkele in de provincie West-Vlaanderen) tot meer dan 15 % in Wi l l e-broek en Spiere-Helkijn.
Bij de vraag of de gemeenten die geen sociale huurwoningen hebben ook rijkere gemeenten zijn, rijst het probleem van een goede indicator voor de "rijkdom" van een gemeente. Een voor de hand liggende indicator (vanwege de beschikbaarheid en het veelvuldig gebruik) is het gemiddeld inkomen per aangifte en/of per inwoner per gemeente uit de fiscale statistitieken.
Uit de fiscale statistieken (inkomsten '98 / aanslag-jaar '99) blijkt dat vijf gemeenten zonder sociale huurwoningen behoren tot de 10 % rijkste ge-meenten (zowel naar gemiddeld inkomen per aan-gifte als naar gemiddeld inkomen per inwoner), met name A a r t s e l a a r, Ko r t e n a k e n , H e r n e, H o e-gaarden en Bierbeek.
Anderzijds behoren Bekkevoort, D e s t e l b e r g e n , G e e t b e t s, H e r s t a p p e, Horebeke en Opglabbeek tot de armere helft van de gemeenten volgens beide c r i t e r i a , evenals Kruishoutem en Ranst volgens het gemiddeld inkomen per aangifte en Zandhoven volgens het gemiddeld inkomen per inwoner. Beleidsmaatregelen op korte termijn
De Vlaamse Wooncode kent aan de gemeente een belangrijke rol toe om het woonbeleid op lokaal niveau uit te bouwen en vorm te geven. Er is even-eens bepaald dat de socialehuisvestingsmaatschap-pijen de bevoorrechte uitvoerder zijn van het soci-aal woonbeleid. Er wordt van de gemeente ver-wacht dat ze daarover het overleg organiseert. Niettemin kunnen ook gemeentebesturen, O C M W ' s, i n t e r c o m m u n a l e s, s o c i a l e v e r h u u r k a n t o-ren en het Vlaams Woningfonds als initiatiefnemer optreden.
Aangezien het gemeentebestuur daarnaast elk so-ciaal woonproject adviseert, is zijn rol ook op het terrein erg belangrijk.
Gemeenten kunnen dus zowel een beleidsmatige, een initiatiefnemende als een opvolgende rol heb-ben.
Ze kunnen deze rol maximaal invullen door : – de opmaak van sociale woonbeleidsplannen met
– actieve deelname aan het bestuur van de huis-vestingsmaatschappij(en) waarin ze zijn toege-treden ;
– accurate opvolging van de initiatieven die geno-men worden ;
– een aangepast ruimtelijk ordeningsbeleid te voeren ;
– zelf sociale woonprojecten op te zetten.
Zij kunnen hun rol echter eveneens minimaal in-vullen door :
– geen sociaal woonbeleidsplan op te maken ; – niet te overleggen met mogelijke
initiatiefne-mers ;
– geen eigen projecten op te starten ;
maatschappijen of andere partners negatief te beoordelen ;
– in het ruimtelijk ordeningsbeleid sociale woon-projecten geen plaats te geven.
Huisvesting is een gewestmaterie, die echter niet zonder de medewerking van lokale partners, en het gemeentebestuur in het bijzonder, tot resultaten kan leiden.
Het Vlaams Gewest stimuleert de sociale woning-bouw rechtstreeks door de initiatiefnemers finan-cieel bij te staan, zowel door subsidie als door le-n i le-n g e le-n . Als mile-nister vale-n Huisvestile-ng kale-n ik slechts stimulerend optreden, en niet sanctionerend, als ik dat al wenselijk zou vinden. De Vlaamse volksver-tegenwoordiger zal het immers met mij eens zijn dat het niet toekennen van subsidies of leningen aan gemeenten die geen sociale woningbouw op hun grondgebied wensen, bezwaarlijk als een sanc-tionering kan gelden.
Aantal sociale huurwoningen per gemeente
GemeenteID Gemeente Soc. huur- Patrimonium Verhouding Gemiddeld Gemiddeld
woningen inkomen inkomen
GemeenteID Gemeente Soc. huur- Patrimonium Verhouding Gemiddeld Gemiddeld
woningen inkomen inkomen
GemeenteID Gemeente Soc. huur- Patrimonium Verhouding Gemiddeld Gemiddeld
woningen inkomen inkomen
GemeenteID Gemeente Soc. huur- Patrimonium Verhouding Gemiddeld Gemiddeld
woningen inkomen inkomen
GemeenteID Gemeente Soc. huur- Patrimonium Verhouding Gemiddeld Gemiddeld
woningen inkomen inkomen